De theaterdirecteur van De Lawei in Drachten vroeg hoe de reis was geweest, ze zei dat ze artiesten soms lijkbleek zag binnenkomen, als ze na uren, het laatste stuk met de bus, binnenkwamen. Drachten is een stad zonder station, er leek even hoop te zijn, maar nu de Flevolijn weer ter discussie staat is die ook weer de grond in geboord.
„Wij gaan dit bij leven helemaal nooit meemaken”, zei een man van de techniek.
Ik wandelde met Eva door Drachten. Wat opviel: heel veel kledingwinkels met kleding die je elders niet meer ziet. Het had wel iets verfrissends om juist helemaal niet de laatste mode pontificaal in etalages te hangen. Er reden wel gewoon fatbikes door het verlaten winkelgebied en er waren ook veel hangjongeren die het nog stoer vonden om te roken. Er hing opeens, zomaar lukraak een enorm carillon boven de voetgangerszone, maar erg mooi oogde Drachten verder niet.
Ik dacht: ik kan hier wel gaan klagen over ons leven in de Zaanstreek, maar in Drachten is het misschien wel veel zwaarder. Je kunt veel zeggen over Zaandam, maar in een gebied waar Drachten de dichtstbijzijnde metropool is, is het ook niet makkelijk om te aarden.
Tegenover het theater lag wel een geweldig Chinees Restaurant: Peking. Het bestond sinds 1979, Peking heette toen nog Beijing.
Het was er stampvol, de eigenaar zei dat nasi goreng er natuurlijk het meest verkochte gerecht was. Ze hadden er nog lange kroepoek, een delicatesse die volgens deze krant niet meer te verkrijgen is bij de groothandels in Nederland. De vrouw van de eigenaar, die verder een nerveuze indruk maakte omdat ze maar rond de tafels bleef drentelen en na iedere hap opnieuw opschepte, zei dat ze zich dat niet kon voorstellen en dat ze gewoon een enorme voorraad hadden ingekocht.
Na de voorstelling voerden we intensieve gesprekken met bezoekers, de meesten kwamen niet uit Drachten maar uit plaatsen eromheen. Er was daar zo weinig te doen dat ze graag naar De Lawei kwamen. Een man zei: „Ik verveel me vaak kapot, dit theater met z’n enorme foyer, met al dat glas, ik word er als het ware naartoe gezogen, als een insect dat op zomeravonden op het licht afkomt.”
Ik was er niet op voorbereid, maar vond het toch mooi gezegd. Ik probeerde me in het karige leven van deze man te verplaatsen, ik had het nog niet eerder meegemaakt dat mensen twaalf kilometer fietsten om naar cultuur te gaan. Misschien moet er ook maar helemaal nooit een station Drachten komen, het is ook wel prettig zo’n stolp om je eigen gebied, dan gaan de inwoners tenminste niet naar elders om hun geld uit te geven.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column
De rechtbank van Tunesië heeft dinsdag gevangenisstraffen van 12 tot 35 jaar opgelegd aan prominente politici, meldt persbureau Reuters. 21 mensen werden in het massaproces vervolgd wegens vermeende samenzwering tegen de staat.
Tien van de oppositieleden, onder wie Rachid Ghannouchi, zitten al in de gevangenis. Elf anderen zijn naar het buitenland gevlucht. De 84-jarige oppositieleider Rachid Ghannouchi kreeg veertien jaar cel. Nadia Akacha, de voormalige stafchef van president Kais Saied, werd veroordeeld tot 35 jaar cel. Ze verblijft al enige tijd in het buitenland.
De veroordeelden zijn voornamelijk tegenstanders van president Saied. Mensenrechtenorganisaties zien de straffen als een bevestiging dat Saied steeds autoritairder optreedt en dat hij het rechtssysteem gebruikt om zijn tegenstanders de mond te snoeren. Al jaren trekt hij steeds meer macht naar zich toe.
In de zomer van 2021 ontsloeg Saied de regering en schorste hij het parlement. Hij gaf zichzelf allerlei bevoegdheden en regeert sindsdien per decreet. Later ontsloeg hij tientallen rechters die hem niet goed genoeg gezind waren. De oppositie sprak van een coup, maar Saied spreekt zelf van maatregelen die nodig zijn om corruptie te bestrijden.
