De Rotterdamse dichter Rien Vroegindeweij publiceerde vorig jaar in zijn bundel De laatste tijd een gedicht dat ik destijds wel goed vond, maar pas grote indruk maakte toen ik het onlangs herlas, nadat hij het mij apart had toegestuurd in een mail waarin hij mij sterkte wenste. Spontaan reageerde ik: „Ik had het zelf geschreven kunnen hebben – als ik kon dichten.”
HET BEZOEK
Het complex is nieuw, de hal is ruim en licht,
er zijn deuren zonder klink aan de binnenkant
en er zijn gangen, lichte kamers karig ingericht,
een stoel, een tafel, een verrijdbaar ledikant.
Rozen bloeien in de patio en op een muur
staat Gods belofte dat Hij u – ja, tot uw grijsheid
toe zal dragen. Grijs is de kleur van vuur
dat is gedoofd, sintelbaan naar de eeuwigheid.
We zitten samen en kunnen niet meer dan
zwijgen, zwijgen omdat jij niet praten kan,
een bestaan tot een gebaar, tot een blik verstomd.
Een vrouw komt steeds vragen of de bus al komt
en loopt dan haastig naar de afgesloten gang.
– Mijn god, wat duurt de grijsheid lang.
Het gedicht moet wel een autobiografische achtergrond hebben, veronderstelde ik, want alleen al de rake beschrijving van het verpleeghuis kan geen dichter verzinnen. Hier dichtte iemand die de ‘sintelbaan naar de eeuwigheid’ kennelijk zelf met een moeilijk te onderdrukken ontzetting had aanschouwd – en niet één keer, maar al die keren dat hij er op bezoek kwam, zoals ik nu bij mijn vrouw op bezoek ga. Klopte dat, vroeg ik Vroegindeweij.
Hij schreef me dat hij het gedicht had geschreven naar aanleiding van zijn bezoeken aan zijn zwager, de man van zijn oudste zus. „Hij zat in een verpleeghuis in Middelharnis, een prachtig nieuw gebouw waar de Heere Heere zijn idee van de ouderdom op de muur heeft geschreven. Het is allemaal vrij letterlijk. De vrouw die steeds kwam vragen waar de bus bleef, heb ik nog meegemaakt.”
Zijn zwager is in 2016 overleden. „Maar ik ben daarna nog vaak in dat verpleeghuis geweest omdat mijn zus daarin werd opgenomen. Daardoor is, denk ik, het beeld van de bezoeken aan hem blijven bestaan.”
„Het was niet mijn laatste Alzheimerpatiënt”, verzuchtte hij in zijn reactie. „Er gebeurt nogal wat in deze levensfase (ik ben dit jaar tachtig geworden), steeds meer vrienden en bekenden verdwijnen.” Sommigen komen voor in zijn nieuwe boek Stadgenoten, een selectie van prozateksten over Rotterdam en een aantal Rotterdammers, dat zondag bij boekhandel Donner wordt gepresenteerd. „Een poging om iets van mijn generatie, die gestaag aan het verdwijnen is, te bewaren.”
Iets. Veel meer valt er niet te verwachten op die sintelbaan naar de eeuwigheid.
Een sussende Kamerbrief van minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) en staatssecretaris Ingrid Coenradie (Gevangeniswezen, PVV) over het lot van ongedocumenteerde vreemdelingen met ernstige psychiatrische problemen, heeft niet tot geruststelling geleid bij gemeenten en verschillende belangenbehartigers. Faber en Coenradie bevestigden vrijdag weliswaar dat bestaande afspraken over de opvang en behandeling van vreemdelingen met psychiatrische problemen komen te vervallen, maar zij verzekerden daarbij ook dat tien gereserveerde bedden voor gevaarlijke ongedocumenteerde vreemdelingen „vooralsnog voor hen beschikbaar” blijven.
Het Medisch opvangpunt ongedocumenteerden (Moo) stelt echter dat de Overijsselse kliniek Veldzicht al maanden weigert om gevaarlijke ongedocumenteerden op te nemen. Ook de gemeente Amsterdam meldt dat het „al weken tegen dichte deuren” loopt, „met mogelijke gevolgen voor de openbare orde en veiligheid”.
