Door de podcasts die hij in de lockdown-periode maakte met schrijfster en theatermaakster Paulien Cornelisse, zijn vrouw, weet hij dat mensen graag meekijken in het dagelijks leven van iemand anders. Kijken, zegt hij. Hij bedoelt luisteren. En toch klopt het, want als iemand beeldende geluidswerelden kan bouwen, is het Chris Bajema wel.
Bajema (1971) is de Man met de microfoon, podcaster van het eerste uur en maker van de gelijknamige bekroonde podcast waarin hij hoorspelachtige, half fictieve sketches vervlecht met fonkelende verhalen uit alledaagse levens die vaak larger than life blijken. Hij maakte ook Een grote bruine envelop, een podcast waarin luisteraars hem een onderwerp opgaven om tot op de bodem uit te zoeken, bijvoorbeeld het geheim achter een oude foto. En hij is de man van de ‘mini-romcoms’, waargebeurde verhalen over ‘hoe ze elkaar ontmoet hebben’.
En nu wóónt hij [pauze] met Paulien en Wiek [hun negenjarige zoon] een jáár [pauze] ín Shéffield. Aan de universiteit van die Noord-Engelse stad, ooit centrum van de staalindustrie, geeft Paulien als artist in residence aan de afdeling Dutch Studies les (bijvoorbeeld over hoe je in goed Nederlands de woorden gwoon, tuulk en eiglk gebruikt).
En natuurlijk geeft Bajema er eigenlijk gewoon een wekelijks doorkijkje in hun leven en het mijnenveld van Engelse sociale codes waardoor ze hun weg moeten vinden, vertelt hij via Zoom vanuit hun spartaans ingerichte huurhuis. Met Wiek, die er naar school gaat en steeds beter Engels spreekt en vaak ‘Een weetje van Wiek’ presenteert, bijvoorbeeld over torenvalken die muizen in ultraviolet licht kunnen zien. Of de vakantie-doe-boek-achtige raadselrubriek: ‘Wie weet wat waar is? Wiek wel!’. Denk: hebben roodharigen eerder een bril nodig?
Jullie gingen vorig jaar voor Pauliens werk naar Sheffield. Zag jij jezelf daar toen al podcasts maken?
„De verhuizing kwam op een goed moment, want ik zat er eerlijk gezegd helemaal doorheen. Het was de hausse van al die kletspodcasts. Mijn luistercijfers en reclame-inkomsten liepen terug. Ik dacht: waar doe ik het nog voor? Maar ja, het is nu eenmaal het leukste om te doen. En toen kwam het Sheffield-plan en kreeg ik juist weer veel zin.
„Ik ben altijd wel op zoek naar iets nieuws om te maken. Want ik verveel me best snel. Ik dacht: wat zou ikzelf willen horen? Nou, hoe die mensen hun jaar daar gaan invullen. En toen was het een logische stap: o, maar dan ga ik een wekelijks programma maken. Wat iets minder tijd kost, want ik wil niet meer de straat op om mensen te interviewen. Het moet echt over ons gaan in dit land. Dat heeft me weer een push gegeven. Mensen kijken graag mee in het dagelijks leven van anderen. Dus voeren Paulien en ik ons gesprek op de bank over wat we deze week hebben meegemaakt, aangevuld met rubriekjes en kleine reportages over wat me hier fascineert en dan verdiep ik me daar helemaal in. De speelsheid is er weer.”
Voel je je vrijer?
„Ja. Ik word steeds losser. Ik kom uit de hoek van de serieuze radiodocumentaire. Strak een verhaal vertellen en jezelf er helemaal uit laten. Maar als ik naar andere dingen luister, hou ik juist van losheid, het is leuk als het even ontspoort of als mensen zich verspreken.”
De gesprekken op de bank, inclusief versprekingen of als Paulien je laconiek verbetert, zijn zeker los.
„Zo gaat het echt. Ik word de hele tijd gecorrigeerd op mijn uitspraak, nu ook door Wiek. Vindt hij leuk, twee tegen een. Vroeger zou ik het er bij de montage uitgeknipt hebben, nu laat ik het allemaal horen.”
Heeft de ‘Man met de microfoon’ nu een ander geluidslandschap?
