Een man lacht zijn tanden bloot, ook al zit hij op de loop van een kalasjnikov – een kogel zou van staart tot kop door hem heen gaan. Hij lacht, want in zijn handen heeft hij een komisch blad. „Charlie Hebdo, onverwoestbaar”, lezen de herkenbare, dikke letters op de voorpagina. De cartoon-met-Droste-effect vormt de voorpagina van een speciale editie van Charlie Hebdo, die dinsdag uitkomt: precies tien jaar na de bloedige aanslag op de redactie van het satirische weekblad.
„De wens om te lachen zal nooit verdwijnen”, belooft directeur en overlevende Laurent ‘Riss’ Sourisseau (58) in de speciale uitgave. Daarin staan ook de winnende tekeningen van een wedstrijd die het weekblad uitschreef. „Maak de grappigste en gemeenste karikatuur over god”, luidde de opdracht – het blad ontving 350 inzendingen. Het is Charlie Hebdo ten voeten uit: vrolijk, prikkelend, tegendraads. Voor sommigen hilarisch, voor anderen diep beledigend.
Toch is er wel degelijk iets veranderd. Charlie Hebdo zegt onverwoestbaar te zijn, maar de aanslag sloeg in als een meteoriet en laat nog steeds zijn sporen na.
Trauma’s en beveiliging
Op 7 januari 2015 vermoordden de geradicaliseerde broers Chérif en Saïd Kouachi twaalf mensen, van wie acht redactieleden, een medewerker van het pand, een gast en twee agenten. De aan Al-Qaida gelieerde terroristen wilden de profeet Mohammed wreken, die onderwerp was geweest van in hun ogen beledigende cartoons in Charlie Hebdo. Dezelfde week vermoordde een handlanger van de Kouachi’s nog vier mensen, onder meer bij een joodse supermarkt aan de rand van Parijs. De drie terroristen werden uiteindelijk doodgeschoten door de politie.
Na de aanslag verdween in één klap meer dan de helft van de aandeelhouders van Charlie Hebdo, evenals toonaangevende cartoonisten als ‘Charb’, de 47-jarige Stéphane Charbonnier. De rest van de redactie bleef getraumatiseerd achter. Zo vertelde cartoonist Corinne ‘Coco’ Rey (42) aan Le Mondedat „7 januari me altijd blijft achtervolgen”. Directeur Riss zegt in een podcast van France Inter dat het verlies van zijn collega’s voelt „als een amputatie”. „Je beseft dat ze onderdeel van je waren.” De vorig jaar overleden webmaster Simon Fieschi (40) zei eerder dat het zijn van een terrorisme-slachtoffer – hij raakte bij de aanslag ernstig gewond – „een fulltime baan is”.
Hierbij speelt mee dat de dreiging niet is verdwenen. Vanwege aanhoudende dreigementen uit vooral radicaal-islamitische hoek werkt de redactie van Charlie Hebdo sinds de aanslag op een zwaar beveiligde, geheime locatie – zonder ramen en vol versterkte deuren. Ieder moment zijn zeventig à tachtig agenten bezig met de beveiliging van de redactie en haar leden. Sommige (oud-)medewerkers hebben constante politiebeveiliging.
Hoofdredacteur Gérard Biard zei tegen BFM TV dat „je niet meer kunt improviseren, zeggen: het is lekker weer, dus ik loop even naar de bakker”. Cartoonist Coco zei tegen Le Monde inmiddels een ‘team’ te vormen met haar beveiligers, die onder meer mee gaan op reportage. „Het is triest om te zeggen dat cartoonisten beschermd moeten worden om zich te kunnen uiten, maar we (…) kunnen niet doen alsof 7 januari niet heeft bestaan.”