Vrijwel alle oppositieleiders van Tunesië zitten inmiddels vast. Ook veel journalisten en critici zijn opgepakt.
Lees ook
‘Met deze grondwet houdt de president Tunesiërs voor de gek’
James Gunn kan zich wel iets voorstellen bij mijn constatering dat zijn nieuwe Superman, David Corenswet, een Tom Hanks-vibe heeft. Maar hij steigert als ik hem ‘goofy’ (mal) noem. „Ik ontken dat Superman mal is. We verdiepen ons serieus in zijn persoonlijkheid. Wel is de film grappig, bevat hij humor.”
Voor regisseur James Gunn (58), die we via Zoom vragen mogen stellen over Superman, staat veel op het spel. De zomerblockbuster, die hij zelf schreef en regisseerde, moet de toon zetten voor een nieuwe lichting superheldenfilms van stripboekenbedrijf DC Studios, waarvan hij sinds kort mede-directeur is.
Gunn begon zijn loopbaan bij de campy horrorstudio Troma, maakte daarna voor studio Marvel een drietal speelse hitfilms rond het galactische superheldenteam Guardians of the Galaxy en werd in 2018 tijdelijk door moederbedrijf Disney gecanceld nadat oude, grappig bedoelde tweets over de Holocaust en pedofilie opdoken. Toen Disney hem weer in genade aannam – de cast van Guardians of the Galaxy wilde zonder hem geen derde film maken – was James Gunn al half overgestapt naar Marvels rivaal DC, thuishaven van Superman, Batman en Wonder Woman.
Regisseur James Gunn veronderstelt Supermans ‘origin story’ als bekend en valt met de deur in huis, met een Superman die bloedend neerstort.
Wagneriaans
Nu probeert hij dus Superman nieuw leven in te blazen. Maar is het wel zo’n geschikt moment? Het bioscooppubliek lijkt klaar met superhelden, alleen films die ze op de hak nemen scoren nog. Gunn gaat dan ook wijselijk voor humor, heel anders dan zijn voorganger Zack Snyder, onder wie DC in statig Wagneriaans gebral verviel. Snyders Superman (Henry Cavill) was in Man of Steel (2012) een onbegrepen emo die in een vervolgfilm stierf na een broederstrijd met zuurpruim Batman om weer een film later messiaans uit zijn graf te herrijzen. Met die van Christopher Nolan afgekeken gravitas hoopte DC zich te onderscheiden van de luchtige aanpak van rivaal Marvel.
Die eenzame Superman was wel erg ver verwijderd van de zonnige alien Kar-El van planeet Krypton die als baby in Smallville, Kansas landt en op een boerderij tot een solide Amerikaan wordt opgevoed die als reporter Clark Kent zijn superkrachten inzet om levens te redden. De Superman van de stripboekjes is sinds 1938 al goedhartig, optimistisch en ongecompliceerd, en zo speelde acteur Christopher Reeve hem vanaf 1976 ook in een viertal iconische superheldenfilms.
Bij James Gunn hervindt Superman zijn onschuld. „In David Corenswet zocht en vond ik een acteur met veel komisch talent”, zegt hij. „Hij kan snelle dialogen leveren in de trant van David Mamet, Aaron Sorkin of oude films als His Girl Friday waaraan ik een voorbeeld nam. Met Christopher Reeve’s Superman deelt mijn versie een zekere speelsheid. Hij zit goed in zijn vel en vindt het heerlijk om een kitten uit de boom te redden en aan een klein meisje terug te geven.
„Het grote verschil met Reeve zit ’m volgens mij in Lois Lane [de liefde van Superman, red]. Zij is nu veel agressiever… of nee, laat ik zeggen: assertiever. Lois jaagt enorm vasthoudend op de waarheid en brengt Superman daarmee vaak in de verdediging. Reeve was dat nooit omdat zijn Lois Lane meer ingetogen was.”
