Als je oudere Rotterdammers mag geloven, zei vroeger iedereen elkaar gedag, zat iedereen bij een beetje zon ’s middags op de stoep met een pilsje en een blokje kaas en plakten buren elkaars fietsband. Die samenhorigheid is verdwenen, zuchten ze dan. Het is nu ieder voor zich.
En dan moeten ze gaan. Nog even de vuilniszak buiten zetten voor een buurvrouw, een pannetje soep brengen naar de buurman die ziek is.
Ook nu zorgen mensen voor elkaar. Zeker in volkswijken waar mensen een leven lang wonen. Niet meteen beginnen over die dame die tien jaar dood in huis lag. Er zijn talloze voorbeelden van eenzame Rotterdammers. Maar sterke informele netwerken zijn er óók volop.
Neem Rini Vermeulen van de wijkraad Bospolder Tussendijken. Ze is 67, ze organiseert eens in de twee weken ouderenbingo. En eens in de week een ‘ouderenhuiskamer’. Dat is voor de gezelligheid. Maar als iemand ergens mee zit, dan helpt ze. Vaak is dat iets op de computer. Want de mensen die bij haar komen bingoën, proberen zaken nog met het telefoonboek op schoot te regelen. Of ze willen ergens héén, waar iemand zit met wie je kunt praten. En dat kan niet meer. Alles – of je nou een rollator nodig hebt of een seniorenwoning – gaat digitaal.
Wat Rini Vermeulen in haar buurt veel ziet: ouderen voor wie de woning ongeschikt is geworden. Te groot, ze kunnen de trap niet meer op. Nodig is een kleine woning op de begane grond. Ze hebben één wens: in hun eigen buurt blijven. Juist vanwege het netwerk.
Dat blijkt er lastig. Daarover windt Rini Vermeulen zich op. Zo was er een heer die al twee jaar niet gedoucht had, want daarvoor moest hij de trap op. Vanuit zijn woning keek hij op een complex van ouderenwoningen. Daar wilde hij graag heen. Zijn pensioen bleek net te hoog. Hij kreeg een woninkje toegewezen in Crooswijk.
Een dame die al lang niet meer buiten was geweest vanwege de steile trap naar haar bovenwoning, kon ruilen met een gezin met drie kinderen in de krappe woning op de begane grond. Zelfde portiek, zelfde woningbouwvereniging. Het mocht niet: de benedenwoning had niet het label 55-plus.
Ze bleef boven wonen, viel van de trap ín haar huis. Ze lag anderhalve dag op de grond tot er iemand langskwam. Ze zit nu in een verzorgingstehuis.
Die man die naar Crooswijk moest, zat ver van zijn stamcafé De Molen waar hij altijd een koffie en een borrel ging halen en vaak een prakkie mee at. Hij miste zijn buren, de bekende winkels, zijn eigen straat. In een paar jaar vereenzaamde hij zozeer dat hij dood wou.
Het zou enorm helpen, zegt Rini Vermeulen, als er eerst naar mensen wordt gekeken en dan pas naar de regels.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft buiten de Tweede Kamer om een telefoon- en data-aftapsysteem voor de politie gekocht van het omstreden Israëlische defensiebedrijf Cognyte. Het besluit werd dit jaar genomen, toen Dilan Yesilgöz nog minister was en Dick Schoof de hoogste ambtenaar op het ministerie. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.
Het ministerie kocht het nieuwe systeem om het falen van een ander gloednieuw tapsysteem te verhullen, maar ook dit heimelijk gekocht systeem werkt tot op heden niet, blijkt uit het onderzoek. Daardoor zit de overheid nu opgescheept met twee nieuwe, niet-werkende tapsystemen en maakt de politie nog altijd gebruik van een verouderd en technisch rammelend afluistersysteem.
