China worstelt met onvoorspelbare buurman Noord-Korea

In Moskou onthulden de Noord-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken Choe Son-hui en haar Russische ambtgenoot Sergej Lavrov vorige week een plaquette die herinnert aan het bezoek van Kim Il-sung in 1949, volgens Lavrov het begin van een „intieme vriendschap”. In de Chinese havenstad Dalian werd eerder dit jaar juist stilletjes een gedenkplek verwijderd, gewijd aan de strandwandeling die de Chinese leider Xi Jinping daar in 2018 maakte met zijn Noord-Koreaanse collega, „kameraad voorzitter” Kim Jong-un.

Het tekent de veranderende onderlinge verhoudingen van de drie landen, in het Chinees – Noord-Koreaanse Vriendschapsjaar 2024 dat tot dusverre weinig feestelijk verloopt. De twee landen vieren 75 jaar diplomatieke betrekkingen, maar de toenadering tussen Pyongyang en Moskou leidt tot een stille verwijdering tussen Noord-Korea en zijn belangrijkste andere partner China, die worstelt met het onvoorspelbare buurland dat de stabiliteit in Oost-Azië in de waagschaal legt door openlijke militaire steun aan de Russische oorlog in Oekraïne.

Er waren al meer haarscheurtjes zichtbaar. Toen China met Japan en Zuid-Korea in mei opriep tot ‘denuclearisering’ van het Koreaanse schiereiland, noemde Pyongyang dat een „grove politieke provocatie” en lanceerde een militaire spionagesatelliet. En bij de herdenking van het einde van de Korea-oorlog in Pyongyang liet de Chinese ambassadeur verstek gaan.

‘As van Opschudding’

Hoewel de relatie tussen China en Noord-Korea altijd woelig is, zijn ze nauwe bondgenoten. China schoot Kim Il-sung te hulp in de Korea-oorlog, Noord-Korea is het enige land waarmee China een wederzijds defensiepact heeft, en de Volksrepubliek is goed voor meer dan 90 procent van de buitenlandse handel van Noord-Korea.

Samen met Rusland en Iran worden de twee in westerse analyses gerekend tot de ‘As van Opschudding’(Axis of Upheaval) – een informeel verbond van autocratische landen die samenwerken om de door het Westen gedomineerde wereldorde te ondermijnen. Iran en Noord-Korea steunen de oorlog in Oekraïne met wapens en munitie, en Pyongyang nu ook met manschappen. China levert geen wapens, maar de NAVO noemde de Chinese uitvoer naar Rusland van machineonderdelen, chips en andere componenten voor wapentuig „beslissend”.

Maar dat beide landen de Russische oorlog al dan niet openlijk steunen, wil niet zeggen dat China blij is met de groeiende Noord-Koreaanse rol. Na onder meer raketten en miljoenen artilleriegranaten heeft Noord-Korea de afgelopen weken ook duizenden militairen naar Rusland gestuurd die worden ingezet in de Russische grensregio Koersk en mogelijk ook aan het front in Oekraïne zelf.


Lees ook

Stuurt Moskou Noord-Koreaanse militairen als ‘kanonnenvoer’ naar het front in Oekraïne?

De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un woont een artillerie-oefening bij op een onbekende datum en plaats in Noord-Korea, op een foto die is vrijgegeven door het Noord-Koreaanse staatspersbureau KCNA.

Het Westen ziet daarin een „ernstige escalatie”, zoals NAVO-chef Mark Rutte het verwoordde, maar Beijing is zwijgzaam over de uitzending. Op aanhoudende vragen van buitenlandse journalisten tijdens hun dagelijkse persconferenties van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken klinken korte, steeds geïrriteerdere antwoorden: „We hebben China’s standpunt meer dan eens uiteengezet. We hebben daar geen informatie over en onze opvatting over de crisis in Oekraïne is duidelijk en consistent.”

Lastige partner

Niet verrassend, vindt China-kenner Frans-Paul van der Putten, onder meer verbonden aan instituut Clingendael: China geeft nooit commentaar op betrekkingen tussen andere landen. Maar het is duidelijk dat Beijing worstelt met de steeds inniger banden tussen Noord-Korea en Rusland, die zorgen dat China er invloed verliest. „Noord-Korea is voor China een strategische, maar ook lastige partner, die herhaaldelijk heeft laten merken niet ondergeschikt te willen zijn. Sinds de oorlog in Oekraïne heeft China ook zo’n relatie met Rusland: een lastige partner die China niet kan laten vallen. En nu gaan die twee met elkaar samenwerken buiten China om.” In juni sloten ze een onderling defensieverdrag.



Net als het Westen maakt China zich bovendien zorgen over de militaire technologie die Noord-Korea als wederdienst van Rusland zou krijgen. „Als Zuid-Korea reageert door nog nauwer te gaan samenwerken met de Verenigde Staten, kan dat gevolgen hebben voor het regionale machtsevenwicht”, denkt Van der Putten. China kijkt met argusogen naar militaire toenadering tussen de VS, Zuid-Korea en Japan, die het ervan beticht een soort Oost-Aziatische „mini-NAVO” te vormen. Noord-Koreaanse bemoeienis met een oorlog op Europees grondgebied kan ook Europese landen nauwer bij dat initiatief betrekken.

Inlichtingensamenwerking

Westerse landen hopen van het Chinese ongemak te profiteren. Vorige week sprak de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Kurt Campbell urenlang met Chinese diplomaten in de woning van ambassadeur Xie Feng in Washington, meldde The New York Times. De hoop is dat Beijing zijn invloed aanwendt om Noord-Korea in te dammen.

De Amerikaanse analist Dennis Wilder, die zich bij de CIA en als adviseur van het Witte Huis jarenlang met Oost-Azië bezighield, ziet daar kansen voor. „Noord-Korea’s status als vazalstaat van China roept vragen op over China’s medeplichtigheid”, schrijft hij in een artikel voor de denktank CSIS. Die zal China volgens hem graag wegnemen. Hij ziet zelfs ruimte voor uitwisseling van inlichtingen tussen China en de VS over Noord-Korea, zoals de twee eind jaren zeventig deden over het raketprogramma van de Sovjet-Unie. Voor Beijing zou dat alleen al aantrekkelijk zijn „om zorgen over de As van Opschudding te dempen”.

Van der Putten denkt dat voor zo’n samenwerking eerst meer onderling vertrouwen moet ontstaan, hoewel dat sinds de ontmoeting tussen Xi en Biden vorig jaar is toegenomen. Beide landen herstelden toen de onderlinge militaire communicatie, die lang stil lag. „Als de Amerikanen bereid zijn de druk op China wat af te laten nemen om ruimte te scheppen voor strategische samenwerking op deelgebieden, zou dat best effect kunnen hebben.”

Dan zou het Westen volgens Van der Putten een kans hebben om China uit de as van opschudding los te weken. „Hier kan een basis gelegd worden voor wat meer fundamentele langetermijnsamenwerking om destabilisering door landen als Noord-Korea en Rusland binnen de perken te houden.”