PSV heeft voor eigen publiek tegen Sporting Portugal in de Champions League niet kunnen winnen. De kampioen van Nederland kwam verdiend op voorsprong en miste een aantal grote kansen op een tweede treffer. Daardoor kon Daniel Braganca in de 84e minuut toch nog gelijk maken (1-1).
Jerdy Schouten opende na een kwartier de score in een sfeervol Philips-stadion. De middenvelder onderschepte een risicovolle pass van Zeno Debast en scoorde beheerst vanaf ruim 20 meter. Vlak voor de gelijkmaker van Sporting miste Johan Bakayoko voor een leeg doel een kans op 2-0. PSV heeft na twee duels 1 punt in de Champions League. De club verloor twee weken geleden vrij kansloos bij Juventus (3-1).
PSV speelt in de Champions League nog tegen Paris Saint-Germain, Girona, Sjachtar Donetsk, Stade Brest, Rode Ster Belgrado en Liverpool. (ANP)
De Franse oliereus TotalEnergies gaat definitief olie winnen voor de kust van Suriname. Met de Amerikaanse partner APA investeert Total ruim 10 miljard dollar in de ontginning van het Gran Morgu-veld, kondigden de bedrijven dinsdag officieel aan bij de Surinaamse president Chan Santokhi.
Het boren naar olie moet in 2028 beginnen. Vanaf dan moeten op dagelijkse basis 220.000 vaten uit de grond gepompt worden. Het is de eerste commerciële oliewinning in zee in Suriname. Staatsolie, dat namens Suriname olie-activiteiten beheert, spreekt van een „historische mijlpaal”.
De oliewinning heeft de Surinaamse staatskas een hoop te bieden. De staat rekent, afhankelijk van de olieprijs, op zo’n 16 tot 26 miljard dollar aan inkomsten uit onder andere royalty’s en belastingen. Het olieveld zou in totaal goed zijn voor ruim 700 miljoen vaten olie, waarmee het naar schatting ruim twintig jaar mee kan.
Economische malaise
Suriname kan het geld goed gebruiken. Het land kampt met al jaren met economische malaise. De inflatie is nog altijd torenhoog en de armoede neemt toe. De oliewinning moet de werkgelegenheid een „boost” geven, zegt president Santokhi. Hij verwacht dat het project een „aanzienlijke bijdrage” kan leveren aan de economische groei van het land.
Staatsolie-directeur Annand Jagesar voorspelt zelfs dat Suriname door de oliewinning „nooit meer hetzelfde” zal zijn en dat de levensomstandigheden van mensen erop vooruit gaan. „Niemand hoeft meer arm te zijn in Suriname”, aldus Jagesar. „Er zijn zoveel inkomsten uit dit project, (…) dat we een fijn leven gaan hebben.”
De aankondiging van Total komt tegelijkertijd op een moment dat vanwege klimaatverandering internationaal de roep om oliewinning af te bouwen toeneemt. Suriname, waar de bossen veel CO₂ opnemen, staat in dat opzicht juist goed op de kaart. President Santokhi benadrukte die status te willen behouden.
De politiek moet keuzes maken óf de regels moeten eenvoudiger, anders kunnen uitvoeringsorganisaties de door het kabinet-Schoof ingeboekte bezuinigingen niet aan. Dat zeggen verschillende diensten die NRC sprak. Het voornemen van de coalitiepartijen in het hoofdlijnenakkoord was om de uitvoering „te ontzien”. Dat lukt het kabinet niet, zo bleek afgelopen weken uit de departementale begrotingen.
Ook organisaties voor wie vooralsnog geen bezuinigingen werden ingeboekt, geven aan in gesprek te gaan met de minister over hoe ze kunnen bijdragen aan dit kabinetsvoornemen. Zo zeggen de Sociale Verzekeringsbank en uitkeringsinstantie UWV dat het lijkt alsof ze komende jaren ook moeten bezuinigen.
Zonder óók te snoeien in de politieke plannen, is bezuinigen niet te doen, zeggen diensten. Zo zegt de Rijksdienst voor Ondernemers (RVO), die onder andere klimaatsubsidies uitgeeft, dat de „grens om hetzelfde te blijven doen voor minder geld, snel in zicht” komt. De RVO bepleit dat het kabinet besluit waarmee de dienst kan „stoppen”.
Problemen
De Autoriteit Consument & Markt heeft door de klimaattransitie meer controletaken, bijvoorbeeld van energietarieven. Naast de korting stopt het kabinet ook met de financiering voor extra toezicht. Een woordvoerder laat weten dat structurele financiering nodig is om dat toezicht uit te kunnen voeren. Daarnaast ziet de IND enkel ruimte om met minder geld toe te kunnen indien de politiek „meer rust en stabiliteit” in de asielopvang brengt en de spreidingswet inzet.
„Wederom heeft het kabinet geen duidelijke keuzes gemaakt, ondanks adviezen daartoe van de Algemene Rekenkamer”, zegt Jesse van der Geest, universitair docent aan de Tilburg University. Van der Geest, als accountant gespecialiseerd in uitvoeringsorganisaties, zegt dat de ‘kaasschaaf’-methode niet goed werkt: „Je zegt eigenlijk: hier heb je minder geld, zoek het maar uit.”
Je zegt eigenlijk: hier heb je minder geld, zoek het maar uit
De sluipende uitholling van uitvoeringsdiensten die kan ontstaan door te stevig te bezuinigen, wordt bovendien niet goed geëvalueerd, zegt Van der Geest. Dat vergroot de kans dat opnieuw problemen ontstaan, zoals bij de Belastingdienst na de bezuinigingsrondes van 2010. Na de economische crisis van 2008 is door de kabinetten Balkenende IV en Rutte I & II flink bezuinigd, waardoor diverse uitvoeringsorganisaties zo uitholden dat de diensten eronder leden.