„Het is iets meer naar binnen gekeerd. Vroeger zocht ik bijvoorbeeld per aflevering de muziek erbij. Nu put ik uit één bak met Britse light music. Mensen moeten als ze de tune horen al denken: gezellig!”
Die jarenvijftigradiomuziek is erg Engels, maar heeft deze podcast ook een ander ruimtelijk gevoel?
„Misschien is het persoonlijker. Op een gegeven moment dacht ik: wat doe ik hier eigenlijk? Of: het is hier wel erg donker en regenachtig. Het is een feelgood-podcast, maar af en toe een dissonantje ertussen is goed. En de luisteraars waarderen het.”
Je behandelt typisch Engelse dingen. Waarom rijden ze links? Waarom zingen ze kerstliederen in de pub? Dat kun je plannen. Maar dat geldt niet voor een inbraak, of de ziekenhuisopname van Paulien. Vrij intiem om in de podcast daar aan het bed van je vrouw te zitten.
„Ja, die aflevering hebben we samen flink doorgesproken, zodat het niet te zwaar werd en we wilden mensen ook niet ongerust maken. Maar het is weer wel superinteressant om daar in een ziekenhuis te zijn. Bij die inbraak dacht ik: goed verhaal! Maar het ziekenhuis is niet leuk, en dan probeer je er maar het beste van te maken. Als afleiding heb ik me maar meteen gestort op een item over wat die National Health Service dan precies is. Het is de kunst om een balans te vinden.”
Spontaan klinken is goed plannen?
„Als we het gesprek op de bank opnemen, zeg ik van tevoren alleen: volgens mij moeten we het ongeveer daar en daar over hebben. Vroeger was ik veel strenger, moest het over als het niet ging zoals ik gepland had. Nu doen we het heel ontspannen in twintig minuten, en alles wat niet goed is, los ik in de montage op met een voice-over.”
De voice-over-Chris die de andere Chris onderbreekt – „Zeg Chris?” „Ja, wat is er, Chris?” – is een vondst.
„Ja, maar het is natuurlijk gewoon de stem in mijn hoofd. Ik ga makkelijk met mezelf in gesprek, omdat ik dat in mijn hoofd ook voortdurend doe.”
Hoe vreemd is Engeland, op een schaal van één tot tien?
„Een vijf, denk ik. Ik was vooral benieuwd hoe léúk ik het zou vinden. Mijn adagium is: alle verhalen liggen om de hoek, blijf dicht bij huis. Waarom zou je de wereld over reizen? Dat heb ik voor de VPRO gedaan en daar voelde ik me niet erg fijn bij. En nu ging ik toch op reis. Maar het is leuker dan ik had gedacht.”
Niet exotisch?
„Nee, maar hoe langer je er bent, hoe meer je ziet hoe we van de Engelsen verschillen. Hoe alles hier in formaliteiten is gedrenkt, bijvoorbeeld. Dat moeten we ons zelf erg aanleren. Met cadeautjes en kinderfeestjes. En hoe nodig je een vriendje van Wiek uit om te spelen. Pas na een tijdje viel ons op dat hier wel erg veel winkels zijn waar je kaarten kunt kopen, waarom? Omdat je alles hier zegt met een kaart.”
Hoe ontstaat een aflevering?
„Het is een combinatie van wat we meemaken en wat ik zelf uitzoek door op pad te gaan. In het begin dacht ik: het droogt op, ik moet zorgen dat ik iets achter de hand heb. Maar er blijven zich onderwerpen aandienen. Dus het item over de Engelse drop, die oorspronkelijk uit Sheffield komt, blijft nog op de plank liggen.”
Ontstaat de compositie bij de montage?
„Ja, al heb ik nu wel de vaste elementen. Het gesprek op de bank met altijd een item over Engeland of uit de buurt, een Weetje van Wiek, en ik stort me op een onderwerp. De luisteraars weten inmiddels wel wat ze krijgen. En soms wil ik zelf iets anders. Zo raakte ik gefascineerd door het mysterie rond Agatha Christie, die [in 1926] een tijd vermist werd. Daar maak ik dan een hele aflevering over. En ik heb alweer zin om na de zomer iets nieuws te doen. Dan haken er vast weer veel luisteraars af, haha.”
