N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Column Bedrijven voelen de pijn van politieke maatregelen, maar ze worden óók gepamperd, ziet Marike Stellinga.
Illustratie Leonieke Fontijn
Loont het nog om te ondernemen in Nederland? Kan je hier nog een bedrijf runnen of wordt de gemiddelde bedrijfsbaas inmiddels horendol van de wisselvallige stemming in de politiek?
De lobby van bedrijven klaagt. Een greep: het bedrijfsleven wordt al jarenlang gebruikt als pinautomaat. Maak de economische motor niet kapot. Er is stabiel overheidsbeleid nodig. Aldus VNO-NCW en MKB Nederland.
Concrete recente klachten: het minimumloon gaat al fors omhoog, maar de Tweede Kamer deed er na Prinsjesdag nog een schep bovenop. En verhoogde plots een aantal belastingen voor bedrijven, zoals de bankenbelasting en een belasting op aandeleninkoop.
Nu komt daar nóg een belastingverhoging bij. Vorige week stemde de Kamer voor een plan van Pieter Omtzigt om het belastingvoordeel voor buitenlandse werknemers (expats) te versoberen. Alleen de VVD stemde tegen. Opnieuw verbijstering. De versobering zou Nederland minder aantrekkelijk maken voor talent.
Wat het ook moeilijk maakt: het vestigingsklimaat is een breed begrip. Alle omstandigheden in een land bepalen het: hoeveel belastingen mensen en bedrijven betalen, hoe goed de overheid georganiseerd is, hoe hoog opgeleid de bevolking, hoe sterk het vertrouwen, hoe goed de wegen en het openbaar vervoer.
De overheid pampert gevestigde bedrijven nog altijd te veel
Het is veel te simpel om te zeggen: de belastingen en het minimumloon gaan omhoog, nu is ons ondernemersklimaat naar de knoppen. Vergelijk bijvoorbeeld België en Nederland. Een industrieconcern met vestigingen in beide landen die één van de twee moet sluiten, moet van alles afwegen: in Nederland zit het elektriciteitsnet vol (bemoeilijkt vergroenen) en in België wordt het salaris van werknemers automatisch verhoogd met de inflatie (verhoogt de kosten). Zegt u het maar.
In internationale ranglijstjes, die het ‘klimaat’ voor bedrijven proberen te vangen, staat Nederland in de toptien. We zakken wel wat. Waar we goed op scoren: kwaliteit van leven, hoogopgeleide bevolking, goede infrastructuur. Waar we minder op scoren: een gunstig belastingklimaat. Die lijsten zijn wel van vorig jaar.
De zorgen over het ondernemersklimaat gaan dan ook vooral over wat na de verkiezingen komen gaat. Veel partijen hebben plannen om het minimumloon verder te verhogen, om belastingen op te schroeven. Drie van de vier grootste partijen in de peilingen zijn niet bepaald bedrijfsonvriendelijk te noemen: VVD, BBB en NSC. Maar ook bij een partij als de VVD is de stemming over grote bedrijven wat bekoeld.
Tegelijk staat Den Haag bepaald niet met de rug naar grote bedrijven. Zo wil het gevallen kabinet met miljarden euro’s subsidie grote industriebedrijven helpen vergroenen. De overheid pampert gevestigde bedrijven nog altijd te veel, concludeerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid onlangs. Bedrijven kunnen de schadelijke impact van hun bedrijfsvoering nog altijd te makkelijk afschuiven op de samenleving.
Wat kunnen we hieruit concluderen? Volgens mij zijn er twee dingen aan de hand. Eén: er wordt al langer een nieuw evenwicht bevochten tussen arbeid en kapitaal. Nederland kreeg een kostenschok te verwerken toen de energieprijzen stegen. Hoe wordt die pijn verdeeld? In de lonen of de winsten? Vaak wordt dit gezien als een gevecht tussen werknemers en bedrijven, maar bedrijven zijn in handen van mensen: grootaandeelhouders en aandeelhouders (waaronder werknemers die via pensioenfondsen beleggen).
Twee: er wordt aan een nieuwe groene economie gebouwd. Veel klachten van bedrijven gaan daarover: het stroomnet zit vol en toch legt de overheid groene eisen of belastingen op. Dat is een terecht punt. Maar ook als het stroomnet alle ruimte heeft, zorgt vergroening voor verliezers onder bedrijven, die zich zullen verzetten.
