De rechtsopvolgers van de stichting Vestia zijn tot een schikking gekomen met de Britse bank Barclays. De partijen waren in gesprek over alle vorderingen tussen Vestia en Barclays over gesloten derivatentransacties tussen 2008 en 2011. Het gaat om een bedrag van 43,5 miljoen euro. De Britse bank betaalt dat bedrag zonder „erkenning van enige aansprakelijkheid of schuld”. Dat hebben de woningcorporaties die zijn voortgekomen uit het vroegere Vestia vrijdag bekendgemaakt.
Barclays sloot jaren geleden contracten af met Vestia voor derivaten — financiële beleggingsinstrumenten bedoeld om renterisico’s af te dekken. De woningcorporatie stelde vervolgens voor 279 miljoen euro aan schade te hebben geleden door Barclays. Afspraken die zouden zijn gemaakt over de derivaten waren volgens Vestia onwettig, omdat de woningcorporatie alleen actief mocht zijn op gebied van volkshuisvesting en zich niet had mogen begeven in derivatenhandel. Vestia hield Barclays daar verantwoordelijk voor en eiste miljoenen terug.
De schikking tussen de woningcorporatie en Barclays is het slotstuk in een reeks juridische acties tussen Vestia en banken als gevolg van het zogenoemde derivatenschandaal. Vestia, in 2012 een van de grootste woningcorporaties van Nederland, is daarbij twaalf jaar geleden voor miljarden euro’s in het schip gegaan. De financiële problemen kwamen door risicovolle investeringen in derivaten die verkeerd uitpakten. Vestia had in totaal voor 23 miljard aan derivaten afgesloten.
Jaren geleden kocht Vestia de derivaten om rentestijgingen het hoofd te bieden. Maar toen de rente bleef stijgen, kwam Vestia in een grote financiële crisis terecht met 2,5 miljard euro aan schade. De opvolgers van Vestia hebben daarna geprobeerd om de schade te verhalen op banken. Volgens Vestia waren die medeverantwoordelijk voor de problemen. Uiteindelijk leidden de gesprekken tot schikkingen met zeven banken, voor een totaalbedrag van 400 miljoen euro. Dat wordt volgens de rechtsopvolgers van Vestia ingezet voor „financieel herstel”.
Niet Nederland, België en Duitsland, maar Brazilië gaat het WK voetbal voor vrouwen in 2027 organiseren. De drie Europese landen voerden een lobby om het sportevenement naar hen toe te halen. Vrijdag heeft de FIFA desalniettemin bepaald dat Brazilië het aangewezen gastland is. Dat gebeurde na een stemming op een FIFA-congres in Bangkok.
Op het congres mochten 211 landen hun stem uitbrengen. Brazilië nomineerde tien voetbalstadions die ook werden gebruikt bij het WK mannenvoetbal in 2014. De keuze voor Brazilië zal een teleurstelling zijn voor de KNVB. De afgelopen maanden was secretaris-generaal Gijs de Jong in touw om andere landen voor zich te winnen. Met name in Duitsland en Nederland zit vrouwenvoetbal in de lift en daarmee hoopte De Jong de andere landen te kunnen overtuigen.
Brazilië was de enige concurrent voor de Europese kandidaten. In het Zuid-Amerikaanse land is vrouwenvoetbal minder geprofessionaliseerd dan bijvoorbeeld Nederland. Wel is vrouwenvoetbal in Brazilië populair. Uit onderzoek bleek dat tijdens het WK vorige zomer 23 procent van de Brazilianen het vrouwenvoetbal live wilde volgen, terwijl de percentages voor Nederland (16 procent) en Duitsland (19 procent) lager uitvielen.
Lees ook Heel veel calls, heel veel vliegen, heel veel luisteren – levert de lobby van de KNVB Nederland het WK 2027 op?
Universiteit Gent verbreekt toch de banden met drie Israëlische onderzoeksinstellingen: ‘Zeer problematisch’
De Universiteit Gent zet de samenwerking stop met drie Israëlische onderzoeksinstellingen omdat die militair materieel zouden produceren voor de oorlog in Gaza. Het gaat volgens Belgische media om Holon Institute of Technology, MIGAL Galilee Research Institute en Volcani Centre. Studenten van de school pleitten al langer voor een volledige academische boycot van Israël en beschouwen de actie als een kleine overwinning — ze gaan door tot alle banden tussen hun school en Israël zijn doorbroken.
In Gent vonden, net als in veel andere Europese steden, pro-Palestijnse studentenprotesten plaats vanwege het Israëlische geweld in Gaza en de banden tussen Israëlische instituties en bedrijven enerzijds en westerse universiteiten anderzijds. De afgelopen weken leidde dat in Gent nog niet tot een andere visie op de Israëlische relaties — tot donderdag. Rector Rik Van de Walle spreekt in De Standaard van „zeer problematische samenwerkingen”. Hij belooft dat de universiteit de banden doorbreekt met de drie instellingen.
Begin deze maand, vlak na het uitbreken van de protesten, had de raad van bestuur van de universiteit nog besloten dat het beëndigen van de samenwerking niet nodig was, onder meer na een evaluatie van een mensenrechtencommmissie. Van de Walle vertelde toen nog dat de school „in geen geval samenwerkt met partijen die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen die de Israëlische overheid pleegt”.
Op basis van „nieuwe informatie” komt Van de Walle terug op dat besluit. In een mail aan studenten schrijft hij: „Ik heb het hier zeer moeilijk mee. Als ik op vrijdag 3 mei had geweten wat mij nadien werd meegedeeld, had ik er in de raad van bestuur voor gepleit om alles te doen wat mogelijk is om de samenwerkingen zo snel mogelijk stop te zetten.” Enkele studenten geloven de rector niet en stellen dat de informatie al langer bekend was.
