Column | Bevrijdingsdag

Ik vrees voor een overdosis aan vrijheid, want ik heb dit jaar mijn Bevrijdingsdag al achter de rug. Afgelopen donderdag 25 april werd de Italiaanse variant gevierd, ‘Festa della Liberazione’ , en ik was erbij. Iedereen vrij, winkels gesloten, en dat niet eens in de vijf jaar, zoals onze nationale methode van de periodieke onthouding voorschrijft, maar elk jaar opnieuw. Ook in Rome slenteren de mensen wezenloos over straat; de grote decibelfabrieken, ook wel poppodia genoemd, worden er node gemist.

Ook in Italië vieren ze dat ze bevrijd zijn van de bezetting door nazi-Duitsland, en van de eigen fascisten. Voor zolang het duurde. Maar aan vrijmarkten doen ze niet; de kleine straathandelaar is er niet de nationale verzetsheld.

In Nederland moet het net na de oorlog ook heel duidelijk zijn geweest: Bevrijding van de Bezetting, die je toen nog voelde omdat er plotseling geen avondklok meer gold. Kom er maar in: even het woord aan de politieke gevangenen van de Covid-avondklok van ruim na de oorlog. Geef ze een seconde of drie.

Wij Nederlanders zijn al weer decennia ‘bevrijd’ tout court van elk vervelend toezicht dat onze eigenste handel en wandel in de weg staat. Klein voorbeeld: vlak voor mijn vertrek naar het buitenland wilde ik mijn fiets pakken, maar die was weg. Nee, niet gestolen, maar verplaatst door de man met het busje, die bezig was een nieuwe ‘tag’ te spuiten op de buitenmuur van mijn huis. Het voelde als: op mijn huid. Klaarlichte dag, 12.05 uur en hij was een lekker eind op weg toen ik blafte: „Nu onmiddellijk stoppen”.

Ik denk bij graffiti nog altijd aan heimelijk nachtwerk, jongens van een jaar of 15, maar deze middelbare man met grijs staartje was oprecht verbaasd dat ik de artiest durfde te storen. Hij legde me uit dat het om een verfraaiing van het pand ging, stak al amicaal zijn hand uit om een boom op te zetten over kunstwerk of vandalisme. Hand niet aangenomen, zag nog net dat er een gemeentelijke ontheffingsvergunning prijkte achter de voorruit van zijn busje.

Kon ik eventueel mijn telefoonnummer achterlaten, mocht ik onverhoopt besluiten zijn art te verwijderen? Ook daarvoor had hij een adresje. Helemaal de allround ritselaar, het prilste begin van de VOC-mentaliteit. „Wegwezen”, riep ik, maar in plaats daarvan ging ik zelf weg, naar Rome, naar het stadsdeel Trastevere, waar de graffiti bloeit als ooit ‘die Zitronen’ van Goethe.

Nu net weer terug en zie dat de man zijn letters toch heeft afgemaakt. En ineens weet ik zeker dat niet alleen die graffiti van hem is, maar ook het reinigingsbedrijfje. Goeie handel. Bevrijd Nederland 2024.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.