Column | De vorige keer dat het meeviel met Wilders

Vier wetenschappers schoven aan tafel bij de nieuwe informateur, aangezocht door Geert Wilders, om raad te geven over de vorming van een kabinet, in welke vorm dan ook. Wat de PVV-leider betreft natuurlijk wel met zijn anti-migratie-partij in de voorste linie.

Ergens was het een beklemmend tafereel. Een populistisch kabinet, in elkaar gesleuteld met wetenschappelijk fiat? Iedereen doet erg zijn best voor de volkstribuun, sinds hij in het zicht van de macht zijn haren heeft gekamd.

Hoe was het ook alweer de laatste keer dat het allemaal leek mee te vallen met Wilders?

Bijna zestien jaar geleden hield hij, met meningen die toen nog gloeiend heet uit de oven kwamen, het land in een houdgreep met de aankondiging van een video-tirade tegen de islam, Fitna. Het is goed om de bloednerveuze sfeer van die dagen even in herinnering te roepen: kabinet op scherp, ambassades wereldwijd in staat van paraatheid.

Wat bleek? Góh, wat viel het mee, klonk het opgelucht uit de Haagse schuttersputjes. Die ambassades gingen niet in de fik, het Torentje bleef staan, maar vooral: dit wisten we toch allemaal al? Niks om je over op te winden kennelijk, zulke ophitsende agitprop van een politieke zeloot.

Een oer-Hollandse pacificatie-reactie (niks aan de hand, mensen, gewoon doorlopen) maar ook een teken hoe benauwd de gevestigde orde zich opstelde tegenover de PVV. Een paar jaar later kreeg de ideologische anti-Provo Martin Bosma zowaar een column in NRC, de krant die eerder nog – tot hoon van de beroepsgroep – een toxisch staaltje agitprop van de PVV-leider had afgewezen als opiniestuk.

Zijn de tijden veranderd? Wilders, ging pas, gekamde haren en al, alweer ouderwets los tegen de islam (alleen is die met dank aan de constitutionele kapperszaak Omtzigt weer een religie en geen „ideologie”). Het Russische regime noemt hij nu ,,barbaars’’, maar zijn ondergeschikten hekelen de „voortdurende provocaties” van Nederland richting Moskou en willen geen wapens meer naar Oekraïne. Dat het ook ónze oorlog is (Rutte) komt bij hen niet over de lippen.

Nederlandse moslims wordt wel eens taqiyya verweten, de neiging hun geloof voor zich te houden en zich milder voor te doen dan ze zijn. Maar Wilders kan er ook wat van – knap opgestoken van een kwart eeuw religiekritiek.

Valt er met zo’n politicus te regeren? Nu kun je zeggen: we zijn al zo’n twintig jaar in de ban van dit autoritaire rechts-populisme, laat hij het dan maar eens proberen. Móet het dus maar? Zoals je in het café tegen sluitingstijd halfgaar kunt zeggen: vooruit, nog eentje om het af te leren.

Alleen, dat ene glas komt nu eerder neer op een heel fust, dat na twaalven ad fundum moet worden leeggedronken.

Niet doen, zou de betere barkeeper zeggen.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een -column.