In Nederland maakte je intermezzo’s met fictie, de ‘bijna-ware verhalen’.
„Die mis ik wel, ja.”
Ik dacht dat je iets anders ging zeggen: Engeland is zelf al fictie.
„Mensen zeiden: gewone verhalen zijn al zo bijzonder, waarom zou je er fictie in schrijven? Dat dacht ik ook toen ik hier kwam. Maar ik mis het wel, de fictie.”
Trek je hier nieuw publiek?
„De luistercijfers zijn enorm gegroeid. Mensen die hier wonen of hier gewoond hebben, sturen enthousiaste reacties en tips. Pauliens studenten luisteren ook, vooral sinds ze als werkstuk een persoonlijk audioverhaal van een minuut in het Nederlands hebben gemaakt. Toen ik vroeg of ik die ‘minuutjes’ mocht gebruiken, was er niemand die niet wilde. Verbazingwekkend. Ik hoop nog meer met de studenten te kunnen doen.”
Want, ja, hoelang blijven jullie nog?
„Tot eind juli. Daarna gaat Paulien ook weer optreden in Nederland.”
Wat betekent dit jaar voor Wiek?
„Ik ben wel jaloers op hem, op die leeftijd een jaar in het buitenland, ik geloof echt dat het een cadeau is voor hem, zoals vrienden zeiden. In het begin, toen hij naar een school ging aan de andere kant van de stad, hou je je hart vast. Maar hij gaat er makkelijk mee om, ook met de omschakeling naar een nieuwe school.”
Hij is jullie zoon maar hij heeft ook een rol, een functie in de podcast.
„Het is een beetje koorddansen. Ik zet bijvoorbeeld geen foto’s van hem op het Instagram-account van de podcast. Hij moet zijn eigen leventje leiden, maar hij is wel deel van ons avontuur. Ik interview hem niet over zijn zielenroerselen, maar die ‘Weetjes’, dat is echt Wiek, hij is heel gretig naar kennis. Ik probeer het op een natuurlijke manier te doen, hij moet zich niet opgelaten voelen.
„Die weetjes plukt hij van Het Klokhuis, of Freek in het wild. Sinds de kerstvakantie is hij helemaal los in het Engels. Geweldig om te horen als hij hier met een vriendje is. Totaal geen zorgen over grammatica of werkwoordstijden. Van mijn moeder kreeg hij een reisdagboekje en toen we aan het wandelen waren, schreef hij daarin, nu ook in het Engels.”
Paulien is je vrouw en een personage. Lastige combinatie?
„We hebben al veel dingen samen gemaakt. Eigenlijk zijn we gewoon onszelf.”
Kun je nog terug naar de oude ‘Man met de microfoon’ of ‘Een grote bruine envelop’?
„Dat weet ik niet. Ik wil niks forceren. Juist dan ontstaat vaak vanzelf iets nieuws. Toen ik van De bruine envelop een aparte podcast had gemaakt, vond ik dat er ook in de Man met de microfoon iets nieuws moest komen en dat werd iets heel simpels, de miniromcoms, die vanzelf sprankelden. Het is net als met sport: je presteert het best als je ontspannen bent. Maar ja, vind die ontspanning maar eens.”
Dus?
„Ik zeg altijd tegen mezelf: ga onder de mensen, Chris, dan ben je het gelukkigst. En dat doe ik nu niet echt. Dus: ik ben benieuwd of dat nog gaat gebeuren. De drang blijft groot. Ik zoek de balans tussen op pad zijn en lekker thuis in mijn eentje zitten monteren. Maar om dat te kunnen doen, moet ik dus wel op pad en onder de mensen.”
En dat maakt het leven de moeite waard?
„Zo is het.”
Ben je nu los van Nederland?
„Tot de kerstvakantie waren we heel erg in Sheffield. Maar toen waren we even terug en trekt Nederland alweer aan mij. Wat wil ik hier nog doen? Zo snel. Helaas.”
Wat zul je straks missen?
„De vrienden die we hier gemaakt hebben. Verder is het een gewone stad en dat maakt het zo leuk. Er komt geen toerist, want er zijn hier geen hoogtepunten. Het enige hoogtepunt is al die natuur zo dichtbij. De wandelingen zal ik erg missen.”