Ik was vergeten dat haar verjaardagsfeest vanavond was, kreeg een appje van een wederzijdse vriend die vroeg of ik ook kwam en had me toch maar richting de kroeg gehaast. Ik weet niet wat ik precies had verwacht toen ik met lege handen haar kant op fietste. Een slordig feest denk ik, een vergevingsgezinde stemming, gejuich om eenieders simpele aanwezigheid. Maar toen ik binnenkwam, sloeg de damp nog lang niet tegen de ramen. De muziek stond zacht. Beleefd stond een handjevol vrienden in de rij, allen met een zorgvuldig ingepakt geschenk in de handen. Als een lam ter slachtbank wachtte ik mijn beurt af, tot ze opeens voor mijn neus stond in haar fluwelen glitterjurk en met honger in haar ogen.
„Hou je vast”, begon ik koortsachtig te improviseren. „Mijn cadeau is een verrassing, maar reken er maar op dat er een lunch met oesters bij komen kijken en we daarna misschien gaan…” Mijn hersenen kraakten. „Varen! We gaan varen!”, riep ik zomaar uit. „En daarna gaan we naar een dansfeest!” „Goh, wat leuk zeg”, zei ze, een beetje matter dan ik hoopte. „Geweldig.” Ze gaf me een knuffel en ik spoedde me haastig naar de bar, waar ik mijn knagende geweten in witte wijn verdronk.
Beloftecadeaus zijn ontstaan uit paniek, maar presenteren zich als charmanter dan de keurig door de boekhandel ingepakte roman van Sally Rooney, die de jarige millennial per definitie in drievoud krijgt. Iedereen heeft weleens het ‘maar jij zou toch een cadeau halen en nu zijn de winkels dicht’-gesprek gevoerd om daarna een theaterbezoek uit de hoge hoed te toveren: ‘Je mag zelf een voorstelling uitzoeken, ik stuur de opties.’ Iedereen heeft wel eens beloofd het feestvarken mee uit eten te nemen, ‘we prikken morgen een datum, nee, nu moet je je andere cadeaus uitpakken, maar morgen, ècht’, om vervolgens heus wel een slappe poging te doen, waarna de belofte verdrinkt in andere beloften, feestjes, seizoenen, tot het einde der tijden zich opeens met een meteorietinslag aandient.
Ik probeerde me te herinneren welke beloftecadeaus mij in de schoot geworpen waren. Ik kwam uit op een eindeloze stoet aan etentjes, onder andere op het Vuurtoreneiland, het blinde nuttigen van een ortolaan, The Fat Duck inclusief treintickets en de beste sushi van het land in de woeste haven van IJmuiden. Daarnaast: een speeltoestel voor de kinderen, een nog nader uit te kiezen as-sieraad, een jachtpartij te paard met de Britse familie van een vriendin, een schilderij van mijn kinderen, een tatoeage, drie dagen naar Disneyland Parijs, een toypoedel.
Ik had nu iemand kunnen zijn die met een buik vol sashimi ondersteboven aan een klimrek hing, terwijl er een hond naar de zeemeermin op mijn bovenarm hapte, wil ik maar zeggen.
Dolblij ben ik dat het me allemaal bespaard is gebleven. En tegelijkertijd begin ik ook de bekoorlijkheid van beloftecadeaus in te zien. Ik beschouw de leukste onder hen als een kijkje in een parallel leven, waarin ik met mijn beste vrienden schaterlachend in Carré zit, huilend van geluk een stukje paté eet en onder een dekentje in een fluisterbootje kerstbomen achter hoge grachtenhuisramen bewonder.
Zo mooi als de belofte wordt het echte leven nooit. Dus geef uw geliefden dit jaar geen spullen, maar beloof vergezichten of avonturen, die misschien ooit, je weet het niet, je hoeft het ook niet per se te weten, bewaarheid worden.