Na een redelijk stabiele periode is het aantal overledenen in Nederland in 2024 weer toegenomen. 172.000 mensen overleden vorig jaar: een toename van 1,5 procent ten opzichte van 2023. De sterfte was vooral hoger onder tachtigplussers en vrouwen. Dit blijkt uit de voorlopige sterftecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die dinsdag werden gepubliceerd.
Doordat de Nederlandse bevolking groeit en vergrijst, neemt het aantal overledenen jaarlijks toe. De sterftecijfers maakten een sprong in 2020, aan het begin van de coronapandemie. In de jaren daarna is de sterfte op dit hogere niveau gebleven.
Nederlanders sterven op steeds hogere leeftijd. De meeste overledenen, 57 procent van het totaal, zijn tachtig jaar of ouder. Er overleden 2.300 meer tachtigplussers in 2024 dan in het jaar ervoor. Het aantal tachtigplussers zal de komende jaren sterk toenemen. In 2025 worden babyboomers die geboren zijn in 1945 tachtig jaar.
Meer vrouwen dan mannen overleden vorig jaar. Er zijn meer oudere vrouwen die ook op hogere leeftijd sterven dan mannen. Tijdens de pandemie nam het aantal overleden mannen sterker toe dan het aantal overleden vrouwen. De verwachting is dat het verschil tussen mannen en vrouwen komende jaren kleiner zal worden, doordat mannen ook steeds langer leven.
Aanwas
De gemiddelde levensverwachting bij geboorte is 81,9 jaar. Voor vrouwen is de levensverwachting ten opzicht van vorig jaar met een maand afgenomen naar 83,3 jaar. Nog steeds is de levensverwachting voor vrouwen bijna drie jaar langer dan die voor mannen. Voor mannen steeg de levensverwachting met drie maanden naar 80,5 jaar.
Aan het begin van de coronapandemie daalde de levensverwachting. Voor mannen ligt de levensverwachting in 2024 voor het eerst weer hoger dan vóór de pandemie.
De levensverwachting geeft aan hoe oud mensen gemiddeld worden op basis van de sterftekans per leeftijd. Dit wordt berekend op basis van het waargenomen aantal overledenen. Sinds de jaren tachtig, neemt het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouw af.
Het aantal overledenen is in 2024 groter dan het aantal levend geboren kinderen. De Nederlandse bevolking groeit nog door immigratie en niet meer door natuurlijke aanwas.
Lees ook
De dood komt vaker, maar waarom? De oversterfte wordt nu echt onderzocht
De politie heeft dinsdag veertien mensen opgepakt die anderen via TikTok zouden hebben opgeroepen om terroristische misdrijven te plegen. De verdachten zijn tussen de veertien en dertig jaar oud en werden aangehouden in onder meer Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Dat meldt het Openbaar Ministerie (OM).
Over een eventuele ideologische grondslag of mogelijke doelwitten is niets bekend. Ook is niet duidelijk of de verdachten elkaar kennen. Een woordvoerder van het OM wil tegen NRC niet verder in detail treden over de kwestie, omdat het onderzoek nog loopt en enkele verdachten minderjarig zijn.
Toon Heldens rijdt door het buitengebied rond de dorpen Castenray, Oirlo en Leunen, één hand aan het stuur. Met de andere hand wijst de Noord-Limburger naar buiten. „Daar! Daar! En daar zitten ook arbeidsmigranten.” De locaties die hij aanwijst, variëren van een camping en omgebouwde schuren tot speciaal neergezette voorzieningen, op verzoek van de gemeente verscholen achter een aarden wal en schutting.
De buurt is „onaangenaam verrast” door het plan voor een voormalige boerderij vlak bij zijn huis, zegt Heldens. Een deels ingestort woonhuis en een oude kippenschuur aan de Horsterweg zouden moeten wijken voor huisvesting van 124 arbeidsmigranten. Heldens: „En er zitten er hier al zoveel: het dorp Castenray heeft 850 inwoners. In het buitengebied eromheen zijn meer dan duizend arbeidsmigranten gevestigd.”
In totaal komt de gemeente Venray, waar Castenray, Oirlo en Leunen onder vallen, tot een schatting van zo’n achtduizend arbeidsmigranten binnen haar grenzen. De provincie denkt dat het om dertienduizend werknemers gaat, omdat ook seizoenskrachten moeten worden meegeteld. De meeste migranten werken in de agrarische sector of de logistiek.