Wouter Koolmees, toen financieel woordvoerder namens D66, was medeverantwoordelijk voor die stevige bezuinigingen. Hij zei in 2019 tegen NRC dat het „echt fout” was zo te snijden in dienstverlening. Daardoor verdween direct contact van bijvoorbeeld de Belastingdienst met burgers, constateerde Koolmees.
Lees ook
Koolmees: we hebben te hard bezuinigd op UWV en fiscus
‘Efficiencykorting’
De Algemene Rekenkamer trok lessen uit die bezuinigingsronde. Elk ministerie moest bij een korting op de financiering van uitvoeringsorganisaties uitleggen hoe dat zich verhield tot de taken. Een dergelijke verantwoording ontbreekt vooralsnog en is voor de negen uitvoeringsorganisaties die NRC sprak aldus onduidelijk.
Een aantal van de organisaties wordt vanaf 2025 met 0.5 procent, oplopend tot 2.5 procent, gekort. Deze zogeheten „efficiencykorting”, oftewel: hetzelfde doen met minder geld, treft organisaties zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Sommige uitvoeringsorganisaties krijgen een grotere bezuinigingsopdracht, zoals de IND, die asielaanvragen behandelt. Deze organisatie ontvangt in 2028 nog slechts 267 miljoen euro per jaar, tegenover 743 in 2024. Dit kabinet hoopt op minder asielaanvragen, maar het is de vraag of de dienst met zoveel minder geld uit kan.
Ook organisaties zoals de ACM en de RVO, die taken hebben in de klimaattransitie, moeten bezuinigen. Al gaat dat wel om een andere orde van grootte dan bij de IND: de uitvoeringsorganisaties die door taken verbonden zijn aan het ministerie van Klimaat en Groene Groei moeten gezamenlijk minder uitgeven, oplopend tot zo’n 20 miljoen euro in 2028. Niet voor elke uitvoeringsdienst van dit ministerie is dat problematisch: het Staatstoezicht op de Mijnen zegt dat de korting nu „geen substantiële gevolgen” heeft.
‘Praktisch onmogelijk’
Ook de vakbonden bekritiseren de bezuinigingen. Een reorganisatieplan maken kost tijd, zeggen ze. Volgens Bart Schnoor, bestuurder van CNV, is het praktisch onmogelijk om binnen het Rijk ontslagen te worden. „Er geldt een regel ‘van werk naar werk’. Als je functie vervalt, word je begeleid naar een andere functie binnen de Rijksoverheid.” Werknemers mogen zelf een plan maken, bijvoorbeeld met extra opleidingen. „Dat kost extra geld.”
De enige manier om de komende jaren al te bezuinigen, denkt FNV-bestuurder Yntse Koenen, is via ‘natuurlijk verloop’ – wat betekent dat werknemers stoppen – en het laten vervallen van vacatures.
Woensdag debatteert de Tweede Kamer over de begroting van de minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen. Dan zal de minister de bezuinigingen moeten uitleggen.
Nederland ligt weer onder een grijze wolkendeken en de temperatuur daalt. Oktober is begonnen. Veel mensen zullen de kachel weer aanzetten, nadenkend over de gasprijzen, met de energiecrisis in hun achterhoofd. Wie de gasprijzen probeert te voorspellen, kijkt in een glazen bol, want ze zijn wispelturig. Wat is wél al duidelijk over de gasprijzen voor komende winter?
Na de inval van Russische troepen in Oekraïne stegen de gasprijzen naar recordhoogte, door zorgen over tekorten als gevolg van de oorlog. Tekorten zelf lijken komende winter geen probleem te vormen, schreef minister van Klimaat en Groene Groei Sophie Hermans maandag in een brief aan de Tweede Kamer. De Nederlandse gasbergingen, holten in de grond, zijn afgelopen zomer genoeg aangevuld om komende winter door te komen. De opslagen waren vorige maand al voor ruim negentig procent gevuld.
Iraanse raketaanval
Maar: dat er geen tekorten dreigen, is zeker geen garantie voor stabiele gasprijzen. Door de huidige geopolitieke onrust en wispelturige internationale concurrentie om vloeibaar gemaakt gas (lng), is de markt nog steeds – twee jaar na de Russische inval in Oekraïne – hartstikke zenuwachtig. Hoewel de gasprijzen inmiddels flink zijn gedaald (maar nog steeds hoger liggen dan voor de energiecrisis), zijn door die ontrust de energieprijzen nog steeds onvoorspelbaar. Handelaren zullen direct reageren op een slechte samenloop van omstandigheden: een koude winter, China dat plots veel gas inkoopt en dan ook nog eens de Russen die een pijpleiding afsluiten.
Kijk maar naar wat afgelopen augustus gebeurde. In de tweede week van die maand stond de gasprijs op het hoogste punt van dit jaar. De kosten voor een megawattuur aardgas liepen op tot ongeveer 42 euro op de Amsterdamse Title Transfer Facility (TTF), de belangrijkste handelsmarkt voor gas in Europa. Op het laagste punt dit jaar – dat was in februari – was dat nog ongeveer 25 euro. De stijging in augustus kwam nadat Oekraïne de Russische grensregio Koersk op 6 augustus binnenviel. Door die regio loopt een belangrijke gasleiding waar Russisch gas bestemd voor Europa doorheen stroomt. Daarbovenop was er angst dat Iran betrokken zou raken bij een gewapend conflict. Als gevolg daarvan zou de belangrijke doorvaarroute de Straat van Hormuz afgesloten kunnen worden, waardoor Saoedi-Arabië niet meer kan exporteren. Dinsdag was er opnieuw onrust op de energiemarkt, na vrees voor een Iraanse raketaanval op Israël.
Wat ook een rol speelde, was de toegenomen vraag van Amerikaans lng vanuit Azië als reactie op de eerdere daling in de prijs voor lng, de belangrijkste concurrent van Europa voor lng. Niemand die ruim van tevoren al kan zeggen hoe koud het in China gaat worden. De stijging van afgelopen augustus was overigens lang niet zo extreem als die in 2022, toen prijzen per megawattuur aardgas naar ruim boven de honderd euro uitkwamen.
De vraag naar gas binnen Nederland is wispelturig
Naast de geopolitieke spanningen beïnvloeden ook stormen de prijzen, zegt een woordvoerder van Eneco, zij het in mindere mate. Zo werd het in september even spannend toen storm Francine, die zich boven de Golf van Mexico ontwikkelde, afstevende op verschillende fabrieken waar aardgas wordt omgezet in vloeibaar gas, ook voor Europa, maar uiteindelijk bleven de gevolgen beperkt.
Potje van 578 miljoen
En dan is de vraag naar gas binnen Nederland zelf ook nog wispelturig. Tijdens de energiecrisis gebruikten sommige huishoudens door de hoge prijzen noodgedwongen minder gas. Maar wat als de gasprijzen komende winter omlaag gaan? Gaan mensen dan massaal meer gas gebruiken, wat zich weer vertaalt in hogere gasprijzen?
Tot slot speelt belasting een grote rol in de uiteindelijke consumentenprijs. Op Prinsjesdag kondigde kabinet-Schoof aan de energiebelasting op gas vanaf komend jaar te verlagen met 2,8 cent per kuub voor de eerste 2 schijven. Budgetinstituut Nibud berekende dat een gemiddeld huishouden (dat rond de 1.200 kubieke meter gas per jaar verbruikt) hierdoor 33,60 euro op jaarbasis bespaart.
Voor mensen met een laag inkomen die moeite hebben om de energierekening te betalen, zal het kabinet de komende twee jaar 60 miljoen euro reserveren. Ook heeft het kabinet voor het komende jaar een potje van 578 miljoen klaarstaan om mensen te helpen hun woning te verduurzamen, bijvoorbeeld met betere isolatie. Huishoudens lieten tijdens de energiecrisis massaal hun huizen beter isoleren als reactie op de hoge prijzen. Die piek is nu weer aan het afzwakken, zegt Milieu Centraal. Volgens de voorlichtingsorganisatie valt daar nog een hoop te winnen.
De Franse premier Michel Barnier (73) staat er dinsdagmiddag ontspannen bij in de halfronde vergaderzaal van de Assemblée Nationale, de Franse Tweede Kamer. Hij praat rustig, laat zich niet verstoren door boegeroep en maakt af en toe een grapje waar hij zelf voorzichtig om lacht.
Misschien is het zijn gevorderde leeftijd. Of zijn jarenlange ervaring: Barnier begon in 1978 als parlementariër („héél lang geleden”) en bekleedde daarna verschillende ministersposten en functies binnen de Europese Unie. Vanaf 2016 voerde Barnier voor de EU de Brexit-onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.
Zijn kalmte is hoe dan ook opvallend, want de situatie waarin Barnier verkeert is niet geruststellend: hij leidt een piepjonge minderheidsregering, die bij het minste of geringste ten val gebracht kan worden door de oppositie. Barnier is in de Assemblée voor zijn vuurdoop: zijn déclaration de politique générale, waarmee de premier traditiegetrouw de plannen van zijn regering uiteenzet.
Lees ook
In Frankrijk treedt een wankele, rechtse regering aan
Iedereen aan boord
Barnier laat in zijn toespraak zien dat hij zowel de linkse als de radicaal-rechtse oppositie aan boord wil houden. Zo wil de premier de enorme Franse staatsschuld (3.200 miljard euro) aanpakken door de belasting voor grote bedrijven en rijke Fransen (tijdelijk) te verhogen en kondigt hij aan dat het minimumloon omhoog gaat. Hij spreekt zich ook uit voor strenger klimaatbeleid. Zo moet er beter worden nagedacht over watermanagement.
Maar hij toont zich ook streng op het gebied van orde en veiligheid: zo moeten mogelijkheden om jonge criminelen te straffen worden uitgebreid, blijft de strijd tegen drugscriminaliteit „een prioriteit” en wil hij het makkelijker maken om buitenlandse criminelen uit te zetten. Barnier zegt dat Frankrijk „geen bevredigende controle meer heeft over het migratiebeleid”.
Zoals verwacht zitten er geen enorme hervormingen tussen. De premier kan ook niet anders: zonder meerderheid in de Assemblée Nationale is het ingewikkeld om verstrekkende veranderingen doorgevoerd te krijgen. Het betekent een breuk met de afgelopen jaren, gezien president Emmanuel Macron er juist prat op gaat Frankrijk te willen moderniseren en hervormen.
Een andere toon
Barnier laat vaker zien dat hij en zijn ministers anders zullen regeren dan de eerdere regeringen onder Macron, die sinds 2017 aan de macht is en tot dusver vier premiers versleet. Macron en zijn vorige premiers zijn er jarenlang van beschuldigd te verticaal te regeren, dus Barnier lijkt ‘dialoog’ als sleutelwoord te hebben genomen. Hij zegt dinsdagmiddag meer in gesprek te willen met gewone Fransen, met vakbonden en lokale overheden.
Ook wil hij meer macht neerleggen bij het parlement. Oók als het gaat om Macrons gehate pensioenhervorming, die in 2023 werd doorgevoerd zonder parlementsstemming. Zowel links als radicaal-rechts wil een streep door de hervorming, die de gemiddelde pensioenleeftijd met twee jaar verhoogde. Barnier stelt dinsdag voor de wet te verbeteren. „Ik wens dat het parlement debatteert, aanpast, verbetert.” Ook hiertoe wordt Barnier door de politieke realiteit gedwongen, maar het past ook bij de man die bekendstaat als een ervaren onderhandelaar.