Veldzicht is een kliniek in Overijssel waar tbs-patiënten en vreemdelingen met acute psychiatrische gedragsproblemen worden behandeld. Die laatste groep kan daar sinds 2014 terecht. Het landelijke tekort aan tbs-bedden noopt Faber en Coenradie om psychiatrische vreemdelingen niet meer in Veldzicht te laten behandelen, zo schrijven zij aan de Kamer. Mensen die een tbs-maatregel opgelegd hebben gekregen moeten nu lang wachten tot hun behandeling kan beginnen. In de tussentijd zouden vreemdelingen schaarse cellen bezet houden.
Incidenten
Eind september werd een Somalische man uit Veldzicht gezet, omdat de kliniek vond dat hij was uitbehandeld. Bij het Moo waren daar grote twijfels over. De belangenorganisatie kreeg te horen dat het geen optie was om de man bij nieuwe incidenten terug te nemen voor behandeling, „en ook dat de deuren überhaupt zouden sluiten voor deze mensen”, vertelt Moo-medewerker Alice Beldman.
Maandag berichtte de Volkskrant dat zeker twee veiligheidsincidenten rond een Armeens-Syrische man hebben plaatsgevonden, die aan NRC zijn bevestigd. Zolang er geen „ernstig incident” is geweest, kan de gemeente Amsterdam, waar deze man verblijft, niet veel doen, zo laat een woordvoerder weten. „Hulpverleners en de gemeente benadrukken dat een opname bij kliniek Veldzicht noodzakelijk is, maar die weigert tot nu toe enige medewerking.” Dat zou „haaks” staan op afspraken met het ministerie van Justitie.
Gevaarlijke asielzoekers
Op basis van het kabinetsbesluit sluiten de deuren van de kliniek óók voor psychiatrische asielzoekers die niet veilig door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) kunnen worden opgevangen. Zij moeten vanaf 1 januari naar „reguliere zorgaanbieders”. Het COA betwijfelt of er „voldoende gespecialiseerde ggz-aanbieders zijn”, laat een woordvoerder weten. Alleen de gevaarlijkste asielzoekers kunnen langer blijven, tot elders geschikte behandelplekken zijn gevonden. In dat licht wijst het COA erop „dat het niet makkelijk is om van tevoren te bepalen in welke categorie iemand zit”.
Door de „ingewikkeldheid” van de gedragsproblemen waar vreemdelingen mee kampen „zijn zij niet zomaar” te plaatsen in het huidige aanbod van specialistische of forensische zorgaanbieders, zo schrijft de branchevereniging van ggz-organisaties in een brandbrief aan Kamerleden. De organisatie wijst er ook op dat zorginstellingen niet zijn „geconsulteerd” over het kabinetsbesluit.
SP-Kamerlid Michiel van Nispen snapt dat staatssecretaris Coenradie meer plek wil maken voor tbs-patiënten. Maar hij vindt ook dat het kabinet pas mag stoppen met het behandelen van psychiatrische vreemdelingen zodra „er een gelijkwaardig alternatief is”. Faber en Coenradie lopen „willens en wetens een heel groot risico op ongelukken”, zegt hij. „Ze zijn ervoor gewaarschuwd.”
Onderzoek
Samen met Kamerlid Anne-Marijke Podt (D66) stelt Van Nispen al maanden vragen over de toekomst van het samenwerkingsverband tussen Veldzicht, het COA en gemeenten. Een antwoord hierop kwam twee dagen voor het verlopen van de afspraken. „Die zijn niet zo geruststellend”, zegt Podt. Zij wijst op een onderzoeksrapport over alternatieve zorgaanbieders voor psychiatrische vreemdelingen, dat eind januari wordt verwacht. „Waarom wachten ze daar niet op? Het gaat om mensen die een groot gevaar voor zichzelf en hun omgeving zijn.”
Kamerlid Podt vraagt zich af of iemand binnen de reguliere gezondheidszorg „zich geëquipeerd voelt” om deze mensen te behandelen. Zij wil nog voor het kerstreces van het kabinet horen welke zorgaanbieders dat voor ogen heeft. „Als ook gemeenten en het COA niet in staat zijn om voor deze mensen te zorgen, wie dan wel?”
Lees ook
Veiligheid niet op orde bij psychiatrische kliniek waar dodelijk steekincident plaatsvond, aldus Inspectie
Sinterklaas, Kerst, Spotify Wrapped. Sinds enkele jaren vieren we in december niet alleen de traditionele feestdagen, maar ook ons persoonlijke luistergedrag. Het eindejaarslijstje dat muziekdienst Spotify elk jaar eind november, begin december voor elke gebruiker genereert is een popcultureel fenomeen geworden. Het delen ervan op sociale media is een traditie op zich.
