Column | Gijzeling beste wapen

Wat je ook van Hamas kunt zeggen, niet te ontkennen valt dat het een even simpele als ingenieuze strategie heeft bedacht om het Israël en alle weldenkenden overal ter wereld zo moeilijk mogelijk te maken: het gijzelen van enkele honderden burgers.

Gijzeling is het beste wapen dat Hamas in handen heeft. De Palestijnen hebben daarmee al tijdens de Olympische Spelen van 1972 de nodige ervaring opgedaan. Met gijzeling kunnen ze de publieke opinie onder druk zetten en de vijand voor radeloos makende dilemma’s plaatsen. Ondertussen wordt – mooi meegenomen – verdeeldheid gezaaid onder die weldenkenden. Moeten die gegijzelde burgers worden geslachtofferd voor een groter doel, de uitschakeling van Hamas, of is die prijs veel te hoog?

Anders gevraagd: moeten chantage en afpersing niet per definitie met een vastberaden weigering worden beantwoord? In ons hart vinden we van wél, maar datzelfde hart begint onrustig te bonzen als de deadline die de gijzelhouders al of niet expliciet hebben genoemd, nadert. Hamas houdt die deadline nog handig in het vage, maar de suggestie ligt als een geladen pistool op tafel: een verdere opmars van Israël in de Gazastrook zal leiden tot de eerste executies. Het zullen ongetwijfeld openbare executies worden met gruwelijke videobeelden die de hele wereld over gaan. Met elke dag een of twee executies kan Hamas de druk zo hoog opvoeren dat de publieke opinie wereldwijd zo ongeveer explodeert. Het wordt één grote opinie-oorlog tussen voor- en tegenstanders van een even gewelddadig antwoord.

In de dagelijkse praktijk zijn mensen vaak wel degelijk bereid te zwichten voor chantage. Of het nu uit angst is dat een, vaak seksuele, misstap uitkomt, of de vrees dat een hacker met belangrijke data aan de haal gaat – er wordt vaker bezweken dan geweigerd, zo blijkt steeds weer.

Hoe dan ook, de keus grenst bijna altijd aan het in moreel opzicht onmogelijke. Kiezen tussen wat je dierbaar is – je eer, je naasten, je land, – en je principe dat het kwaad niet beloond mag worden.

We zullen zien waar premier Netanyahu voor zal kiezen, maar het is duidelijk dat hij niet te benijden valt. Moet hij kiezen voor een paar honderd burgers of voor zijn volk dat betere bescherming eist tegen Hamas, maar tegelijk voor een deel ook woedend zal zijn als hij de gijzelaars opoffert? Dit is minstens zo onmogelijk als Sophie’s Choice in de gelijknamige roman van William Styron. Waar Netanyahu ook voor kiest, het zal alleen maar leiden tot nóg meer antisemitisme op deze aardkloot. Kiest hij voor zwichten, dan versterkt hij het misplaatste stereotype van de laffe Jood die niet in verzet durft te komen tegen zijn vijand – een vooroordeel dat in sommige beschouwingen over de Tweede Wereldoorlog nog steeds voorkomt. Zet hij de strijd genadeloos voort, dan is hij het smerige monster dat hij in de ogen van die vijand altijd geweest is. Antisemitisme zal er nu eenmaal altijd zijn. Daar hoort wel een essentiële toevoeging bij, en wel deze, in 1968 opgeschreven door Renate Rubinstein in Vrij Nederland: „Tegenover het Arabisch antisemitisme staat de Israëlische minachting voor de Arabier. Men mag daar voor mijn part een keus tussen maken, maar men moet het een niet ten bate van het ander ontkennen.”