
Er was eens een Hardloopster met de Beentjes Omhoog. Zoveel mogelijk de beentjes omhoog, ze had het zo vaak gehoord en gelezen. Daar ga je het beste van lopen. Elke keer als het vliegtuig opsteeg, genoot ze van de sensatie in haar buik, maar ook van de wetenschap dat de beentjes weer omhoog gingen. Naar tien kilometer hoogte, maar liefst.
Stralend duwde ze haar karretje door het gangpad. Met een kamerbrede glimlach serveerde ze koffie, en jus d’orange uit een pak. De mensen namen de drankjes dankbaar aan, en noemden haar de vrolijkste stewardess van de vlucht. Sommigen vroegen zich af wat haar zo vrolijk maakte, anderen dachten dat ze gewoon heel gelukkig was met haar werk. Niemand wist dat de Hardloopster met de Beentjes Omhoog vooral genoot van de lange vluchten. Urenlang de beentjes omhoog.
Tijdens de landing, als ze zichzelf had vastgemaakt op het kleine stoeltje bij de deur van het vliegtuig, voelde ze het al kriebelen in haar benen. Het was alsof ze van binnen jeukten. Alsof er kleine bubbeltjes energie door haar aderen vloeiden, belletjes die op knappen stonden. Enjoy your stay, zwaaide ze de reizigers uit, en direct daarna trok ze haar hardloopschoenen aan. En dan ging ze.
Haar Instagram-pagina toont haar maandag, dik ingepakt rennend in de regen in Newcastle. Op dinsdag liep ze in korte broek in Athene, langs de Acropolis. Op woensdag liep ze tussen grote mannen op een atletiekbaan. Op donderdag liep ze in een druilerig Utrecht. Op vrijdag vierde ze haar verjaardag en liep ze niet. Ook Hardloopsters met de Beentjes Omhoog zijn soms jarig. Op zaterdag liep ze in Genève. Op zondag liep ze in een halfdonker Stockholm, over de brug naar Gamla Stan. Tussendoor gingen de beentjes omhoog. Na elke training opnieuw: de beentjes tien kilometer omhoog.
Ze liep in Buenos Aires, op Bali, in Colombia en in Taiwan. Hoe mooier de omgeving, hoe meer ze liep. Bij zonsopkomst rende ze door een park in Tokio. Haar vlecht danste op haar rug, haar ogen twinkelden bij elke stap. Het licht van de kriekende dag was prachtig, stoppen ging gewoon niet meer. Ze liep Mount Fuji op, maakte een extra rondje om de top, en daalde toen weer af. Eenmaal terug in Tokio maakte ze nog een lusje door de stad. Ze was niet moe, want ze wist: nog even, en dan gaan de beentjes weer omhoog. Dan ben ik in de wolken.
Vanuit de wolken landde ze na een nachtvlucht uit Tanzania in Amsterdam. Nog een paar uur om haar startnummer te halen en eventjes te slapen, en dan rende ze de Marathon van Rotterdam. De meeste mensen verklaarden haar voor gek: een marathon lopen vlak na een nachtvlucht. Maar de Hardloopster wist wel beter. Haar beentjes waren negen uur omhoog geweest. De belletjes energie bruisten door haar lijf. Ze zou vlammen, niet te stoppen zijn.
„Stewardess Mikky Keetels vliegt naar toptijd”, kopten de kranten de dag erop. Ze schreven over het ongelooflijke verhaal van iemand die allesbehalve leeft als een atleet, omdat ze zoveel op haar benen staat, terwijl je na een zware training zou moeten rusten. Met de benen omhoog. De Hardloopster las het met een lach. Ze zouden eens moeten weten. Ze snoerde zichzelf vast en genoot van de sensatie in haar buik terwijl het vliegtuig opsteeg. Omhoog.
Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.
