Column | Daglicht en kerker

‘Maar vooral dat ze nooit meer iets hoeft uit te leggen of verdragen, nooit meer anderen gerust hoeft te stellen, nee, ik ben niet gevaarlijk, nee ik ben niet ontaard, ik ben gewoon heel erg moe, ik slaap al heel erg lang niet goed, maar ik ben ook heel erg gelukkig, gelukkig met mezelf, als jullie me maar niet steeds weer zouden vertellen wie ik volgens jullie zou moeten zijn.’ Ik schreef dit na een slechte nacht en een kop koffie, twee grootmachten die elkaar fijntjes in balans houden. Een verstoorde slaap wordt steeds zeldzamer, maar daarmee ook onverdraaglijker. Als je eenmaal blauwe lucht hebt gezien, is de terugkeer naar de kerker nog veel duisterder.

Maar de koffie smaakt steeds beter, want kleine geneugten winnen het vaker van de onstuimige roes. De allerlaatste grootverpakking luiers is inmiddels gekocht, hierna moet het afgelopen zijn met de tropenjaren, het leven roept me, ik heb te lang door de dagen gewaad alsof ik de leeftijd van de vrienden van mijn ouders had. Rodewijnavondjes aan de keukentafel, kaasplanken en roddels: het is genoeg geweest. Ik heb Salomonsneakers gekocht, luister naar nieuwe muziek, ik maak crispy chili oil, ik doe alles met de fiets.

Toch schreef ik deze zin, met de wetenschap van al dat simpele geluk onder mijn vingertoppen, maar zonder verlost te zijn de sluimerende dreiging, de babadook op mijn rug. En ik ben niet de enige.

Na mijn schrijven sprak actrice Meral Polat deze zin uit, twee maanden lang, bijna iedere dag. Schrijven voor toneel is een revelatie, heb ik ondervonden.

Ik heb geen idee hoe u kijkt en ademt terwijl u deze woorden leest. Maar bij het het ‘heel erg moe’ van Meral zag ik steeds weer de schouders van de vrouwen van mijn leeftijd in de zaal een aantal centimeter zakken, terwijl ze diep zuchtten. Ook zij kennen die babadook. Ze zijn heel erg moe onder de oppervlakte, ondanks de mogelijkheden die zich presenteren, wanneer het lichaam even niet meer hoeft bij te komen van hormonenklap na hormonenklap. Heel erg moe, omdat er voortdurend heel erg veel tegelijk gebeurt in onze levens. Heel erg moe, omdat sommigen mannen hebben die hen bedriegen en anderen mannen hebben die dagenlang in bed blijven liggen, omdat ook zij heel erg moe zijn. Heel erg moe omdat we inmiddels ook voor anderen in onze families zorg beginnen te dragen. Heel erg moe omdat er geen pauze is, omdat we er inmiddels zelf voor kiezen geen pauze te nemen, want de pauze herinnert ons alleen maar aan de last van ons werk. Heel erg moe omdat er altijd jongere cool girls zijn die denken dat het hun anders zal vergaan. Heel erg moe, omdat ons continu verteld wordt dat we tekort schieten. We zijn deeltijdprinsesjes, slechte moeders, afwezige vriendinnen, waardeloze minaressen, suffe wijven, egocentrische krengen. We ademen emancipatie, werken harder dan ooit, maar ook in het huiselijke leven ligt de lat hoog.

En ja, we hebben die koffie, wat innerlijke rust ook wel, en mensen luisteren aandachtiger naar ons dan toen we twintigers waren. Maar het is het ‘als jullie me maar niet steeds weer zouden vertellen wie ik volgens jullie zou moeten zijn’, wat ons nekt. En vooral: het verzet daartegen, steeds weer pogingen om te ontsnappen aan het benauwende lot van de vrouw, om er vervolgens achter te komen dat daglicht en kerker elkaar zullen blijven afwisselen, wat je ook doet.

Wat helpt: andere vrouwen. Unisono zuchten. Hard fietsen. Hard dansen.