Het ministerie heeft de geheime aankoop niet genoemd in Kamerstukken en sprak slechts over een „upgrade”. Meerdere direct betrokken politie- en justitiemedewerkers laten NRC weten dat de Kamer daarmee verkeerd is geïnformeerd. Het gaat niet om een upgrade, maar om een nieuw tapsysteem, dat is aangeschaft omdat een ander nieuw tapsysteem een miskoop bleek. De aanschafprijs van dat systeem is geheim. Aan pogingen om het werkend te krijgen, gaf de politie afgelopen jaren 3,8 miljoen euro uit, bevestigt een woordvoerder van de politiekorpsleiding nu. Over dat bedrag is de Tweede Kamer nooit geïnformeerd.
Al vijf jaar probeert de politie het systeem met hulp van tal van interne en externe IT-specialisten vergeefs draaiend te krijgen conform de eisen
Daarnaast is de heimelijke aankoop omstreden omdat van leverancier Cognyte eerder in de Tweede Kamer werd gevreesd dat het afluisterapparatuur misbruikte voor spionage voor Israël. Daarom wilde de Kamer al in 2016 afscheid nemen van Cognyte – dat toen nog Verint heette – als leverancier van het toenmalig tapsysteem.
Sindsdien is Cognyte meermaals direct in verband gebracht met mensenrechtenschendingen en spionageschandalen. In 2023 kwam het Israëlisch defensiebedrijf publiekelijk onder vuur te liggen wegens het leveren van afluistersystemen aan onder meer Myanmar. Daar zette het regime ze in tegen politici en journalisten waarmee het mensenrechten schond – ook nadat in Israël een officieel verbod op die handel was ingevoerd.
Een jaar eerder besloot de centrale bank in Noorwegen niet meer in Cognyte te investeren, nadat een rapport van een ethische commissie van de Noorse regering had vastgesteld dat het een „onacceptabel risico” was dat „het bedrijf bijdraagt aan serieuze mensenrechtenschendingen” zoals ontvoeringen en marteling.
Afluister- en andere cybersecuritysystemen van Israëlische defensiebedrijven zorgen regelmatig voor internationale schandalen. De bekendste is het Pegasus-schandaal, waarmee in diverse landen activisten, politici en journalisten werden bespioneerd. Afgelopen zomer onthulde The Guardian in samenwerking met andere internationale media dat Israël bij het Internationaal Strafhof in Den Haag aanklagers probeerde af te luisteren die klachten tegen het land behandelden.
Lees ook
De problemen met het verouderde tapsysteem zijn erger dan minister Yesilgöz deed voorkomen
Miskoop
Het tapsysteem van de Nederlandse politie is al langer een hoofdpijndossier. Het oude systeem van Cognyte – destijds dus Verint – werd door de Tweede Kamer vooral gewantrouwd omdat de soft- en hardwarekern van het Israëlische systeem voor Nederland een black box was: het technisch onderhoud van het tapsysteem was niet in handen van de Nederlandse politieambtenaren, maar werd uitgevoerd door Israëli’s die bij problemen werden ingevlogen.
Onder druk van de Kamer kocht Nederland daarom via een openbare aanbesteding uiteindelijk in 2019 een nieuw tapsysteem. Die aanbesteding werd gewonnen door een ander Israëlisch defensiebedrijf, Elbit. Met de toezegging dat de Nederlanders ditmaal wel zelf het onderhoud van het systeem in de hand zouden houden, en andere eisen over cybersecurity, ging de Kamer akkoord. Na de aankoop in juli 2019 bleek dit nieuwe tapsysteem van Elbit, geheten ‘i360’, een miskoop.
Al vijf jaar probeert de politie het systeem van Elbit met hulp van tal van interne en externe IT-specialisten tevergeefs draaiend te krijgen conform de eisen van de Nederlandse politie. Zo lukt het nog steeds niet met het nieuwe systeem vertrouwelijke gesprekken met advocaten die niet getapt mogen worden, automatisch te beschermen, aldus betrokkenen. En ook de koppeling van het tapsysteem met andere politiesystemen werkt niet of niet voldoende.