Het is een treurig hoogtepunt van de steeds verder opgeschroefde beveiliging van de redactie de afgelopen twintig jaar. In 2006 kreeg de redactie voor het eerst extra beveiliging, ook toen vanwege de publicatie van Mohammed-cartoons. In 2011 werd de redactie in brand gestoken in reactie op een uitgave genaamd ‘Charia Hebdo’. In 2013 publiceerde Al-Qaida de naam van Charb op een lijst met te doden westerlingen die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan „misdaden tegen de islam” – de broers Kouachi waren expliciet naar deze cartoonist op zoek.
In 2020 bleek nog maar eens hoe reëel de dreiging is, toen een Pakistaan twee mensen neerstak voor de deur van het voormalige redactiegebouw omdat hij vond dat medewerkers van Charlie Hebdo schuldig zouden zijn aan heiligschennis en moesten sterven. Hij wist niet dat de redactie verhuisd was en de slachtoffers, die overleefden, niet voor het blad werkten.
Werkwijze onveranderd
Ondanks de dreigingen hervatte de redactie de werkzaamheden een week na de aanslag in 2015. Sindsdien gaan ze met dezelfde toon en werkwijze door. Aanvankelijk gesteund door heel Frankrijk: na het bloedbad gingen vier miljoen Fransen de straat op om hun steun aan het blad uit te spreken en vrijheid van meningsuiting te bepleiten. Wereldwijd veranderden talloze mensen hun profielfoto in het zwart-witte plaatje Je Suis Charlie. Het aantal Charlie Hebdo-abonnees steeg van 15.000 tot 260.000.
Maar tien jaar later is dat aantal weer ingezakt tot 31.000 abonnees. Onder de jongere generaties is Charlie Hebdo minder populair, zien medewerkers van het blad. Journalist Martin Lom (20) zegt bij BFM TV in gesprekken met leeftijdsgenoten te zien dat „de boodschap van Charlie helemaal niet meer begrepen wordt. De jeugd is meer bezig met het vrij kunnen belijden van het geloof dan met (…) vrijheid van meningsuiting.”
Daarom bezoeken Lom en andere werknemers scholieren in heel Frankrijk om uitleg te geven over de aanslag, de ideeën van ‘Charlie’ en het belang van vrijheid van meningsuiting. Ook de regio Île-de-France, rondom Parijs, heeft een „pedagogische operatie” aangekondigd om kinderen te informeren. En dinsdag zal in de Franse hoofdstad middels sobere ceremonies worden stilgestaan bij de slachtoffers van de terreur die het blad en de rest van Parijs tien jaar geleden ten deel viel. Dat zal gepaard gaan met flinke politie-aanwezigheid.
Wat weegt zwaarder: de nationale veiligheid of de vrijheid van meningsuiting? Over die vraag buigt het Amerikaanse Hooggerechtshof zich de komende dagen tijdens een hoorzitting over het aanstaande verbod van TikTok in de Verenigde Staten. Het Amerikaanse Congres nam in april met overgrote meerderheid een wet aan die stelt dat de populaire app van het Chinese bedrijf ByteDance aan een niet-Chinees bedrijf verkocht moet worden, of anders verboden moet worden. De reden is dat app wordt gezien als een bedreiging voor de nationale veiligheid omdat gevoelige gebruikersdata in handen zouden kunnen vallen van de Chinese overheid – wat TikTok en moederbedrijf ByteDance ontkennen.
Om te voorkomen dat de wet op 19 januari van kracht wordt, is TikTok naar het Hooggerechtshof gestapt. Volgens het bedrijf vormt het verbod een ernstige schending van de vrijheid van meningsuiting. Ruim 170 miljoen Amerikanen gebruiken TikTok. De app, die is ontwikkeld voor het maken en delen van korte filmpjes, is vooral populair onder jongeren. Niet alleen wegens de vrolijke dansvideo’s waarmee TikTok groot is geworden. Inmiddels haalt zo’n 17 procent van de volwassen Amerikanen ook nieuws van de app. En dan zijn er nog miljoenen Amerikanen die geld verdienen met TikTok door content te creëren, reclame te maken voor hun bedrijf, of producten te verkopen.
