Twintig doden door zelfmoordaanslag in een kerk in Damascus

Door een zelfmoordaanslag op een Grieks-orthodoxe kerk in Damascus, de hoofdstad van Syrië, zijn zeker twintig mensen omgekomen en 52 mensen gewond geraakt. Dat melden verschillende persbureaus op basis van het Syrische ministerie van Volksgezondheid en veiligheidsbronnen.

Volgens het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken was de dader lid van IS, schrijft persbureau Reuters. De man liep de kerk binnen, opende het vuur, en liet vervolgens zijn bomvest ontploffen. Op het moment van de ontploffing was er een begrafenisdienst gaande.

Verslaggevers van AFP beschrijven een verwoeste kerk, vernield kerkmeubilair en plassen bloed op de grond. Dit is de eerste zelfmoordaanslag sinds de val van het regime van Bashar al-Assad.

Kapot kerkmeubilair en bloed na een zelfmoordaanslag in een kerk in Damascus op zondag.

Foto Louia Beshara/AFP

Syrische regering veroordeelt aanslag

„We veroordelen de terroristische zelfmoordaanslag op de Grieks-orthodoxe Mar Elias-kerk in Damscus”, zegt het Griekse ministerie van Buitenlandse Zaken in een verklaring. „Wij eisen dat de Syrische overgangsautoriteiten onmiddellijk actie ondernemen om de betrokkenen ter verantwoording te roepen en maatregelen nemen om de veiligheid van christelijke gemeenschappen en alle religieuze groeperingen te garanderen, zodat zij zonder angst kunnen leven.”

De Syrische minister van Informatie, Hamza al-Mustafa, veroordeelt in een bericht op X de „laffe daad die haaks staat op de maatschappelijke waarden die ons verenigen”. Hij vervolgt: „We zullen niet afzien van onze toewijding aan gelijk burgerschap… en bevestigen ook de belofte van de staat om alle inspanningen te leveren om criminele organisatie te bestrijden en de bescherming van de samenleving te waarborgen tegen aanvallen die haar veiligheid bedreigen.”

Lees ook

Syrische asielzoekers wachten in onzekerheid door nieuw toelatingsbeleid. ‘Iedereen voelt de angst’

Nedal Nassan (44) die in een azc in Utrecht woont, belt elke dag met zijn zus in Aleppo. „De nieuwe overheid is er nog niet sterk genoeg.” Foto Merlijn Doomernik


Alle NAVO-landen akkoord met ophogen defensie-uitgaven naar 5 procent

Alle NAVO-lidstaten zijn akkoord met een hogere norm voor defensie-uitgaven. Dat melden persbureaus op zondagavond. Ook Spanje, dat eerder deze week nog liet weten het oneens te zijn met de norm, is overstag.

De formulering van de nieuwe norm zou op een „lossere” manier zijn opgeschreven. De oorspronkelijke tekst „we zeggen toe” is omgevormd tot „bondgenoten zeggen toe”, aldus persbureau ANP. Volgens diplomaten brengt die verandering een nuance die voor genoeg flexibiliteit zorgt dat Spanje akkoord is gegaan.

De nieuwe NAVO-norm betekent dat alle 32 lidstaten ten minste vijf procent van hun bruto binnenlands product aan defensie moeten uitgeven: 3,5 procent aan defensie en 1,5 procent aan infrastructuur en cyberveiligheid waar het leger van profiteert. Die nieuwe norm kwam tot stand na fel aandringen van de Amerikaanse president Donald Trump.

Nu Spanje overstag is, zal tijdens de NAVO-top op woensdag met de nieuwe norm formeel worden ingestemd.

Lees ook

Montere Rutte kreeg al bijna iedereen op één lijn – maar de vuurproef komt nog

Mark Rutte met zijn voorganger Jens Stoltenberg na Ruttes benoeming als nieuwe secretaris-generaal van de NAVO. Foto Remko de Waal/ANP


Met vrijlating politieke gevangenen hoopt Loekasjenko bij Trump in het gevlei te komen

Grote opluchting binnen de Wit-Russische oppositie na de vrijlating, afgelopen zaterdag, van veertien politieke gevangenen. Onder hen Sergej Tichanovski, echtgenoot van de Wit-Russische oppositieleider in ballingschap Svitlana Tichanovskaja. „Het was ontzettend emotioneel voor mij om mijn man na vijf lange jaren weer te zien”, sprak zij zondag, een dag na de hereniging, op een persconferentie in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Zij dankte de VS, Litouwen, Polen en Brussel voor hun bemiddeling.

Na haar kwam haar echtgenoot zelf naar voren en maakte eerst een rondje om te laten zien hoe sterk hij is vermagerd in de vijf jaar gevangenschap in een Wit-Russisch strafkamp. Desondanks maakte hij een opgewekte en strijdbare indruk. „Zij noemen alle oppositieleden ‘verraders’. Maar ik noem juist iedereen die géén tegenstand levert een verrader. Wij moeten het ‘loekasjisme’ bestrijden. Als we dat niet doen, dan zullen zij ons land kapotmaken”, sprak hij geëmotioneerd.

De nu 46-jarige blogger en ondernemer Sergej Tichanovski gold bij de presidentsverkiezingen van 2020 als de belangrijkste uitdager van de Wit-Russische leider Aleksandr Loekasjenko. Hij werd vlak voor de verkiezingen opgepakt, waarna zijn vrouw Svitlana het stokje overnam en zich als kandidaat registreerde. Hoewel ze met een ruime meerderheid werd gekozen, moest zij Wit-Rusland om veiligheidsredenen verlaten. Grote protesten braken uit, die even hard werden neergeslagen. Tichanovski werd eind 2021 als ‘organisator van de protesten’ tot achttien jaar veroordeeld. Hij zat grotendeels in eenzame opsluiting.

