Column | De NPO heeft Wilders salonfähig gemaakt

‘Hou elkaar vast”, sprak een geëmotioneerde Frans Timmermans zijn achterban woensdagavond toe. Laten we dat doen, maar laten we terwijl we elkaar vasthouden ook even kijken hoe we hier terecht zijn gekomen, in dit eerste weekend in een land waar een extreem-rechtse partij de grootste is.

Deze zomer benadrukte de ene na de andere spindoctor dat deze verkiezingen eindelijk de inhoud centraal zou staan. Voor Pieter Omtzigt betekende het dat hij, man van de inhoud, even aan kop ging. Maar toen de campagne losbarstte bleek dat kiezers, of moet ik zeggen talkshowredacties, inhoud toch ook wel een beetje saai vonden. En dus verdween het eerste inhoudelijke punt, dat de VVD ons over de rug van vluchtelingenkinderen een bestuurlijke crisis in had gestort, algauw naar de achtergrond.

We kregen er een oeverloze herhaling van campagneslogans met af en toe een vleugje standpunt voor terug. Samen kon het, aldus Timmermans – maar wat kon er samen? Samen een bushokje in elkaar slaan, of samen het minimumloon verhogen? Ik leerde dat Frans houdt van carbonara met varkenswang en dat hij luistert naar Taylor Swift. En dat we een asielprobleem hebben, daar moest hij eerlijk over zijn.

Dan was er het stalkerige „Ik sta aan jouw kant” van Yesilgöz. Wat komt ze aan mijn kant doen, wilde ik weten: duwt ze me aan mijn kant het zwembad in, of schaft ze aan mijn kant samen met Wilders alle cultuursubsidies af? Ik wist het niet. Alleen dat we volgens haar een asielprobleem hebben.

Het CDA wilde een fatsoenlijk Nederland, zonder asielprobleem, whatever, en van de BBB heb ik onthouden dat alles iedere dag BBBeter wordt. Maar niet voor asielzoekers, daar was de BBB-stemmer klaar mee.

Voortaan verplicht posters met de belangrijkste punten uit het verkiezingsprogramma erop: het zou geen luxe zijn. Want het gevolg van dit bordkartonnen sloganpopulisme was dat er een feitenvacuüm ontstond waarin partijleiders konden beweren wat ze maar wilden. Toen Timmermans tijdens het EenVandaag-debat Yesilgöz wees op de CPB-doorrekeningen, waaruit bleek dat middeninkomens er bij haar minder op vooruitgingen dan onder GroenLinks-PvdA, zei ze: nee hoor, dat is niet zo – en dat was dat. Iedereen die naar cpb.nl ging kon zien dat ze loog. Maar Yesilgöz wist: iedereen gaat dat niet doen, iedereen gaat in plaats daarvan denken: dan zal de waarheid wel ergens in het midden liggen. Dat de debatleider niet ingreep was gekmakend.

Het woord moslims viel. Daar wilde Wilders misschien iets mee

En toen werd Geert Wilders woensdag opeens de grootste met een campagne tegen asielzoekers. Zomaar. Je zag wel enige schrik in de ogen van Simone Weimans en Rob Trip, maar daarna moest er televisie gemaakt worden. Er schoof een politiek duider aan. Het woord moslims viel. Daar wilde Wilders misschien iets mee. Alsof hij niet jarenlang over asieltsunami’s gesproken had, alsof het feit dat hij pro-Poetin is, tegen steun aan Oekraïne, uit de EU wil stappen, de Eerste Kamer wil afschaffen, de hoofddoek wil verbieden – afijn, alsof het allemaal niet bestond.

„Wat zou dit kunnen betekenen? Heeft Yesilgöz Wilders salonfähig gemaakt?” Nee, wilde ik antwoorden, de NPO heeft Wilders salonfähig gemaakt, door extreem-rechtse politici uit te nodigen, ze niet te factchecken, door verslag te doen van FVD alsof het een gewone partij is, door in de dagen voorafgaand aan de verkiezingen te zeggen dat Wilders milder leek, alsof hij tijdens al dit gekeuvel niet allang aan de lijn hing met Viktor Orbán.

„Wilders lijkt zijn verantwoordelijkheid te willen nemen”, klonk het, zonder dat iemand benoemde dat als Wilders zijn verantwoordelijkheid neemt, de NPO binnenkort niet meer bestaat. „En dan gaan we nu naar Schiermonnikoog.” Ja, schreeuwde ik naar de tv, en daarna ben je je baan kwijt.

Jarenlang neoliberaal afbraakbeleid zette de deur naar Wilders’ zondebokpolitiek wagenwijd open, en in de media vond men het spektakel. Tijd dat we het begrip journalistieke onafhankelijkheid opnieuw invullen: koste wat kost neutraal willen blijven terwijl iemand je nek omdraait, heeft met neutraliteit niets te maken. Je hoeft geen verslag te doen van je eigen ondergang – je mag daar gewoon tegen in opstand komen. Het is een schrale troost: als de NPO over vier jaar niet meer bestaat, zal het voor de PVV een stuk moeilijker zijn weer de grootste te worden.