‘Onzekerheid over realisatie’
De problemen waren twee jaar terug al zo serieus dat de opsporing in gevaar kwam, onthulde NRC. Het ministerie van Veiligheid en Justitie weet de problemen destijds aan opstartproblemen en kondigde aan dat „de zorgvuldige stapsgewijze implementatie naar verwachting nog heel 2023 zal vergen”.
Een jaar geleden werkte i360 nog steeds niet. Lang was de uitleg daarbij dat het om reguliere opstartproblemen ging. Maar in december 2023 kreeg de Kamer na nieuwe vragen over het falende systeem een nieuwe verklaring: de twee maanden daarvoor begonnen oorlog in Gaza. „Vanwege de situatie in Israël is de onzekerheid over de realisatie van het nieuwe tapsysteem helaas toegenomen,” liet toenmalig minister Yesilgöz de Kamer weten. En een halfjaar later, afgelopen juni: „Vanwege de situatie in Israël is er nog steeds onzekerheid over de realisatie van het nieuwe tapsysteem.”
Intussen, zo staat in hetzelfde stuk, wordt „het huidige tapsysteem langer in stand gehouden om de continuïteit van tappen te borgen”. Daarvoor wordt het „geüpgraded en op een nieuw hardware platform geplaatst”. Over wat dat betekent ontbreekt iedere uitleg.
Lees ook
Verkennen, hacken en tappen: mogen de AIVD en MIVD al genoeg of moet de wet nodig ruimer?
Miljoenen
In werkelijkheid gaat het om veel meer dan een „upgrade”, bevestigen diverse bronnen binnen de politie en het ministerie die direct bij het project betrokken zijn aan NRC. Het gaat om een compleet nieuw tapsysteem: Reliant X van Cognyte – aangeschaft omdat het al die jaren niet lukt om het nieuwe i360 te laten functioneren. Maar daarover krijgt de Kamer niets te horen. Kamerleden krijgen van de minister slechts te horen dat „de situatie in Israël” – de Gaza-oorlog – voor vertraging zorgt. Terwijl diezelfde oorlog blijkbaar geen belemmering vormt voor de aanschaf van het eveneens Israëlische Reliant X. Vorige week schreef NRC nog over de 1,9 miljard euro die Nederland afgelopen jaren aan Israëlisch defensiematerieel uitgaf, waarvan de helft na het begin van de Gaza-oorlog. Alleen al bij Elbit werd voor ruim 900 miljoen euro aan materieel besteld in de afgelopen vijf jaar.
De opsporingsdiensten zitten nu opgescheept met een nieuw probleem. Het nieuwe, in het geheim gekochte Reliant X van Cognyte blijkt ook niet te werken. De politie heeft miljoenen uitgegeven aan twee nieuwe systemen die niet aan de eisen voldoen en zit vast aan een verouderd en compleet achterhaald tapsysteem, waar de Tweede Kamer al in 2018 vanaf wilde.
De politie wil niet zeggen hoeveel ze voor i360 en Reliant X heeft betaald, omdat die bedragen ‘onder geheimhouding’ vallen
Het ministerie verwijst voor vragen door naar de politie. Die wil niet zeggen hoeveel ze voor i360 en Reliant X heeft betaald, omdat die bedragen „onder geheimhouding” vallen, aldus een woordvoerder. Over Reliant X van Cognyte wil de politie zelfs niet de naam of de leverancier bevestigen. De woordvoerder herhaalt alleen: „het betreft een upgrade, niet een nieuw systeem”.
Na de opeenstapeling van mislukkingen en verlopen deadlines, is nu besloten een nieuwe poging te ondernemen om alsnog i360 aan de praat te krijgen. De technici hebben te horen gekregen dat het systeem uiterlijk 1 april aanstaande moet draaien. En dat in elk van de tien regionale eenheden van de politie voor het eind van het jaar minstens een strafrechtelijk onderzoek met het i360-tapsysteem getapt moet worden. De reden voor de deadline, volgens een betrokkene, is dat de minister dan aan de Tweede Kamer kan melden dat i360 inmiddels in heel Nederland wordt ingezet en werkt.
