Column | De terugkeer van de geopolitiek maakt de Oekraïense tragedie alleen maar groter

Het geopolitieke denken is terug. Ik merkte het eens te meer toen ik onlangs door een redacteur van een radioprogramma werd uitgenodigd voor een paneldiscussie over pacifisme. Om een oorlog met Rusland te voorkomen, moesten we Oekraïne maar aan Rusland uitleveren, meende hij. Want waarom zouden onze kinderen moeten vechten voor de verdediging van een land dat bij de EU noch de NAVO hoorde?

Op zich is dat geen vreemde gedachte. Oorlog is, om met Tucholsky te spreken, toch vooral iets stompzinnigs. Maar zodra je beseft dat het Rusland behalve om Oekraïne ook te doen is om herstel van zijn invloed in heel Oost-Europa, denk je wel anders. Schreef Henry Kissinger in 1994 in zijn Diplomacy niet dat Rusland op een gegeven moment zijn imperialistische politiek zou hervatten? Dat dit toen nog twintig jaar op zich liet wachten, zegt alles over de hardnekkigheid ervan.

Ik lees erover in het informatieve Hoogmoed en macht. Geopolitiek en de Europese Unie van voormalig minister van Buitenlandse Handel Tom de Bruijn. Hierin houdt hij op grond van verhelderende voorbeelden uit de geschiedenis een betoog voor een sterke, daadkrachtige en militair zelfstandige EU. Om niet vermalen te worden tussen de toenemende geopolitieke belangen van de VS, China en Rusland, die de wereld op drift hebben gebracht, is dat voor Europa de grote uitdaging.

Duitsland speelt volgens De Bruijn een grote rol in het nieuwe geopolitieke spel. Dat bleek onder meer toen kanselier Scholz direct na Trumps herverkiezing op zijn dooie eentje met Poetin belde om over de oorlog in Oekraïne te praten. Alleen al daaruit kun je opmaken dat Duitsland zich net als in de jaren twintig van de vorige eeuw weer een brug tussen Oost en West voelt. Daarbij doemt ook het gevaar van een Duitse Alleingang op, die zand in de as Berlijn-Parijs kan strooien waardoor de EU verlamt raakt.

Sceptisch is De Bruijn over het toekomstig Oekraïense EU-lidmaatschap van Oekraïne. Volgens hem zal dat land de natiestaat, die het als gevolg van de oorlog met Rusland is geworden, alleen maar verder uitbouwen. Terwijl dat haaks staat op het post-nationale denken van de EU-lidstaten.

Om zijn betoog te bekrachtigen haalt De Bruijn het ‘Verdrag betreffende de EU’ aan, waarin staat dat als een EU-lidstaat op eigen grondgebied wordt aangevallen, de andere lidstaten dat land met alle beschikbare middelen te hulp moeten komen. In het geval van Oekraïne betekent zoiets een oorlog tussen de EU en Rusland, terwijl de EU nauwelijks over de militaire middelen daartoe beschikt. Vandaar ook dat de huidige EU-lidstaten volgens De Bruijn als voorwaarde voor toetreding van Oekraïne zullen stellen dat het land eerst lid van de NAVO wordt. Dat gebeurde tenslotte ook met de Oost-Europese landen die in 2004 en 2007 in de EU werden opgenomen.

Het nieuwe geopolitieke denken maakt de Oekraïense tragedie met de dag groter. Ook omdat De Bruijn je eraan herinnert dat Rusland tussen 1500 en 1917 dagelijks met 130 vierkante kilometer toenam. De huidige Russische opmars in Oekraïne zou dus zomaar het begin van zo’n nieuwe gebiedsuitbreiding kunnen zijn. Het toenemende pacifisme moedigt die ambities alleen maar aan. Daarom zou iedereen De Bruijns boek moeten lezen, al was het maar om te beseffen hoe slecht Europa ervoor staat als het om zijn eigen verdediging gaat nu het niet meer zorgeloos op de VS kan rekenen.