
Ik las een post van iemand die naast Trump had gestaan en omschreef hoe walgelijk dat was. De korsten op zijn hoofdhuid, de brokkelige oranje make-up, de necrose-achtige vlekken op zijn handen, de weeë geur van de dood uit zijn poriën, het oogwit gelig, de buik, de rug, alles uit verhouding. Een blazend, zwavel puffend monster, bij elkaar gehouden door niets dan grootheidswaanzinnige wraakzucht.
En dan zijn tweede man JD Vance, met dat kogelronde hoofd en die gemene, dommige oogjes. „Als iemand lelijke gedachten heeft, dan zie je dat uiteindelijk aan zijn gezicht”, zoals Roald Dahl al stelde.
De nieuwe tijd brengt een stoet aan shooting stars met zich mee, maar, zo blijkt, macht erotiseert lang niet altijd. „Ik wist dat ik op een dag moest toekijken hoe machtige mensen de wereld zouden vernietigen – ik had alleen niet verwacht dat het zulke losers zouden zijn”, zoals Rebecca Shaw een poosje geleden in The Guardian schreef. Elon Musk met zijn „pathetische tweets die lezen alsof ze uit het hoofd van een elfjarige poseur voortkomen”. Zuckerberg met z’n vissenogen. Het zijn, volgens Shaw, allemaal mannen waar vrouwen een leven lang bij uit de buurt proberen te blijven, om de laatste tijd gedwongen iedere dag met ze te moeten dealen.
Oftewel: het is, ondanks de nadruk op fokken voor de toekomst, een angstige, maar ook nogal dorre tijd voor vrouwen die zich interesseren voor mannen. Er is nou eenmaal iets wat een man als Geert Wilders zich niet realiseert: dat een boomer met een repetitief, dreinend vocabulaire gezien wordt, maar ook afstotelijk is.
En nog onfortuinlijker: sinds de bro’s het voor het zeggen hebben is de beer in onze parken ook weer los, want mannen hebben maar een beetje door politiek aangewakkerd seksisme nodig om de handjes op plekken te leggen die niet van hen zijn.
Maar toen kreeg ik een app van een vriendin met een islamitische opvoeding. „Waar kan ik me dopen? De katholieke kerk is nog nooit zo sexy geweest.” Ze stuurde een filmpje mee van een bloedhete jonge Braziliaanse pastoor, met ‘Like a Prayer’ als begeleidende soundtrack. Gewaagd, want God weet dat de katholieke kerk en seks in de geschiedenis niet bepaald een prettige combinatie zijn geweest, maar toch. Ik antwoordde haar dat ik laatst door de straten van Haarlem eenzelfde soort jonge pastoor zag spieden, wapperend habijt, bezorgde trek om zijn mond vanwege het leed in de wereld en dat ik toen ook iets van zinderende kalmte voelde. Kalmte, omdat ik dacht: deze man is op weg naar goede zaken. Zinderend: nu ja, u begrijpt het wel.
De nieuwe paus met zijn twinkelende ogen wordt niet voor niets met zoveel gretigheid door atheïsten ontvangen. Zijn voeten staan stevig in de katholieke esthetische traditie, die, laten we wel wezen, onovertroffen is. Alleen al de extase van de heilige Theresia van Bernini doet je verlangen naar lange hete nachten waarin je dicht bij iets wat ze God noemen komt. En dan zijn brein: vol zorgen om de bro’s, om de slachting in Palestina en om de laatste, wrede dagen van het kapitalisme. Een vreemde ally, maar zo ver is het dus gekomen: dat de eeuwige behoefte aan een instituut, aan iets wat mooi en stevig is, opeens weerklank vindt in de hoofden van verloren westerlingen die verlangen naar iets om warm van te worden. Iets om veilig bij te zijn. Leo XIV is de eerste nieuwe man op het wereldtoneel die geen door haat gedreven afschuw (of destructieve zindering) inboezemt.
Laat het niet de kerk zijn, want die wil uiteindelijk ook dat we maar blijven fokken, maar laat ons wel leren van het doorleefde spektakel dat ons door de katholieken voorgeschoteld wordt. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: opwinding, devotie, hoop en troost.
Sarah Sluimer schrijft elke week een column. Ze is de auteur van boeken, essays en toneelstukken.