„3.000 euro? Op je muil!’” en „Vecht, vecht, vecht, studeren is een recht”, klinkt het maandagmiddag op het Malieveld in Den Haag. En: „Stop de eppocalyps”, verwijzend naar onderwijsminister Eppo Bruins (NSC). Hij krijgt, in verschillende bewoordingen, het ‘advies’ om af te treden. Net als twee collega-bewindslieden van NSC.
Op het veld, gelegen naast de tijdelijke Tweede Kamer en de A12, waren maandag duizenden studenten, medewerkers en bestuurders van hogescholen en universiteiten op de been om te protesteren tegen de besparing van het kabinet op het hoger onderwijs. De eis was duidelijk: de bezuinigingen moeten van tafel.
Die zijn verstrekkend. Vanaf 2025 wil het kabinet 175 miljoen euro per jaar besparen op 1.300 tot 1.700 onderwijsbeurzen voor jonge en ervaren docenten. Ook wordt bezuinigd door het aantal internationale studenten terug te dringen, studenten die langer doen over hun studie meer collegegeld te laten betalen en door te korten op het Fonds Wetenschap en Onderzoek. Het totale bedrag: zo’n 1 miljard euro per jaar.
Lees ook
Brede bezuiniging op onderwijssubsidies: ‘We snappen heel goed dat dit pijnlijk zal zijn’
‘Staken’
Op het Malieveld protesteren studenten vooral tegen de ‘langstudeerboete’ van 3.000 euro. Voor sommigen is dat niet het enige thema: hier en daar is ook een Palestijnse vlag te zien, of een leus als „Solidarity for Palestina”.
Op een podium op het veld benadrukt Thijs Roovers, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb), nog maar eens hoe groot de bezuinigingen zijn. „Omgerekend twee hbo-instellingen of een grote universiteit”. Als het protest niets oplevert, zegt Roovers, wil hij het er niet bij laten zitten. „We zullen geen middelen schuwen. Als het moet, gaan we staken.”
Veel van de demonstranten doen ook mee aan de aansluitende protestmars. Die brengt ze onder meer langs de Tweede Kamer en het ministerie van Onderwijs. Hard boegeroep volgt, en de leus: „Onderwijs is een recht, geen privilege.” Niet ver daarachter roept een groep „onderwijs is een recht, oorlog is een keuze”. Het zijn demonstranten van onder meer de Communistische Jongerenbeweging, die net als enkele andere organisaties aanwezig waren om zich ook uit te spreken tegen de oorlog in Gaza.
Ramon Gonzalez is politiechef van het politiekantoor in La Joya. Het plaatsje van zo’n drieduizend zielen ligt in de zuidpunt van Texas, vlak bij de grensrivier met Mexico. Gonzalez en zijn manschappen pakken dagelijks criminelen op die immigranten, soms met tientallen tegelijk, over de Rio Grande smokkelen. De jacht op beide groepen ontaardt geregeld in wilde achtervolgingen, soms met dodelijke afloop. Als Gonzalez terugdenkt aan hoe bij een van die incidenten een jonge vrouw uit Honduras zich schreeuwend aan zijn broekspijp vastklampte voordat ze stierf door de verwondingen als gevolg van het auto-ongeluk, moet hij huilen.
Gonzalez en zijn manschappen werden in 2022 enkele maanden gevolgd voor een documentaire van de Nederlandse regisseur Loretta van der Horst. De film van iets meer dan een uur geeft een zeldzaam inkijkje in ‘de achterkant’ van de grensbewaking en grenscontroles, een thema dat ook in Nederland sterk speelt. Vanaf 9 december worden de controles door de Koninklijke Marechausse aan de grenzen met Duitsland en België geïntensiveerd, tot voor kort taboe gezien het vrij verkeer van personen en goederen in Europa. Hiermee wil de rechtse coalitie onder meer illgale migratie en mensensmokkel beter bestrijden.