Van VNO-NCW tot de WRR is iedereen het over één ding eens: de onzekerheid over het overheidsbeleid is een probleem. Bedrijven moeten fundamenteel veranderen. Dat is al risicovol, maar het is nog eens extra risicovol als onduidelijk is wat de politiek wil. Dus liever een nare knoop doorhakken dan geen knoop.
De opdracht voor de komende jaren is kneitermoeilijk. Het karakter van onze economie gaat waarschijnlijk wezenlijk veranderen in de ombouw naar een groene samenleving, maar hoe dat uitpakt, weten we niet precies. Dit wordt een waagstuk waarbij iedereen nodig is, óók bedrijven. Daar helpen vijandsbeelden over het bedrijfsleven niet bij, maar adoratie ook niet. Heldere normen zouden de uitkomst moeten bepalen, niet wie het hardst schreeuwt of het best lobbyt.
Er ligt geen economisch receptje op een plank dat elk land zou moeten invoeren. We moeten een goede samenleving bouwen, eentje die wij democratisch hebben uitgevochten. Daar volgt dan een economie uit. Uit de regels en grenzen die wij bedenken. Dus vecht het uit, stem, en wie er daarna ook regeert: kies.
Een fikse tegenvaller voor Schiphol woensdagmorgen die de Amsterdamse luchthaven mogelijk honderden miljoenen euro’s gaat kosten. Het vliegveld had het bouwcontract van de A-pier, een belangrijke nieuwe uitbreiding, niet tussentijds mogen beëindigen. Dat heeft de rechtbank Amsterdam woensdag bepaald.
Schiphol staakte in november 2021 het contract met bouwbedrijf BN-TAV. Dat is een samenwerking van het Nederlandse Ballast-Nedam en het Turkse bouwconcern TAV. Schiphol wilde af van de bouwcombinatie voordat de A-pier af was, omdat BN-TAV er een potje van zou hebben gemaakt. Een van de grootste bouwflops uit de recente geschiedenis, klonk destijds in de sector.
Zo waren er volgens Schiphol talrijke kwaliteitsproblemen die BN-TAV niet snel genoeg oploste, was de planning onbetrouwbaar en beschermde de bouwer het werk onvoldoende tegen weersinvloeden.
De rechtbank heeft nu geoordeeld dat de tekortkomingen van het bouwbedrijf niet ernstig genoeg waren om de overeenkomst eenzijdig te ontbinden. Daarbij heeft de rechtbank ook de problemen meegewogen die ontstonden door het „gebrekkige ontwerp van Schiphol” en de consequenties die de beëindiging heeft voor de vele onderaannemers. BN-TAV heeft altijd gesteld dat Schiphol verantwoordelijk was voor de ontwerpfouten die tot vertragingen hebben geleid.
Na het beëindigen van het contract eind 2021 liet Schiphol de A-pier opknappen door andere bouwers. BAM voltooit nu de nieuwe pier. In totaal gaat de bouw 1,39 miljard euro kosten. Dat is pakweg 800 miljoen euro meer dan geraamd bij de start van de aanbesteding in 2018. Schiphol verwacht dat de A-pier in april 2027 in gebruik genomen kan worden. Dat is zeven jaar later dan gepland.
Schiphol en BN-TAV moeten zich nu gaan buigen over de financiële afwikkeling van de zaak. De bouwcombinatie claimt 282 miljoen euro aan meerkosten en schadevergoeding, inclusief de kosten voor onderaannemers en leveranciers. Ook Schiphol claimde eerder al tientallen miljoenen aan schade.
Liveblog Economieblog
Schiphol had bouwcontract A-pier niet voortijdig mogen ontbinden, miljoenenstrop dreigt
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema had demonstranten van klimaatactiegroep Extinction Rebellion, die in september 2020 bij een Amsterdamse demonstratie aanwezig waren, niet ‘bestuurlijk’ mogen verplaatsen. Een deel van de activisten werd daar in bussen gezet en verplaatst naar een andere locatie in de stad. Dat heeft de Raad van State woensdag bepaald.
Op de dag van de demonstratie werden straten en gebouwen geblokkeerd, wat tegen de voorwaarden in ging die burgemeester Halsema van te voren aan de demonstratie had gesteld. Daarop besloot de burgemeester de bijeenkomst te beëindigen door bussen in te zetten. Na de demonstratie op het Gustav Mahlerplein, bij de Amsterdamse Zuidas, stapte Extinction Rebellion naar de rechter.
