De zon schijnt, het is vakantie, we beleven een fantastische sportzomer, en in Amerika maakt een politicus, je gelooft het niet, mensen blij. Uitgerekend nu treedt de clown voor het voetlicht — om ons met anarchistisch denken uit de droom te helpen.
Misschien is hij nooit echt weg geweest maar Arthur Fleck alias Joker is er binnenkort weer, in het vervolg op de kaskraker Joker. Toen Arthur in 2019 op het toneel verscheen, was Donald Trump president van Amerika en vond de eerste corona-uitbraak in Wuhan plaats. Joker, aartsvijand van Batman, somde alle ellende netjes voor ons op toen hij vroeg: „Ligt het aan mij of wordt de wereld met de dag gekker?”
De clown heeft een probleem met vreugde — wat moet hij als ironicus met een wereld die happy is? Want daar ziet het toch echt naar uit. „De ban van het verbitterde doemdenken is gebroken,” schrijft Bas Heijne in NRC naar aanleiding van de sfeer van positiviteit rondom de Olympische Spelen. En in Amerika rapporteert een invloedrijke focusgroep op CNN dat álle respondenten aangeven klaar te zijn met de angstzaaierij van presidentskandidaat Trump. Dat staat in schril contrast tot zijn lachende tegenstander Kamala Harris, over wie mensen vooralsnog warme gevoelens koesteren.
Bij ons is het evenzeer een en al geluk, zoals altijd in de zomer wanneer politici er niet zijn. Vooruit, ik dan maar; mad as hell ben ik dat Sifan Hassan, nu toch zeker de grootste atleet die Nederland ooit heeft opgeleverd, te weinig erkenning krijgt. Ja, ze haalt de voorpagina’s, maar daarmee is ook alles gezegd. Dat blijkt het pijnlijkst in een column waarin Youp van’t Hek schrijft: „Het is 2024. Het jaar van Femke Bol. En niemand anders dan Femke Bol. Wat een vrouw. Wat een heldin. Wat een prinses.”
Hiermee lijkt onze nationale hofnar verblind door blijheid, wat tekenend is voor de crisis waarin clowns verkeren op het moment dat iedereen de godganse dag lacht. „Niemand anders dan Femke Bol” ís geen grap, geen ironie of opblazen van de bestaande orde, maar echte emotie. Dat is funest voor de clown wiens core business bestaat uit conflict en ironie.
Met dit probleem kampt ook Trump. Zijn gekkigheid was tijdens zijn presidentschap een authentieke reflectie van collectieve woede, culminerend in zijn toespraak die de aanval op het Capitool instigeerde. Hij wás de anarchistische clown Arthur Fleck (Joaquin Phoenix) die in de film lachend toekijkt hoe zijn evenbeeld, een massa clowns, de boel kort en klein slaat.
Mad as hell ben ik dat Sifan Hassan te weinig erkenning krijgt
Nu vreugde een succesvolle politieke strategie is, zie de Harris-campagne, zal de clown evenwel zijn weerslag vinden in vlakken van subversiviteit die we nog niet eerder hebben gezien. Een voorproefje hiervan was Trumps interview met Elon Musk op X waarin hij Harris een beeldschone vrouw genaamd Camilla noemt. Dit is zó grappig. Maar ook: seksistische terreur gepleegd door een man die net als Arthur Fleck geen kant op kan.
Wie zoals de psychotische Arthur denkt dat het leven in zware tijden geen tragedie maar komedie is, verkeert in een vlaag van verstandsverbijstering. En toch kan geen mens zonder blijdschap, zonder de vreugde die zo’n Sifan Hassan-sportzomer ons schenkt.
Verhelderend is de scène waarin Joker tegenover talkshowhost Murray (Robert de Niro) opbiecht dat hij drie Wall Street-types in de metro had vermoord. Murray: „Wat is nou de clou van de grap?” Joker: „Er is geen clou, het is geen grap.” Waarna hij Murray live op televisie een kogel door het hoofd jaagt en een prachtig, onzeker dansje naast het lijk doet. Is dat een lach op zijn gezicht of een traan op zijn wang? Precies. Allebei.
Gawie Keyser schrijft deze zomer een reeks columns over de relatie tussen werkelijkheid en verbeelding.