Lees ook

Hoe Wit-Rusland burgers belaagt met granaten en intimideert tot in het ziekenhuis

Demonstranten en de oproerpolitie in Minsk.

De vrijlating viel samen met een bezoek van de Amerikaanse gezant Keith Kellogg aan de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko in Minsk. „Ik deed de deur [van de gevangenenbus] open en ze zaten allemaal met hun hoofd gebogen. Ze begrepen niet wat er gebeurde”, zei Kelloggs rechterhand John Coale in een videoboodschap op X. „En ik zei: ‘Jullie zijn vrij, jullie zijn vrij!’ Sommigen spraken Engels, begrepen me en gaven het door aan de anderen.” Loekasjenko’s woordvoerder verklaarde kort daarna dat het besluit tot vrijlating inderdaad kwam op verzoek van de VS. „De beslissing om Tichanovski vrij te laten werd door de president uitsluitend om humanitaire redenen genomen met als doel de familie te herenigen.”

De repressie gaat onverminderd door. Iedere maand sterven mensen in gevangenschap

Svitlana Tichanovskaja
oppositieleider Wit-Rusland

Onder de dertien anderen die vrijkwamen, is de Wit-Russische journalist Ihar Karnei van Radio Svaboda, de Wit-Russische tak van Radio Free Europe. Daarnaast zijn er vijf Wit-Russische staatsburgers vrijgelaten en activisten met Pools, Lets, Ests, Zweeds en Japans staatsburgerschap. Tijdens de persconferentie benadrukte Tichanovskaja dat er nog 1.150 politiek gevangenen vastzitten in Wit-Russische gevangenissen. Onder hen de mensenrechtenactivist en Nobelprijswinnaar Alias Bialiatsky en de oppositiepolitici Maria Kalesnikava, Viktar Babaryka en Mikola Statkevitsj. „De repressie gaat onverminderd door. Iedere maand sterven mensen in gevangenschap”, aldus Tichanovskaja.

Op een persconferentie vroeg het echtpaar zondag aandacht voor de 1.150 politieke gevangenen die in Wit-Rusland nog vastzitten. Foto Mindaugas Kulbis/AP

Doorbraak

Hoewel Tichanovski en de anderen volgens de Wit-Russische regering om ‘humanitaire’ redenen zijn vrijgelaten, lijkt het erop dat Loekasjenko met deze daad van goede wil ook in het gevlei hoopt te komen bij de Amerikaanse president Donald Trump. Hoewel Loekasjenko stevig onder Russische controle staat, probeert hij zich naar het Westen toe al jaren te presenteren als een leider met wie te praten valt en als bemiddelaar in de patstelling met Rusland. „Ik denk dat hij een zwakke positie bevindt en zijn relatie met de nieuwe Amerikaanse regering wil verbeteren”, zei Tichanovskaja’s adviseur Franak Viacorka tegen de BBC. De Wit-Russische politiek analist Anton Schraibman sprak van een „belangrijke diplomatieke doorbraak” waarmee Loekasjenko zijn internationale isolement kan doorbreken.

Lees ook

Loekasjenko: de behendige danser op het slappe koord tussen Oost en West

Loekasjenko tijdens een vergadering van zijn regering in Minsk op woensdag.

Het is niet de eerste keer dat Loekasjenko een groep politiek gevangenen vrijlaat. Tussen juli 2024 en mei 2025 werden in enkele golven rond de driehonderd politiek gevangenen vrijgelaten, onder wie met name oudere en zieke personen. Vanwege de slechte omstandigheden en isolatie holt de gezondheid van gevangenen snel achteruit. Zo ook die van politicus Maria Kalesnikava. Haar zus Tatsiana Chomytsj zei vorig jaar tegen NRC te vrezen voor haar leven en riep de internationale gemeenschap op om meer te doen voor haar vrijlating.

Tijdens de persconferentie liet Tichanovski er geen twijfel over bestaan de strijd voor een vrij Wit-Rusland te zullen voortzetten, maar benadrukte hij zijn vrouw niet in de weg te willen zitten. „De leider van de oppositie is Svitlana Tichanovskaja, mijn echtgenote. Hoe kan ik leider zijn als ik vijf jaar in isolatie heb gezeten?” Hij oogstte met die woorden een warm applaus en een minzaam glimlachje van zijn vrouw naast hem.


Hoe Quincy Promes jarenlang aan justitie wist te ontsnappen via Moskou en Dubai – tot nu

In de ondergaande zomeravondzon landde hij vrijdagavond op Schiphol. Na vier jaar aan omzwervingen door Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten wist Quincy Promes (33) dit keer niet aan justitie te ontsnappen. Direct na het landen van zijn door justitie gecharterde vlucht werd de veroordeelde voetballer door de marechaussee meegenomen. Promes wacht 7,5 jaar gevangenisstraf voor zware mishandeling en drugshandel. Het hoger beroep loopt nog.

Het is de verreweg de hoogste straf ooit voor een oud-speler van het Nederlands elftal. De bekendste veroordeelde ex-international is zonder twijfel Patrick Kluivert, die in 1996 een taakstraf van 240 uur opgelegd kreeg. Enkele maanden nadat hij Ajax naar de overwinning had geschoten in de Champions League-finale veroorzaakte de destijds 19-jarige voetballer een dodelijk auto-ongeluk terwijl hij te hard reed.

