Column | Het geloof als reden voor vertrek

Op het eerste gezicht lijken die twee activiteiten op elkaar: je land verraden en je land verlaten. Je bent dan een landverrader of een landverlater. Dat laatste woord kent Van Dale niet, die spreekt van ‘landverhuizer’ of ‘migrant.’ En je land verlaten betekent geen verraad, al kan het samengaan, bijvoorbeeld wanneer een Nederlands politicus besluit lid te worden van Verenigd Rusland, de partij van Poetin, en Nederland metterwoon verlaat.

Landverhuizers kunnen vrijelijk tot hun besluit komen, tenminste als het land in kwestie de burgerlijke vrijheden respecteert en niet in oorlog is (zie Oekraïne).

Op de NOS-site las ik het afgelopen weekend een artikel over een fenomeen dat ik niet kende, de zogenaamde hidjra: het zoeken van moslims naar een plek die overeenkomt met de beleden islamitische waarden. De profeet Mohammed vertrok in het jaar 622 van Mekka naar Medina, omdat hij in Mekka werd vervolgd voor het verspreiden van zijn islamitische boodschap.

Mekka en Medina liggen tegenwoordige in Saoedi-Arabië, en in welke van beide steden je ook woont, religieus is het lood om oud ijzer.

Maar Nederlandse moslims, hier geboren en getogen, vertrekken steeds vaker naar de herkomstlanden van hun (groot)ouders. De leukste reden voor migratie: ondernemingskansen. Er wacht daar een familiebedrijf op je, of jij gaat dat eigenhandig opzetten, bedrijf plus familie.

Maar volgens moslimorganisaties zien moslims in toenemende mate ook hun geloof als reden voor vertrek. De moslimhaat zou groeien, de PVV is zeker gegroeid en dat leverde reële Kamerzetels op.

Ik kan me een mix van redenen voorstellen. Misschien is het heerlijk leven in een land waar de overgrote meerderheid jouw godsdienstige overtuigingen deelt. Wat nogal eens zou kunnen tegenvallen: het verlies van een zekere religieuze exclusiviteit. Als iedereen moslim is, kijkt niemand er meer van op. Misschien ben je ineens te weinig moslim, of juist overdreven veel.

En meteen daarachteraan las ik het artikel in de Volkskrant over ‘de significante toename’ van antisemitisme na 7 oktober. Zes portretten van Joodse Nederlanders, die nooit om zoveel bedreigend bekijks hebben gevraagd. Een student die zijn kettinkje met davidster verbergt. Een vrouw die het ergste vreest, maar waarheen? „Ik hou van Nederland.” De man met keppeltje die wordt uitgescholden, in dit geval door „een meisje met een hoofddoek (…) een jaar of veertien”, voor „kankerjood”.

Want alleen in de sprookjes van Bij1 is de minderheidservaring een voortdurende bron van wederzijdse inspiratie.

Antisemitisme en moslimhaat zijn geen tegenpolen, ze kunnen naast elkaar bestaan en allebei groeien. Door de oorlog tussen Israël en Hamas zijn ze zelfs zwaar verknoopt geraakt.

Wel is er een verschil: moslims willen ‘voor vol’ aangezien worden, en Joodse Nederlanders iets minder vol voor Israëliërs.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.