Opnieuw zet de Chinese regering tientallen miljarden euro’s klaar om de eigen chipsector te stimuleren. China stopt 44 miljard euro in een fonds dat vooral gaat investeren in Chinese bedrijven die apparatuur maken voor chipfabrikanten, bijvoorbeeld chipmachines.
Het is een nieuwe poging van president Xi Jinping om minder afhankelijk te worden van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten als het om chips gaat. In 2014 en 2019 investeerde het fonds al tientallen miljarden euro’s in Chinese chipfabrieken.
„Beijing is nu nog zeer afhankelijk van de VS en zijn bondgenoten,” zegt Joris Teer van het European Union Institute for Security Studies (EUISS). „China geeft zelfs meer geld uit aan de import van halfgeleiders dan aan de import van olie. Xi Jinping vreest dat de VS handelsstromen afknijpen, bijvoorbeeld als er een militair conflict plaatsvindt rondom Taiwan.”
De VS willen op hun beurt juist voorkomen dat China zelfstandiger wordt als het om chips gaat. De Amerikaanse president Joe Biden kondigde in 2022 exportrestricties af voor westerse bedrijven die technologie aan China verkopen waarmee geavanceerde chips kunnen worden gemaakt. De Amerikaanse regering zet sindsdien ook bondgenoten Zuid-Korea, Taiwan, Nederland en Japan onder druk om geen geavanceerde chiptechnologie aan China te leveren. De Veldhovense fabrikant van chipmachines ASML merkte daarvan de gevolgen: het bedrijf mag zijn meest geavanceerde machines niet meer naar China exporteren.
De Amerikaanse regering wil China technologisch afremmen om zelf militair superieur te blijven. Chips worden niet alleen gebruikt in consumentenproducten als mobiele telefoons maar ook in wapens en militaire apparatuur. Tegelijkertijd willen de VS zélf ook minder afhankelijk worden van geavanceerde chips uit Azië. Door chipbedrijven subsidies en belastingvoordelen te geven hopen de VS op eigen grond veel meer chips te gaan produceren.
De economische strijd tussen China en de VS zorgt inmiddels voor een subsidiewedloop. Want ook de Europese Unie wil „strategisch autonoom” worden en in 2030 20 procent van de chips in de wereld maken. Ook de EU trekt miljarden euro’s aan subsidie uit om een eigen chipindustrie op te zetten. In Duitsland bouwen de Amerikaanse chipfabrikant Intel en de Taiwanese chipfabrikant TSMC inmiddels met behulp van subsidies fabrieken.
China gaf inmiddels al veel meer geld uit dan de VS en de EU, zegt Teer. Vóórdat dit nieuwe fonds werd opgericht al zo’n 140 miljard dollar, schat persbureau Bloomberg. De VS hebben pakweg 110 miljard dollar aan subsidies, gunstige leningen en belastingvoordelen uitgegeven en klaargezet. De EU komt uit op zo’n 46 miljard dollar, volgens Bloomberg.
Wat bereikt China met die miljarden? China heeft inmiddels wel veel chipfabrieken, maar in het maken van geavanceerde chips is het nog niet zo bedreven als Zuid-Korea en Taiwan.
„De afgelopen jaren is gebleken dat het nog niet zo makkelijk is om een eigen chipsector op te richten”, zegt Frans-Paul van der Putten, Chinakenner en verbonden aan instituut Clingendael. „Er gaat veel geld inzitten en het is China nog niet gelukt hetzelfde niveau te bereiken als westerse landen en hun bondgenoten.” Kijk naar ASML, zegt Van der Putten. „De machines van ASML bestaan uit veel onderdelen en deeltechnologieën die weer door andere Europese bedrijven worden aangeleverd.” Zo’n economisch netwerk bouw je niet zomaar na.
Het is veel moeilijker in chips een eigen industrie op te bouwen dan bijvoorbeeld in zonnepanelen of stekkerauto’s, zegt ook Teer. „ASML-chipmachines behoren tot de meest gecompliceerde systemen die de mensheid ooit gemaakt heeft.”
De exportbelemmeringen van de VS stimuleren China om te blijven subsidiëren, zegt Van Der Putten. „Een onbedoeld effect van de Amerikaanse exportrestricties kan zijn dat Chinese chipmachinemakers nu wél een kans krijgen om te groeien. Tot nu toe kozen ook Chinese chipfabrikanten voor de machines van ASML en die uit Japan. Omdat die simpelweg beter zijn dan de Chinese alternatieven.”
Immense achterstand
Teer ziet een ander risico. „In die chipmachines moet China een immense achterstand inhalen. China loopt meer dan tien jaar achter. Ik zie dat niet snel gebeuren.” Een groter risico is dat China heel dominant wordt in de productie van laagwaardiger chips die ook van groot belang zijn voor westerse landen. „De grootste denkfout die ik vaak zie, is dat het hier gaat om wie de chips met de meeste rekenkracht kan maken. Het is een groter risico dat China dominant wordt in de productie van minder geavanceerde chips die worden gebruikt in MRI-scanners, pacemakers, windmolens op zee, telecommunicatie, gevechtsvliegtuigen en wapens om Rusland af te schrikken. Halfgeleiders zijn het zenuwstelsel van de moderne maakindustrie. Een heel scala aan minder geavanceerde halfgeleiders is onmisbaar voor het functioneren van vitale sectoren en de economie in brede zin.”
In deze economische chipwedloop staat de Europese Unie het zwakst. De EU heeft hele grote delen van de keten niet in handen en moet erg veel opbouwen, volgens Van der Putten. Maar uiteindelijk lukt het ook de VS niet volledig onafhankelijk te worden, denkt Van der Putten.
„De VS willen met partnerlanden bijna de hele productieketen voor chips in handen krijgen. Maar ook de VS blijven afhankelijk van China als het om de kritieke grondstoffen gaat die nodig zijn om chips te maken.” Zoals kobalt en germanium. „De grote spelers blijven afhankelijk van elkaar.”
Lees ook
High-NA: zo bouwt ASML het grootste kopieerapparaat ter wereld. Wie gaat ’m kopen?