Niet alleen TikTok zelf vecht het dreigende verbod aan. Acht Amerikaanse content creators, onder wie een veehouder uit Texas die in een TikTok-reclame figureerde, een persoon uit Arizona die TikTok gebruikt om lhbti-kwesties onder de aandacht te brengen, en een ondernemer die huidverzorgingsproducten verkoopt op TikTok, hebben in mei een rechtszaak aangespannen tegen de Amerikaanse regering. Net als het bedrijf zelf, in een eerder aangespannen rechtszaak, beroepen zij zich op het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet, waarin de vrijheid van meningsuiting is verankerd. Om hun bezwaren te horen heeft het Hooggerechtshof een hoorzitting ingelast, ruim een week voor het verbod zou ingaan.
1 Wat kunnen we van de hoorzitting verwachten?
Op 10 januari zullen zowel advocaten van TikTok als van het ministerie van Justitie een pleidooi houden voor het Hooggerechtshof. TikTok zal zich beroepen op de vrijheid van meningsuiting, die breed gedefinieerd wordt in de VS. Het Hooggerechtshof heeft in eerdere rechtszaken die betrekking hadden op media en de vrijheid van meningsuiting, herhaaldelijk geoordeeld dat de overheid niet mag voorschrijven wat mediabedrijven wel en niet mogen publiceren of hoe die bedrijven redactionele beslissingen nemen. In die zin lijken TikTok en de content creators een sterke uitgangspositie te hebben voor de hoorzitting.
Toch verwachten veel experts dat TikTok de zaak gaat verliezen. Want het vonnis van het hof van beroep in december in dezelfde zaak wordt gezien als een belangrijke graadmeter. De rechters stelden TikTok toen op alle punten in het ongelijk, en oordeelden dat de nationale veiligheid zwaarder weegt dan de vrijheid van meningsuiting. Volgens het hof is het TikTok-verbod gerechtvaardigd door twee „dwingende nationale veiligheidsbelangen”: verhindering van de „pogingen van de Chinese overheid om gegevens van en over personen in de Verenigde Staten te verzamelen” en bestrijding van het gevaar dat de Chinese overheid „heimelijk inhoud op TikTok manipuleert”.
De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. De Amerikaanse overheid heeft in het verleden vaker pogingen gedaan om andere landen uit te sluiten van Amerikaanse communicatie. Neem de radiowet van 1912, die alleen Amerikaanse burgers of bedrijven toestond om een radiolicentie te verkrijgen. Zoals het ministerie van Justitie schrijft in zijn verdediging van het TikTok-verbod: „Het eerste amendement zou niet van onze natie hebben verlangd dat zij tijdens de Koude Oorlog Sovjet-eigendom en -controle van Amerikaanse radiostations zou hebben getolereerd, en het vereist ook niet dat we het eigendom en de controle over TikTok door een buitenlandse tegenstander tolereren”.
2 Vormt TikTok daadwerkelijk een veiligheidsrisico?
Veel Amerikanen zullen zich moeilijk kunnen voorstellen dat TikTok een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Ze gebruiken immers allerlei apps, ook van Amerikaanse techbedrijven, die net zo goed gebruikersgegevens verzamelen. En die platforms kunnen hun gegevens ook verkopen aan bedrijven die handelen in data, waarna ze kunnen worden doorverkocht aan China. In die zin lijkt het TikTok-verbod enigszins arbitrair. Het Amerikaanse Congres is zich bewust van deze loophole, en heeft daarom tegelijkertijd met het TikTok-verbod een wet aangenomen die de verkoop van Amerikaanse gebruikersgegevens aan landen als China verbiedt.