Boris van der Spek
Welkom in dit blog
In dit blog doet NRC verslag van de verschillende pro-Palestijnse studentenprotesten en hun nasleep. Afgelopen dagen vonden betogingen plaats in Utrecht en Amsterdam. Lees hier het vorige blog terug.
Bondscoach Ronald Koeman heeft donderdag zijn voorlopige selectie voor het EK in Duitsland bekendgemaakt. Het gaat om dertig spelers, van wie er nog vier zullen afvallen. Een bekende afwezige is Feyenoord-middenvelder Mats Wieffer, die al langere tijd kampt met een blessure. Ook Jurriën Timber van Arsenal, die pas net hersteld is van een zware knieblessure, krijgt geen uitnodiging.
Aanvallers Noa Lang (PSV) en Joshua Zirkzee kampen ook met blessures en gaan mede daarom niet mee naar Duitsland. De Ajacieden Steven Berghuis, Jorrel Hato en Kenneth Taylor zijn ook buiten de voorselectie gelaten, net als spelers als Jordan Teze, Justin Kluivert en Guus Til.
Desondanks heeft Koeman ook spelers opgeroepen die momenteel nog niet fit zijn. Frenkie de Jong kampt nog met een blessure, maar is alsnog opgeroepen, evenals Marten de Roon. Andere opvallende namen in de selectie zijn Sparta-keeper Nick Olij, Micky van de Ven van Tottenham Hotspur, Georginio Wijnaldum van de Saoedische subtopper Al-Ettifaq en Ajax-aanvoerder Steven Bergwijn.
26 spelers mee
Waar normaal gesproken 23 spelers meegaan naar een eindtoernooi, heeft de UEFA de selecties nu uitgebreid naar 26 spelers. Hoewel de definitieve lijst op 7 juni naar de Europese voetbalbond gestuurd moet worden, kunnen bondscoaches spelers, die voor het begin van het toernooi zwaar geblesseerd raken, nog voor de eerste wedstrijd vervangen.
Het Nederlands elftal begint het EK op 16 juni tegen Polen. De andere tegenstanders in groep D zijn Frankrijk en Oostenrijk. Voordat het EK begint worden er nog twee oefenwedstrijden gespeeld: op 6 juni tegen Canada en op 10 juni tegen IJsland.
De enige Europese fabriek van de Amerikaanse autobouwer Tesla, dertig kilometer ten oosten van Berlijn, is een stap dichter bij een uitbreiding. Omwonenden hadden zich eerder in een referendum uitgesproken tegen de nieuwe bouwplannen.
Donderdagavond kwamen de negentien raadsleden van Grünheide onder toezicht van de politie bijeen in een evenementenlokaal. Elf van hen stemden voor de uitbreiding, zes tegen, en twee onthielden zich. Actiegroepen Tesla Stoppen en Tesla den Hahn Abdrehen demonstreerden met tientallen mensen bij het gebouw.
Het bedrijf heeft de uitbreiding, de bouw van een goederenstation, nodig om de autoproductie te verdubbelen tot jaarlijks een miljoen auto’s. Bij de fabriek, die in 2020 werd gebouwd, werken inmiddels 12.000 mensen. De recente ontslagronde bij het bedrijf raakt ook een paar honderd werknemers in Grünheide.
Nu de gemeenteraad de weg vrij heeft gemaakt voor Tesla, moet het ministerie van Landbouw, Milieu en Klimaatbescherming het plan nog goedkeuren.
Drinkwaterbeschermingsgebied
Tesla’s uitbreidingsplannen leidden de afgelopen maanden tot veel protest. In de aanloop naar de beslissende gemeenteraadsvergadering sliepen honderden mensen in het bezette bos bij de Teslafabriek. Een groep demonstranten probeerden tevergeefs de fabriek te bestormen. De autoproductie is van vrijdag tot aan zondagavond stilgelegd.
Critici maken zich zorgen over het waterverbruik van de autoproducent. De Teslafabriek in Brandenburg staat in een drinkwaterbeschermingsgebied, waar extra voorzichtig om moet worden gegaan met water. De deelstaat kampt met droogte, waardoor bewoners in de zomer op rantsoen moeten. En er moet bos gekapt worden: 50 hectare, dat was aanvankelijk 100.
Tesla is de kritische geluiden al enigszins tegemoetgekomen, merkt Benjamin Raschke, deelstaatparlementariër voor de Groenen. Hij was als parlementair waarnemer bij de protesten van de afgelopen dagen.
Zowel het waterverbruik als de geplande boskap wordt gehalveerd, Raschke noemt Tesla’s omgang met de kritiek „voorbeeldig” tegenover ZDF.
Onder druk van protesten is het uitbreidingsplan eerder al ingeperkt: een kinderdagverblijf en magazijnen worden op het bestaande terrein verwerkt, in plaats van dat daar meer ruimte voor wordt ingenomen.
Referendum
De 9.200 inwoners van Grünheide konden zich eerder dit jaar uitspreken over de uitbreidingsplannen van Tesla. In een referendum stemde ruim 62 procent tegen, met een opkomst van 75 procent. Dat maakt dat de onvrede onder de bevolking groot is: het gevoel dat er nu niet wordt geluisterd door politici, overheerst. Één partij in Grünheide is uitgesproken tegen de fabriek, dat is de AfD.
Demonstranten gingen eind februari over tot bezetting van het bos waar Tesla wil uitbreiden. Sindsdien staat er een boomhuttenkamp in het bos, waar af en aan ongeveer tachtig mensen verblijven. De groep kreeg donderdag te horen dat ze voorlopig mogen blijven.