Wel zijn er minder grote namen in het Nederlands voetbal met jarenlange celstraffen. Op dit moment is Rai Vloet (30), oud-speler van onder meer Heracles Almelo, bezig met het uitzitten van een celstraf van 2,5 jaar voor het veroorzaken van een dodelijk auto-ongeluk. David Mendes da Silva (42), in 2009 landskampioen met AZ, zit een straf uit van zeven jaar voor drugshandel. Tegen Ronnie Stam (41) is eerder deze maand dertien jaar geëist, ook voor drugshandel.

Overstap naar Spartak Moskou

Ten tijde van het eerste incident waar Promes voor veroordeeld is, de zware mishandeling van zijn neef op een familiefeest in de zomer van 2020, is hij speler van Ajax. Op het moment dat de verdenking van het incident naar buiten komt in het voorjaar van 2021 is hij al in gesprek met Spartak Moskou, de club waar hij eerder al vijf seizoenen voor speelde. Volgens bronnen van Het Parool zou Promes zonder het incident nooit op een transfer hebben aangestuurd, en ook toenmalig technisch directeur bij Ajax Marc Overmars gaf later toe dat de zaak meespeelde in de overstap.

Rusland heeft geen uitleveringsverdrag met Nederland. En binnen een jaar na Promes’ terugkeer in Moskou valt Rusland Oekraïne binnen, waarop de Europese voetbalbond UEFA besluit alle Russische clubs terug te trekken uit Europese competities. Daardoor verdwijnt de mogelijkheid dat Promes zou kunnen worden gearresteerd als hij met Spartak op bezoek zou zijn bij een Nederlandse club.

In Rusland wacht hij de uitslag van het strafproces af, en vanuit Rusland gaat hij in hoger beroep nadat hij in 2023 was veroordeeld tot 1,5 jaar cel voor zware mishandeling. De kans op uitlevering is op dat moment nihil. Totdat Promes tijdens een trainingskamp van Spartak in Dubai, maart 2024, opnieuw in de fout zou zijn gegaan. Hij zou betrokken zijn geweest bij een verkeersongeval, wordt op het vliegveld gearresteerd en mag van de Verenigde Arabische Emiraten niet met zijn teamgenoten terugkeren naar Moskou.

De emiraten laten Promes ook de volgende dagen niet terug naar Rusland reizen, terwijl het Nederlandse Openbaar Ministerie niet wil loslaten of er een uitleveringsverzoek is gedaan. Tot het OM twee weken later meldt dat Promes is aangehouden op basis van een internationaal opsporingsbevel. Kort na de arrestatie op het vliegveld van Dubai had Nederland verzocht om zijn uitlevering. „Na een constructieve samenwerking tussen de autoriteiten in de Verenigde Arabische Emiraten en Nederland is een 32-jarige man, woonachtig in Moskou, aangehouden in Dubai”, schrijft het OM destijds. De straf die Promes boven het hoofd hangt is inmiddels fors opgelopen. Een maand eerder is hij opnieuw bij verstek veroordeeld tot zes jaar cel voor betrokkenheid bij grootschalige cocaïnesmokkel in de haven van Antwerpen. Het OM had negen jaar geëist.

Uitleveringsverdrag met VAE

Maar de uitlevering blijft voorlopig uit. Na twee maanden komt Promes vrij, hoewel hij de VAE nog steeds niet mag verlaten. Spartak beëindigt zijn contract en bij de aanvang van het nieuwe seizoen tekent hij bij United FC uit Dubai, een club die op het tweede niveau uitkomt in de emiraten. Hij speelt zestien wedstrijden, scoort dertien keer. Terwijl het OM op de achtergrond nog altijd aan zijn uitlevering werkt.

De juridische banden tussen Nederland en de VAE zijn de afgelopen jaren vaker aangehaald. In 2019 werkte de golfstaat, zij het met wat vertraging, mee aan de uitlevering van de inmiddels tot levenslang veroordeelde Ridouan Taghi. In 2021 tekenden de landen een uitleveringsverdrag. Maar lange tijd blijft onduidelijk hoe ver het proces rond de uitlevering van Promes gevorderd is.

Tot Promes op 9 juni dit jaar op tv verschijnt in RTL Boulevard. „Ik ga niet liegen dat ik Nederland erg mis en graag terug wil komen”, zegt hij vanuit een zaaltje van zijn voetbalclub in Dubai. Promes heeft een verzoek gedaan aan justitie, hij wil zijn hoger beroep in vrijheid afwachten om zo te kunnen blijven voetballen. Een dag later verwerpt het Gerechtshof Amsterdam het verzoek, en nog twee dagen later wordt Promes gearresteerd in zijn woning in Dubai.

Dit keer blijkt de uitlevering er wel te komen. Justitie bestelt een chartervlucht om de ex-international op te halen uit Dubai. Na een korte tussenstop in Caïro landt Promes na jaren afwezigheid weer op de luchthaven van zijn geboortestad Amsterdam. Om direct in voorlopige hechtenis te worden genomen. In de drugszaak was namelijk een bevel gevangenneming afgegeven. De zittingsdatum voor het hoger beroep, waarin beide zaken waarin Promes veroordeeld is gezamenlijk worden behandeld, is nog niet bekend. Maar de voetbalcarrière van de man die vijftig interlands speelde voor het Nederlands elftal is voorlopig voorbij.


Kamerlid Diederik Boomsma wil nieuwe NSC-lijsttrekker worden

Kamerlid Diederik Boomsma gaat een gooi doen naar het lijsttrekkerschap van de partij Nieuw Sociaal Contract (NSC). „Ik ga het doen!”, schrijft hij vrijdag in een bericht op X waarin hij zijn keuze bekendmaakt. „Ik kies voor een sociaal-conservatieve koers: herstel van gezag, respect voor onze cultuur, minder migratie, een dienstbare overheid en een zorgzame, weerbare samenleving”, aldus Boomsma.