De Amsterdamse rechtbank oordeelde eerder al dat dit niet had mogen gebeuren, omdat de activisten van hun vrijheid werden beroofd. De gemeente ging in hoger beroep en bleef demonstranten in de afgelopen jaren op dezelfde manier manier verplaatsen. Ook in november 2024 werden bussen ingezet bij een verboden, pro-Palestijnse demonstratie.
Net als de rechtbank van Amsterdam, vindt de Raad van State ook dat het verplaatsen van demonstranten in bussen een vorm van vrijheidsontneming was. Om dat te kunnen doen is „een voldoende specifieke wettelijke grondslag” nodig.
Burgemeester Halsema beriep zich daarvoor destijds op artikel 175 van de Gemeentewet, dat „een algemene noodbevoegdheid formuleert”, maar volgens de Raad voldeed dat artikel niet. Op basis van artikel 176a had het wél gekund: „Dat artikel biedt de burgemeester de mogelijkheid op een aangewezen plaats personen tijdelijk te doen ophouden”, wat ook verplaatsing van demonstranten in bussen kan betekenen.
Lees ook
Weggevoerde demonstranten beschuldigen ME van excessief geweld. ‘Ze joegen op ons’
‘Je ruikt er niets van”, verzekert ingenieur Kirsten Zagt (60) nog in de auto. Hij parkeert op een afgelegen terrein naast een grote loods in het Gelderse Groenlo, en loopt even later richting achttien kleine plastic tanks met vloeistof, tweehoog gestapeld. In de tanks huizen mogelijk belangrijke toekomstige energiebronnen: levende bacteriën die dierlijke en menselijke mest kunnen omzetten in groen gas via het biologische proces vergisting.
„Die bacteriën zitten van nature in poep en pies”, legt Zagt uit. Vandaar dat hij ze „in die vaten buiten” bewaart. Medewerkers van de loods, waarin de rest van zijn project tijdelijk staat opgeslagen maar die er verder niets mee te maken hebben, komen er liever niet in de buurt.
Zagt laat de omzetting naar groen gas gebeuren in een nieuw soort vergister, waarvan een proefmodel in de loods zelf staat. Zagt is oprichter van ingenieursbureau Bareau en experimenteert sinds 2010, samen met collega’s van diverse bedrijven en universiteiten, met de techniek voor de nieuwe vergister. Er is ruim 10 miljoen euro in geïnvesteerd. Het proefmodel is volgens hem nu klaar voor grootschalige opschaling. „We hebben een consortium opgericht met onder meer ingenieursbureau Arcadis”, om groots te bouwen. En dat zou de inzet van groen gas een impuls kunnen geven, aldus Zagt.
Maar, zoals veel projecten in de energietransitie, blijft ook de productie van groen gas achter, mede door zwabberend overheidsbeleid. De val van het kabinet maakt de toekomst van groen gas nog ‘wat’ onzekerder.
Rotte eieren
Groen gas is niets nieuws; in Nederland stroomt het al jaren in kleine hoeveelheden door het aardgasnet. Bacteriën breken restafval – rioolslib, dierlijke mest, etensresten – af in reguliere vergisters. Daarbij ontstaan gasbellen van methaan en CO2. Om dit biogas geschikt te maken voor het aardgasnet wordt de meeste CO2 eruit gehaald. Een beetje van de geurstof tetrahydrothiofeen wordt juist toegevoegd, zodat mensen het ruiken als ze per ongeluk het gas aan hebben laten staan. Daarna kan het groene gas de aardgasleidingen in worden gepompt, naar huizen en kantoren.
Achttien tanks met bacteriën die mest kunnen omzetten in biogas. Foto Eric Brinkhorst
Groen gas is circulair, zeggen voorstanders, in tegenstelling tot aardgas. Het CO2 dat bij verbranding van groen gas vrijkomt, is immers nog maar kort geleden uit de lucht gehaald door de planten. Bij aardgas komt CO2 in de lucht dat anders nog millennia onder de grond was gebleven. Sceptici stellen op hun beurt dat groen gas dus wel degelijk leidt tot uitstoot van CO2.
Bovendien valt uit mest eigenlijk ook maar weinig energie te halen, waardoor er relatief veel van nodig is om biogas te maken. Zagt: „Wie naar de stikstofcrisis kijkt, zegt: we hebben mest te veel. Wie naar groen gas kijkt, zegt: we hebben mest te weinig.” En de productie van groen gas is duurder dan die van aardgas.
En dan is er de stank: rond klassieke vergisters hangt de geur van rotte eieren. Maar dat probleem, zeggen de voorvechters, is met een goede ‘geurbehandeling’ op te lossen. Of met nieuwe soorten vergisters. Een pluspunt van groen gas is in ieder geval dat Nederland het zelf kan produceren. De explosie van de energieprijzen in Europa door de Russische inval in Oekraïne heeft het belang van ‘energiezelfstandigheid’ nog eens onderstreept.