De demonstranten van Tesla Stoppen laten NRC weten dat ze met de bosbezetting „doorgaan totdat we Tesla gestopt hebben.” En de milieuorganisatie Bürgerinitiative Grünheide heeft in de Duitse krant Stern aangekondigd „juridische stappen te ondernemen” bij een positief gemeenteraadsbesluit.
De organisaties houden ook rekening met een eventuele gewelddadige ontruiming. De komende week zal in het naastgelegen Erkner een documentaire over politiegeweld bij de klimaatbezetting van het bruinkooldorp Lützerath draaien. Dat was al gepland voor de uitspraak van de gemeente. Een paar activisten van de bosbezetting waren in 2023 ook actief in Lützerath, vertelden ze in april aan NRC. De vrees in het bos is nu dat een ontruiming van de klimaatbezetting in het Teslabos op eenzelfde manier zal lopen, laat Steffen Schorcht van het Burgerinitiative Grünheide weten.
Achttien Europese consumentenbonden hebben gezamenlijk een klacht ingediend tegen de Chinese webwinkel Temu. Ook de Nederlandse Consumentenbond is een van de indieners. De consumentenorganisaties vinden dat Temu cruciale informatie achterhoudt en ‘dark patterns’ gebruikt om consumenten te beïnvloeden. De bonden dienden de klacht in bij hun eigen nationale toezichthouder.
Dark patterns zijn verboden technieken om de online consument te beïnvloeden. Zo krijgen consumenten wanneer ze op een product klikken, meteen daarna duurdere versies te zien. „Zo probeert Temu de consument te verleiden om meer geld uit te geven”, zegt Gerard Spierenburg, woordvoerder van de Consumentenbond op het gebied van consumentenrecht, privacy en digitaal. Dat klinkt misschien niet zo vreemd, maar, zegt Spierenburg: „Temu maakt niet duidelijk hoe het getoonde aanbod tot stand komt en of dat wel of niet gesponsord is. Die informatie moet het volgens de wet wel delen.” Ook zou Temu het klanten onnodig moeilijk maken om hun account te verwijderen.
Daarnaast zegt de Consumentenbond dat consumenten niet weten of producten van Temu wel veilig zijn. Daar waarschuwde de bond eerder dit jaar ook al voor: Temu zou gevaarlijke elektrische kachels verkopen, die kunnen exploderen, brand kunnen veroorzaken of een elektrische schok kunnen geven. Na melding verwijderde Temu de gebrekkige kachels.
Het is niet de eerste keer dat de Consumentenbond samenwerkt met andere Europese consumentenorganisaties: zo trokken Europese consumentenbonden eerder onder meer samen op tegen AliExpress en de auto-industrie. De Europese bonden werken samen onder de overkoepelende organisatie BEUC (Bureau Européen des Unions de Consommateurs). „Net als veel andere producenten is Temu niet alleen in Nederland actief, maar overal in Europa”, zegt Spierenburg. „Verenigd sta je sterker. Bij de Europese Commissie maak je ook meer indruk met z’n allen dan in je eentje.” De toezichthouder voor Nederland waar de bond zijn klacht heeft ingediend is de Autoriteit Consument en Markt.
3,3 miljoen Nederlandse bezoekers
Temu bestaat pas sinds 2022 en is een dochterbedrijf van het beursgenoteerde Chinese e-commerceplatform Pinduoduo, in grootte de derde webshop van China na Alibaba en JD.com. In het jaar van de oprichting richtte Temu zich nog voornamelijk op China zelf; in 2023 ging het over de landgrenzen kijken, en dan vooral naar Azië, Europa en de Verenigde Staten. Het is nu actief in 53 landen. Dat bleek een lucratieve zet: in 2023 verdubbelde moederbedrijf Pinduoduo bijna de omzet, tot 31,7 miljard euro, en had het platform in Nederland al 3,3 miljoen bezoekers per maand. Volgens brancheorganisatie Thuiswinkel.org zijn Nederlanders in dat jaar meer gaan bestellen bij Chinese webwinkels.
Dat is vooral te danken aan agressieve marketingtechnieken op sociale media zoals Instagram en TikTok, een strategie die de webwinkel kopieerde van de eveneens zeer populaire Chinese webwinkel Shein. Zo staat TikTok bijvoorbeeld vol met video’s van relatief onbekende influencers die pakketjes van Temu uitpakken. Die worden benaderd – en soms bestookt – door Temu met beloftes over views, naamsbekendheid en shoptegoed. Maar afgesproken betalingen worden niet altijd uitgevoerd en vergoedingen zijn ‘ongebruikelijk laag’.
In korte tijd werd Temu een van Sheins grootste concurrenten. Beide bedrijven bieden op hun platformen producten – niet alleen kleding, maar ook elektronica, kantoorartikelen, accessoires – aan voor zeer lage prijzen. De kleding wordt vaak omschreven als ultrafastfashion en is onder meer vanwege de lage kwaliteit niet duurzaam en ongeschikt voor recycling. In oktober 2023 kocht de Italiaanse consumentenbond Altroconsumo dertien cosmeticaproducten bij Temu. Op negen daarvan stond onjuiste informatie over de ingrediënten. Ook bleek uit een steekproef van de brancheorganisatie van de Europese speelgoedindustrie, Toy Industries of Europe, dat geen enkele van de negentien geteste speelgoedartikelen aan de veiligheidsvoorschriften voldeed.
Temu probeert consumenten – veelal jongeren, tieners – te verleiden tot nog meer aankopen door er een spelletje van te maken. In de game Farmland verbouwen spelers graan op een virtuele boerderij, waar water voor nodig is. Door een minuut door een pagina met producten te scrollen of producten aan te schaffen, kunnen spelers meer virtueel water ‘verdienen’. Zo maakt het een amusementservaring van online shoppen, die gebruikers ertoe moet bewegen zoveel mogelijk geld uit te geven op de app.