De 46-jarige NSC’er zit sinds vorig jaar in de Tweede Kamer. Voordat de nog jonge partij werd opgericht, werkte Boomsma als fractievoorzitter in de gemeenteraad van Amsterdam namens het CDA.

Sinds het vertrek van partijoprichter en voormalig NSC-partijleider Pieter Omtzigt uit de politiek, leidt Nicolien van Vroonhoven de partij. Zij werd unaniem verkozen tot fractievoorzitter van de Kamerfractie, maar het is niet duidelijk of zij lijsttrekker wil worden van de partij in de aankomende verkiezingen in oktober. Eerder uitte Van Vroonhoven twijfels over haar kandidaatsstelling, maar het is nog niet zeker wat zij gaat doen.

NSC’ers hebben nog tot aanstaande zaterdag 14 juni om zich kandidaat te stellen als lijsttrekker. Naar verwachting zal de partij komende dinsdag een lijsttrekker voordragen. Het is niet bekend wie nog meer geïnteresseerd is in de positie.

Lees ook

Onrust bij NSC over nieuwe lijsttrekker, Van Vroonhoven twijfelt

Nicolien van Vroonhoven (NSC) na afloop van het coalitieoverleg met partijen PVV, VVD, NSC en BBB, op 3 juni, waarin duidelijk werd dat het kabinet was gevallen.  Foto Bart Maat


De opvolger van Klaas Knot bij DNB: radicaal zichzelf maar qua visie zijn ze een Siamese tweeling

‘Olaf Sleijpen, directeur Monetaire Zaken, eet met toewijding een bakje skyr alsof skyr de betere kaviaar is.”

„Olaf Sleijpen, die tijdens vergaderingen onderuit gezakt in zijn stoel hangt en doet alsof hij meeleest terwijl je hem ziet denken: ik had nu een cocktail op Capri kunnen drinken.”

„Olaf Sleijpen (…) te paard naar de vergadering van de ECB in Frankfurt am Main (…). Olaf draagt een zwarte cape waarop in witte letters staat: parler-vrai.”

Abonnees van Het Financieel Dagblad konden vorig najaar de indruk krijgen dat er een heuse cultfiguur met de naam Olaf Sleijpen rondliep in de directiegangen van De Nederlandsche Bank. Schrijver Arnon Grunberg liep ‘stage’ bij de financieel toezichthouder en deed daarvan wekelijks verslag in het FD. Naast de hoofdpersoon in Grunbergs schrijfsels, president Klaas Knot, figureerde nadrukkelijk Knots naaste collega Olaf Sleijpen. Een beetje vreemd, onaangepast, zo kwam Sleijpen over. Eigenzinnig ook, anders dan andere DNB’ers. Radicaal zichzelf, dat sowieso.

Enige karikaturisering van de werkelijkheid is Arnong Grunberg niet vreemd, maar in essentie wist hij Sleijpen goed te treffen. Wat Grunberg ook opmerkte: „Vermoedelijk zijn er twee soorten DNB’ers. Zij die Knot volgen: vergaderen is yoga met andere middelen. En zij die Sleijpen volgen: vergaderingen zijn als de zweetvoeten van mijn partner die ik tolereer.”

Voor de Knot-volgers breekt wat dat betreft een nieuwe periode aan. Want Knot moet op 30 juni – na exact veertien jaar – definitief de deur achter zich dichttrekken om plaats te maken voor de man die als zijn tegenhanger werd neergezet: Olaf Sleijpen. Maar anders dan Grunberg suggereert, is dat vooral een keuze die nauwelijks een rimpeling zal veroorzaken, noch in het toezicht, noch in het monetair beleid, de twee belangrijkste taken van DNB.

Want karakterologisch mogen de twee verschillen, economisch-inhoudelijk lijken Knot en zijn opvolger wel een Siamese tweeling. Beiden werkten voor hun benoeming het grootste deel van hun carrière al bij DNB, beiden studeerden in Groningen (hoewel Limburger Sleijpen eerst in Maastricht) en beiden hebben een sterke voorliefde voor met name de intenationale economie. Demissionair minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en de Raad van Commissarissen van De Nederlandsche Bank kiezen dus voor continuïteit, in tijden van geopolitieke onrust met een dreigend handelsconflict en een voortdurende oorlog in Oekraïne.

Inhoudelijk de juiste man

De raad van commissarissen van DNB, voorgezeten door oud-topambtenaar en bewindsman Martin van Rijn (PvdA), nam het voortouw in de selectie van Olaf Sleijpen (Schin op Geul, 1970), met hulp van externe recruiters. De raad hield tijdens de zoektocht contact met het ministerie van Financiën. Na goedkeuring van Heinen stemde het demissionaire kabinet in met zijn benoeming.

Sleijpen beschrijft zichzelf als ‘typische nerd’ die slecht was in sport en flink is gepest

De profielschets die de raad van commissarissen in februari dit jaar opstelde, bevat een veelzijdige eisenlijst: „diepgaande kennis” op monetair en financieel vlak moet samengaan met aanzienlijke internationale ervaring en managementervaring. DNB-president zijn is een functie in de publieke schijnwerpers: een „goede maatschappelijke antenne” is nodig, een „overtuigende persoonlijkheid” en „het vermogen om duidelijk en overtuigend te communiceren”, aldus de profielschets.