De meeste Amerikanen zijn niet zo interessant voor de Chinese inlichtingendiensten. Die zullen vooral geïnteresseerd zijn in ambtenaren die belangrijke posities bekleden binnen de overheid, of managers van grote bedrijven die zaken doen met de overheid. Op basis van hun data kunnen inlichtingendiensten een dossier opbouwen voor spionage of chantage. Ook zijn er zorgen dat China TikTok kan gebruiken om de nieuwsvoorziening van Amerikanen te manipuleren in het geval van een internationale crisis, zoals een oorlog tussen China en de VS om Taiwan.
TikTok zal tijdens de hoorzitting betogen dat het geen bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Allereerst omdat het een Amerikaans bedrijf is. De Chinese tegenhanger van het platform heet Douyin. Beiden zijn ontwikkeld door het Chinese techbedrijf ByteDance. Formeel heeft ByteDance geen banden met de Chinese overheid. En de Amerikaanse autoriteiten hebben ook nooit publiekelijk bewezen dat TikTok Amerikaanse gebruikersgegevens heeft doorgespeeld aan de Chinese overheid. Om het vertrouwen van Washington te winnen, heeft TikTok bovendien een datacentrum gebouwd in Texas, waar alle Amerikaanse gegevens zijn opgeslagen.
Maar als het erop aankomt, zeggen critici, zal geen locatie, barrière of procedure de Chinese overheid ervan weerhouden om controle uit te oefenen op TikTok. Want China is een autoritaire politiestaat waar de wil van president Xi wet is. De enige manier om te voorkomen dat de Chinese overheid invloed kan uitoefenen, menen zij, is dat ByteDance zijn Amerikaanse dochter afstoot. Uiteindelijk is de vraag hoe het Amerikaanse Hooggerechtshof de risico’s voor de nationale veiligheid inschat. Een meerderheid van het Congres wilde geen enkel risico nemen met TikTok, en lagere rechtbanken waren niet bereid om tegen het Congres in te gaan.
Lees ook
Huis van Afgevaardigden wil dat TikTok in Amerikaanse handen komt – of sluit
3 Welke rol speelt Donald Trump?
Aankomend president Trump, die op 20 januari geïnaugureerd wordt, speelt in dit dossier een opmerkelijke hoofdrol. Hij was aanvankelijk juist een prominente aanjager van een verbod op TikTok. In augustus 2020 tekende hij een decreet dat ByteDance dreigde met sancties als het bedrijf zijn Amerikaanse belangen niet zou afstoten. Het decreet waarschuwde dat de enorme hoeveelheid data die TikTok verzamelt „de Chinese Communistische Partij toegang dreigt te geven tot de persoonsgegevens van Amerikanen, waardoor China mogelijk de locaties van ambtenaren en contractanten kan volgen, en dossiers over hen kan samenstellen voor chantage en bedrijfsspionage”.
Trumps poging om TikTok te verbieden werd geblokkeerd door een rechter, die oordeelde dat hij zijn bevoegdheden als president had overschreden. Het Congres moest daarom een nieuwe wet indienen. Ondertussen veranderde Trump van mening. Hij ziet de app nog steeds als een bedreiging voor de nationale veiligheid, maar zegt tegelijkertijd dat „jongeren niet zonder kunnen”. Dit lijkt deels ingegeven door zijn succesvolle verkiezingscampagne onder jongeren, mede dankzij zijn populariteit op TikTok, waar hij 15 miljoen volgers heeft. Trumps draai volgde op een bezoek van de Republikeinse megadonor Jeff Yass, die aandelen ByteDance bezit. Vorige maand diende Trump als amicus curiae een verzoek in bij het Hooggerechtshof om het TikTok-verbod uit te stellen, zodat hij als president de tijd heeft om „een oplossing” te vinden voor het platform, een „uniek medium voor vrijheid van meningsuiting”.
