Charlie Hebdo blijft lachen, maar nu vanaf een geheime locatie

Een man lacht zijn tanden bloot, ook al zit hij op de loop van een kalasjnikov – een kogel zou van staart tot kop door hem heen gaan. Hij lacht, want in zijn handen heeft hij een komisch blad. „Charlie Hebdo, onverwoestbaar”, lezen de herkenbare, dikke letters op de voorpagina. De cartoon-met-Droste-effect vormt de voorpagina van een speciale editie van Charlie Hebdo, die dinsdag uitkomt: precies tien jaar na de bloedige aanslag op de redactie van het satirische weekblad.

Voorpagina van speciale editie die dinsdag uitkomt.
Foto Handout Charlie Hebdo/AFP

„De wens om te lachen zal nooit verdwijnen”, belooft directeur en overlevende Laurent ‘Riss’ Sourisseau (58) in de speciale uitgave. Daarin staan ook de winnende tekeningen van een wedstrijd die het weekblad uitschreef. „Maak de grappigste en gemeenste karikatuur over god”, luidde de opdracht – het blad ontving 350 inzendingen. Het is Charlie Hebdo ten voeten uit: vrolijk, prikkelend, tegendraads. Voor sommigen hilarisch, voor anderen diep beledigend.

Toch is er wel degelijk iets veranderd. Charlie Hebdo zegt onverwoestbaar te zijn, maar de aanslag sloeg in als een meteoriet en laat nog steeds zijn sporen na.

Trauma’s en beveiliging

Op 7 januari 2015 vermoordden de geradicaliseerde broers Chérif en Saïd Kouachi twaalf mensen, van wie acht redactieleden, een medewerker van het pand, een gast en twee agenten. De aan Al-Qaida gelieerde terroristen wilden de profeet Mohammed wreken, die onderwerp was geweest van in hun ogen beledigende cartoons in Charlie Hebdo. Dezelfde week vermoordde een handlanger van de Kouachi’s nog vier mensen, onder meer bij een joodse supermarkt aan de rand van Parijs. De drie terroristen werden uiteindelijk doodgeschoten door de politie.

De kunstenaar Christian Guemy maakte vlakbij de oude Charlie Hebdo-redactie een eerbetoon voor de slachtoffers.
Foto J-F Rollinger/AFP

Na de aanslag verdween in één klap meer dan de helft van de aandeelhouders van Charlie Hebdo, evenals toonaangevende cartoonisten als ‘Charb’, de 47-jarige Stéphane Charbonnier. De rest van de redactie bleef getraumatiseerd achter. Zo vertelde cartoonist Corinne ‘Coco’ Rey (42) aan Le Monde dat „7 januari me altijd blijft achtervolgen”. Directeur Riss zegt in een podcast van France Inter dat het verlies van zijn collega’s voelt „als een amputatie”. „Je beseft dat ze onderdeel van je waren.” De vorig jaar overleden webmaster Simon Fieschi (40) zei eerder dat het zijn van een terrorisme-slachtoffer – hij raakte bij de aanslag ernstig gewond – „een fulltime baan is”.

Hierbij speelt mee dat de dreiging niet is verdwenen. Vanwege aanhoudende dreigementen uit vooral radicaal-islamitische hoek werkt de redactie van Charlie Hebdo sinds de aanslag op een zwaar beveiligde, geheime locatie – zonder ramen en vol versterkte deuren. Ieder moment zijn zeventig à tachtig agenten bezig met de beveiliging van de redactie en haar leden. Sommige (oud-)medewerkers hebben constante politiebeveiliging.

Vijf jaar na ‘Charlie Hebdo’ groeit druk op Franse pers

Hoofdredacteur Gérard Biard zei tegen BFM TV dat „je niet meer kunt improviseren, zeggen: het is lekker weer, dus ik loop even naar de bakker”. Cartoonist Coco zei tegen Le Monde inmiddels een ‘team’ te vormen met haar beveiligers, die onder meer mee gaan op reportage. „Het is triest om te zeggen dat cartoonisten beschermd moeten worden om zich te kunnen uiten, maar we (…) kunnen niet doen alsof 7 januari niet heeft bestaan.”

Het is een treurig hoogtepunt van de steeds verder opgeschroefde beveiliging van de redactie de afgelopen twintig jaar. In 2006 kreeg de redactie voor het eerst extra beveiliging, ook toen vanwege de publicatie van Mohammed-cartoons. In 2011 werd de redactie in brand gestoken in reactie op een uitgave genaamd ‘Charia Hebdo’. In 2013 publiceerde Al-Qaida de naam van Charb op een lijst met te doden westerlingen die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan „misdaden tegen de islam” – de broers Kouachi waren expliciet naar deze cartoonist op zoek.

Een karikatuur van president Macron, in 2023 tijdens een protest tegen Charlie Hebdo aangebracht op de Franse ambassade in Teheran.
Foto Morteza Nikoubaz / NurPhoto via AFP

In 2020 bleek nog maar eens hoe reëel de dreiging is, toen een Pakistaan twee mensen neerstak voor de deur van het voormalige redactiegebouw omdat hij vond dat medewerkers van Charlie Hebdo schuldig zouden zijn aan heiligschennis en moesten sterven. Hij wist niet dat de redactie verhuisd was en de slachtoffers, die overleefden, niet voor het blad werkten.

Werkwijze onveranderd

Ondanks de dreigingen hervatte de redactie de werkzaamheden een week na de aanslag in 2015. Sindsdien gaan ze met dezelfde toon en werkwijze door. Aanvankelijk gesteund door heel Frankrijk: na het bloedbad gingen vier miljoen Fransen de straat op om hun steun aan het blad uit te spreken en vrijheid van meningsuiting te bepleiten. Wereldwijd veranderden talloze mensen hun profielfoto in het zwart-witte plaatje Je Suis Charlie. Het aantal Charlie Hebdo-abonnees steeg van 15.000 tot 260.000.

Samuel Paty werd onthoofd nadat hij in zijn klaslokaal een spotprent met de profeet Mohammed toonde

Maar tien jaar later is dat aantal weer ingezakt tot 31.000 abonnees. Onder de jongere generaties is Charlie Hebdo minder populair, zien medewerkers van het blad. Journalist Martin Lom (20) zegt bij BFM TV in gesprekken met leeftijdsgenoten te zien dat „de boodschap van Charlie helemaal niet meer begrepen wordt. De jeugd is meer bezig met het vrij kunnen belijden van het geloof dan met (…) vrijheid van meningsuiting.”

Daarom bezoeken Lom en andere werknemers scholieren in heel Frankrijk om uitleg te geven over de aanslag, de ideeën van ‘Charlie’ en het belang van vrijheid van meningsuiting. Ook de regio Île-de-France, rondom Parijs, heeft een „pedagogische operatie” aangekondigd om kinderen te informeren. En dinsdag zal in de Franse hoofdstad middels sobere ceremonies worden stilgestaan bij de slachtoffers van de terreur die het blad en de rest van Parijs tien jaar geleden ten deel viel. Dat zal gepaard gaan met flinke politie-aanwezigheid.