Houden bedrijven vrij spel, dan hebben we over dertig jaar een premier die excuses moet aanbieden voor slavernij in deze tijd
„Het bedrijf achter het plan voor de Horsterweg heeft het over iets hoeve-achtigs. Op de artist impressions ziet het er mooi uit”, constateert Heldens buurvrouw Misja Demandt. „Maar in werkelijkheid bestaat het voor een groot deel uit containers met steenstrips.”
Demandt ziet nu al allerlei onwenselijke situaties ontstaan: „Roemenen en Bulgaren die met hun tasje langs wegen sjokken om kilometers verderop boodschappen te gaan doen. Gevaarlijk, zeker in het donker. Afgedankte arbeidsmigranten belanden dakloos in het bos.” Heldens: „Er is ook sprake van geluidsoverlast, overmatig alcoholgebruik, criminaliteit, drugs dealen en prostitutie. Deels begrijpelijk, als je mensen neerzet op plaatsen waar nauwelijks vertier is.”
Samen met zo’n veertig omwonenden hebben Heldens en Demandt een brief met hun bezwaren gestuurd naar de gemeente Venray. Daar zitten ze een beetje in de maag met de ontstane onrust, bekent wethouder Wim De Schryver (Economie en Openbare Ruimte, VVD). Het vertroebelt volgens hem de discussie over een voorgestelde beleidsaanpassing voor de huisvesting van arbeidsmigranten.
Een vervallen boerderij aan de Horsterweg in Castenray waar 124 arbeidsmigranten zouden moeten komen in een nieuw te bouwen opvang.
Foto Chris Keulen
Mensonterend
De gemeenteraad van Venray stemde eind 2023 in met vijftienhonderd nieuwe huisvestingsplekken voor arbeidsmigranten tot en met 2027. Dat bood ook ruimte voor de aanpak van misstanden. Mensen die op onvergunde plekken of anderszins in mensonterende omstandigheden woonden, kwamen dan niet op straat te staan.
Bij het besluit voor die nieuwe plekken voegde de Venrayse raad een amendement toe: om onwenselijke concentratie van mensen in het buitengebied te voorkomen, mochten in een cirkel van 2,5 kilometer rondom nieuwe locaties maximaal vierhonderd arbeidsmigranten zijn gevestigd.
Burgemeester en wethouders waren al tegen het amendement en stellen nu voor de norm te schrappen. Dat maximum is onpraktisch en moeilijk te handhaven, vindt De Schryver. „Tijdelijke arbeidsmigranten kunnen met een beperkte registratie een burgerservicenummer krijgen. Ze hoeven niet op te geven waar ze verblijven. Werkgevers houden hun personeelsadministratie niet altijd bij. Uitzendbureaus maken het nog ondoorzichtiger. De migranten wonen in vergunde én onvergunde (illegale) locaties, deels ook in normale woningen die niet als huisvesting voor arbeidsmigranten geregistreerd staan.”
Met andere woorden: exacte cijfers over het aantal arbeidsmigranten dat in Venray woont en werkt ontbreken. B en W denken dat zonder die data weigeringen van vergunningen op grond van de 2,5 kilometer-norm geen stand houden voor de rechter. De Schryver: „Bovendien willen we per plek maatwerk kunnen leveren. Kan een initiatief daar of niet?”
Uit winstbejag ontstaan parallelle samenlevingen
In de Venrayse gemeenteraad lijkt geen meerderheid te bestaan voor het schrappen van de norm. Veel volksvertegenwoordigers vrezen dat alleen „zachte criteria” overblijven en plannen nauwelijks meer geweigerd kunnen worden.
Cees de Vocht, raadscommissielid namens GroenLinks, is bang voor „het ontstaan van parallelle samenlevingen” uit winstbejag. „Arbeidsmigranten zijn een verdienmodel. Deze regio kent veel stoppende agrariërs. Eerst hielden ze varkens. Nu richt een deel zich op arbeidsmigranten. Het is misschien een wat wrange vergelijking, maar het is wel wat er gebeurt.” Ook de omwonenden van de Horsterweg zijn bang voor een „verdere wildgroei” bij het ontbreken van de norm.