Sleijpen, die al jaren Knot vergezelt naar de ECB-vergaderingen in Frankfurt en hem elders vaak vervangt, zal niet schrikken van deze eisen. Sleijpen werkt al jaren bij De Nederlandsche Bank: hij begon er in 1993 als econoom bij de afdeling Internationale Zaken. Ook was hij van 2001 tot 2004 adviseur van ex-ECB-president Wim Duisenberg, de eerste president van de Europese Centrale Bank. Na een kort uitstapje naar de pensioenwereld keerde hij in 2011 weer terug bij de bank.

In zijn huidige functie als directeur monetaire zaken is hij onder meer verantwoordelijk voor economisch beleid en onderzoek, financiële stabiliteit, financiële markten, betalingsverkeer en marktinfrastructuur, en statistiek. In een eerste reactie zei Heinen dan ook dat Sleijpen „een uitstekende kennis van monetaire zaken, kennis van de financiële sector en een internationale blik” heeft.

„Olaf is een inhoudelijk sterke, integere en verbindende leider”, zegt vertrekkend president Klaas Knot over hem. „Ik heb het volste vertrouwen dat hij DNB met gezag en visie zal blijven ontwikkelen. Ik wens hem daarbij alle succes en voldoening.”

En voorzitter van de rvc Martin van Rijn schrijft in een reactie: „Olaf Sleijpen is een autoriteit op het snijvlak van monetair beleid, financiële stabiliteit en Europese samenwerking. Hij combineert inhoudelijke diepgang met bestuurlijke ervaring, heeft een sterk ontwikkeld maatschappelijk kompas en een brede achtergrond binnen DNB – zowel in het monetaire domein als in het toezicht.”

Sleijpen erft van Knot een organisatie met ruim 2.300 medewerkers. Als DNB-president beslist hij mee over het monetair beleid van de eurozone, in de bestuursraad van de Europese Centrale Bank. DNB is toezichthouder van banken, pensioenfondsen en verzekeraars en doet vaak economische aanbevelingen aan het kabinet.

De koers moet verlegd worden

Helemaal rimpelloos zal de overgang van Knot naar Sleijpen echter niet zijn. „Sleijpen staat voor de belangrijke taak het toezicht van DNB verder te moderniseren”, aldus demissionair minister Heinen vrijdag. Daarmee liet hij een klein beetje licht schijnen op het benoemingsproces van de afgelopen maanden. Want dat duurde deze keer erg lang. Bronnen in Den Haag suggereerden dat dit te maken kon hebben met de bezoldiging van de nieuwe president. Klaas Knot verdient 500.000 euro per jaar en wijkt daarmee fors af van het maximum dat is vastgesteld in de Wet Normering Topinkomens. Voor 2025 is dat 246.000 euro per jaar. Ook Sleijpen gaat meer verdienen dan deze zogenoemde Balkenende-norm: hij begint op 450.000 euro per jaar. De beloning van de DNB-president wordt hiermee verder teruggebracht richting de WNT-norm, zegt Financiën.

Nog opmerkelijker is dat Heinen de benoeming van Sleijpen ook aangrijpt om een debat te starten over de maximale zittingsperiode van een president van DNB. Sleijpen is nog benoemd volgens de nu geldende termijn van zeven jaar (met maximaal een keer verlenging). Heinen wil dat veranderen zodat een DNB-president nog maximaal twee keer vijf jaar kan dienen. Veertien jaar vindt hij echt te lang, „dan ontstaat het risico van verkokering”.

Het is de tweede keer in relatief korte tijd dat de politiek ingrijpt in de zittingsduur van een DNB-president. In 2010, vlak voordat Knot benoemd werd, had het kabinet net besloten dat een DNB-president maximaal twee termijnen van zeven jaar mocht zitten. Die beperking gold daarvoor niet. Destijds werd dat besluit gekoppeld aan de onvrede die er in Den Haag bestond over de manier waarop toenmalig DNB-president Nout Wellink zich in de de bankencrisis had opgesteld.

Politiek gezien lijkt de keuze van Heinen niet op veel weerstand te stuiten. En ook onder financieel economen wordt de verkorting van de zittingsduur van de centrale bankier niet als problematisch gezien.

Asportief en liberaal

Sleijpen groeide op in Limburg. In de podcast Leaders in Finance, waarin financiële kopstukken wekelijks worden geïnterviewd, vertelt Sleijpen dat hij in een beschermde omgeving op het platteland van Zuid-Limburg is opgevoed. Zijn ouders noemt hij sociaal begaan en beschrijft hij als linkse CDA’ers. Vader werkte bij het Centraal Bureau voor de Statistiek in Heerlen, vlak voor zijn pensioen als hoofd personeelszaken, zijn moeder was huisvrouw en actief in de gemeentepolitiek. Zelf is hij later lid geworden van de VVD, en zelfs kandidaat raadslid voor die partij in Amsterdam.

Hij noemt zichzelf „geradicaliseerd” op zijn „oude dag” het gebied van homo-emancipatie

Cum laude behaalde hij zijn papieren op het gymnasium en de universiteit. Op de basisschool al, vertelt hij in de podcast, noemden zijn klasgenoten hem professor. Zijn bril hielp niet mee, zegt hij. „Ik was ook heel slecht in sport. De typische nerd.” Sleijpen werd flink gepest, vertelde hij.

Nout Wellink, een van zijn voorgangers als DNB-president, stimuleerde hem om te promoveren. Sleijpen vond Europa altijd al sinds hij jong was interessant. Vanwege de ligging van Limburg middenin Europa, en omdat hij studeerde in Maastricht in de tijd dat het Verdrag van Maastricht gesloten is. In zijn proefschrift, dat hij in vijf jaar schreef terwijl hij ook werkte voor de DNB, beantwoordde hij de vraag of de Europese monetaire unie een begrotingsunie vereist. Sleijpen probeerde lessen te trekken uit de Verenigde Staten en concludeerde dat „een monetaire unie niet per se succesvol is, wanneer zij vergezeld gaat van een politieke unie.” Maar hij schrijft ook: wat geldt voor de Verenigde Staten, geldt niet automatisch voor de Europese Unie.