De succesvolle marketingcampagne van Spotify bestaat sinds 2016, toen het wat simpelere ‘year in music’ werd vervangen door Spotify Wrapped. Het bestaat uit een aantal pagina’s informatie, die in vormgeving een beetje doen denken aan sociale media als Tiktok en Instagram, waarop telkens persoonlijke informatie staat over wat je het afgelopen jaar luisterde: favoriet genre, meest beluisterde liedjes, albums en artiesten, gepersonaliseerde playlists en sinds enkele jaren de meest beluisterde podcasts. Het levert memes en nieuwsberichten op, reacties van bekende artiesten, multinationals en politici.
Elk jaar voegt Spotify er conclusies uit je data aan toe. Zo kreeg je vorig jaar een of twee steden gekoppeld aan je luistergedrag, waar veel mensen met datzelfde luistergedrag zouden wonen. Een andere keer kreeg je een bepaalde karakteristiek opgestempeld, zoals ‘luminary’ voor iemand die van vrolijke muziek houdt, en ‘alchemist’ voor iemand die veel persoonlijke playlists maakte. Dit jaar behandelt de muziekstreamer je ‘muzikale evolutie’ en zat je in fases met moeilijk te volgen kenmerken, zoals je ‘pink pilates princess strut-pop tijdperk’, een ‘vampier microtonal blackmetal-fase’ of ‘royalcore concertband klassiek-tijdperk’ – allemaal gebaseerd op de artiesten die je die maand veel beluisterde.
Gratis reclame
Gebruikers worden uitgenodigd die schermpjes op sociale media te delen, en artiesten kunnen datzelfde doen met informatie over hoe hun muziek is beluisterd. Slim, want het werkt: miljoenen gebruikers maken zo jaarlijks gratis reclame voor Spotify, nota bene op basis van hun eigen door Spotify opgeslagen persoonlijke data.
Hoe werkt het?
Spotify houdt bij wat iedereen luistert. Dat is de simpele uitleg.
Maar het is ingewikkelder, en er is veel onduidelijk. In elk geval krijgt iedereen die minstens vijf artiesten en dertig liedjes voor elk minstens dertig seconden heeft geluisterd op Spotify een Spotify Wrapped. De tijdspanne van wat wordt bijgehouden is niet helemaal duidelijk, maar Spotify houdt het op tot ‘enkele weken voor de release’ van Wrapped. Dat betekent dat alles wat na zeg 20 november is uitgekomen niet meer meetelt, zoals het laatste album van Kendrick Lamar en – misschien minder erg – alle Kerstmuziek. Maar ze houden nog veel meer bij.
Wat dan?
Spotify houdt ook bij hóe en wanneer je luistert, of je tracks skipt, terugspoelt of opslaat, doorklikt naar vergelijkbare artiesten en of je ze in een playlist zet. De streamer weet ook op wat voor apparaat je dat graag doet, met welke browser, hoe je gedrag door het jaar heen verandert, welke playlists je maakt én luistert, en dat je op donderdagochtend vaak jaren tachtig hair metal opzet en op vrijdagavond juist treurige indiepop. Of andersom. Dat verklaren ze in de kleine lettertjes.
Hoe maken ze daar vervolgens je wrapped van?
De data die Spotify bijhoudt en analyseert moet enorm zijn, maar hoeveel dat is, is niet bekend. Er staan zo’n 100 miljoen liedjes en 6 miljoen podcasts op Spotify, en daar zijn afgelopen jaar nog eens 350.000 audioboeken bijgekomen. Spotify heeft zo’n 640 miljoen gebruikers wereldwijd, waarvan ruim 250 miljoen betalende abonnees. Dat is véél data. En wat ze van jou hebben, herverpakken ze en presenteren ze aan je in lijstjesvorm.
Lees ook
Taylor Swift wereldwijd en in Nederland de meest gestreamde artiest van 2024
Is dat geen privacyprobleem?
Dat ze jouw luistergedrag bijhouden staat in de kleine lettertjes waar je mee instemt bij het afsluiten van een abonnement. Maar het is wel zo dat Spotify wel érg veel weet over je. Muziek is emotie, en meer.
„Ze weten waarschijnlijk zelfs hoe je cyclus verloopt en of je zwanger bent of niet, op basis van de muziek en de podcasts die je luistert”, zegt Lotje Beek van privacywaakhond Bits of Freedom. „Ze weten ontzettend veel over je. Hoe laat je in de auto zit, in wát voor auto je zit, met wie je je account deelt, of je kinderen hebt en mede dankzij de podcasts die je luistert ook je politieke en seksuele voorkeur. Op die manier kunnen ze je meer en scherpere gepersonaliseerde reclames en andere content aanbieden.”