De Europese Commissie heeft donderdag een onderzoek geopend om vast te stellen of socialemediabedrijf Meta genoeg doet om minderjarigen te beschermen op Facebook en Instagram.
Volgens de Commissie maakt het ontwerp van Facebook en Instagram mogelijk „misbruik van de zwaktes en onervarenheid van minderjarigen”. De Commissie maakt zich met name zorgen over de aanbevelingsalgoritmen van de platforms, die een verslavende werking zouden kunnen hebben.
Het zogenoemde rabbit hole effect wordt daarbij expliciet genoemd. Dat houdt in dat gebruikers steeds dieper in een stroom van beelden en berichten over een bepaald onderwerp worden gezogen. Dat kan ook een schadelijk onderwerp zijn, zoals zelfbeschadiging of eetstoornissen.
Online platforms moeten sinds de inwerkingtreding van de Europese digitale dienstenwet DSA aan strengere eisen voldoen. Daarbij is veel aandacht voor de veiligheid van minderjarigen. Zo mogen aan hen geen gerichte advertenties meer getoond worden op basis van hun gebruikersdata.
In een verklaring stelde Meta dat het „tien jaar bezig is geweest met het ontwikkelen van meer dan vijftig tools en richtlijnen om jonge mensen te beschermen. Dit is een uitdaging waar de hele industrie voor staat en we kijken ernaar uit om de details van ons werk met de Europese Commissie te delen.”
Twijfels over leeftijdscontroles
Om minderjarigen beter te beschermen, moeten platforms de leeftijd van hun gebruikers weten. Daarvoor voeren ze leeftijdscontroles uit, maar Brussel denkt dat die bij Meta niet streng genoeg zijn. Ook moeten minderjarigen weggehouden worden van gevoelige beelden.
Gebruikers van Facebook en Instagram moeten minstens dertien jaar oud zijn. Dat controleert Meta door bij het aanmaken van een account om de geboortedatum te vragen. „We maken ons zorgen dat die methoden niet adequaat zijn”, zegt verantwoordelijk Eurocommissaris Margrethe Vestager.
Leeftijdsverificatie is voor techbedrijven een moeilijk vraagstuk, waarbij ze de balans moeten vinden tussen nauwkeurigheid en privacy. Een controle via DigiD is nauwkeuriger dan het simpelweg vragen om een geboortedatum, waarbij een gebruiker makkelijk kan liegen. Maar niet iedereen wil zijn overheidslogin gebruiken voor online media, zeker niet voor platforms die gevoeliger liggen zoals pornosites.
Lees ook Het ‘hoofdpijndossier’ van de porno-industrie: controleren hoe oud je bezoekers zijn
Twee weken geleden startte de Commissie ook al een onderzoek naar Meta. Dat onderzoek is gericht op andere speerpunten van de DSA: de bestrijding van desinformatie en transparante moderatie. Eerder richtte de Commissie haar pijlen al op TikTok, X en AliExpress.
Onder de DSA wordt de handhaving op de grootste platforms rechtstreeks door de Europese Commissie gedaan. Naast de diensten van Meta gaat het dan bijvoorbeeld om TikTok, YouTube, LinkedIn, Amazon en Pornhub. Kleinere platforms worden gecontroleerd door nationale toezichthouders.
Nu de golven in de Oostelijke Middellandse Zee na weken van onstuimig weer eindelijk zijn bedaard, is het Amerikaanse militairen donderdagochtend gelukt de al in maart door president Biden beloofde drijvende pier en een drijvend dok te verankeren voor de kust, vlak ten zuidwesten van Gaza-Stad.
Het is de bedoeling dat met behulp van dit technische hoogstandje binnenkort zo’n 90 tot 150 vrachtwagenladingen per dag aan hulp naar de Palestijnen gaan. Schepen zullen vanaf Cyprus hulp overbrengen naar het drijfdok op enige kilometers van de Gazaanse kust. Daar zullen de goederen worden overgeladen op vrachtwagens die met kleinere marinevaartuigen naar de pier worden gevaren. Vervolgens brengen de trucks de hulp via nieuw aangelegde wegen aan land.
Ook Israël beloofde plechtig er alles aan te zullen doen om de hulptransporten te faciliteren. ,,Het is een topprioriteit in onze operatie”, aldus de militaire woordvoerder Nadav Shoshani tegenover persbureau AP. Israël heeft wat goed te maken, nadat het in april zeven hulpverleners van de Amerikaanse World Central Kitchen doodde toen zij hulp die eveneens via de zee en een geïmproviseerde stenen pier was gearriveerd, probeerden te distribueren.
Oogje in het zeil
Hoe de distributie via de nieuwe pier zal verlopen is nog altijd niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk vooral via de VN. Amerikaanse militairen zullen zich er op last van president Biden niet mee bemoeien, al houden ze vanuit de verte een oogje in het zeil. Op dit moment zijn er geen gevechten in de onmiddellijke nabijheid van de pier. Maar slechts enkele kilometers verderop, in Jabaliya, vindt – net als enkele maanden geleden – wel weer hevige strijd plaats tussen het Israëlische leger en strijders van Hamas. Israël zet daarbij onder meer tanks in.
De Verenigde Naties en andere hulpverleners wijzen er overigens op dat hulp via landroutes veel goedkoper en doelmatiger zou zijn. Maar de toegang daarvoor is sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog in oktober veelal geblokkeerd door strenge Israëlische controles, obstructie door Israëlische kolonisten en gevechten. Daardoor passeren veel minder dan de 500 vrachtwagens die Gaza vroeger dagelijks bevoorraadden de grens.
