Column | Bij onrecht hoort geen middenpositie

Na de aankondiging van het zogeheten ‘asielcompromis’ tussen Wilders en NSC, waarmee de rechten van vluchtelingen verder worden afgebroken, twitterde D66-voorman Rob Jetten dat de coalitie voor „de nette weg” heeft gekozen door het parlement niet te omzeilen.

Dat rechten eroderen en de ontmenselijking voortduurt, vind Jetten kennelijk van minder belang, zolang het maar ‘netjes’ en volgens de regels verloopt. Het doet me onwillekeurig denken aan mensen die schelden erg vinden, maar racisme niet. Die de leus ‘over de rivier en de zee’ willen verbieden, maar de genocide niet veroordelen.

Die positie, zogenaamd redelijk en objectief, staat voor mij voor ‘het midden’. Mensen die zichzelf tot het midden rekenen, vinden zichzelf vaak gematigd, of godbetert, genuanceerd. Wanneer mensen beweren dat iets ‘genuanceerd’ is, bedoelen ze meestal dat ze het ermee eens zijn. Dan verklaren ze trots dat ze door zowel links als rechts bekritiseerd worden, ‘dus dan zal ik wel iets goed doen’.

Ik ben niet tegen een middenpositie, maar het huidige probleem van ‘het midden’ is dat die comfortabele plek, gespeend van een duidelijke kleur, een soort hoger doel op zich is geworden, zonder rekening te houden met de constant veranderende ontwikkelingen in de wereld die om een helder standpunt vragen.

Nuance is niet ergens in het midden nutteloos blijven hangen terwijl de verhoudingen steeds verder verschuiven richting de afgrond, maar de complexiteit van onderwerpen en mensen zien en op basis daarvan een positie innemen. In de huidige situatie betekent dat niet toekijken hoe een gebouw afbrandt met de bewoners er nog in, ‘het is complex’ roepend, maar met emmers water aan de slag gaan.

Maar tegenwoordig zijn de mensen die uit zichzelf emmers water halen om de ellende in de wereld te blussen de extremisten. Klimaatactivisten die nog een toekomst voor zichzelf en hun kinderen willen. Activisten die tegen de mensenrechtenschendingen in Libanon en voortdurende genocide in Palestina protesteren. Die de noodklok luiden over de humanitaire crises in Soedan en Congo. Wetenschappers die politieke leugens ontmantelen en tegen de desastreuze afbraak van wetenschap in actie komen.

Ze doen dat tegen de klippen op, want de media werken fanatiek tegen door een zogenaamde ‘middenpositie’ in te nemen die niet veel meer inhoudt dan het herhalen van de politieke frames. Zo nodigde het programma Bar Laat deze week wiskundige Jan van de Beek uit om de leugens over de asielcrisis te herkauwen, nadat hij dat al gedaan had bij WNL en in de Volkskrant – de geestelijke armoede van redacties is hemeltergend. Dat is dezelfde Van de Beek die eerder dit jaar twitterde dat we „weg moeten van mensenrechten garanderen voor iedereen”, wat in mijn oren niet veel anders is dan ‘eigen volk eerst’.

Het klinkt als een theoretisch voorstel waar je een boom over kunt opzetten, er zit geen onvertogen woord bij, maar het verraadt een gevaarlijke kijk op de wereld. Als je dat hoort, in welke variatie dan ook, moeten alle alarmbellen afgaan. We zien elke dag wat het betekent als het ene volk zich beter voelt dan het andere. En wie bepaalt wie meer waard is?

Na mensenrechten, rechtsstaat en vrijheid van meningsuiting volgt een punt, geen ‘maar’, geen ‘wij eerst’. Bij onrecht hoort geen middenpositie; je kiest tegen het onrecht. Als dat radicaal is, dan hebben we meer radicalen nodig.

Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker.