Vanwege een gevoel van onveiligheid kiest bijna de helft van de vrouwen tussen de 15 en 25 jaar weleens een andere route in hun eigen buurt. Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gebaseerd op gegevens uit 2023. Onder jonge mannen doet slechts een op de vijf dit.
Jonge vrouwen nemen eerder een omweg dan oudere vrouwen. In de jongste doelgroep gaat het om 45 procent, bij vrouwen van 65 jaar en ouder zakt dat naar 31 procent.
Niet alleen op straat, ook thuis nemen vrouwen vaker voorzorgsmaatregelen. Zo opent 70 procent van de vrouwen van 65 jaar of ouder ’s avonds niet altijd de deur. Dat geldt ook voor meer dan de helft van de jongere vrouwen. Mannen doen over het algemeen vaker open, al laat een derde de deur soms ook dicht. Bij oudere mannen (65+) loopt dat aandeel op tot de helft.
Criminaliteit in de buurt
Ruim 45 procent van de vrouwen voelt zich weleens onveilig in hun eigen buurt en is bang slachtoffer te worden van criminaliteit. Bij mannen is dat ongeveer een derde. Oudere vrouwen voelen zich minder vaak onveilig dan jongere vrouwen. Bij mannen is het juist de jongste groep – 15 tot 25 jaar – die zich het minst zorgen maakt over de eigen veiligheid.
Waar iemand woont, maakt uit. In grote steden lopen vrouwen vaker om dan op het platteland: 44 procent tegenover 21 procent. Dat heeft een reden: straatintimidatie komt in steden vaker voor dan op het platteland. 28 procent van de mannen in steden loopt soms om, op het platteland is dat 11 procent.
Lees ook
Bizar, maar dit zijn de maatregelen die jonge vrouwen elke dag nemen om zich de enge mannen van het lijf te houden
Sommige kinderen, de kleintjes, vertelt Shanti van Kan, „geloven écht dat er een beer is die speciaal naar de camping is gekomen om te dansen”. Dat geloof kan weleens omslaan in angst. Dan is het volgens Van Kan (23, campingbeer) „aan de beer zelf om in te schatten: hoe ga ik daar het beste mee om”. Als een kindje schrikt wanneer je het een hand – of eigenlijk, een poot – geeft, doe je bijvoorbeeld een stapje terug. Afstand nemen helpt vaak al, net als rustig bewegen. Maar meestal gaat het goed. „Tachtig procent van de tijd vindt iedereen het leuk, en willen ze een high five van de beer.” Of ze gaan met de beer op de foto. En het gekke is, als beer ga je áltijd lachend op de foto, ook al ziet niemand je gezicht.
Als je er een beetje handig in bent, trek je het berenpak aan in drie of vier minuten. Voor Shanti van Kan is het de derde zomer als campingbeer, dus ze is een van de snelsten. Ze komt eigenlijk uit Rotterdam, maar verblijft ’s zomers in Zeeland in de buurt van Comfortcamping Scheldeoord. ’s Winters werkt ze ook voor de camping, dan schrijft ze de voorstellingen die ze opvoeren, of bedenkt ze spellen voor de kampeerders. Ze zit sinds 2018 in de branche, na wat animatietraining heeft ze een paar jaar gewerkt op verschillende parken. Twee zomers geleden begon ze hier. En nu geeft ze leiding aan de zeven beren die op de camping werken.
Foto Simon Lenskens
Foto Simon Lenskens
Het is hard werken: acht weken lang, zeven dagen per week, moeten de beren dansen, knutselen, ochtend-, middag- en avondactiviteiten begeleiden, en er zit altijd eentje als badmeester ‘op zwembad’. Ze werken in de zomer allemaal zes dagen. Iedereen heeft er plezier in, anders doe je dit werk niet. Er zit een jurist tussen, maar ook wat mensen uit het onderwijs, en animatiemensen. Sommigen zijn natuurlijke performers, anderen wórden het, als ze het pak aandoen.
De berenkostuums bestaan niet uit één stuk, maar uit losse onderdelen. Het begint met een onderlaag: „Een dikmaakpak, dat heb je eronder. Want je bent niet hetzelfde formaat als de beer, je moet jezelf groter maken”, vertelt Van Kan. Daaroverheen trek je een broek van bruine berenvacht aan. Over je hoofd draag je een haarnetje, waar ook „een soort vacht” aan zit. Er zijn berenarmen en berenkleren: een korte broek en T-shirt in blauw-groene kleurstelling. O ja, en dan zijn er nog handschoenen met berenpootkussens.
Als laatste zet je de kop op, als ware het een ruime motorhelm. In die kop zit een ventilator, die frisse lucht de berenkop in blaast.
Bewegen gaat wel, dankzij al die losse onderdelen. Maar „je bent groter dan je zelf bent”, en daar moet je wel aan wennen. Je past je looproutes erop aan. „Als wij het restaurant in gaan, bijvoorbeeld, moeten we via de keuken lopen.”
