Column | Chaja Polak laat zien dat alleen wederzijdse empathie het Israëlisch-Palestijnse conflict kan oplossen

Het is maar een klein boekje dat Chaja Polak heeft geschreven. Maar als je Brief in de nacht. Gedachten over Israël en Gaza uit hebt, besef je dat het Israëlisch-Palestijnse conflict alleen kan worden opgelost als redelijke stemmen uit beide kampen met elkaar in gesprek gaan en begrip voor elkaars leed tonen. Zo’n klein gebeuren op menselijk niveau zou zelfs eerder een einde aan de oorlog in Gaza kunnen maken dan de grote, diplomatieke formuleringen van de VN-Veiligheidsraad, die premier Netanyahu uit angst voor zijn eigen toekomst in de wind blijft slaan.

In het begin van Brief in de nacht voert Polak een Israëlische en een Gazaanse journalist op, die in 2019 een project begonnen waarbij gewone Gazanen werd gevraagd om voor een Israëlisch publiek over hun dagelijkse beslommeringen te schrijven. Zo werden zij voor gewone Israeliërs herkenbare mensen. Polak ziet beide journalisten voor zich, zittend in een café, mannen die qua uiterlijk broers konden zijn.

Ook haalt ze een artikel uit Foreign Affairs aan waaruit blijkt dat in de maanden voor 7 oktober 2023 een grote meerderheid van de Gazaanse bevolking gefrustreerd was over het bestuur van Hamas en zijn ideologie niet steunde. Het verbaast haar niet dat die stemming omsloeg toen de bombardementen op Gaza begonnen, waarbij ook de familie van de Gazaanse journalist werd gedood.

De in 2008 overleden man van Polak, Nol van Dijk, is het ijkpunt in haar betoog, omdat hij altijd begrip voor iedereen had en vond dat elk verdriet het ergste verdriet was. Hij kon het weten, want zijn ouders waren door de nazi’s vermoord. Toen hij na de oorlog uit de onderduik kwam, borg hij zijn herinneringen aan hen op in een kistje om niet aan hun lot in de gaskamer te hoeven denken.

Wie denkt dat Polak aan de hand van de Holocaust de Gaza-oorlog wil verdedigen, heeft het mis. Wel laat ze zien dat de vele Gazaanse slachtoffers even onschuldig zijn als de zes miljoen door de nazi’s vermoorde Joden. In al die ouderloos geworden Gazaanse kinderen herkent ze kleine Nolletjes.

De schuld voor de huidige oorlog ligt volgens Polak bij alle partijen: bij Hamas dat niet koos voor de opbouw van Gaza maar voor onderdrukking van de gewone Gazanen, bij Netanyahu die de Bijbelse romantiek van de kolonisten op de Westbank blijft steunen en zijn land daarmee in de afgrond duwt, bij de VS die als enige een einde aan het geweld kunnen maken, maar dat nalaten. Tegelijkertijd is ze verknoopt met Israël, zoals zoveel Joden in de diaspora. Daardoor voelt ze ook de pijn van haar Israëlische familieleden, die zich altijd hebben ingezet voor de Palestijnen, maar sinds 7 oktober hun empathie met hen kwijt zijn, omdat ze allemaal wel iemand kennen die op die dag vermoord is. En dan staan ze ook nog eens doodsangsten uit dat Israël wordt weggevaagd. Polak loopt op eieren als ze met hen belt, want ze meent dat juist nu die empathie nodig is. Het zwart-witdenken kan, indachtig haar Nol, alleen doorbroken worden als geen kind, Joods of Palestijns, meer bang hoeft te zijn. Als er dan ook nog een einde komt aan het misbruik van woorden als ‘genocide’ en ‘Holocaust’ door beide partijen en de grillige feiten van de geschiedenis worden gerespecteerd, komt de vrede alsnog in zicht. Geweld biedt nu eenmaal geen uitkomst. Alleen al om dat te beseffen zou iedereen Brief in de nacht moeten lezen.