Het debat over een politiekere unie is nog altijd actueel, zeker nu gezamenlijke Europese investeringen in defensie, klimaat, techniek en innovatie weer op de agenda staan. Hier zal Sleijpen echter, net als Knot, nauw aansluiting moeten blijven houden met het ministerie van Financiën. Een al te eigenzinnige koers van DNB inzake Europese financiering wordt als ongewenst gezien.

Er nog een eigenschap van Sleijpen waar hij zich publiekelijk mee afficheert: zijn seksuele geaardheid. Sleijpen zit namelijk in de Raad van Toezicht van Het Blauwe Fonds. Dat is een stichting die projecten ondersteunt die lhbti-emancipatie bevorderen. In de podcast noemt hij zichzelf „geradicaliseerd” op zijn „oude dag” het gebied van homo-emancipatie. Sleijpen, zelf homoseksueel, zegt de tolerantie te zien afnemen. Hijzelf heeft nooit intolerantie ervaren, maar hij heeft gedurende zijn carrière ook mensen leren kennen die hard voor hun plekje hebben moeten knokken. Daarvan leerde hij: voor je rechten moet je vechten. „We moeten ons iedere dag bewust zijn van het feit dat het anders kan en in de grootste delen van de wereld ook anders is.”

En hoe, tenslotte, kijkt columnist Arnon Grunberg naar de benoeming van een van zijn favoriete karakters? Het FD vroeg hem om een reactie: „Hij zal de economie te lijf gaan met gezond relativerings- en analytisch vermogen. De economie kan met een gerust hart bij hem op de divan gaan liggen.”


Hoe sinds Trump II de angst regeert in Washington

De zon schijnt. De terrasjes zitten zoals gebruikelijk in juni vol. Mannen met hun jasje over hun schouder verschijnen bellend uit glazen draaideuren in de buurt waar lobbyisten samenklonteren. Vrouwen in strakke yogakleren struinen met plastic bekers ijskoffie over straat. Daklozen bivakkeren in tentjes op de stoep. Toeristen wandelen over de Mall, de brede grasstrook waar het Witte Huis, het Capitool, vele monumenten en musea omheen liggen. Alleen hier is onmiddellijk zichtbaar hoe het Republikeinse bewind de hoofdstad ingrijpend verandert.

Gezinnen, schoolklassen en hardlopers moeten al dagen om de dranghekken heen navigeren die worden neergezet voor de militaire verjaardagsparade van president Donald Trump. Zaterdag marcheren hier duizenden soldaten, met tanks en paarden, en springen paratroopers uit militaire vliegtuigen en helikopters ter eer en meerdere glorie van Trump.

Toch ontgaat na vijf maanden geen inwoner van Washington de structurele consequenties van Trumps tweede termijn. Eerst en vooral door het roestige mes dat hij in de federale overheid zet. Ambtenaren zijn ontslagen of vrezen ontslag, restaurants vrezen minder klanten én de vreemdelingenpolitie, makelaars een leegloop, kappers het moeten sluiten van hun zaak en sommige inwoners zelfs honger. Washington is een company town, een plek die door één bedrijf draaiende wordt gehouden. In dit geval: de landelijke overheid. Een kwart van deze stad is federaal ambtenaar – militairen niet meegeteld. Daaromheen zit een schil van bedrijven, consultants, juristen. Plus lokale bedrijvigheid aan horeca, winkels en diensten die de vaak hoogopgeleide en goed verdienende ambtenaren en politici voeden, kleden en mooi maken, hun belastingaangifte doen, hun gras maaien en voor hun kinderen zorgen.

„Iedereen in deze stad, zelfs mensen die het van zichzelf niet weten, is op een of andere manier afhankelijk” van de politiek en de federale overheid, zegt Bart Hutchins, een ondernemer die wel vaart bij de recente omwenteling.

Vijftien Signalgroepen

Alex Niewijk (55) verhuisde begin januari terug naar Washington voor een baan bij USAID, het agentschap voor Ontwikkelingssamenwerking. Ze werkte daar eerder, in onder andere Turkije, Mali en Afghanistan. Ernstig ziek en getraumatiseerd door al het leed dat ze had gezien, nam ze in 2008 ontslag en vertrok naar Hawaï. Na een pijnlijke scheiding wilde ze weer „baanzekerheid, een carrièrepad en straks een federaal pensioen”.

Ze werd op 13 januari beëdigd, precies een week voor Trump. Hij bevroor meteen alle buitenlandse hulp, zette alle tienduizend USAID-mensen op non-actief en hief de organisatie op. Mensen op tijdelijke contracten en in hun proeftijd, zoals Niewijk, vlogen er als eerste uit. „Dit zijn geen hervormingen, er wordt op een bewust wrede manier omgegaan met ambtenaren en intellectuelen.”

Nu zit de alleenstaande moeder met twee zoontjes in een buitenwijk van DC, in een bescheiden huurhuis dat hier 5.000 dollar per maand kost en dat ze over een paar weken, als haar salaris definitief ophoudt, nauwelijks meer kan betalen. „Ik heb niet eens het geld om te verhuizen.” Ze slikt en keert haar helblauwe ogen af. „Als ik al zou weten waarheen.”

Vooral jonge collega’s verlaten Washington. „Extreem slimme, getalenteerde mensen met geweldige opleidingen en met ervaring in humanitaire hulp, die met geen mogelijkheid aan de bak komen. Ik zit in vijftien Signalchatgroepen en ken niemand van het hele agentschap die al iets gevonden heeft.”