Onlangs stuurde De Schryver na een SP-motie in de Tweede Kamer over huisvesting van arbeidsmigranten een brief aan minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (NSC). Hij bestrijdt daarin dat grote projecten de groei van arbeidsmigranten aanwakkeren. Volgens de wethouder helpen die juist in de strijd tegen „oncontroleerbare groei van onvergunde en vaak ongewenste huisvesting”.
Bestaande opvangplekken van arbeidsmigranten op het perceel van een ondernemer in Leunen.
Foto Chris Keulen
Perverse prikkels
Demandt vindt de mate van inspraak „een wassen neus”. „In Castenray was een informatieavond over de plannen voor de huisvesting van migranten aan de Horsterweg. De zaal begon op den duur te lachen als ze weer begonnen over hun ‘intenties’ en ‘dat nemen we mee’. Je krijgt als omwonende het gevoel dat het allemaal allang is bekokstoofd.”
De Schryver ontkent dat: „Het is misschien wat prematuur, maar ik kan me voorstellen dat ook de gemeente de voorgestelde ontwikkeling aan de Horsterweg uiteindelijk onwenselijk vindt, omdat de draagkracht en de infrastructuur in die omgeving het niet aankan.”
Ondertussen moeten volgens de wethouder met vereende krachten „alle perverse financiële prikkels” uit het systeem worden gehaald. „Vrij verkeer van personen en goederen kan niet betekenen dat allerlei kwetsbare mensen van elders worden gehaald voor economische activiteit die lang niet altijd toegevoegde waarde heeft. Houden bedrijven volledig vrij spel en pak je het niet aan, dan hebben we over dertig jaar een minister-president die excuses moet aanbieden voor de slavernij in deze tijd.”
Omwonenden hebben bezwaar tegen de plannen om arbeidsmigranten te huisvesten in Castenray.
Foto Chris Keulen
Lees ook
‘Raad van State zet eigen gezag op spel in formatie’
Tussen het kukelen en tjilpen door klinkt geschraap. Drie mannen staan in de lentezon aarde te scheppen. In de voedseltuin achter ze zijn oudere vrijwilligers aan het wieden en zaaien. De Kleine Aarde in Boxtel verbouwt groenten voor de lokale voedselbank. Een vrolijk beschilderde barometer leert dat daarmee jaarlijks zo’n vijfhonderd monden worden gevoed.
In tegenstelling tot de wiedende ouderen, zijn de drie mannen hier niet uit vrije wil. Onder toezicht van een ‘werkmeester’ van Reclassering Nederland voeren ze een taakstraf uit. „Dit is mijn eerste dag. Hierna heb ik nog anderhalve dag te gaan”, vertelt de boomlange Nordian (25) met een zachte g.
Vrijwillers aan het werk bij De Kleine Aarde. Het samenwerken tussen vrijwilligers en werkgestraften verloopt goed. „We hebben niet één incident gehad.” Foto Merlin Daleman
In 2021 of 2022, helemaal zeker weten doet Nordian het niet, werd hij gepakt voor rijden zonder rijbewijs. Het was niet voor het eerst dat Nordian – zwarte hoodie, joggingbroek en stevige werkschoenen – met justitie in aanraking kwam. Hij kreeg twee keer eerder een taakstraf en zat ook vast. Dat een taakstraf geen echte straf is, zoals in de politieke en maatschappelijke discussie soms wordt gesteld, wuift hij weg. „Dit kost mij ook mijn vrijheid, acht uur per dag.”
Afgelopen tweeënhalve week combineerde Julian een reguliere baan met de taakstraf en maakte hij werkdagen van zestien uur
De Kleine Aarde is een werkstrafproject van Reclassering Nederland. „Zij doen al vanaf begin af aan het zware werk voor ons”, vertelt tuinleider Maria van der Hoogen. Toen vrijwilligers in 2017 een voedseltuin wilden maken van het overwoekerde terrein van een ter ziele gegaan centrum voor duurzaamheidsadvies, schoot de reclassering te hulp met „snoeien, snoeien, snoeien”.