Onduidelijk is ook in hoeverre de honderdduizenden burgers die naar de zuidelijke grensplaats Rafah zijn gevlucht kunnen profiteren van de hulp via de pier. De hulpverlening aan de 1,4 miljoen ontheemden in het zuiden is juist de laatste dagen in het gedrang gekomen doordat het Israëlische leger zich vorige week meester maakte van de grensovergang tussen Rafah, het laatste grote bolwerk van Hamas, en Egypte. Egypte weigert sindsdien hulp via Rafah toe te laten.
Israël lijkt bovendien een begin te hebben gemaakt met zijn al maanden geleden aangekondigde offensief tegen Rafah. Zo’n 600.000 ontheemden hebben in verband daarmee de stad inmiddels weer verlaten en bivakkeren nu in een iets noordelijker gelegen niemandsland. Hoewel de Israëlische premier Netanyahu betoogt dat zo’n offensief in Rafah nodig is om Hamas te verslaan, zijn de Verenigde Staten er nadrukkelijk tegen, zolang er geen adequate opvang is geregeld voor alle ontheemden. Ook de rest van de internationale gemeenschap vreest dat zo’n offensief tot een groot bloedbad onder burgers zou leiden.
Woensdag kreeg Netanyahu ook nog eens een stevige aanval te verduren vanuit zijn eigen oorlogskabinet. Minister van Defensie Yoav Gallant beschuldigde de premier er op een persconferentie voor het eerst openlijk van dat hij veel te lang treuzelt met een toekomstplan voor de Gazastrook. Daardoor blijven er volgens hem maar twee opties over: voortzetting van het bestuur door Hamas of Israëlisch militair bestuur van de Gazastrook. Geen van beide aanvaardbare oplossingen, wat Gallant betreft. Hij riep Netanyahu op „onmiddellijk een alternatieve regering” na te streven om in de bestuurlijke leemte in de Gazastrook te voorzien. Daarbij leek hij te doelen op een regering onder leiding van Fatah, dat ook op de Westelijke Jordaanoever al de scepter zwaait onder leiding van Mahmoud Abbas.
Woedend
Netanyahu reageerde woedend. „Ik ben niet bereid om te schakelen van Hamastan naar Fatahstan”, zei hij in een video. Hij beschuldigde Fatah ervan de aanval van Hamas op 7 oktober, waarbij 1.200 mensen in het zuiden van Israël werden gedood, toe te juichen en zei nooit toe te zullen staan dat die organisatie het ook in de Gazastrook weer voor het zeggen zou krijgen. Het is overigens de vraag of Fatah er op dit moment voor zou voelen het bestuur over de Gazastrook over te nemen.
Netanyahu heeft eerder verklaard dat hij slechts ongebonden Palestijnse bestuurders het bestuur zou toevertrouwen, onder Israëlische supervisie. Volgens de meeste analisten is zo’n aanpak tot mislukken gedoemd. Veel analisten wijzen er ook op dat Hamas na ruim zeven maanden harde strijd nog allerminst is verslagen, al suggereert Netanyahu steeds dat het einde van Hamas nabij is.
Ook Gallant onderstreepte dat het een illusie is dat Hamas alleen met militaire middelen zou kunnen worden verslagen, zonder een politiek plan voor de toekomst. „Zolang Hamas controle houdt over het civiele leven in Gaza kan het zich herbouwen en zich versterken, waardoor IDF (het Israëlische leger, red.) zich genoopt ziet om terug te keren en te vechten in gebieden waar het al had geopereerd.” De hernieuwde strijd bij Jabaliya maar ook elders in de Gazastrook lijkt het gelijk van Gallant te bewijzen.
Met zijn opvattingen lijkt Gallant meer op de lijn te zitten van de Verenigde Staten, die eveneens aandringen op een rol voor Fatah en de door haar gedomineerde Palestijnse Autoriteit. De Amerikanen denken zelfs al na over een vredesmacht die na een eventuele wapenstilstand zou moeten aantreden in de Gazastrook, zo meldde de Britse Financial Times deze week. Het heeft daartoe al een aantal Arabische landen, waaronder Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten, benaderd. Het is echter niet de bedoeling van president Biden om hiervoor ook Amerikaanse troepen in te zetten. Die komen wat hem betreft vooralsnog niet verder dan de door hun aangelegde pier.
Lees ook De VS bouwen noodpier bij Gaza – zonder maar één voet aan wal te zetten
Wie denkt dat de ode An die Freude uit Beethovens Negende Symfonie niet het juiste protestlied is om duizenden tieners de straat op te krijgen, moet naar Georgië gaan. Voor het parlement in de hoofdstad Tbilisi demonstreren al veertig dagen vele duizenden mensen, bijna allemaal jongeren, tegen een naar Russisch model gemodelleerde wet tegen ‘buitenlandse invloeden’. Gehuld in vlaggen van Georgië, Oekraïne en de EU luisteren ze iedere avond naar het Europese volkslied.
„Wij geven veel meer om de EU dan jullie die al in de EU zitten”, zegt Salome Zazasjvili (18), een eerstejaars psychologiestudent, in feilloos Engels. Ze zit op de trappen van het parlement met haar vriendje, die selfies van het interview maakt. „Er was hier zó veel opluchting toen we vorig jaar eindelijk kandidaat EU-lidstaat werden. Dat gaan we echt niet uit handen geven vanwege die bullshit wet.”
Volgens deze zogenoemde ‘Russische wet’, die dinsdag werd aangenomen door het parlement, krijgen ngo’s en media-organisaties die meer dan 20 procent van hun financiering uit het buitenland ontvangen het stempel ‘buitenlands agent’, wat tot allerlei beperkingen leidt. In het verarmde Georgië ontvangen veel instellingen donaties uit het buitenland. De wet is bovenal een middel om kritische stemmen monddood te maken, net als in Rusland. De EU heeft laten weten dat het doorvoeren van de wet Georgië’s toetredingsproces „negatief zal beïnvloeden”.