Zo drijft ze Superman in de hoek als ze hem in een ‘proefinterview’ ondervraagt over zijn waarden en drijfveren. Superman staat dan met zijn mond vol tanden: hij is aandoenlijk naïef, bepaald geen denker. Gunn: „Wij willen allemaal wel Superman zijn: vliegen, wolkenkrabbers optillen en laserstralen uit onze ogen schieten. Maar hij wil niets liever zijn dan een mens die liefheeft en geliefd is. Superman wil erbij horen.”
James Gunn gebruikt in zijn verfilming veel humor.
Krypton
Gunn veronderstelt Supermans ‘origin story’ als bekend en valt met de deur in huis, met een Superman die bloedend neerstort. Dat beeld van een bloedende Superman triggerde hem, zegt Gunn. „Dat is vrij uniek, je beseft dan dat er echt iets op het spel staat.” Het lost ook een oud probleem van Superman deels op: zijn oppermacht en onkwetsbaarheid ondergraven de spanning. Daar helpt ook zijn vaste achilleshiel bij, het groene goedje kryptoniet dat ook Gunn op zeker moment tevoorschijn tovert.
Waarom zo’n abrupt begin, middenin het verhaal? Gunn: „Ik kan u een bullshitverhaal geven, maar ik test voor het schrijven allerlei concepten uit om het zwaartepunt van het script te vinden. Dit voelde als een geweldige kickstart, al bleek het best een worsteling te zijn tijdens de montage.”
Gunn negeert Supermans oorsprongsverhaal niet om origineel te doen, benadrukt hij. „De strips die ik als jongen las, gingen niet over zijn jeugd in Kansas maar over een universum bevolkt door bevriende superhelden en superschurken, door robots, reuzenmonsters, vliegende honden, heksen en wetenschap die eigenlijk ook hekserij is. Die wereld wilde ik tot leven wekken. En dat Superman tussen de explosies en actie door een kritische blik op zichzelf werpt.”
Gunn ontkent dat hij met zijn wat cartooneske Superman de notie van een ‘gedeeld cinematisch universum’ ten grave draagt. Ofwel: de oude succesformule van rivaal Marvel waarin speelfilms in een herkenbare huisstijl elkaar opvolgen als episodes van een tv-serie. DC’s nieuwe superheldenfilms spelen zich af in verschillende werelden: de Gotham-noir van de grimmige Batman (Robert Pattinson) laat zich lastig mengen met Supermans vrolijke circuswereld. Gunn: „DC Studios kent inderdaad geen huisstijl en produceert niet één soort film. We maken na Superman straks Peacemaker, met heel harde humor in een realistische setting. En Supergirl, een galactische fantasie, en ook Clayface, een 17-plus-horrorfilm. Ze zijn met elkaar verbonden als stripboeken van DC Comic, waar tekenaars en schrijvers hun eigen stijl in kwijt kunnen. En elk verhaal is weer anders.”
De bij een auto-ongeluk omgekomen Liverpool-aanvaller Diogo Jota reed waarschijnlijk harder over de Spaanse snelweg A52 dan de maximaal toegestane 120 kilometer per uur. Dat blijkt uit onderzoek van de Guardia Civil in Zamora, schrijft de Spaanse krant El País dinsdag. Ook de bijrijder, Jota’s jongere broer André die op het tweede profniveau van Portugal voetbalde, overleed.
De Portugese broers reden in de nacht van 2 op 3 juli in een Lamborghini Huracán door Zamora, een provincie in het noordwesten van Spanje. Tijdens het inhalen van een vrachtauto zou de sportauto een klapband hebben opgelopen, vermoeden onderzoekers. De Lamborghini raakte vervolgens van de weg en vatte vlam.
De autobrand bemoeilijkte het onderzoek, maar aan de hand van sieraden konden onderzoekers toch achterhalen wie de bestuurder was, meldt de Spaanse krant. Ondanks de beroerde staat van de weg, meent de politie volgens El País dat auto’s er probleemloos 130-140 kilometer per uur zouden kunnen rijden.
Bij de begrafenis van Diogo Jota, afgelopen zaterdag in Portugal, was de complete Liverpool-selectie aanwezig.