4 Hoe kan een verbod worden voorkomen?
Trump kan op verschillende manieren proberen een TikTok-verbod te voorkomen. Om te beginnen kan hij het Congres vragen om de wet in te trekken. Die kans lijkt klein aangezien een grote meerderheid van de Democratische én Republikeinse partij met de wet heeft ingestemd.
Trump kan ook verklaren dat de wet niet zal worden gehandhaafd. Want hoewel het verbod is gericht tegen TikTok, wordt het juridisch niet afgedwongen via het bedrijf zelf. In plaats daarvan mogen app stores zoals van Apple de app niet langer in het aanbod hebben, en mogen cloud service providers zoals Oracle geen diensten meer leveren aan TikTok. Hierdoor kan het bedrijf niet meer opereren in de VS. In theorie zou Trump Amerikaanse bedrijven als Apple en Oracle ervan kunnen proberen te overtuigen dat de wet niet wordt gehandhaafd. De vraag is of ze hoge boetes zullen riskeren op basis van Trumps woord.
Het verbod kan ook worden afgewend als ByteDance TikTok verkoopt aan een Amerikaanse partij. Het probleem daarbij is dat de Chinese wet verbiedt dat technologie wordt verkocht aan het buitenland. Dat geldt ook voor het algoritme van TikTok, dat wordt beschouwd als beter dan dat van de concurrentie. Al zeggen critici dat niet de wet zal bepalen of TikTok wordt verkocht, maar president Xi. Het is immers een kwestie waarmee grote geopolitiek belangen gemoeid zijn. Wellicht dat de verkoop wel wordt toegestaan als het alleen om het platform en het netwerk gaat, en niet om het algoritme. In het verleden zijn er gesprekken geweest met Oracle en Walmart, die een belangrijk aandeel in TikTok wilden nemen. Onduidelijk was hoe groot de invloed van ByteDance zou blijven.
Als het verbod op 19 januari ingaat zullen Amerikanen de TikTok-app niet meer kunnen downloaden en updaten in de appstores
5 Wat gebeurt er als TikTok wordt verboden?
Als het verbod op 19 januari ingaat, dan zullen Amerikanen de TikTok-app niet meer kunnen downloaden en updaten in de appstores. Mensen die de app al op hun telefoon hebben, kunnen hem nog steeds gebruiken. Misschien is hij wel iets langzamer. In het begin kunnen de gevolgen nog meevallen. De prestaties van de app zullen na verloop van tijd slechter worden omdat gebruikers geen software-updates kunnen downloaden die nieuwe features introduceren of bugs bestrijden. Wie echt wil kan de app ook via VPN blijven gebruiken. Maar dat is voor veel mensen ingewikkeld. TikTok zal hoe dan ook veel gebruikers verliezen.
Het verbod kan gunstig zijn voor concurrerende techbedrijven zoals Alphabet (Google, YouTube) en Meta (Facebook, Instagram, WhatsApp). In reactie op het succes van TikTok hebben zij soortgelijke platformen gelanceerd voor het maken en delen van korte video’s: YouTube Shorts en Instagram Reels. Een deel van de TikTok-gebruikers zal na het verbod mogelijk overstappen naar één van deze alternatieven. Dit zal het marktaandeel van deze techgiganten nog verder vergroten – wat Trump met zijn last minute reddingspoging zegt te willen voorkomen.
Lees ook
Trump wil uitstel TikTok-verbod, dat één dag voor zijn inauguratie ingaat
Onder de microscoop lijken het echt net mondjes, hoewel meer van een vis dan van een mens: de huidmondjes van planten. De ‘lippen’ van elk huidmondje zijn twee banaanvormige sluitcellen aan weerszijden van een porie. Met het blote oog is er niets van te zien, want ze zijn maar 0,01 tot 0,08 millimeter groot. Een gemiddeld blad heeft er zo’n vijfhonderd per vierkante millimeter. Vrijwel alle planten hebben ze, van paardenstaarten, varens en grassen tot madeliefjes en reuzensequoia’s. Maar hoe zit dat bij waterplanten?