Dat willen de demonstranten koste wat het kost voorkomen. Nadat de oproerpolitie hen maandagnacht gewelddadig van straat veegde, keerden ze gewoon weer terug. Ook op woensdagavond stromen duizenden jongeren uit alle hoeken van Tbilisi weer richting het parlementsgebouw om te eisen dat de wet wordt teruggedraaid.
Er hangt een gemoedelijke sfeer, maar de demonstranten weten dat het op ieder moment kan omslaan. „Ik ben hier al veertig dagen en ben elke dag geslagen door de politie”, zegt Kakhtang Rukhaia (22), een lange jongen die een zwarte sjaal om zijn gezicht heeft gewikkeld en een zwembril bij zich heeft tegen het traangas. „Het boeit me niet, ik ben altijd klaar om te rellen. We kunnen ons land niet opgeven.”
Lees ook dit artikel over de strijd rond de ‘Russische wet’
Schaduwheerser
De drijvende kracht achter de wet, zoals achter vrijwel alles in Georgië, is de oligarch Bidzina Ivanisjvili (68), oprichter van regeringspartij Georgische Droom. Hoewel hij maar één jaar premier was (2012-2013), is hij sindsdien al die tijd Georgië’s onbetwiste schaduwheerser gebleven. Ivanisjvili heeft een vermogen van 4,5 miljard euro (een zesde van Georgië’s bruto binnenlands product), woont in een glazen paleis op een berg aan de rand van Tbilisi en instrueert van daaruit vriend en vijand over wat er in het land moet gebeuren.
Ivanisjvili werpt zich met veel nationalistisch-populistische retoriek op als redder van de natie. Ondertussen breekt zijn partij Georgische Droom de democratie en de rechtsstaat af. Kenmerkend is het dubbele signaal naar het buitenland: officieel zegt Georgische Droom nauwere banden met de EU na streven, maar ondertussen volgt de partij meer de lijn van het Kremlin.
Sinds Ruslands inval van Oekraïne in 2022 kiest Georgische Droom steeds openlijker de kant van Poetin. Zo weigert de regering mee te doen aan westerse sancties tegen Rusland en mochten vliegtuigen met Georgische vrijwilligers op weg naar het front in Oekraïne niet vertrekken. In een zeldzame toespraak verspreidde Ivanisjvili eind april samenzweringstheorieën die rechtstreeks uit de koker van het Kremlin lijken te komen.
„Het wordt tijd dat de EU sancties oplegt aan Ivanisjvili”, zegt Nino (32), een vrouw met zwart haar die voor de overheid werkt en niet met haar achternaam in de krant wil. Wat haar betreft is het duidelijk: met de nieuwe wet tegen ‘buitenlandse invloeden’ volgt Ivanisjvili de directe orders van Poetin op. „Ik zie geen andere logica, want electoraal is dit zelfmoord. Georgische Droom weet dat deze wet hen tijdens de verkiezingen in oktober heel veel stemmen gaat kosten.”
Bange en zwakke regering
Dat het Russische leger in Oekraïne steeds meer terrein verovert, wakkert in Georgië de altijd aanwezige angst aan dat Poetin ook hier zijn wil militair zal doordrijven. Dat gebeurde al in 2008, toen het Russische leger in een paar dagen tijd de provincies Abchazië en Zuid-Ossetië innam nadat de inmiddels gevangen gezette president Micheïl Saakasjvili een volgens Poetin te pro-westerse koers voerde. Sindsdien wordt 20 procent van Georgië bezet door Rusland.
„De Russen zijn op minder dan een uur rijden hiervandaan”, zegt Tamara Kankava (42), die samen met haar broer voor het parlement staat. „Natuurlijk kunnen ze weer komen, want onze regering is bang en zwak. Ze weten dat ze de verkiezingen niet zullen winnen, dus doen ze wat Moskou zegt.”
Kankava is gehuld in een Oekraïense vlag. Haar familie komt uit Abchazië en moest in 1992, een jaar na Georgië’s onafhankelijkheid, vluchten voor pro-Russische separatisten. Zelf bleef Kankava bij haar grootouders in Georgië, maar haar ouders en andere familieleden vertrokken naar de Oekraïense provincie Loehansk. Toen Rusland dat gebied in 2014 inlijfde, vluchtten ze verder Oekraïne in. En toen Rusland heel het land aanviel, verspreidden de Kankava’s zich over Engeland, Frankrijk en Duitsland.
„Mijn familie is al 32 jaar op de vlucht voor Russische agressie”, zegt Kankava. „Daarom staan we hier. We moéten dit keer stand houden en vechten om een einde te maken aan het Russische rijk van wreedheid. Doen we dat niet, dan is het voorbij met Georgië en Oekraïne.”
De tieners voor het parlement groeiden zelf op in een onafhankelijk Georgië, maar kennen de geschiedenis die Kankava beschrijft. „Mijn ouders vertellen me altijd hoe verschrikkelijk het was onder de Sovjets”, zegt psychologiestudent Zazasjvili. „De woede daarover bouwt zich op door de generaties, en wij zijn de sterkste generatie. Wij gaan never nooit terug naar Rusland.”
Generatie Z
Rond middernacht breekt het onweer los boven Tbilisi. Een groepje meisjes rent door de regen met hun handgeschreven protestborden. Op één van de borden staat een foto van Ivanisjvili met daarnaast een tekst van de Amerikaanse rapper Kendrick Lamar: I hate the way that you walk, the way that you talk. Op een ander de eveneens Engelse tekst: Freedom is my oxygen.