Macron zelf verkeert intussen meer op de achtergrond dan Frankrijk van hem gewend is. Bij zijn vorige regeringen was het feitelijk Macron die de plannen bedacht, maar hij heeft Barnier „geen enkele rode lijn” opgelegd, zo zei een adviseur tegen Le Parisien. Het nieuwe motto van de president zou zijn: „de president heeft het overzicht, de regering regeert”. Ook hier geldt dat Macron wel moet, gezien hij voor het eerst samenwerkt met een premier van een andere politieke stroming: Barnier zit niet bij Macrons Renaissancepartij, maar bij het conservatief-rechtse Les Républicains.
Lees ook
Frankrijk begeeft zich op onontgonnen terrein met premier die onder curatele staat van Le Pen
Rol Rassemblement National
Een aantal keer wil Barnier dinsdag een wit voetje halen bij de radicaal-rechtse politica Marine Le Pen. Zoals wanneer hij benadrukt dat hij en zijn ministers „naar iedereen van u zullen luisteren en zullen respecteren, wat de politieke voorkeur ook is”. Hiermee reageert hij op kritiek uit Macrons achterban, die vindt dat Barnier niet met de radicaal-rechtse partij – voorheen altijd uitgesloten vanwege haar extreme ideeën – zou moeten overleggen.
Vorige week liet Barnier ook al zien hoezeer hij Le Pen niet tegen de haren in wil strijken: nadat minister van Economie Antoine Armand had gezegd dat het Rassemblement National geen Republikeinse (lees: geen respectabele) partij is, floot Barnier hem terug en belde hij Le Pen op om excuses aan te bieden. Dit doet hij omdat hij weet dat zijn regering valt of staat bij de gratie van Le Pens Rassemblement National, de grootste oppositiepartij. Hiermee is Le Pen als het ware de scheidsrechter geworden die bepaalt wanneer de regering valt.
Le Pen toont graag hoe machtig ze nu is: na de toespraak van Barnier zegt ze dinsdagmiddag niet meteen een motie van wantrouwen in te dienen tegen de nieuwe regering, omdat „het RN het land niet in de chaos wil trekken”. Wel benadrukt ze dat haar steun aan de regering-Barnier erg dun is. „De grootste parlementaire kracht, die wij vormen, zal veeleisend zijn.”
Barnier weet zelf ook dat het beeld bestaat dat hij aan de leiband van Le Pen zit, en poogt dat dinsdag iets recht te zetten. „Het gaat de afgelopen tijd veel over rode lijnen”, zegt hij doelend op de grenzen die Le Pens steun zou hebben. „Maar ik heb zelf ook rode lijnen.” Een daarvan is dat „er geen enkele tolerantie zal zijn voor racisme en antisemitisme”.
De Volksbank, bekend van onder meer de merken SNS, RegioBank en ASN Bank, moet zich voorbereiden op een beursgang of een onderhandse verkoop aan een private partij. Daarmee vervalt het perspectief voor de bank om een staatsbank te blijven of anderszins een aparte positie te behouden in het Nederlandse bankenlandschap.
Dat heeft minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Heinen volgt hiermee het advies van de enig aandeelhouder van de Volksbank, het NLFI. Dat beheert namens de rijksoverheid alle staatsdeelnemingen. Heinen heeft het bestuur van de bank gevraagd beide scenario’s voor te bereiden.
De Volksbank komt voort uit verzekeraar SNS Reaal, die in de nasleep van de kredietcrisis in grote problemen raakte en moest worden genationaliseerd. Sindsdien wil de staat van de bank af, maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Sinds in 2019 een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid verscheen over de rol van banken in de samenleving, is het debat gaande of de Volksbank niet een aparte status zou moeten houden. Dat zou goed zijn voor de diversiteit van het bankenlandschap, dat nu gedomineerd wordt door de drie grote banken ABN Amro, ING en Rabobank. Ook zou de Volksbank als staatsbank een veilig alternatief kunnen vormen voor mensen die zeker willen weten dat hun bank nooit failliet kan gaan.
‘Maatschappelijke identiteit’
Minister Heinen toont zich ongevoelig voor die argumenten. Hij schrijft dat „de diversiteit van de volledige sector niet afhankelijk kan zijn van één bank. Daarom zie ik hier geen specifieke rol voor de Volksbank weggelegd”. Om die reden wil hij ook geen aparte bestuursvorm bij Volksbank invoeren. Die zou een voorgenomen verkoop alleen maar lastiger maken, zo is de inschatting van de minister. Daarbij, zo blijkt uit de analyse van het NLFI, gedraagt de Volksbank zich als een reguliere bank, qua producten en diensten.
Zowel het NLFI als de minister houdt dus vast aan een reguliere verkoop zonder verdere voorwaarden. Als de bank onderhands verkocht wordt, kunnen kopers zich bij het NLFI melden voor de hele bank of delen daarvan. De Volksbank zelf heeft altijd gezegd bereid te zijn tot een beursgang of onderhandse verkoop, mits die verkoop niet in delen, maar als een geheel wordt gegarandeerd. Ook pleitte de bank ervoor haar „maatschappelijke identiteit” te borgen via bepaalde bestuurlijke voorzieningen. Beide zaken kan de minister niet garanderen.
Bij een beursgang zal het NLFI de aandelen van de bank in stappen naar de beurs brengen. Welke van de twee opties uiteindelijk gekozen wordt, zal pas later besloten worden. Uit de analyse van NLFI blijkt dat de Volksbank nog een aantal jaar nodig heeft om helemaal verkoopgereed te zijn. Bij een onderhandse verkoop rekent NLFI op één tot drie jaar en bij een beursgang op vijf tot zeven jaar.
Drie vooraanstaande stikstofexperts hebben een uitnodiging van de Tweede Kamer afgeslagen voor een deskundigenbijeenkomst op deze week woensdag. Het gaat om hoogleraren Wim de Vries en Leen Hordijk (emeritus) van Wageningen University & Research, en hoogleraar Jan Willem Erisman van de Universteit Leiden.
Hun kritiek is dat politiek en wetenschap zich vermengen rond het thema van het rondetafelgesprek: het vaststellen van een rekenkundige ondergrens voor de stikstofneerslag in een gebied, om weer natuurvergunningen voor boeren en bouwprojecten te kunnen verlenen.
‘Geitenpaadje’
Zo’n ondergrens zou mogelijk meer stikstofruimte bieden en bijvoorbeeld boeren zonder vergunning, de PAS-melders, kunnen helpen, is het idee. Maar wetenschappelijk is zo’n ondergrens, waarbij de natuur niet verslechtert, niet goed te onderbouwen, bleek in augustus uit een onderzoek in opdracht van het Interprovinciaal Overleg.
Lees ook
‘Laten we eerlijk zijn, er is geen stikstofbeleid’
„Het optrekken van zo’n ondergrens opent de weg om meer stikstof uit te mogen stoten”, zegt Wim de Vries. „Terwijl de stikstof uit de landbouw juist omlaag moet, niet omhoog. Voor de vergunningverlening voor PAS-melders en bouwprojecten is het ook niet nodig, daar kan de politiek best los hiervan een oplossing voor bedenken, denk ik.”
De Vries noemt het afzeggen van de uitnodiging voor het rondetafelgesprek „een signaal”. „Ik heb niet zoveel zin om aan deze discussie mee te doen. Uiteindelijk moeten we toe naar een nieuwe meetmethode, gebaseerd op stikstofuitstoot, en niet op neerslag van stikstof.”
Het komt zelden voor dat deskundigen een uitnodiging van de Tweede Kamer vanwege inhoudelijke bezwaren afslaan. Het tekent de impasse in het stikstofbeleid, dat het kabinet Schoof wil omgooien met een andere meetmethode, en meer ruimte voor boeren om zelf hun uitstoot van stikstof te kunnen sturen.
Onder Kamerleden is er wel vaker discussie over wie uit te nodigen voor rondetafelgesprekken. In de praktijk dragen fracties vaak deskundigen voor die hun eigen standpunten vertolken. Gezamenlijk wordt er dan gezocht naar een inhoudelijke balans tussen de sprekers.
Jan Willem Erisman is op vakantie, en daarom ook niet bij het gesprek, appt hij. Maar ook Erisman heeft bezwaren tegen de discussie over een ondergrens. „Ik vind dat het niet aan de wetenschap is om een ondergrens te bepalen. Het is een beleidskeuze waar verschillende afwegingen bij gelden die de wetenschap niet kan maken.”
Coalitiepartij NSC heeft nog voorgelegd ingenieur Wouter de Heij uit te nodigen, die zich op X vaker kritisch uitspreekt over het stikstofbeleid. Maar daar was afgelopen vrijdag geen meerderheid voor binnen de landbouwcommissie van de Kamer: BBB en SGP waren voor, VVD, GroenLinks-PvdA en D66 tegen, en overige fracties stemden niet.
Bondscoaches
De drie fracties die tegenstemden zeggen tegen deze krant dat ze het voorstel van NSC erg laat vonden, en Wouter de Heij als stikstofexpert niet goed kennen. „Bij stikstof is het vaak net als met bondscoaches”, zegt VVD-Kamerlid Thom van Campen. „Daar hebben we er achttien miljoen van in Nederland.”
NSC’er Diederik Boomsma, die Wouter de Heij voordroeg als spreker, reageert teleurgesteld. „Ik zou zeggen: ook als je wat anders denkt, kun je dat steunen. Je kunt in principe gewoon naar iemand luisteren. Maar blijkbaar hadden mensen er geen behoefte aan.”
Laura Bromet van GroenLinks-PvdA noemt de hele discussie over een ondergrens een „afleidingsmanoeuvre”. „Een ondergrens is niet de oplossing voor het stikstofprobleem. Het is gepiel in de marge.”
Bij het rondetafelgesprek over de ondergrens voor stikstof bleken er uiteindelijk nog meer afmeldingen te zijn wegens bijvoorbeeld ziekte. Het programma van woensdag is daarom met een uur ingekort
Als wetenschappers komen nu Addo van Pul van het Rijksinstituut voor Gezondheid en Milieu (RIVM) en Arthur Petersen van University College London. Petersen ziet wel mogelijkheden om snel een hogere rekengrens in te voeren, legde hij onlangs uit aan NRC.
Terwijl het dodental van orkaan Helene in het zuiden van de Verenigde Staten dinsdag opliep tot 130, ging de ramp maandag ook een rol spelen in de verkiezingscampagnes. Zowel Kamala Harris als Donald Trump pasten hun campagneplannen aan. Harris ging naar Washington voor overleg met de Federal Emergency Management Agency (FEMA). Bij een persconferentie vanaf het hoofdkantoor van FEMA gaf ze aan pas naar het getroffen gebied af te willen reizen vanaf het moment dat ze de hulpverlening niet in de weg zou zitten. „Our nation is with you”, benadrukte ze.
Trump vloog wel meteen naar het getroffen gebied, om in de stad Valdosta (in de staat Georgia) naar de puinhopen te kijken en met zijn rode pet op een praatje te houden. Hij stelde daar dat hij de ramp niet politiek wilde maken, om in één adem door de regering Biden te bekritiseren. Hij beweerde dat Brian Kemp, de gouverneur van Georgia, veel moeite zou hebben gehad om de president aan de telefoon te krijgen. Dat bleek niet te kloppen. „Trump liegt”, zei Biden toen hij om een reactie werd gevraagd. Dat werd bevestigd door de Republikeinse Kemp, die zei juist langdurig met Biden te hebben overlegd.
Keukenrollen gooien
Of en welk effect de orkaan gaat hebben op de verkiezingen, is moeilijk te zeggen. North-Carolina, de zwaarst getroffen staat, is een van de staten waar het al mogelijk was om te gaan stemmen. Door de zwaar beschadigde infrastructuur is dat een stuk lastiger geworden. Het zijn relatief vaak Democratische kiezers die gebruikmaken van het stemmen per post, terwijl Republikeinen vaker wachten op voting day.