Huidmondjes helpen planten en bomen bij de gasuitwisseling. Ze zitten vooral in de bladeren. Overdag gaat koolstofdioxide door de huidmondjes de bladeren in. Met behulp van water en zonlicht maakt de plant daar suikers en zuurstof van: een proces dat fotosynthese heet. De suikers gebruikt hij voor zijn eigen groei en energieopslag. En de zuurstof gaat door de huidmondjes naar buiten, samen met waterdamp.
Bij de meeste landplanten zitten de huidmondjes aan de onderkant van de bladeren. Aan de bovenkant zit vaak een wat dikkere wasachtige laag, de cuticula, die voorkomt dat het blad te veel uitdroogt in de zon. Om diezelfde reden zitten de huidmondjes vooral aan de onderkant van de bladeren: huidmondjes in de schaduw verliezen minder waterdamp.
Heet en droog weer
Om het verlies van waterdamp nog verder te beperken, kan de plant zijn huidmondjes ook dichtdoen. Veel planten doen dat ’s nachts, als er toch geen zonlicht is en er dus geen koolstofdioxide naar binnen hoeft voor de fotosynthese. En ook als het overdag heel heet en droog is, gaan de huidmondjes soms dicht. Dan maar even geen gasuitwisseling.
Dat openen en sluiten doen de banaanvormige sluitcellen, die kunnen opzwellen of juist slinken. Daarvan vind je mooie microscoopfilmpjes online. De cellen reageren op factoren zoals zonlicht, luchtvochtigheid en CO2-gehalte. Hoe ze dat precies ‘voelen’, is nog onderwerp van discussie. Maar het resultaat is in elk geval een cascade aan moleculaire ‘pompjes’ die aan het werk gaan in de celmembraan van de sluitcellen. Die verhogen of verlagen de concentratie deeltjes in het celvocht. Bij hogere concentraties dringt er water de cellen binnen (‘osmose’). De twee sluitcellen zwellen op en sluiten zo samen de opening. Bij lagere concentraties verliezen ze juist water aan hun omgeving. Dan slinken ze en de opening komt weer vrij.
En waterplanten dan? Planten die alleen soms onder water staan, bijvoorbeeld in uiterwaarden, hebben gewoon huidmondjes, maar die sluiten ze zodra ze kopje-onder gaan. Zo voorkomen ze dat de luchtgevulde ruimtes in hun bladeren vollopen met water. Als een plant langer onder water staat, en intussen nieuwe bladeren vormt, dan zijn die vaak dunner en hebben ze ook een dunnere buitenste laag, zonder huidmondjes. Daardoor kunnen ze rechtstreeks gassen uitwisselen met het water. Net als kikkers, eigenlijk. En net als ‘natte landplanten’, zoals veenmos en levermossen.
Waterlelies en andere planten met drijvende bladeren hebben wel gewoon huidmondjes, maar dan aan de bovenkant van de bladeren. Zo wisselen ze vooral gassen uit met de lucht, en nauwelijks met het water.
En dan heb je nog onderwaterplanten die nooit boven het oppervlak uitsteken, zoals bepaalde soorten fonteinkruid, algen en zeegras. Net als veenmos hebben die geen huidmondjes. Het buitenste laagje van hun bladeren én stengels is zo dun, dat gassen daar prima rechtstreeks doorheen kunnen.
Je springt twee keer. Dan stap je met je linkervoet naar achter. Je rechtervoet naar achter. Je schopt je rechtervoet twee keer naar voren. Je linkervoet twee keer naar voren… die passen herhaal je – snel en met overtuiging. En als dat je lukt in het ritme van een elektronisch muziekje met een kneiterharde bas eronder, ben je al gauw de baas van de club (of van het schoolplein). Althans: in 2007. Kijk je anno 2025 fimpjes terug waarin met overgave wordt gejumpt, dan is je reactie toch eerder: „God. Hoe bestónd dit?”