De documentaire The Border Crossed Us werd, mede vanwege de unieke interviews, onlangs genomineerd voor een Gouden Kalf, de belangrijkste filmprijs in Nederland. En op enkele Amerikaanse filmfestivals werd de film van Van der Horst ook vertoond.
Als er één gebied is dat de willekeur van getrokken grenzen laat zien, is het Texas wel
De documentairemaker, die in Honduras werd geboren als kind van een Nederlandse vader en een Puerto Ricaanse moeder, kreeg niet alleen zicht op de enorme druk die het werk als grensbewaker met zich meebrengt, „Ik was ook nieuwsgierig naar de onvermijdelijke morele dilemma’s bij het controleren van een grens”, vertelt ze in een café in Eindhoven. Voor haar was namelijk één ding duidelijk: grensbewaking leidt hoe dan ook tot geweld, of het nu doden en gewonden bij politie-achtervolgingen zijn, gezinnen die gescheiden worden, of de deportatie van illegale migranten terug naar – vaak – onveilige gebieden.
Behalve morele dilemma’s wilde Van der Horst ook mogelijke frustraties van grensbewakers blootleggen. Zo is mensensmokkel veel lastiger te bestrijden dan drugssmokkel, zegt politiechef Gonzalez bijvoorbeeld. Bij de laatste pak je het product af, vernietig je de partij. Met mensen kun je dat niet doen. „Die deporteren we terug. Zo krijgen smokkelaars en hun kartels steeds nieuwe producten.”
Ook worstelen politie-officieren met de vraag of ze wel tot het hart van bendes en criminele netwerken weten door te dringen. Komen we wel genoeg toe aan de bendeleiders „in hun grote huizen en Mercedessen?”, vraagt Gonzalez’ collega, politie-inspecteur Manuel Casas zich af. En hoe loopt het met migrantengezinnen af, waar ouders en kinderen na arrestaties worden gescheiden, vraagt politieagent Mayra Garza zich af.
Van der Horst concludeert aan het eind van haar project: „Grensbewaking doet niet alleen immigranten pijn, ook grensbewakers zelf. En nu de politieke druk op die laatste groep toeneemt, zullen ze die pijn meer gaan voelen.”
Willekeur
Texas is niet toevallig gekozen, vertelt Van der Horst. Een groot deel van de een à twee miljoen illegale migranten die tijdens de binnenkort afgelopen Biden-periode de zuidgrens van de Verenigde Staten overstaken, deed dat in deze regio. „Maar Als er één gebied is dat de willekeur van getrokken grenzen laat zien, is het Texas wel”, zegt Van der Horst. Het gebied was achtereenvolgens Spaans, Frans, en Mexicaans grondgebied, in de negentiende eeuw korte tijd onafhankelijk, en vanaf 1845 Amerikaans.
Gonzalez en zijn mannen en vrouwen mogen dan Amerikaanse staatsburgers zijn en met hun mooie uniformen vooropgaan in het beschermen van de Amerikaanse soevereiniteit, maar dat kan niet verhelpen dat migranten en smokkelaars de agenten nog steeds als deels Mexicaans beschouwen. „Vendidos [verraders], is een scheldwoord dat we regelmatig naar ons hoofd geslingerd krijgen”, zegt een politieman in de documentaire. „Een grensbewaker die uit New York komt, heeft daar veel minder last van”, voegt Van der Horst eraan toe.
De film kent drie hoofdpersonen die hun eigen weg vinden in de wereld van de grenscontroles, met alle bijbehorende frustraties en gevoelens van futiliteit. Een simpel evangelie als: ‘Grenzen zijn er nu eenmaal om bewaakt te worden’, volstaat niet, zo blijkt.
De meest bevlogen grensbewaker is de eerdergenoemde inspecteur Manuel Casas. Als een radiopresentator hem vraagt hoe hij zijn werk rijmt met zijn expliciet beleden christelijk geloof, zegt Casas: „Elke wet van mensen krijgt kracht door God. Hij heeft de wetten gemaakt. […] Het woord van God zegt ook dat er dienaren zijn. Deze dienaren dragen het zwaard […] Ze zullen de toorn van God over je brengen. […] Wie zijn die dienaren? Iedereen die werkt voor de overheid, inclusief de politieagenten.”