Bijmengverplichting
Tot nu toe stroomt jaarlijks slechts zo’n 295 miljoen kuub groen gas door het Nederlandse aardgasnet, enkele procenten van de totale gasvoorziening. Groen gas is zeer beperkt beschikbaar.
Om de vraag en het aanbod naar groen gas te stimuleren kwam kabinet-Rutte IV met een bijmengverplichting die moest gelden vanaf 2025. Invoering is inmiddels meerdere keren uitgesteld en gewijzigd. In de meest recente plannen die demissionair klimaatminister Sophie Hermans (VVD) afgelopen april presenteerde, staat dat energiebedrijven vanaf 2027 ieder jaar een beetje meer groen gas moeten kopen en leveren.
Eerder deze maand schreef demissionair minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans in een brief aan de Tweede Kamer dat Nederland nu ook groen gas uit het buitenland mag gebruiken om aan de bijmengverplichting te voldoen. Die beslissing volgde op kritiek vanuit de Europese Commissie, want alleen groen gas uit Nederland halen zou in strijd zijn met de Europese vrije markt, schrijft nieuwssite Energeia.
Voor 2030 wilde Rutte IV eerder zo’n 1,1 miljard kuub per jaar bijmengen. Om een idee te geven van de meerkosten van groen gas: onderzoekers van CE Delft schatten eind vorig jaar dat als gevolg daarvan de energierekening voor huishoudens maximaal 17 cent per kuub gas (exclusief btw) omhoog zou gaan. Volgens voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal gebruikt een Nederlands huishouden jaarlijks gemiddeld zo’n 1.020 kuub gas. Afgelopen april heeft Hermans de doelstelling voor 2030 met 25 procent verlaagd. Dat betekent een bijmenging van 825 miljoen kuub in 2030. Hoe dan ook, flink meer dan dat er nu door de leidingen stroomt. Toch: het aandeel groen gas groeit nu maar met enkele procenten per jaar.
Ik werkte voor mensen die de Oosterscheldekering ontwierpen. Die waren niet bang voor miljardeninvesteringen
Grootschalige installaties
Bij de loods in Groenlo praat Zagt over ‘zijn’ bacteriën zoals een hondenbezitter over zijn huisdier. „Voeden, verzorgen”, hij legt zich er al sinds zijn studie in Wageningen op toe. Maar hoe microscopisch klein het onderwerp van zijn aandacht is, zo groot blijkt zijn denken. Zijn hele loopbaan puzzelt Zagt al aan grote installaties. Zo werkte hij bij ingenieursbureau Witteveen+Bos aan tientallen waterzuiveringsinstallaties. Ook daarin spelen bacteriën een rol. „En ik werkte voor mensen die de Oosterscheldekering ontwierpen. Die waren niet bang voor miljardeninvesteringen.”
Kan je niet iets groots verzinnen om de productie van groen gas van de grond te krijgen? Dat vroegen Gasunie en het ministerie van Economische Zaken aan hem in 2006, aldus Zagt. Een manier van vergisten waarmee meer groen gas valt te maken, met minder mest?
Ingenieur Zagt laat een digitaal ontwerp van zijn vergister zien. Foto Eric Brinkhorst
Nu, bijna twintig jaar later staat in Groenlo het antwoord op die vraag in de 20.000 vierkante meter loods: een glimmende cilinder van roestvrij staal, vier meter hoog, met allerlei leidingen uit de bovenkant. De vergister heeft drie poten, maar staat voor nu gekanteld op een metalen frame op wielen. Aanvankelijk experimenteerde Zagt in zijn eigen garage en alleen op zijn zij paste de cilinder door zijn garagedeur.
Wat is er nieuw aan de manier van groen gas produceren in de vergister van Zagt? Deze vergister, met de nogal technische naam autogenerative high pressure digestion (AHPD), is op twee manieren bijzonder, zegt Zagt met trots. Tijdens het vergisten voert de druk op binnen de vergister, omdat CO2-gas en methaangas wordt geproduceerd. „In een klassieke groengasvergister laten ingenieurs de gassen vrij om overdruk te voorkomen. In onze vergister kunnen we juist gebruikmaken van de hoge druk.” Waarom? In een vergister zit vloeistof en daarboven ontstaat het gas van CO2 en methaan. Hoe meer methaan, hoe meer energie. En uit natuurkundige wetten volgt dat, simpel gezegd, hoe hoger de druk, hoe hoger het aandeel methaan in het gas uiteindelijk zal zijn.