Spotify weet het als je ineens gaat luisteren naar bevalling-playlists en podcasts over de opvoeding. Of als je plots nachtenlang ‘I Wish I Didn’t Miss You’ van Feist luistert en dus je relatie mogelijk op de helling staat. Beek: „Wij zijn al geen fan van dat soort kwalijke tracking, maar het is helemaal schaamteloos hoe ze dat als iets positiefs neerzetten met Spotify Wrapped.”
Dus beter niet je Wrapped delen?
Beek: „Kijk ernaar als je wilt, maar hou wel in gedachten dat ze meer over je weten dan je denkt en dat altijd kunnen gebruiken in hun voordeel, en dat hoeft niet per se jouw voordeel te zijn.”
Hoe groot is Spotify?
Het Zweedse bedrijf – genoteerd op Wall Street – is actief in meer dan 180 landen. Hoeveel gebruikers en streams de dienst in Nederland heeft wil de woordvoerder van het bedrijf niet zeggen omdat het ‘concurrentiegevoelige informatie’ zou zijn.
Analytici gaan er wel vanuit dat Spotify marktleider is, in Nederland en wereldwijd. In de Verenigde Staten, zo berekende Digital Music News, heeft Spotify 36 procent van de muziekstreamingmarkt, tegenover 30 procent voor Apple Music en 23 procent voor Amazon Music. Dat is samen ruim 90 procent van die markt. Niet meegerekend is bijvoorbeeld Tiktok, waar veel jongeren hun muziek ontdekken en luisteren, zij het in korte vorm. Uit de laatste cijfers van brancheorganisatie NVPI over de Nederlandse muziekindustrie (uit februari), bleek dat de opbrengsten uit streaming met 11 procent was gestegen vergeleken met een jaar eerder – deels opgestuwd door de hogere abonnementsprijzen. Dat streaming in Nederland goed is voor ruim 80 procent van de omzet in de muziekindustrie weten we door de cijfers van de NVPI, maar welk aandeel Spotify daarin heeft weten we niet.
Lees ook
Een interview met regionaal Spotify-directeur Antoine Monin: ‘Tegenwoordig zijn er veel meer artiesten die geld kunnen verdienen met muziek’
„Niet aan te slepen.” Janneke van Liempt, filiaalchef van de Haagse boekhandel Paagman, zegt het een paar keer. Bij de kookboeken van Ottolenghi en Jamie die geen achternaam meer nodig heeft, bij de grote thrillernamen, de scheurkalenders van Fokke en Sukke, en Peter van Straaten die na zijn dood gewoon doortekent. Bij de kunstbiografieën zoals die van Erwin Olaf, en natuurlijk bij het prentenboek Sinterklaas van Charlotte Dematons, dat in manshoge wenteltrapconstructies pal naast een van de vier ingangen ligt.
„Niet aan te slepen”, zegt ze ook bij de kerstballen, kerstsokken en kerstviltstiften van het Italiaanse merk Legami, dat een volslagen hype is onder kinderen. En bij de feelgood kerstboeken van Laurie Gilmore, die tegelijkertijd in het Engels en het Nederlands verschijnen, zoals Het Pumpkin Spice Café, die je dus ook in je schoen kunt krijgen.
Dat ‘Kerst niet meer op Sinterklaas wacht’, zoals NRC kortgeleden schreef, is ze ook bij Paagman niet ontgaan. Maar anders dan veel winkels die voor een feestneutraal inpakpapier kiezen, heeft Paagman nog wel twee soorten.
De dag voor pakjesavond begint rustig bij Paagman in ‘de Fred’, zoals Den Haag de Frederik Hendriklaan, de grootste winkelstraat van het Statenkwartier, noemt. Stoomboten en maneschijn sijpelen uit speakers. De laatste leveringen van het Centraal Boekhuis worden verdeeld over kasten en displays. Sommige mensen hebben Sinterklaas het afgelopen weekend al gevierd, en voor wie dat het komende weekend doet, zijn er nog drie of zelfs vier winkeldagen.