Dat is kort gezegd de even eenvoudige als succesvolle formule van Het beste van… de zero’s (AvroTros). Filmpjes van trends uit het betreffende tijdperk – wat keken, luisterden, deden we toen? – worden afgewisseld met de reacties van een breed scala aan BN’ers, van Sita Vermeulen tot Rick Paul van Mulligen. Die kijken allemaal anders op de zero’s terug, maar delen dezelfde verwondering. En dat is toch grotendeels het simpele plezier van het programma: naar je scherm wijzen en „oh ja!” roepen bij elke langvergeten herinnering. Praatjesmakers – oh ja! ‘Schnappi’ – oh ja! K-otic – oh ja! Jumpen – oh ja!
Die laatste trend begon met een paar online filmpjes. Dat dat in 2007 nog een heel bijzondere gang van zaken was, bleek wel uit het korte fragment van de Man bijt hond-reportage die destijds over jumpduo Patrick Jumpen (fantastische naam, erg to the point) werd gemaakt. „Via internet vinden nieuwe rages razendsnel hun weg naar een groot publiek”, legde de voice-over toen uit. „De Brabantse jongens Patrick en Dion zijn een hit op Google Video met hun jumpfilmpjes.”
De wonderen van het internet luidden ook het einde in van de encyclopedie. De BN’ers bladerden voor de vorm nog even door zo’n papieren kennisbundel. „Gedoe hè”, zuchtte Van Mulligen: „De oude wereld.” De makers van het programma hadden een Teleac-filmpje opgespit van een man achter een grote witte computer. „Als je wel weet wat je zoekt, maar niet wáár je het wil zoeken, dan maak je gebruik van een zoekmachine”, legde hij kalm uit. „Ik klik nu op ‘www’, op ‘zoeken’ – en eh… hij gaat zoeken.” Terwijl de computer zoekresultaten verzamelde pakte de man zijn kopje koffie erbij. Hij hield het met beide handen vast en leunde een beetje achterover, als om te zeggen: je hebt er haast geen werk meer aan.
Anticonceptie
Inmiddels is het moeilijk te bevatten dat nieuwe internetgebruikers voor hun plezier een woord in zo’n zoekmachine gooiden en dan verwonderd toekeken hoe de informatie vanzelf tot ze kwam. Soms zou je willen dat er iets mínder informatie vanzelf tot je kwam, met name via sociale media. Of op zijn minst dat die informatie goed wordt gecheckt – maar voor hoge mediaheren als Elon Musk (X) en Mark Zuckerberg (Meta) blijkt zelfs dat te veel gevraagd. Gelukkig heb je dan nog programmamakers die proberen om online fabels van feiten te onderscheiden. Zoals in het nieuwe BNNVARA-programma Gezond of gelul?, waarin gezondheidstrends op sociale media onder de loep worden genomen. Woensdag was het de beurt aan anticonceptie. Een toenemend aantal vrouwen ruilt de traditionele pil in voor ‘natuurlijke’ anticonceptie. Door middel van het meten van je temperatuur en het bijhouden van apps monitor je dan je cyclus, wat je inzicht zou moeten geven in wanneer je wel en niet vruchtbaar bent.
Die methode is niet bepaald betrouwbaar. Dat veel vrouwen daar toch voor vallen komt vaak voort uit angst voor negatieve bijeffecten van pillen of spiraaltjes (die een stuk effectiever zijn), aangewakkerd door zelfbenoemde vruchtbaarheidsexperts. Hoewel je zulke zorgen als arts serieus dient te nemen, zijn die middelen toch echt behoorlijk veilig, benadrukten de geïnterviewde huisartsen en gynaecologen. Van TikTok-claims kun je je beter niet te veel aantrekken. Ook daarvan zullen we over een jaar of twintig hopelijk zeggen: „God. Hoe bestónd dit?”