Trump hoopte een klap uit te delen met zijn opmerking, maar heeft ook weer het zoeklicht gericht op zijn eigen beleid als president. In verschillende Amerikaanse media ging het dinsdag uitgebreid over zijn (gebrek aan) handelen na Orkaan Maria, die in 2017 verwoestend huishield boven Puerto Rico en waarbij volgens de officiële telling drieduizend doden vielen. Trump ging pas na dertien dagen naar het rampgebied, om daar ‘hulpgoederen’ uit te delen. De beelden van Trump die keukenrollen naar een menigte gooide, werden door Carmen Yulín Cruz, de burgemeester van de Puerto Ricaanse hoofdstad San Juan, indertijd omschreven als een „abominabele vertoning”. Ook steggelde Trump over het aantal doden, dat volgens hem veel lager lag dan de officiële cijfers.
Actueler is een beleidsmaatregel die Trump in 2019 nam, waarbij hij fors bezuinigde op rampenbestrijdingsdienst FEMA om geld vrij te maken voor extra grensbewaking bij Mexico. Trump en de Republikeinen wilden sowieso fors bezuinigen op de FEMA, met het idee dat rampenbestrijding een kwestie van de staten zou moeten zijn. Ook de landelijke weerdienst en de National Hurricane Watch zouden moeten verdwijnen, om plaats te maken voor commerciële bedrijven. Het is een visie die door zijn donoren en Republikeinse collega’s ook na deze ramp wordt ondersteund.
Lees ook
Verwoest Puerto Rico eist gelijke behandeling van VS
Het Europese wetsvoorstel dat is bedoeld om grote techbedrijven te dwingen online kindermisbruikmateriaal op te sporen, valt slecht in het Nederlandse kabinet. Partijen NSC en BBB zijn tegen het voorstel; als de wet erdoor komt, zullen de privéchats van grote aantallen mensen namelijk worden gescand en encryptie verzwakt. De positie van de VVD en PVV is onduidelijk.
Vandaag heeft VVD-minister David van Weel van Justitie de Tweede Kamer per brief laten weten dat Nederland nog even geen standpunt inneemt. Dat is een tegenslag voor EU-voorzitter Hongarije, die probeert de wet er na twee jaar Europees debat door te krijgen en dacht twijfelaar Nederland over de streep te hebben getrokken.
1 Eerst de inhoud: waar draait dit allemaal om?
De verspreiding van (kinder)misbruikbeelden gaat grotendeels via internet en in toenemende mate via chats, zoals besloten Telegramgroepen, berichten via WhatsApp en Facebook of bijvoorbeeld de chatfunctie in games.
Dat is zowel handig als lastig voor opsporingsdiensten. Handig omdat digitale communicatie sporen nalaat. Lastig omdat het chatverkeer tussen twee personen onder het elektronische equivalent van het briefgeheim valt. Het is privé, de politie mag daar niet zomaar in kijken. Bovendien is dat berichtenverkeer versleuteld, waardoor de inhoud niet zichtbaar is als die wordt verstuurd.
De opsporing is daarom voor een groot deel afhankelijk van de bedrijven die dit berichtenverkeer faciliteren en eraan verdienen. Die hebben methoden om verdacht gedrag te detecteren, onder meer met gebruik van algoritmen die analyseren met wie een gebruiker contact zoekt en aan de hand van de meldingen die ze krijgen over gebruikers. En kunnen het uit zichzelf melden als ze vermoedens hebben of op verdacht materiaal stuiten. Op dit moment verschilt het sterk hoe bedrijven daarmee omgaan. Het contact tussen Telegram en opsporingsinstanties is bijvoorbeeld notoir slecht. Snapchat en Meta (het bedrijf achter Facebook, Instagram en WhatsApp) werkt wel mee.
De Europese wet, waarover al twee jaar wordt onderhandeld, verplicht bedrijven zich in te spannen om te voorkomen dat hun dienst wordt gebruikt voor de verspreiding van reeds bekende misbruikbeelden en om die te verwijderen. De wet wil dat bedrijven hun software zo aanpassen dat de inhoud van chats gescand kan worden voordat ze worden verstuurd. Client side scanning, heet dat in technisch jargon. Op X wordt ertegen geprotesteerd onder de hashtag #Chatcontrol.
2 Wordt dan dus ieder chatbericht van iedereen eerst gescand?
Niet per se, want in de wet staat ook dat niet meteen naar het zwaarste middel moet worden gegrepen. Maar de mogelijkheid om de inhoud van alle berichten te scannen wordt met deze wet wel gecreëerd. Bedrijven zouden de daarvoor benodigde technische aanpassingen moeten doen. En daarom zijn er grote bezwaren tegen. Een brede coalitie tegenstanders waarschuwt in een open brief voor een ‘opgeleid sleepnet’ dat op grove wijze inbreekt op privécommunicatie van honderden miljoenen Europeanen. „Een politieagent in elke slaapkamer om alle soorten misbruik te voorkomen zouden we niet accepteren, maar in het digitale domein maakt Nederland die afweging blijkbaar anders.”
De ondertekenaars – waaronder kindermisbruikbestrijders, bazen van hostingbedrijven en cybersecurityexperts en Kamerleden – waarschuwen dat miljoenen Europeanen onterecht in databases terecht zullen komen met het label ‘verdacht van kinderporno’, dat ze vervolgens hun leven lang kan achtervolgen. Er is nog veel onduidelijk over de scantechnieken en de algoritmes die op naaktfoto’s zouden worden losgelaten. Vast staat wel dat het technisch heel moeilijk om het verschil te zien tussen een foto van een bloot kindje in bad, dat tussen vertederde ouders wordt uitgewisseld, en kwalijk blootbeeld, met verkeerde intenties.
De ondertekenaars wijzen er ook op dat het bij de seksuele ontwikkeling van een tiener hoort om een beetje te experimenteren. En dat betekent tegenwoordig soms ook met wederzijdse instemming pikant beeld delen.