Immuun voor crises

Washington is altijd relatief immuun geweest voor recessie. Tijdens de financiële crisis waren meer ambtenaren nodig om de banken te reguleren. Tijdens de coronapandemie om de gezondheidszorg en de economie overeind te houden. De stad groeide en werd steeds onbetaalbaarder om te wonen. De pandemie en recente inflatie trokken wel een wissel op de lokale horeca. Volgens een in maart gepubliceerde enquête vreest ruim twee op de vijf restaurants in DC in 2025 de deuren te moeten sluiten.

Bij een bekende Griekse afhaalzaak, zeven blokken ten noorden van het Witte Huis, is het rustig. Te rustig. „Het liep in februari even storm, toen werd afgekondigd dat alle ambtenaren weer vijf dagen per week naar kantoor moesten. Maar met de ontslagen loopt onze omzet terug. En lopen onze prijzen op. Volgens mij zijn de groenten zo duur omdat er geen immigrant meer is om ze van de velden te plukken”, zegt de eigenares. Ze wijst van achter de kassa naar de stomende bakken vol sperziebonen en orzo, tussen rijst, kip en lamsvlees. „Ook alle advocaten en non-profits hier in de buurt houden vanwege de onzekerheid de hand op de knip.” De in de VS geboren moslima wil niet met haar naam in de krant, „want straks krijg ik ICE op mijn dak” – de vreemdelingenpolitie.

Safe space

In Capitol Hill, de wijk rond het parlementsgebouw, zit een bijzonder tevreden horeca-ondernemer op zijn eigen terras. Bart Hutchins (34) is de chef en mede-eigenaar van Buttersworth’s, het nieuwe stamrestaurant van rechts. „In Trumps eerste termijn werden zelfs zijn kabinetsleden geweerd in veel lokale horeca.” Trumps eigen hotel, dat hij na zijn eerste presidentschap verkocht, was destijds de verzamelplek. Culinair „was het absolute troep: steakhouse, saai”, oordeelt Hutchins.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Het Butterworth restaurant is populair bij Republikeinen.

Foto Scott Suchman/The Washington Post/Getty

” data-figure-id=”0″ data-variant=”row” readability=”1″><img alt data-description="Het Butterworth restaurant is populair bij Republikeinen.

Foto Scott Suchman/The Washington Post/Getty

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/13205343/data133625106-434016.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-7.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/YwWbgdCVikSBEoPwxQB9lRmTnzM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/13205343/data133625106-434016.jpg 1920w”>

Het Butterworth restaurant is populair bij Republikeinen.

Foto Scott Suchman/The Washington Post/Getty

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Minister van Buitenlandse zaken Marco Rubio poseert voor foto’s in restaurant Butterworth.

Foto Valerie Plesch/The Washinton Post via Getty

” data-figure-id=”1″ data-variant=”row” readability=”1″><img alt data-description="Minister van Buitenlandse zaken Marco Rubio poseert voor foto’s in restaurant Butterworth.

Foto Valerie Plesch/The Washinton Post via Getty

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/13205345/data133625121-cda4a5.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/hoe-sinds-trump-ii-de-angst-regeert-in-washington-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/oqLtLyRvf7oH2VeCDhORmkbRlKs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/13205345/data133625121-cda4a5.jpg 1920w”>

Minister van Buitenlandse zaken Marco Rubio poseert voor foto’s in restaurant Butterworth.

Foto Valerie Plesch/The Washinton Post via Getty

Zijn restaurant, dat hij in oktober opende met geld van investeerders die rijk werden bij Uber en de rechtse website Breitbart, is een bistro Franse stijl, waar varkenswangen, beenmerg en lams-tartaar geserveerd worden. Op woensdagavond zit het vol met oudere mannen in jas en das, en jongere mannen in korte broek met een pet op. Er zijn enkele toeristen. En een groep linkse ambtenaren van het ministerie van Defensie die hier per ongeluk zijn beland na het afscheid van een collega die vrijwillig vertrekt. Niet de beoogde klantenkring van de besloten club (lidmaatschap tot 500.000 dollar per jaar) die Trumps zoon Don Jr. zal openen elders in de stad.

Een jonge, rechtse vrouw in een ieniemienie rood jurkje, die een sigaret bietst bij Hutchins, komt „voor de gratis drank”. Op de bovenverdieping vloeit dat vanwege de boekpresentatie van Newt Gingrich. De Republikeinse Huisvoorzitter uit de jaren 90 aan wie de geboorte van de keiharde polarisatie in de Amerikaanse politiek wordt toegeschreven.

„In de eerste termijn was het hotel onze ‘safe space’ in deze linkse stad, nu is dit het”, zegt Dylan (35), met Gingrichs boek onder zijn linker oksel. Hij deelt zijn achternaam niet vanwege een werkgever die zaken doet met de overheid. Dit is waar hij komt om gelijkgestemden te ontmoeten. Maar hij belandt na een paar martini-cocktails in een schreeuwende ruzie met een van de Defensiemedewerkers. „Waarom ben jij zo’n eikel. Waarom wil je dat ik ontslagen word?”, schreeuwt zij naar hem. „Stel je niet aan, trut”, roept hij terug. Dat is nu de sfeer in Washington.

Het is een plek die geknipt zou zijn voor een verhaal van journalist Mark Leibovich (60). Hij werkt nu 27 jaar als politiek verslaggever, sinds een paar jaar voor The Atlantic. Hij heeft snijdende boeken geschreven over de cultuur van Washington en de ‘permanente politieke klasse’ die hier onder zowel Democraten als Republikeinen blijft floreren: de lobbyisten, de adviseurs en de advocaten (naast journalisten). „„Hoe meer competente ambtenaren er worden ontslagen, terwijl het Congres weer meer geld uitgeeft, hoe meer er voor die types te halen valt. Trump legt het ‘moeras’ niet droog. Het wordt alleen maar dieper”, zegt hij aan de telefoon.