En ja, het wordt warm in dat pak. Daarom zijn er regels: niet langer dan drie kwartier achter elkaar in het berenpak, bijvoorbeeld. En als het warmer is dan dertig graden mogen ze maximaal een kwartier beren. Boven de 35 graden gaat het pak überhaupt niet meer aan.
Het Openbaar Ministerie is vrijdagochtend ‘offline’ wegens ernstige zorgen over de beveiliging van de digitale werkomgeving. Alle internetverbindingen werden afgesloten en op afstand werken is niet langer mogelijk.
Dat laat een woordvoerder van het Parket-Generaal vrijdagochtend aan NRC weten. „Vanuit het NCSC [Nationaal Cyber Security Centrum] is een signaal binnen gekomen dat er een mogelijke kwetsbaarheid is”, vertelt de woordvoerder. Misbruik van het lek sluit het OM niet uit. „Een grondige analyse van de OM-omgevingen heeft reden gegeven om aan te nemen dat er ook werkelijk gebruik is gemaakt van deze mogelijke kwetsbaarheid.”
Donderdagavond werd een crisisoverleg gehouden over de problemen met de digitale werkomgeving, zo blijkt uit interne berichten. Officieren van justitie die vrijdagochtend een zitting hadden, werden geadviseerd hun stukken te downloaden.
De impact op het functioneren van het OM is groot, blijkt uit interne berichten. „Dit is geen licht besluit geweest”, schrijft het OM, „maar is op basis van de nu beschikbare informatie het enige juiste.”
Outlook, het e-mailprogramma, werkt bovendien niet volledig meer, schrijft het OM daarnaast. Ook het landelijke informatiesysteem [GPS, het Geïntegreerde Proces Systeem] is „beperkt beschikbaar”. Officieren die op vrijdag zitting hebben en afhankelijk zijn van de ontoegankelijke systemen en documenten, wordt geadviseerd de behandeling van hun zaak uit te stellen.
Op de kantoren van het OM kan nog wel worden gewerkt, maar verbinding maken met het internet is niet mogelijk, zegt de woordvoerder van het OM.
Lees ook
Werk OM door aanhoudende ICT-problemen bijna volledig tot stilstand gekomen
Citrix
Het OM gebruikt de software Netscaler van het Amerikaanse bedrijf Citrix om werknemers thuis of anderszins op afstand via beveiligde verbindingen toegang te geven tot interne systemen. In de software van Citrix werd vorige maand een kwetsbaarheid gevonden.
Door deze ‘softwarebug’ kunnen hackers gegevens laten lekken uit de beveiligde omgeving. Extra beveiligingsmaatregelen worden zo omzeild en hackers kunnen toegang krijgen tot interne systemen en bijvoorbeeld wachtwoorden onderscheppen.
Door de netwerkverbindingen af te sluiten en het eigen netwerk te isoleren, kan niemand meer bij het netwerk van het Openbaar Ministerie – ook eventuele aanvallers niet.
Citrix stelde 18 juni al beveiligingsupdates beschikbaar, maar het is onduidelijk of, en zo ja: wanneer, het OM de update heeft doorgevoerd. „Zodra meer informatie beschikbaar is over de aard, omvang en gevolgen van de mogelijke kwetsbaarheid wordt deze gedeeld”, zegt de woordvoerder van het Parket Generaal.
Lang niet ieder bedrijf of organisatie heeft de update van Citrix doorgevoerd, blijkt uit onderzoek van beveiligingsonderzoeker Kevin Beaumont. Zo’n vierduizend Citrix-installaties hebben volgens hem de update niet toegepast, wat ze aldus kwetsbaar maakt. Dat is een vijfde van de installaties die hij monitort. Het OM is volgens Beaumont niet (meer) kwetsbaar.
Patches
Computerprogramma’s bevatten soms ernstige kwetsbaarheden die lange tijd onopgemerkt blijven en zo ongezien misbruikt worden door hackers. Als zo’n lek bekend wordt, is het belangrijk om zo snel mogelijk het gat te dichten. Bedrijven stellen daarom zogenaamde patches beschikbaar: updates die de problemen moeten verhelpen.
In het geval van problemen in de software van Citrix adviseert het NCSC daarom al sinds 18 juni „met klem” om de beveiligingsupdate op „korte termijn” te installeren. Dat advies werd vorige week aangescherpt toen de kwetsbaarheid daadwerkelijk door hackers werd uitgebuit. „De kans op een toename van scanverkeer en grootschalig misbruik wordt hierdoor significant groter”, schreef het NCSC.
