Column | De juiste mindset voor de Tour de France

Als ik zelfs zenuwachtig ben voor de Tour de France, hoe moeten die mannen zich dan voelen nu. Slapen ze nog wel? Krijgen ze een hap door hun keel? Hebben ze, net als ik, een steen in hun maag als ze denken aan de afdaling van de Galibier, in etappe vier al, met alle klassementsrenners vermoedelijk nog fris en dicht bij elkaar? Dat wordt op het scherpst van de snede naar beneden. Volle bak risico. Flirten met vallen. Mijn keel knijpt dicht als ik eraan denk.

Ik weet heel goed: ernaar kijken is veel enger dan het zelf doen. Als je op de fiets zit, heb je vertrouwen. Want jij hebt de controle, zo voelt het toch althans. Je ziet de meeste momenten waarop het bijna misgaat niet, want je kijkt voor je, naar die paar rennerskonten waarachter je daalt. Maar toch. Als je weet dat je de beste dalers moet volgen, koste wat kost, dan kijk je hier niet naar uit.

Er zullen heel wat mannen zenuwachtig zijn, maar Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar maak je de pis niet lauw. Ik las in het Belgische magazine Knack interviews over ze, in plaats van met ze – en eigenlijk is dat veel interessanter. Jonas is nooit zenuwachtig, vertellen mensen om hem heen. Tadej is altijd ontspannen, verhaalt de masseur waarmee hij al jaren werkt.

De mindset, die maakt het verschil. Ik hoorde het Roger Federer onlangs uitleggen in een prachtige speech voor studenten. Van alle wedstrijden die hij in zijn lange carrière speelde, won hij bijna 80 procent. Maar van alle punten die hij in die wedstrijden speelde, won hij er maar iets meer dan de helft. De kunst is niet te blijven hangen in een verloren punt, maar te denken: het was maar een punt. Als je meteen daarna de bal nog eens om de oren krijgt, denk je weer: ook dit was maar een punt.

Als je een punt speelt, moet dat op dat moment het allerbelangrijkste ter wereld zijn. Maar als het voorbij is, is het voorbij. Dan ligt het achter je. Alleen als je dat echt voelt, zijn je hoofd en lichaam vrij om opnieuw volledig klaar te zijn voor een volgend punt, en een volgend, en een volgend.

Als ik de mensen om hen heen mag geloven, beheersen Pogacar en Vingegaard deze kunst van loslaten en vooruitkijken als geen ander.

Tadej is altijd ontspannen.

Jonas is nog ontspannener. Hij maakt zich nooit druk, ook niet als Tadej hem bergop aanvalt.

Denk je dat Tadej daarmee bezig is? Nee hoor, die focust zich niet op negatieve zaken.

Ha! Dan Jonas. Die denkt niet aan de uitkomst, voor hem telt alleen het proces. Als dat goed gaat, maakt winnen of verliezen niet eens uit. Jonas is ook nooit in paniek geraakt na zijn horrorcrash in Baskenland.

Ja joehoe, alsof Tadej dat niet kan! Die had een week voor de Tour nog covid. Paniek? Integendeel. Positief blijven, en hup: hij was hersteld.

De juiste mindset is naast fysiek talent zonder twijfel een van de belangrijkste eigenschappen van mannen als Pogacar en Vingegaard. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er iets is dat er ook nogal toe doet: een flinke portie bluf.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.