Prediker
Een bizarre motivatie, zal een gemiddelde Europeaan zeggen, maar voor veel conservatieve Amerikanen klinkt dit heel vertrouwd, vertelt Van der Horst. „In de VS, zeker in het zuiden, is het christelijk geloof veel belangrijker dan in Europa. Politiek en religie zijn daar veel meer met elkaar verweven.”
Bovendien is Casas in zijn vrije tijd prediker. Dus helemaal verbaasd was ze niet over diens christelijke drijfveren. „Al vond ik het best heftig”, zegt Van der Horst. „Inspecteur Casas zei eigenlijk dat alles wat agenten zoals hij doen, in de naam van God is.”
Een van de collega’s van Casas gooit het over een andere, meer humanitaire boeg. Mayra Garza is een alleenstaande moeder met drie jonge kinderen en raakte gewond bij een wilde achtervolging van een suv die vermoedelijk vol migranten zat. „Mayra raakte mij heel erg”, vertelt Van der Horst. „Ze maakte vroeger heel nare dingen mee, zoals mishandeling thuis. Nu wil ze met haar jacht op mensensmokkelaars het goede doen”, aldus de documentairemaker.
„Zo helpt ze mishandelde vrouwen in de buurt, zowel migranten als niet-migranten. Ze probeert ze wegwijs te maken, zodat ze – ondanks alle beperkingen, zeker voor illegalen – toch hulp kunnen krijgen. Het frustreert haar dat ze voor migrantenvrouwen zonder documenten – vaak tijdens hun reis door Midden-Amerika het slachtoffer van verkrachtingen en gruwelijke mishandelingen – weinig tot niets kan doen.”
Tussen goed en kwaad
Garza zoekt tastend haar weg in het mistige gebied tussen goed en kwaad, ziet Van der Horst. „Net zoals veel van haar collega’s zet ze oogkleppen op, door puur op haar taak te focussen: mensensmokkelaars vangen, the bad guys, zoals ze die noemt. Maar even later zegt ze ook dat ze zich goed realiseert dat veel vluchtelingen en migranten juist háár als the bad guy zien. Smokkelaars zijn voor vluchtelingen de good guys, want die willen hen tenminste in veiligheid brengen.”
Ook politiechef Ramon Gonzalez, ofwel the chief, zoals Van der Horst hem noemt, maakte indruk. Als leidinggevende durfde hij het aan groen licht te geven voor een filmproject over een controversieel onderwerp. „Gonzalez weet dat grensbewaking pijn doet en dat wilde hij laten zien”, aldus de regisseur. „Hij geeft ook in zijn eigen korps mensen ruimte voor het uiten van emoties, al moet je niet denken dat iedereen daar ’s avonds huilend naar huis gaat.”
Komen we wel genoeg toe aan de bendeleiders in hun grote huizen en Mercedessen, vraagt inspecteur Casas zich af
De politieman gelooft in zijn werk, vertelt Van der Horst, maar dan moet het wel ergens toe leiden. De leidinggevende in La Joya verbijt zich als collega Garza hem vertelt dat een belangrijke smokkelaar alweer op vrije voeten is gesteld na betaling van een sterk verlaagde borgsom (van 3 miljoen naar 112.000 dollar). Ook vreest Gonzalez voor de toekomst. De massale deportaties van illegale migranten (Trump heeft kiezers beloofd het aantal en tempo van deze deportaties flink op te voeren) „geven de kartels meer inkomstenbronnen”.
Of Gonzalez nog lang op het politiebureau in Zuid-Texas zal blijven, is de vraag. Van der Horst vertelt dat the chief ervan droomt ergens les te gaan geven.
De documentaire The Border Crossed US is te zien via NPO Plus en Pathé Thuis