Het NCSC adviseert al sinds 18 juni ‘met klem’ de beveiligingsupdate op ‘korte termijn’ te installeren
Inmiddels is duidelijk dat hackers al sinds 23 juni, vijf dagen na het bekend worden van het lek, de kwetsbaarheid in Citrix konden misbruiken. Dat gebeurt op grote schaal: beveiligingsbedrijf Imperva telde vorige week meer dan 11,5 miljoen aanvallen, gericht op duizenden sites in allerlei landen.
De kwetsbaarheid lijkt op problemen die Citrix eerder, in 2020, ervoer: toen konden hackers ook toegang krijgen tot beveiligde gegevens. Die softwarefout werd op grote schaal misbruikt door ransomwarebendes en technologisch geavanceerde hackers, al dan niet aan staten gerelateerd.
Honderden Nederlandse bedrijven gebruiken Citrix. Daaronder bevinden zich volgens de lijsten van Beaumont tientallen Citrix-installaties die sowieso als kwetsbaar gelden. Wie het lek niet of niet tijdig heeft gedicht, zal goed op moeten letten op indringers in het computernetwerk.
Dit bericht is om 10.47 uur bijgewerkt.
Met medewerking van Marcel Haenen
Lees ook
Het nieuws over de datadiefstal bij de politie wordt steeds onheilspellender
Een van de beste politieseries van de laatste jaren speelt zich af in het Noord-Ierse Belfast van na de ‘Troubles’. Blue Lights gaat over vier beginnende agenten die zich moeten bewijzen voordat ze een vast contract krijgen. In seizoen twee wordt het stadscentrum van Belfast overspoeld door drugs. Het onderzoek leidt naar een protestantse wijk. Naast het politiewerk besteedt de veelgeprezen serie aandacht aan het privéleven van de agenten. Zo hebben Grace en haar collega Stevie in seizoen 1 gevoelens voor elkaar ontwikkeld die in toom gehouden moeten worden. De serie is geschreven door Declan Lawn en Adam Patterson, twee voormalige journalisten. Volgens hen zijn zeker negentig tot vijfennegentig procent van de gebeurtenissen in de serie uit het leven gegrepen.
André Waardenburg
Melige moordserie
De structuur van detectiveserie Poker Face is voorspelbaar: het begint een kwartier voor de moord, waarbij hoofdpersonage Charlie Cale (Natasha Lyonne) op een of andere manier betrokken raakt door het baantje dat ze op dat moment heeft. Al „bullshit” roepend lost ze vervolgens de moord op. Waarna de maffiosi die haar op de hielen zitten weer verschijnen, en ze er vandoor moet – op naar de volgende baan en de volgende moord. Het goed ontvangen Poker Face, van de hand van regisseur Rian Johnson (o.a. Glass Onion), leunt hevig op absurditeit en op de zeer charismatische Natasha Lyonne, die spreekt als een New Yorkse kettingroker en onweerstaanbaar door elke scène zwalkt. Het tweede seizoen is iets zwakker dan het eerste, maar Lyonne maakt veel goed.
Nostalgische skatertrip
Het enige wat rond de eeuwwisseling cooler was dan skateboarden, was als skater een plekje krijgen in de Tony Hawk’s Pro Skater-games. De soundtrack van elk van de vier games zou bovendien bepalend zijn voor het ‘geluid’ van de skatebeweging; nummers als ‘The Boy Who Destroyed The World’ van AFI en ‘Wish’ van Alien Ant Farm staan in menig millennialgeheugen gegroefd. Een remake kon in deze nostalgische tijden niet ontbreken. Na deel 1 en 2 volgt Tony Hawk’s Pro Skater 3+4, een opgepoetste maar grotendeels trouwe herziening van het origineel. Nou ja, op één punt na: de soundtrack is op de schop genomen, volgens skater Tony Hawk om andere bands een kans te geven. Kies een skater uit, doe trucjes, haal kwajongensstreken uit – en waan je weer even in 2001. Voor wie de oude soundtrack mist: die staat uiteraard op Spotify.
Len Maessen
Blik op nu vanuit toen
In OVT, het geschiedenisprogramma op de radio, deze zomer de serie: Oude Woorden Nieuwe Wereld. Zes schrijvers en denkers behandelen zes historische boeken. Ze laten hun licht schijnen op kwesties van nu met woorden van toen. Op 20 juli is de beurt aan historica en terrorisme-expert Beatrice de Graaf. Ze bespreekt het boek In de Schaduwen van Morgen uit 1935 van de Leidse historicus Johan Huizinga. Het ging bergafwaarts met „de bezeten wereld” om hem heen, vond hij. Radio en film, reclame, moderne kunst, oppervlakkigheid, moreel verval, sportverdwazing, massapsychose en technologie-aanbidding waren tekenen van een gedegenereerde cultuur. Dat klinkt bijna een eeuw later vertrouwd in de oren. Beschreef Huizinga slechts de toestand, of zag hij uitwegen uit de ellende?