„Wij van Generatie Z willen vrijheid, geen Rusland”, zegt Ano (21). Naast haar staat de dertienjarige Anastasia. Ze heeft een doorweekte EU-vlag om zich heen geslagen. „Mijn ouders weten niet dat ik hier ben”, zegt ze verlegen. „Natuurlijk ben ik best wel bang, want de politie slaat de kinderen. Maar ja, ik wil mijn land beschermen tegen Rusland.”
Giorgio Koulasjvili (42) kijkt met tranen in zijn ogen naar de kinderen die aan hem voorbij trekken. „Kijk nou hoe slim die kids zijn”, zegt hij met een gebroken stem. „Ze weten precies wat ze willen. Ik heb er geen woorden voor.”
Ook Koulasjvili’s moeder had tranen in haar ogen toen ze hem als zevenjarig jongetje op 9 april 1989 meenam naar een demonstratie tegen de Sovjets, vertelt de Georgiër. Het Rode Leger opende die dag het vuur op de demonstranten en richtte een bloedbad aan. „Daar willen we nooit naar terug”, zegt hij. „En met deze kinderen komt dat wel goed.”
Lees ook dit commentaar over de situatie in Georgië
In een klein laboratorium van de TU Delft lopen twee jonge promovendi met veiligheidsbrillen op en witte labjassen aan. Om hen heen staan rommelige tafels en kasten met uit elkaar gehaalde elektronica, metalen onderdelen, flessen met vloeistoffen en kleine machines. Zacht gezoem klinkt van een afzuiger, die moet voorkomen dat giftige gassen uit een kast sijpelen. In dit lab testen promovendi manieren om kritieke grondstoffen – de gangbare term – uit oude (elektronische) onderdelen te halen, zodat deze cruciale stoffen kunnen worden hergebruikt.
Dat is hard nodig, zegt Benjamin Sprecher (38) industrieel ecoloog aan de TU Delft. Kritieke grondstoffen als lithium, kobalt en neodymium zijn belangrijk voor de energietransitie en voor digitalisering van de samenleving, maar het is niet zeker of er genoeg van is op het moment dat ze nodig zijn. Neodymium zit in de magneten van windturbines, lithium en kobalt in batterijen. Europa is voor kritieke grondstoffen sterk afhankelijk van andere landen. Vooral van China.
De Europese Unie probeert, net als de Verenigde Staten, minder te leunen op China als leverancier van kritieke grondstoffen. Vorig jaar lanceerde de Europese Commissie daarvoor een plan. Dat mikt erop dat in 2030 minstens 10 procent van de kritieke grondstoffen die Europa verwerkt, in Europese mijnen moeten zijn gedolven – nu komt slecht 3 procent uit Europa. Daarnaast moet een kwart van die stoffen datzelfde jaar uit recycling binnen Europa komen. Afgelopen maart keurde de Raad van de Europese Unie dat plan goed. Nu praten Europese leiders verder over de precieze invulling.
Deze week ontving Brussel een Europese conferentie over dit onderwerp, met topmensen uit bedrijfsleven, politiek en wetenschap. Daar zei Eurocommissaris Maros Sefcovic (Green Deal) dat Europa „eerder vroeger dan later” moet beginnen met gezamenlijke inkoop en opslag van kritieke grondstoffen, zo berichtte de Britse zakenkrant Financial Times.
Aardgasprijzen
Aan een tafel tussen studenten in een werkplaats op de TU Delft vertelt Sprecher over het belang van de Europese aandacht voor kritieke grondstoffen. Hij wijst erop dat Europa pas sinds de oorlog in Oekraïne echt beseft hoe gevaarlijk het is zo afhankelijk te zijn van een ander land: toen Rusland in de winter de aardgasaanvoer begon dicht te knijpen, schoten de gasprijzen omhoog. En hij praat over oplossingen. Zo bepleit hij slimmere ontwerpen van producten, zodat Europa minder grondstoffen nodig heeft uit China. In dat kleine lab in Delft ligt hiervoor een belangrijke sleutel.
Sprecher begint bij het probleem van de groeiende vraag naar kritieke grondstoffen. „De wereld is veel vraag aan het creëren, onder meer door de energietransitie, terwijl in het aanbod nauwelijks iets verandert.” In Nederland is bijvoorbeeld afgesproken dat in 2030 alle nieuw verkochte auto’s elektrisch zijn. „Maar dat kan niet zomaar, vooral niet als andere landen dat ook willen. Dan zijn er meer kritieke grondstoffen nodig dan nu in omloop zijn. En het kost zo’n vijftien jaar om een nieuwe mijn te openen, dus daar hadden we in 2015 al mee moeten beginnen.”
En dan is er het geopolitieke probleem: de afhankelijkheid van China.
„Ja. We zitten diep in de problemen. Het is voor Europa al heel lastig die doelstelling van minstens 10 procent kritieke grondstoffen uit de EU te behalen. En áls dat al lukt, is 10 procent alsnog niet veel. Door zo afhankelijk te zijn van andere landen, is Europa feitelijk zijn strategische autonomie kwijtgeraakt. Stel dat China morgen een ander land binnenvalt en tegen ons zegt ‘jullie moeten ons steunen, anders krijgen jullie geen kritieke grondstoffen’, kunnen we daar nee tegen zeggen? Bij Rusland konden we nog tegen hoge kosten overstappen op alternatieve bronnen. Maar voor de kritieke grondstoffen is de afhankelijkheid te sterk.”
China bezit veel mijnen, ook in andere landen, zoals in Congo. Verderop in de productieketen, waar die kritieke grondstoffen worden verwerkt, is China dankzij hoge staatsinvesteringen eveneens een grote speler. Zo maakt het ruim 90 procent van de magneten voor elektrische auto’s en windturbines.
