Chinese regeringspartij royeert oud-ministers onder het mom van corruptiebestrijding

De Chinese oud-minister van defensie Wei Fenghe en zijn opvolger Li Shangfu zijn binnenkort geen lid meer van de Communistische Partij van China (CPC). Het politbureau van de partij royeerde de twee mannen donderdag wegens „zware overtreding van de partijdiscipline en de wet”, een vaker gebruikt eufemisme voor corruptie. Dat meldt het Chinese staatspersbureau Xinhua.

In twee vrijwel identieke berichten schrijft Xinhua dat Wei verdacht wordt van het aannemen van smeergeld. Li zou zowel smeergeld hebben ontvangen als aangeboden.

De royementen moeten nog formeel worden aangekondigd. Dat gebeurt naar verwachting tijdens de aankomende plenaire sessie van de CPC, die plaatsvindt van 15 tot 18 juli. Wel heeft de CCP het onderzoek naar de twee mannen al overgedragen aan de krijgsmacht.

Sinds vorig jaar lijkt er sprake van een heuse zuivering aan de Chinese militaire top. Elf generaals moesten het veld al ruimen wegens corruptie; zeker vier directeuren van lucht- en ruimtevaartbedrijven trof hetzelfde lot. In een toespraak op 19 juni zei president Xi Jingping dat er „diepgewortelde problemen” bestaan in de werkstijl en discipline van de krijgsmacht. Eerder raakte ook minister van Buitenlandse Zaken Qin Gang een tijdje vermist. Volgens The Wall Street Journal zou hij zijn ontslagen wegens een affaire en een buitenechtelijk kind.