Tegenwoordig voeren veroordeelden vier dagen per week, 52 weken per jaar, bij De Kleine Aarde taakstraffen uit. Spannend om met veroordeelden te werken, vinden de voedseltuinvrijwilligers het al lang niet meer. Dat wende snel, zegt Van der Hoogen, die zeer positief is over de hulp van de reclassering. „Tussen werkgestraften en vrijwilligers hebben we niet één incident gehad.”
Lees ook
OM wil meer strafzaken zelf afhandelen zonder rechter, Kamer mort en mokt maar gaat niet dwarsliggen
Vetbollen
Jaarlijks worden in Nederland zo’n dertigduizend taakstraffen opgelegd voor allerlei strafbare feiten: van verkeers- en geweldsdelicten tot drugs- en zedenzaken. Naar verwachting groeit dat aantal komende jaren aanzienlijk. Vanwege de vastgelopen rechtspraak en overvolle gevangenissen, zette het Openbaar Ministerie in februari de nieuwe koers in om zo veel mogelijk ‘lichte’ zaken zelf, zonder tussenkomst van de rechter, af te doen. Gezien het OM geen celstraffen maar wel boetes en taakstraffen mag opleggen, valt te verwachten dat de bijna zesduizend taakstraffen die het in 2023 via strafbeschikkingen oplegde, flink stijgt.
Daar komt bij dat ook de politiek taakstraffen ruimer wil inzetten. Zo nam de Tweede Kamer in maart een amendement van Joost Sneller (D66) aan om een vervangende taakstraf in te voeren voor mensen die hun boete niet betalen. Nu belanden om die reden jaarlijks nog duizenden mensen in de cel.
In een loods van de Reclassering Oost-Brabant op een industrieterrein in Rosmalen wordt medewerker werkstraffen Mariska Monk van die extra taakgestraften niet warm of koud. „Dat maken we passend.” Op haar beeldscherm is een rooster met kleuren geopend. De reclassering kent naar eigen zeggen geen wachtlijsten. „Binnen twee weken na de intake kan iemand aan het werk.”
Mensen met een werkstraf hebben de maatschappij iets aangedaan en doen vervolgens iets terug
Een glazen wand scheidt Monks kantoor van een werkhal, waar de radio schalt en zeven taakgestraften met doosjes en stickers vetbollen en vogelhuisjes labelen voor een faunabedrijf. Net zoals het ‘buitenproject’ De Kleine Aarde is dit een eigen werkproject van de reclassering. Voor dit ‘binnenproject’ komen vooral veroordeelden met fysieke en mentale beperkingen in aanmerking.
Naast deze eigen projecten telt Oost-Brabant zo’n 160 werklocaties waar taakgestraften zonder begeleiding van de reclassering werken, van kringloopwinkels, verzorgings- en buurthuizen tot een dierenasiel. „Voor die externe projecten is lang niet iedereen geschikt”, vertelt Monk. Zedendelinquenten en plegers van geweldsmisdrijven zijn bijvoorbeeld een no go. Dat geldt ook voor mensen met een beperkte intelligentie of bepaald voorkomen – zoals tatoeages in het gezicht.
Per jaar voeren in Oost-Brabant zo’n 1.750 mensen een taakstraf uit. Monk en haar collega’s proberen hen de straf af te laten ronden – dat percentage ligt landelijk op 74 procent. „Ik zeg altijd: het zijn voor mij mijn kinderen, ik hou alleen niet van ze. Ik geef ze een stukje rust, ritme, regelmaat en heel duidelijke kaders.”
Het allerbelangrijkste is dat de taakgestraften ’s ochtends op tijd komen: niet later dan acht uur. „Die regel is keihard”, zegt Monk. Daarnaast moeten veroordeelden zich beleefd en respectvol gedragen onderling en tegen de reclasseringsmedewerkers. „Dat kan niet iedereen, maar dat proberen we ze wel bij te brengen.”
Lees ook
Het cellentekort wordt veroorzaakt door populistisch strafbeleid niet door toename criminaliteit
Recidive
In de ruim twintig jaar dat ze bij de reclassering werkt, heeft Monk geleerd om cliënten te lezen. De een heeft baat bij autoritair gedrag, de ander niet. De een kun je het best de hele dag met rust laten, de ander heeft juist een schouderklopje nodig. Monk is, zegt ze, verliefd geworden op de werkstraf. Qua werk is het dynamisch: elke dag verloopt anders. En ze gelooft in het nut. „Als iemand een gevangenisstraf krijgt, is dat niet alleen het probleem van diegene. Mensen hebben kinderen en zijn kostwinner, of ze hebben een woning en werk die ze kwijt kunnen raken. Als je dat met een werkstraf kunt voorkomen, is dat winst.”
