Coalitie oneens over inperken arbeidsmigratie, blijkt bij debat

Dat dit kabinet het strengste asielbeleid ooit moet voeren, daarover zijn de vier coalitiepartijen eensgezind. Maar rond arbeidsmigratie denken PVV, VVD, NSC en BBB anders en zijn de verschillen groter, bleek woensdag in het eerste Tweede Kamerdebat hierover met de nieuwe minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC).

Wat PVV-Kamerlid Maikel Boon betreft moet het kabinet hier óók streng zijn. Hij bepleitte een „aanzienlijke verlaging” van het aantal arbeidsmigranten.

NSC’er Tjebbe van Oostenbruggen zat op dezelfde lijn. „De grootste van de migratiestromen is arbeidsmigratie”, zei hij. Van Oostenbruggen wil meer „ambitie” en vroeg de minister om een richtgetal te noemen voor de komst van arbeidsmigranten – wat Van Hijum nog niet deed.

Hun coalitiegenoten van VVD en BBB probeerden de minister juist te temperen. Zo waren zij kritisch over een brief die Van Hijum maandag aan de Tweede Kamer stuurde. Daarin schreef hij een mogelijk verbod op uitzendkrachten te onderzoeken voor bedrijfstakken waarin veel misstanden voorkomen, zoals de vleessector.

VVD’er Thierry Aartsen vindt het daar veel te vroeg voor. Hij wil wachten op de geplande invoering van de volgens hem „loeizware wet” die de regels voor uitzendbureaus vanaf 2027 strenger maakt. „Voordat we zeggen: er komt in een sector pats boem een uitzendverbod.”

BBB-leider Caroline van der Plas opperde zelfs dat dit in strijd zou zijn met het hoofdlijnenakkoord, waarmee de minister zijn boekje te buiten zou gaan. „We hebben afgesproken: geen ‘nationale koppen’ bovenop Europees beleid. Met een uitzendverbod zouden wij uniek zijn in Europa.”

Dat bestreed Van Hijum. Een soortgelijk verbod geldt al in Duitsland, zei hij. En de huidige wet geeft het kabinet al de ruimte om zo’n verbod ook in Nederland in te voeren. „Ik maak me geen zorgen of we een ‘nationale kop’ krijgen, maar of we niet samen door de nationale bodem zakken.”

VVD wil minder arbeidsmigratie

Waar PVV en NSC de komst van arbeidsmigranten omlaag willen brengen, beperkt BBB zich liever tot het aanpakken van de misstanden. Arbeidsmigranten zijn nodig, zei Van der Plas, „voor ons voedsel, de zorg, het onderhoud en de bouw van woningen, bezorging van pakketjes en vele andere diensten.”

Tot voor kort vond Van der Plas daarbij de VVD aan haar zijde. Maar ook VVD’er Aartsen zei woensdag: „Het aantal arbeidsmigranten is nu simpelweg te hoog.”

Aartsen presenteerde vorige week een ‘visiestuk’ waarin hij deze nieuwe koers al markeerde. Arbeidsmigratie moet ontmoedigd worden, vindt de VVD nu, maar wél op een werkgeversvriendelijke manier. De VVD wil extra subsidies en belastingvoordelen voor ondernemers die automatiseren en robotiseren, zodat zij minder arbeidsmigranten nodig hebben. Pas later zouden sectoren die veel met migranten blijven werken ontmoedigd kunnen worden, bijvoorbeeld met hogere werkgeverspremies.

In het hoofdlijnenakkoord hebben de vier partijen meerdere afspraken gemaakt over arbeidsmigratie, zoals de komst van de strengere wet voor uitzendbureaus. Deze plannen zullen in het regeringsprogramma, dat nog voor Prinsjesdag verwacht wordt, verder uitgewerkt worden, kondigde Van Hijum aan.

De minister reageerde ook op het NRC-bericht dat het aantal arbeidsmigranten dat als zelfstandig ondernemer werkt, de laatste jaren fors is toegenomen. Dat ziet zijn ministerie niet alleen bij arbeidsmigranten, zei hij, maar breder. „Als effect van de aankondig van die [wet] die de uitzendbranche gaat reguleren, vindt er een verschuiving plaats”, zei hij. „En zzp’ers dreigen buiten de regels te vallen.”

Hij wees erop dat het kabinet daarom óók bezig is met de regels voor het onterecht inhuren van zelfstandigen, voor banen die in loondienst gedaan moeten worden. Vanaf 1 januari wil de Belastingdienst de bestaande regels gaan handhaven, nadat dit jarenlang niet of nauwelijks gebeurde. Van Hijum: „Naarmate zulke constructies interessanter worden, neemt het belang van deze handhaving toe.”