Opsporingsinstanties zijn bang dat ze worden overspoeld door meldingen waar ze niets mee hoeven of niets mee kunnen. Ook omdat bang gemaakte bedrijven geneigd zullen zijn voor de zekerheid te veel te melden. En dat terwijl de politie de meldingen nu al amper aankan.
3 Is er nu dan helemaal geen controle op het versturen van kindermisbruikbeelden?
Jawel. Er is een tijdelijke ontheffing (‘derogatie’) van de privacybescherming, waardoor bedrijven nu al bepaalde inbreuken kunnen maken. Maar daar is dus geen wettelijke basis voor en het werkt zeer beperkt. De meeste bedrijven voor online communicatie zijn Amerikaans. Die zijn volgens de Amerikaanse wet verplicht melding te maken van misbruikbeelden, als ze die zien. Een deel van de bedrijven doet dit bij het Amerikaanse NCMEC, een private stichting voor de bestrijding van online kindermisbruik. Die deelt de meldingen dan weer met bijvoorbeeld de Nederlandse politie. In 2023 kwamen via die route 72.913 meldingen binnen.
Het Nederlandse equivalent van die stichting is OffLimits. Verdachte beelden die door gebruikers worden gerapporteerd worden daar beoordeeld en in sommige gevallen aan de politie doorgespeeld, die deze meldingen serieus neemt, maar wel te kampen heeft met een tekort aan zedenrechercheurs. Ook heeft Offlimits contact met de meeste grote internetbedrijven om slachtoffers te helpen beelden offline te krijgen. En het doet veel aan preventie van misbruik en verspreiding. Mensen (meestal mannen) die vrezen dat ze in de verleiding komen naar beelden van seks met kinderen te kijken, kunnen bijvoorbeeld een anonieme hulplijn bellen. Daar wordt steeds vaker gebruik van gemaakt. Directeur Robbert Hoving van OffLimits is medeondertekenaar van de open brief.
4 Iedereen wil toch dat kinderen veilig zijn? Waarom moeilijk doen over een wet die handhavers wat meer instrumenten geeft?
Zeker, maar dat argument wordt ook vaak misbruikt. Politici durven zelden tegen wetten te stemmen die worden verkocht met het argument dat ze nodig zijn om terrorisme of pedofielen aan te pakken. Maar met die wetten kan in de regel meer dan alleen dat. Dat geldt nu ook voor het verzwakken van encryptie of meekijken in privéchats. Coalitiepartij NSC is er daarom geen voorstander van. Kamerlid Jesse Six Dijkstra: „Het gaat een fundamentele grens over als de overheid software-ontwikkelaars verplicht een luikje in te bouwen om de inhoud van afbeeldingen en video’s van alle gebruikers te controleren. Zeker als dit in de praktijk ineffectief zou zijn.”
Barbara Kathmann van GL-PvdA is bang voor ‘massasurveillance onder het mom van boeven vangen’. „Als je echt kinderen wilt helpen, trek er dan de stekker uit bij hostingbedrijven die niet meewerken aan het verwijderen van materiaal en die vaak in Nederland zitten.”
„De wet is met een kanon op een mug schieten. Het gaat veel te ver”, zegt ook Henk Vermeer van de BBB. Hij vreest dat het wantrouwen van burgers jegens de overheid groter wordt als mensen de indruk hebben dat in hun privécommunicatie wordt meegelezen.
De betrokken kamerleden van coalitiepartijen PVV en VVD waren niet bereikbaar voor commentaar.
Afgelopen vrijdag is in de ministerraad over het wetsvoorstel en het Nederlandse standpunt gesproken, maar lukte het niet om overeenstemming te bereiken.
5 Willen politie en justitie dan heel graag dat deze wet er komt?
Nee, in tegendeel. Zedenexperts van de politie hebben zich er meerdere keren tegen uitgesproken. Ook de AIVD is tegen. De inlichtingendienst heeft het kabinet expliciet gewaarschuwd voor risico’s voor de ‘digitale weerbaarheid’ als een scansysteem wordt opgetuigd.
6 Als alle experts tegen zijn, waarom stemt Nederland binnen de EU niet gewoon tegen?
Dat heeft te maken met de manier waarop de Europese onderhandelingen tot nu toe zijn verlopen. Nederland was daarin steeds kritisch. Nu is EU-voorzitter Hongarije aan een aantal belangrijke bezwaren van Nederland tegemoetgekomen, waaronder de eis dat in eerste instantie alleen op al bekend kinderpornografisch materiaal wordt gescand. Daardoor hebben de ambtenaren en politici het gevoel dat ze geen ‘nee’ meer kunnen zeggen en het diplomatiek onverstandig zou zijn om opeens bij het clubje felste tegenstanders binnen de EU te gaan horen. Dat spreekt uit de brief die minister Van Weel dinsdag naar de Tweede Kamer stuurde. De voorlopige uitkomst is dat Nederland zich onthoudt van stemming. Dat zou voorlopig moeten worden geïnterpreteerd als een tegenstem, staat ook in de brief. Het argument voor in Brussel? De recente kabinetswissel.
Mark Rutte nam deze dinsdag de leiding over van een bondgenootschap dat tweeënhalf jaar geleden ruw uit zijn sluimer werd gewekt door Rusland. De grootschalige Russische inval in Oekraïne wierp de NAVO weer terug op haar kerntaak: de verdediging van Europa. Als antwoord op de agressie schoot ook de slagkracht omhoog. De rol van secretaris-generaal van de NAVO is tegenwoordig, met een oorlog aan de rand van het verdragsgebied, een van de belangrijkste internationale functies.