Voor de samenleving kent de taakstraf twee voordelen ten opzichte van een gevangenisstraf. Allereerst: lagere kosten. Zo becijferde de Universiteit Leiden dat een taakstraf 73 euro per dag kost tegenover 259 euro voor een dag in de cel. Bovendien gaan taakgestraften minder vaak opnieuw in de fout dan mensen die een gevangenisstraf hebben uitgezeten. Uit cijfers van onderzoeksinstituut WODC van het ministerie van Justitie blijkt dat 47 procent van de personen met een celstraf binnen twee jaar recidiveert, versus 28 procent van degenen die een taakstraf voltooiden.
Universiteit Leiden becijferde dat een taakstraf 73 euro per dag kost; een dag in de cel 259 euro
Tegen die achtergrond pleit Reclassering Nederland sinds enkele jaren voor verdubbeling van de maximale taakstraf, van 240 naar 480 uur. Dat pleidooi is geland in een initiatiefwetsvoorstel – dat 360 uur voorstelt.
De Kleine Aarde in Boxtel verbouwt groenten voor de lokale voedselbank, waarmee ze jaarlijks zo’n vijfhonderd monden voeden. Foto Merlin Daleman
„Recidive voorkomen is ons hoofddoel”, vertelt teamleider Marthe Halvemaan, die voorheen werkte bij de Rabobank. Ze wilde iets met meer maatschappelijk nut doen en werkt tegenwoordig naar alle tevredenheid bij de reclassering in Oost-Brabant. „Cliënten die een delict hebben gepleegd zijn geen onderdeel van een team, geen onderdeel van de maatschappij, die zijn de weg een beetje kwijt”, zegt Halvemaan. „Als ze hier komen, op tijd moeten zijn, onderdeel worden van de groep waarmee ze werken en een band met de werkmeester krijgen, lopen ze anders naar buiten.”
Dat herkent projectbeheerder Charif Souhail. Hij wijst erop dat veroordeelden bij de reclassering een straf ondergaan, maar dat het doel wel is om „ zo veel mogelijk mensen positief door de werkstraf heen te helpen”. Zo wordt ook geluisterd naar wat een veroordeelde het liefst zou doen. „We kunnen iemands werkstraf makkelijk laten mislukken door diegene iets te laten doen waar hij een hekel aan heeft of wat hij niet kan. Maar daar staan wij niet voor.”
Zwaar
Neem de twintiger Julian. Hij kreeg een taakstraf van vijftig uur voor een delict dat hij voor zichzelf wil houden. Onlangs werden de twee jaar die hij onder toezicht van de reclassering zou staan, omgezet in een taakstraf van nogmaals vijftig uur. Op eigen verzoek mocht hij die op dezelfde plek uitvoeren als de eerste: bij het buurthuis van de Brede Bossche School, waarin ook een basisschool, kinderopvang en theater zijn gevestigd.
„Omdat ik het hier fijn vond, heb ik gevraagd of ik hier weer terechtkon”, vertelt Julian. „Maar dat voelt nog steeds als straf, want het is zwaar.” Afgelopen tweeënhalve week combineerde hij een reguliere baan in de logistiek met de taakstraf en maakte hij werkdagen van zestien uur. Dat was „doorbijten”, zegt hij. „Ik heb hier geholpen met zalen opbouwen voor evenementen, zemen, de bar vullen en het schoolplein vegen.”
In de kantine van het buurtcentrum vertelt teamleider Halvemaan dat dit een schoolvoorbeeld is van het nut van taakstraffen. „Mensen met een werkstraf hebben de maatschappij iets aangedaan en doen vervolgens iets terug. Of ze nu hier staan te werken, voedsel verbouwen of langs de weg afval prikken.”
Lees ook
Rechtspraak keert zich tegen nieuw bestraffingsbeleid Openbaar Ministerie. ‘Dit gaat rol van OM te boven’