Charlotte Dematons schilderde de Pieten uit haar Sinterklaasboek over

Een tekening uit de vernieuwde editie van ‘Sinterklaas’ van Charlotte Dematons.

Een tekening uit de vernieuwde editie van ‘Sinterklaas’ van Charlotte Dematons.

Interview

Charlotte Dematons, illustratrice Jaren was Dematons’ prentenboek ‘Sinterklaas’ uit de handel vanwege de zwarte Pieten. De nieuwe editie heeft huidskleur én dranghekken.

Sinterklaas was uit de tijd geraakt. Zes jaar geleden besloot tekenaar Charlotte Dematons om haar populaire prentenboek Sinterklaas niet meer te laten herdrukken. In 2008 ontving Sinterklaas nog het Gouden Penseel voor het beste geïllustreerde kinderboek en het werd een langlopende bestseller: er zijn in een klein decennium meer dan 200.000 exemplaren verkocht.

Maar in 2017 was de discussie over de kleur van Piet en het racistische stereotype in volle hevigheid losgebarsten. Terwijl Zwarte Piet langzaamaan uit het straatbeeld verdween en de roetveegpiet terrein won, waren de Pieten van Dematons onveranderd zwart – en dat wilde de illustrator niet meer. Het uitverkochte boek werd in de jaren daarna een collector’s item: een tweedehands exemplaar brengt gemakkelijk meer dan honderd euro op.

Deze maandag verschijnt een nieuwe, bewerkte versie van Sinterklaas, met Pieten in alle (huids)kleuren én de nodige moderniseringen. Charlotte Dematons (1957), die in 2020 een bestseller had met haar tekstloze prentenboek Alfabet, schilderde de aanpassingen over haar originelen heen. Alle 40.000 exemplaren van de eerste druk zijn al uitgeleverd naar boekhandels, een tweede druk van 10.000 stuks is onderweg.

Was het destijds een moeilijke beslissing om te stoppen met herdrukken?

„Nee, dat kostte me geen enkele moeite. Ik dacht: Sinterklaas is een feest voor alle kinderen en als er kinderen zijn die er verdriet van ondervinden, dan hebben wij volwassenen het niet goed gedaan. Dus weg ermee, dat was de gedachte. Ik was ook druk bezig aan mijn boek Alfabet, dus ik vond het verder geen probleem.”

Wanneer ging er toch iets kriebelen?

„Als ik in boekhandels was om te signeren, bleven mensen er maar naar vragen: of er niet een update van Sinterklaas kon komen. Maar let wel, dan moest ik het gaan overschilderen. Niet alles opnieuw maken, dat is ondoenlijk en saai. En niet aanpassen op de computer, want zo werk ik niet, ik gebruik verf en kwasten.”

Overschilderen, dat klinkt als iets wat een tekenaar eigenlijk niet wil?

„In principe niet, mijn tekeningen die af zijn verdwijnen in een lade en die lade blijft dicht. Maar nu dacht ik: laat ik tenminste eens kijken. Dat inspireerde me en daar kreeg ik wel lol in. Het was als verhuizen: in een leeg, kaal huis opnieuw beginnen. Een nieuwe kleur op de muren, het plafond opnieuw stukadoren…”

Bijna letterlijk: sommige ruimtes in het huis van Sinterklaas kregen een make-over.

„In het huis had je een grote Pietenkamer, maar Sint is met zijn tijd meegegaan, die heeft nu een horizontale organisatie. Pieten zijn geen knechten meer, maar medewerkers. Dus in die Pietenkamer moest het privé-appartement van de Hoofdpiet komen, met een grijze, gestroomlijnde vloer en strakke muren. De gezellige bankjes zijn naar zolder gegaan en middenin de kamer staat nu een vleugel, die uit het schuurtje kwam en niet in de Pietenflat paste. Dat was te krap en storend vanwege het geluid.”

Ik begrijp het: zo maakte u het monnikenwerk nog een beetje lollig voor uzelf. Maar het probleem was toch de kleur van de Pieten?

„Ja, dat was het eerste wat ik moest oplossen. Maar hoe? Met roetvegen? Maar Sint en de Pieten wonen het hele jaar in Spanje, en die Pieten zitten niet onder de roetvegen als ze ’s ochtends opstaan en zich wassen. Dus ik redeneerde: haalt men de verf van het gezicht af, dan houdt men de oorspronkelijke tint over. Zoals in het gewone leven, zijn er Pieten in alle tinten, van heel lichtroze naar heel donkerbruin.”

Uw Pieten hebben een huidskleur, maar geen neus, waarom is dat? In het trainingscentrum voor hulppieten zie je beneusde mannen en vrouwen naast neusloze Pieten.

„Die neuzen ontbraken altijd al, om duidelijk te maken dat Pieten geen mensen zijn, maar personages. Ga maar na: op het moment dat je die pet met die veer op je hoofd zet, ben je Piet. Kinderen aanvaarden dat meteen. En Piet is geen hij of zij, maar onzijdig. Daarom heb ik ook die nieuwe tekening toegevoegd, van de training voor hulppieten. Daar kan iedereen Piet worden.”

Charlotte Dematons.
Foto Sanne de Wolf

Wilde u het boek de veranderde tijden laten weerspiegelen?

„Dat ging vanzelf, we zijn zestien jaar verder, dus er is gewoon veel veranderd. Mensen rijden op elektrische fietsen, in Spanje zijn er met EU-geld mooie geasfalteerde wegen en rotondes aangelegd. En Sinterklaas inspecteert de hulpsinten niet meer met vier maar met acht Pieten, en die hebben allemaal een beveiligingscursus gevolgd. Tijdens de intocht staan de kinderen achter dranghekken.”

Zit er maatschappijkritiek in zulke details?

„Het is niet bewust iets negatiefs, maar zo gaan we nu met elkaar om. Ik teken hoe het is.”

U gaf dit boek in eigen beheer uit, voor het eerst. Waarom was dat?

„Ik wilde dat hele uitgeefproces weleens meemaken. En zelf alle keuzes maken: er zit nu bijvoorbeeld een krant bij, dus die moest apart gedrukt en ingestoken worden. Nu had ik dankzij Alfabet een mooie bankrekening ontwikkeld, dus ik kon ervoor kiezen om die kosten toch te maken. Het is mijn cadeau voor de lezer.”

U besloot om dit jaar maximaal 50.000 boeken te drukken. Waarom?

„Dat leek me zat. En als je nog wilt bij drukken, moet je nu al papier inkopen. Voor het boek dan gereed is, is het Sinterklaasseizoen voorbij. We zien volgend jaar wel verder.”

En tekeningen updaten, gaat u dat vaker doen?

„Nou, het beviel me heel goed. Voor Alfabet heb ik nog geen plannen, maar Nederland, uit 2012, moet misschien ook in de steigers. We zijn intussen met veel meer mensen, meer mobieltjes, meer mensen die met mobieltjes achter hun kinderwagen lopen… Maar niet grootscheeps, want veel gebouwen zijn niet veranderd, de Peperbus in Zwolle staat er gewoon nog.”