Breed lachend en amicaal handenschuddend beende Rutte dinsdagochtend de vergadering van de Noord-Atlantische Raad binnen, het hoogste politieke orgaan van de NAVO. Na een korte toespraak ten overstaan van de 32 NAVO-ambassadeurs overhandigde voorganger Jens Stoltenberg hem de ceremoniële voorzittershamer, een cadeau dat IJsland in 1963 aan de NAVO schonk. Rutte bedankte Stoltenberg voor zijn werk en sloot de vergadering – al vergat hij even die af te hameren met de Viking-hamer.
Hoogste civiele baan
De secretaris-generaal is de hoogste civiele baan bij de NAVO. Traditioneel wordt die functie door een Europeaan bekleed. De hoogste militaire functie – Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) – is namelijk gereserveerd voor de hoogste Amerikaanse militair in Europa. De sg neemt een aantal diplomaten uit zijn eigen land mee als naaste medewerkers. Daarnaast hebben de grootmachten een vertegenwoordiging in de NAVO-top. De sg heeft ook een plaatsvervanger en een aantal assistent-sg’s.
Na veertien jaar premierschap van een klein NAVO-land dat zijn krijgsmacht decimeerde en jarenlang de NAVO-uitgavennorm niet haalde, moet Rutte nu lobbyen voor hogere defensie-uitgaven. Hij noemde het meteen als een van zijn prioriteiten. „We hebben meer manschappen nodig met betere vaardigheden en snellere innovatie. Dat vereist grotere investeringen. Want om meer te doen, moeten we meer uitgeven. Er is geen kostenvrij alternatief als we samen onze uitdagingen willen aanpakken en onze één miljard mensen veilig willen houden.”
Drieëntwintig NAVO-landen halen inmiddels de uitgavennorm van 2 procent van het bruto binnenlands product, maar de behoeften zijn gestegen en de 2 procent geldt inmiddels als een minimum. Nederland haalt de norm pas sinds kort. Rutte zei vandaag dat hij als premier eerder had moeten beginnen met het verhogen van de Nederlandse defensie-uitgaven.
Uiteenlopende belangen
Rutte staat voor de uitdaging om de 32 NAVO-landen op één lijn te houden. Dat is niet eenvoudig. Landen hebben uiteenlopende belangen en uiteenlopend gewicht in de discussie. De VS zijn verreweg de belangrijkste bondgenoot. Zonder soepele verhouding met Washington houdt een sg niet lang stand. De VS zullen er ook de komende jaren op toezien dat Europese bondgenoten zoveel mogelijk opkomen voor hun eigen verdediging, ongeacht wie de presidentsverkiezingen zal winnen.
Mocht Donald Trump terugkeren in het Witte Huis, dan zal dat ongetwijfeld voor veel turbulentie bij de NAVO zorgen. Trump dreigt graag met het opzeggen van het NAVO-lidmaatschap, al ging Rutte er als kandidaat-secretaris-generaal vanuit dat Trump dat vooral deed om druk op de Europeanen te zetten. Daarnaast is de Amerikaanse presidentskandidaat uiterst ambivalent als het gaat om steun aan Oekraïne.
Rutte probeert onrust in het bondgenootschap over de Amerikaanse koers na de verkiezingen weg te nemen. „Ik maak me geen zorgen. Ik heb vier jaar met Donald Trump gewerkt. Hij was het die erop aandrong om meer uit te geven en hij was succesvol omdat we nu meer uitgeven dan voordat hij aan de macht kwam.” De defensie-uitgaven zijn in Europa inderdaad fors gestegen, maar een deel van die stijging was het antwoord op de Russische inval in Oekraïne. Rutte was, heel diplomatiek, ook lovend over Trumps tegenstander, de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris.
Oekraïne en Turkije
De steun aan Kyiv is ook topprioriteit voor Rutte. „Er kan geen veiligheid zijn in Europa zonder een sterk en onafhankelijk Oekraïne.” Het belaagde land hoort volgens hem zeker thuis in de NAVO, maar over de timing van het lidmaatschap bleef Rutte vaag. Hij erkende dat de situatie op het slagveld moeilijk is en dat Rusland mondjesmaat terrein wint. Maar, onderstreepte hij, de prijs die Rusland daarvoor betaalt is hoog: duizend doden en gewonden per dag. Het Kremlin zei dinsdag dat het geen verbetering verwacht in de relatie met de NAVO nu er een nieuwe chef is aangetreden.
Naast de VS legt Turkije veel gewicht in de schaal. Rutte noemde president Erdogan meteen „een vriend”. Turkije is gezien omvang en ligging een onmisbaar NAVO-land, maar Erdogan onderhoudt ook graag wisselende politieke contacten buiten het bondgenootschap. Voorheen zocht hij samenwerking met Moskou; vorige maand kondigde Turkije aan het lidmaatschap van de BRICS te ambiëren. Turkije zou dan het enige NAVO-land worden in de club van regionale grootmachten, waartoe ook Rusland en China behoren. Rusland geldt bij de NAVO als vijand, China wordt al jaren als uitdager aangemerkt en staat te boek als een onmisbare steunpilaar voor Rusland in de oorlog tegen Oekraïne (decisive enabler).
Rutte haalde puntig uit naar China, dat grondstoffen, micro-elektronica en andere dual-use goederen aan Moskou levert en internationale sancties tegen Rusland omzeilt. „Dat moet ophouden. Het is van invloed op hun standing in de wereld.”
De functie van sg geldt als een baan waarin woorden zorgvuldig gewogen moeten worden, omdat de sg het boegbeeld is van het defensiebondgenootschap. De vijand luistert altijd mee en ook de 32 opdrachtgevers kijken over de schouder van de sg. Stoltenberg hield zich daarom strikt aan het protocol en aan de voorgeschreven teksten.
Rutte stond tijdens zijn eerste persconferentie al meteen meer ontspannen in de wedstrijd; hij besteedde voor een NAVO-sg opvallend veel woorden aan het Europese begrotingsbeleid. Ook stond hij tv-verslaggever Jaïr Ferwerda na afloop nog even snel te woord, terwijl de beveiligers hem al richting de uitgang drongen.