Column | Een huis kopen in trumpiaanse tijden

Wij wonen in een energiezuinig appartement in Amsterdam, geen bovenburen, vrij uitzicht over het water met af en toe voorbij varende bootjes, een garageplek en een ruime box in de kelder. Prima buren, nooit enige overlast. Desondanks zijn we al jaren ontevreden met onze woning: we zitten met zijn drieën te veel op elkaars lip. Als ik zit te werken in de zitkamer, hoor ik mijn man bellen in het werkkamertje. Als mijn dochter op bed ligt, kunnen we geen bezoek meer ontvangen omdat ze dan wakker wordt. En als iemand vroeg opstaat om te gaan douchen, is gelijk het hele huis wakker. Hoe we twee jaar corona in dit huis overleefd hebben, is me nog steeds een raadsel. Alle drie tegelijk videobellend de hele dag, nergens een plek om even tot rust te komen, ook niet op het balkon, vanwege de gemeenschappelijke binnentuin, en buiten de avondklok.

We zoeken sinds kort ons droomhuis. In Amsterdam, in een overspannen huizenmarkt. Aan het begrip droomhuis hebben we dus al behoorlijk wat concessies moeten doen. Al zijn we bereid fors bij te lenen, heel groot zal dat huis nog steeds niet zijn. Maar het huis dat we op dit moment op het oog hebben (volgende week zijn we waarschijnlijk twee ton overboden) heeft wel een buiten en ligt een stuk dichterbij de school van onze dochter.

Ondertussen lijkt de wereldeconomie in te storten. Op mijn bescheiden Amerikaanse aandelenpakket (mijn pensioen) verlies ik elke dag duizenden euro’s. De kranten gaan ondertussen over weinig anders dan de ridicule tariffs van de Amerikaanse president Trump en de consequenties daarvan. Pensioenfondsen maken zich zorgen over de abrupte daling van hun dekkingsgraden. Als dit zo doorgaat, wordt ‘invaren’ in het nieuwe pensioenstelsel voor sommige pensioenfondsen best ingewikkeld.

Wij hebben ons appartement gekocht in de zomer van 2008. We hebben dus ervaring met economische crises en het effect op de huizenmarkt. We hadden de spullen uit onze toen nog gescheiden huishoudens (we moesten de helft wegdoen omdat het niet paste) nog niet overgebracht, of Lehman Brothers ging failliet. Ons huis heeft vervolgens bijna tien jaar onder water gestaan. Zou de huidige crisissfeer ook overslaan naar de Amsterdamse huizenmarkt?

Vooralsnog is er niets wat daarop duidt. In maart 2025 lag de gemiddelde huizenprijs in Amsterdam op ruim 707.000 euro. Het bedrag dat mensen neertellen ligt gemiddeld 8 tot 10 procent boven de vraagprijs met uitschieters tot 15 procent, in gewilde buurten als de Pijp of Oud-West. Landelijk stegen de huizenprijzen afgelopen kwartaal net zo snel, met gemiddeld 10 procent ten opzichte van het jaar ervoor. De gemiddelde huizenprijs in Nederland ligt daarmee op bijna vijf ton. Wie alleen is en niet buitensporig veel verdient, kan een eigen huis dus vergeten. Nederland is qua huizenprijsstijgingen wereldwijd een van de koplopers, bleek uit een overzicht deze week in het FD. Maar goed, in deze cijfers zijn de laatste strapatsen van Donald Trump natuurlijk nog niet verwerkt.

Gaan de effecten van de beursdalingen de huizenmarkt toch raken en is dit dus een heel slecht moment om een nieuw huis te kopen? Ik betwijfel het. De schaarste op de woningmarkt is immens, ervaar ik elke dag door verhalen van collega’s, opdrachtgevers en vrienden. En versnelde bouw van extra woningen komt maar niet van de grond, hoewel politici daar al jaren over praten.

En bovendien: we willen gewoon echt weg uit onze huidige woning. En dus gaan ook wij deze week maar weer fors overbieden in de hoop dat het lukt. Of we daarmee voor de tweede keer in ons leven een financiële strop om onze hals leggen? Over een paar maanden zullen we het waarschijnlijk weten.

Aylin Bilic is headhunter en publicist.