Maar al snel wordt het drukker, eerst met ouders die hun kinderen naar school hebben gebracht. Zoals Maroen Franse, een gescheiden vader die voor zijn twee kinderen een boek heeft uitgezocht. Kiezen ging niet vanzelf, zegt hij, maar hij heeft bij de leeftijdscategorieën gekeken en kwam toen uit bij een deeltje uit de serie Het leven van een loser, voor „die van elf” omdat die er daar al een paar van heeft, en voor „die van acht” een uit de Batcat-serie. En het moest een boek zijn, zegt hij, want hij wil graag dat „ze minder schermtijd hebben”.
Verdringingsmarkt
Lezen is, zoals bekend, een verdringingsmarkt met gamen en andere activiteiten achter een beeldscherm. In elk geval kóópt Nederland nog steeds massaal boeken. In 2023 in totaal 43,2 miljoen, waarvan eenderde in het laatste kwartaal. Veel uitgevers bewaren hun grootste potentiële sellers juist daarom tot die periode.
Zo lacht bij Paagman oud-bondskanselier Angela Merkel je bij binnenkomst in veelvoud toe met Vrijheid, haar memoires. „Ze is bij Buitenhof geweest”, zegt filiaalchef Van Liempt, „Dat resoneert, dus moet je zo’n boek voorin leggen. Dat oogt meteen als een goed cadeau.”
Myra Kleiweg vindt het moeilijk iets te vinden voor haar twee kleinkinderen. Met haar moeder Hilda, die haar verjaardag met die van de Sint deelt en donderdag 84 wordt, zwerft ze langs de schappen en displays van ‘De Villa’, Paagmans grote kinderboekenafdeling. Myra’s kleinkinderen (bijna 2 en bijna 3) zijn Japans en ze vindt het „belangrijk dat ze Nederlands leren”. Vorig jaar hebben ze al een prentenboek met Sinterklaasliedjes gekregen. Nu wordt het, na rijp beraad, een Flapjesboek, met achter elk kartonnen luikje een Nederlands woord. O ja, en ook nog maar een knuffel van Max Velthuijs’ Kikker, „want daar zijn ze verzot op”.
Boekverkopers mogen graag zeggen dat het boek „het populairste cadeau” is, maar dat is de cadeaubon. Herma Jongeling, lerares op een Haagse Montessori-basisschool, is met haar collega Paul de Leu hier om de cadeaubonnen te kopen die de Sint en zijn Pieten donderdag na hun bezoek aan de school zullen krijgen.
Maar ze zijn hier elke week wel, zegt ze er bijna verontschuldigend bij. Vorige keer heeft ze nog De verwarde cavia, Terug op kantoor, het jongste boek van Paulien Cornelisse gekocht. En, op Pauls advies, ook Édouard Louis en Annie Ernaux. Paul leest in principe van zijn e-reader, zegt hij, maar staat nu toch te twijfelen over Stoute Schoenen, opvolger van Bart van Loo’s De Bourgondiërs. „Even met thuis bellen.”
Inpakelfjes
Mirjam van den Berg heeft al met thuis gebeld en een lijstje meegekregen voor een extra cadeautje voor kinderen en kleinkinderen. Een boek dus, „want er wordt te weinig gelezen en je kunt niet goed genoeg beginnen”, zeg ze. Een van haar kinderen heeft trouwens „een bloedhekel aan lezen”, maar die krijgt nu „een voorleesboek voor haar dochter; ze moet er maar even doorheen.”
„Zes keer Sinterklaas”, zegt een kassamedewerker en legt een stapeltje van zes dezelfde boeken bij Lizzy Zaanen op de inpaktafel (Slimmer werken met AI van Alexander Klöpping). „Ik ben een kerstelfje”, zegt Lizzy. Zo heten de extra inpakkers die Paagman tijdens de feestdagen inhuurt voor zijn vijf filialen. Lizzy en tientallen andere sollicitanten moesten het inpakken oefenen met een filmpje en daarna nog eens in het echt in het magazijn. Liefst op één manier, met een dubbelgevouwen randje van een andere kleur, wat chic oogt en toch snel kan. Tempo is alles.
„De rij begint hier”, staat op een bordje. Maar tot veel verder staan begin van de middag opeens mensen met stapeltjes boeken te wachten voor de kassa. Het „gekkenhuis” waarover ze bij Paagman tijdens de feestdagen liefdevol spreken, lijkt begonnen. „Kom maar op!” zegt Kasper, een van de andere kerstelfjes. Ze staan nu met zijn drieën continu in te pakken achter de tafel. Sticker erop, klaar. „Die rij hebben we binnen vijf minuten weggewerkt.”