En de positie van China wordt almaar sterker. Waar westerse bedrijven zonder staatssteun aarzelen mijnen te openen omdat prijzen van kritieke grondstoffen sterk kunnen variëren, biedt steun van de staat Chinese bedrijven wel de gewenste zekerheid.
Sprecher stelt dat Europa door zijn afhankelijkheid van China niet alleen autonomie verliest, maar ook economische activiteit. Zo ging de Belgische busfabrikant Van Hool onlangs failliet, onder meer omdat het te laat de bestelde goedkope batterijen uit China kreeg. De Chinese concurrentie had wel goede toegang tot goedkope batterijen uit eigen land.
„Zo. Dit waren de problemen. Nu de oplossingen.”
Vertel.
„Wat Amerika doet om minder afhankelijk te zijn van China, is heel de productieketen naar zich toe halen. Daar geloof ik niet in; wij willen niet nog meer Tata Steels in Nederland. En met alleen maar meer gaten in de grond boren kom je er ook niet. Volgens mij komt het erop neer dat we producten daarom zó moeten ontwerpen dat er überhaupt minder kritieke grondstoffen voor nodig zijn uit China.”
Lees ook De vondst van zeldzame metalen in Noord-Zweden kan verstrekkende geopolitieke gevolgen hebben
Hoe zou u dat doen?
„Producten zouden langer moeten meegaan. De meeste telefoons, bijvoorbeeld, krijgen na twee jaar geen security-updates meer. Dan moeten we al snel een goed werkende telefoon vol kritieke grondstoffen weggooien. Vanuit het perspectief van de producent is dat logisch: die verdient geld aan een nieuwe telefoon, terwijl software-updates geld kosten – bedrijven hebben hun aandeelhouders in hun achterhoofd. Maar vanuit materiaaloogpunt is dit natuurlijk belachelijk.
„Iets anders: hoe ontwerp je een product zodat je de kritieke materialen erin kunt hergebruiken of recyclen? Laatst zag ik een niet-oplaadbare elektrische tandenborstel. De batterij zat zo goed vastgelijmd dat je die er niet uit kon halen. Ook die batterij eindigt als hij leeg is in de prullenbak.”
Op een tafel in het Delftse recyclinglab ligt op een prop wit keukenpapier nog een voorbeeld, een cilinder zo groot als een hand. Het is een magneet uit een elektrische auto, waarin de kritieke grondstof neodymium zit. „Vréselijk ontwerp”, zegt Sprecher. De cilinder is niet glad; er steken metalen plaatjes met neodymium uit. Die zitten zó vast dat ze er niet uit te halen zijn. En dus gaat de hele cilinder naar de smelter, waar het neodymium eindigt in de afvalslak.
Het kan ook anders, toont Sprecher. Naast de cilinder liggen twee kleine metalen blokjes, magneten uit windturbines, ook met neodymium. „Zo kan je een product dus ook ontwerpen: de onderdelen met kritieke stof waren los te halen.”
In het lab halen de promovendi kritieke grondstoffen uit onderdelen door ze bijvoorbeeld op te lossen in zuren. In een grote loods verderop onderzoeken wetenschappers de stap ervoor. Aan een lopende band sorteren ze elektronische onderdelen voor recycling, met behulp van een magneet en een magnetische vloeistof.
Of onderdelen zinken, drijven of in een vloeistof zweven, hangt af van hun dichtheid en die van de vloeistof. Ieder onderdeel heeft een specifieke dichtheid. Is die van het onderdeel lager dan die van de vloeistof, dan drijft het. Door de dichtheid van de magnetische vloeistof met een magneet telkens wat te verhogen, komen steeds andere onderdelen bovendrijven – een sorteertechniek die al wordt toegepast om plastic te scheiden. De onderdelen met kritische grondstoffen kunnen vervolgens op de juiste manier worden gerecycled – als het ontwerp ervan dat tenminste mogelijk maakt.
Sprecher, tussen de studenten: „Waar het gigantisch fout gaat in Nederland, is in de communicatie tussen wetenschappers, ontwerpers, bedrijven en beleidsmakers. Om nieuwe ontwerpen en manieren om te recyclen efficiënt toe te passen in de industrie, moeten ontwerpers, wetenschappers en beleidsmakers met elkaar overleggen. Nu hebben beleidsmakers vaak niet genoeg kennis om de juiste regels toe te passen.”
Heeft u een voorbeeld?
„Om kritieke grondstoffen te kunnen recyclen uit windturbines, is het goed om te weten hoeveel van een materiaal ergens in zit. De overheid verplichtte dat, wat op zich een goed idee is. Maar wat staat er in de instructies van de overheid als verplichte methode om dat te doen? ‘Weegschaal’! Wat betekent dat? Verwacht de overheid dat je een windmolen van ruim 150 ton op een weegschaal zet? Nee toch, hoop ik.”
Wat is er zo leuk aan kritiekegrondstoffenonderzoek?
„Toen ik begin twintig was, na mijn master, wilde ik reizen. Ik dacht: kritieke materialen is een mooi exotisch onderwerp waarmee dat kan.”
Sprecher laat op zijn telefoon een foto van een mijn zien. „Kijk, ik was voor onderzoek in Laos. Daar kwam ik in de trein een man tegen die zelf een mijn had. Kom gewoon even kijken, zei hij. Dan sta je plots in een mijn in een Laos. Prachtig!
„Later kwam ik erachter hoe mooi het menselijke aspect is. Wat zegt het over ons als samenleving dat we deze problemen met kritieke grondstoffen hebben? En waarom gaan Chinezen zo anders om met kritieke grondstoffen dan Amerikanen of Europeanen? Grondstoffen zijn een afspiegeling van de maatschappij.”