Om overdruk te voorkomen, gaat een ventiel automatisch open wanneer de druk is opgebouwd tot zo’n 20 bar, dan perst de opgebouwde druk het gas eruit, de leidingen in. „Voordeel daarvan is ook dat je geen compressor nodig hebt die het gas de leidingen in moet pompen, wat veel energie bespaart.
„De bacteriën zetten CO2 dat achterblijft in de vergister om in methaan wanneer we waterstof toevoegen”, het tweede bijzondere aan de nieuwe manier van vergisten. De chemische reactie waarbij waterstof en CO2 samen methaan vormen, kan in principe in alle vergisters, in deze van Zagt maar ook in oudere modellen. „Maar bij 20 bar kweek je specifiek de bacteriën die goed zijn in de waterstofreactie. Op die manier halen we met onze vergister nog meer methaan uit mest.”
Als we de bijmengverplichting steeds een jaar vooruitschuiven, dan schiet het natuurlijk niet op
Volle stroomnet
Al in 1906 omschreef microbioloog Nicolaas Louis Söhngen van de TU Delft in een wetenschappelijke publicatie hoe waterstof en koolzuur samen methaan vormen. Groot probleem voor wie dit wil toepassen in vergisters zoals die van Zagt is alleen: de groene waterstofindustrie komt nog niet echt van de grond. Elektrolysers waarmee bijvoorbeeld zonne- en windenergie wordt gebruikt om duurzame waterstof te produceren, zijn „op dit moment nog ontzettend duur”, mailt gasexpert René Peters van onderzoeksinstituut TNO.
Als voordeel aan vergisten met waterstof noemt Zagt dat het kan helpen om iets te doen aan de krapte op het stroomnet. Netbeheerders hebben op sommige dagen overschot aan zonne- en windenergie en kunnen dat niet kwijt op het volle stroomnet. „Netbeheerders kunnen dat dan wel kwijt aan de elektrolysers, die vervolgens waterstof produceren voor de vergisters, waarmee gas wordt geproduceerd voor een later moment.” In die zin kunnen de vergisters volgens Zagt een soort batterij vormen. En CO2 die bedrijven uitstoten, willen wij gebruiken voor de vergisters. De een z’n probleem is de ander z’n oplossing, wil hij maar zeggen. „Maar bedrijven denken allemaal nog te veel in hun eigen sector en kijken niet verder.”
Peters van TNO plaatst nog een kanttekening bij het ontwerp van Zagt: „Deze ontwikkelaar heeft ook, net als andere vergisters, veel meer mest of afval nodig om de volumes op te schroeven. Maar feit is dat als de bijmengverplichting doorgaat, we inderdaad heel veel moeten opschalen met groengasproductie. Dat daaraan wordt gewerkt is goed.”
In de ontwikkeling van de nieuwe vergister is ruim 10 miljoen geïnvesteerd. Foto Eric Brinkhorst
Aan de randen
Wijzend naar de onderdelen loopt Zagt door de gigantische loods, rondom zijn vergister. Zagt wil vijftig installaties aan de randen van grote gemeentes bouwen, waar netbeheerders energie-overschotten hebben. „Op die plekken moeten de elektrolysers worden gekoppeld om energie om te zetten in waterstof. Ik heb het niet over een paar vergisters bij boeren. Nee, je moet denken aan vergisters op een schaal als van de grotere rioolwaterzuiveringen.
Maar voor nu staat zijn ontwerp dus nog te wachten in de loods. Om geld in te zamelen om op te kunnen schalen „zijn wij in gesprek met pensioenfondsen, investeerders en beleggers”. Naast meer geld en waterstof, wat is er nog meer nodig om de proefopstelling door heel Nederland te bouwen? Duidelijke wetgeving met tempo, aldus Zagt. „Als we de bijmengverplichting steeds een jaar vooruitschuiven, dan schiet het natuurlijk niet op.”
En de vraag is nog of de bijmengverplichting überhaupt overreind blijft, Hermans wil van wel, maar niemand weet wat het toekomstige kabinet gaat besluiten. Echt zenuwachtig is Zagt daar zelf niet over. „Zowel onder linkse als rechtse partijen is er enthousiasme voor de bijmengverplichting.”
Lees ook
In Alkmaar stroomt groen gas uit aardappelschillen en maiskiemen het gasnet op