Toch verandert er voor de stad Washington veel. „De meeste inwoners, die niet direct met de politiek te maken hebben, zien de politiek als een soap die geen werkelijke invloed op ze heeft. Ook al wonen ze in de studio waar die wordt opgenomen. Dit keer is dat anders. Mensen zijn – terecht – bang voor deze regering.” Trump grijpt niet alleen in in de ambtenarij, maar ook in wetenschappelijk onderzoek, lokale subsidies en culturele instituten, zoals het Kennedy Center.

De president heeft zichzelf voorzitter gemaakt van dit theater, waar hij woensdag naar de première ging van een van zijn favoriete musicals, Les Misérables. Het culturele aanbod verandert. Er wordt zelfs een nieuwe trend in plastische chirurgie aan zijn bewind toegeschreven: versterkte kaaklijnen voor Republikeinen die gezien willen worden als sterke man.

Trump grijpt ook in in de leiding van het Smithsonian Institute, dat bijna alle musea hier bestiert, om het te zuiveren van diversiteitsbeleid en ‘woke’ tentoonstellingen. „Het heeft een afschrikkend effect. Wie durft er nog kritiek te uiten? Dat zie je ook bij journalisten.” Leibovich verdenkt sommige collega’s van zelfcensuur om maar niet in problemen te komen, met de regering-Trump, of hun eigen baas. Bij The Washington Post – Leibovichs oude werkgever – grijpt eigenaar Jeff Bezos sinds kort in in het redactionele proces. „In zijn eerste termijn kon Trump het land en deze stad niet zijn wil opleggen. Nu gaat hij veel verder en heel Washington voelt dat.”

Meer criminaliteit

Het gaat sinds Trump weer aan de macht is, logischerwijs, veel over de rechtsstaat, de democratie, de vrijheid van meningsuiting en deze week over zijn inzet van militairen tegen eigen burgers. Voor zover federale ambtenaren over hun ontslag in het nieuws zijn, zijn het de witte boorden die achter een bureau hoogopgeleid en goed betaald werk verrichten. Niet over de beveiliger, de schoonmaker en secretaresse die ook hun inkomen verliezen.

Aan de façade van het Jamie L. Whitten-gebouw, waar het ministerie van Landbouw is gevestigd, hangt het portret van president Donald Trump
Foto: STR/NurPhoto

Een andere ontwikkeling die weinig aandacht krijgt: veel federale subsidies voor armoedebestrijding, sociale projecten, werkverschaffing en voedselhulp zijn ook geschrapt. Uiteindelijk zal de last van een gekortwiekt Washington het zwaarst drukken op de allerarmsten. De hoofdstad heeft altijd extreme, witte rijkdom en diepe, zwarte armoede gekend.

Die armen wonen vooral in het zuiden van de stad. Een jaar geleden kookte Beverly Smith (50) daar elke dag voor zestig kinderen en jongeren. Als dochter van een aan crackverslaafde moeder en moeder van een volwassen zoon die „telkens in en uit de gevangenis is”, richtte ze in 2014 Momma’s Safe Haven op. Een hulporganisatie voor kinderen die opgroeien in gezinnen die kampen met huiselijk geweld en verslaving. Met federale en lokale subsidies van miljoenen dollars bood ze sindsdien duizenden gezinnen groepstherapie voor de ouders, huiswerkbegeleiding en psychische hulp voor de kinderen, praktische trainingen voor jongeren om ze te helpen op de arbeidsmarkt en herintegratie van minderjarige veroordeelden. Een veilige plek vooral.

Vrijwel direct nadat Trump aan de macht kwam , werd haar nog lopende subsidie ingetrokken. Ze heeft alle acht haar fulltime medewerkers moeten ontslaan. „Ik moet over drie dagen mijn eigen huur betalen.” Ze kijkt op haar horloge. „En ik weet nog niet hoe ik dat ga doen.” Alleen de naschoolse huiswerkbegeleiding voor kinderen van vijf tot tien jaar runt ze zelf nog, nu als vrijwilliger. Die kinderen krijgen ook nog elke doordeweekse avond een maaltijd van haar. „Ik weet dat er kinderen zijn die met honger naar bed gaan.”

„In deze gemeenschap is weinig sympathie voor politici of voor ambtenaren die hun baan verliezen. ‘Zij geven niet om ons, dus waarom zouden wij ons om hen moeten bekommeren’, is de houding. Maar mensen beseffen niet dat de overheid hier de hele economie draaiende houdt, van hun bijstandsuitkering tot mijn subsidie en van de tante die ambtenaar is en af en toe financieel bijspringt, tot het salaris dat ze wel verdienen als kapper, automonteur of in de keuken”, zegt Smith.

„Het verlies van banen, hulp en perspectief zorgt voor stress en mogelijk meer huiselijk geweld en drugsgebruik. Ik maak me zorgen om onze gemeenschap, vooral de jongeren. Maar laat de politici die dit beramen niet denken dat het hen niet ook zal raken. Als criminaliteit hier verder toeneemt, krijgt iedereen in de stad daar last van.”


Na de kortstondige aanhouding van een senator volgde uit beide politieke kampen een andere uitleg

Het voorval – de kortstondinge aanhouding van een Amerikaanse senator – duurt maar kort, maar de fall-out van de confrontatie bleef de hele dag daarna voelbaar in politiek Washington en op sociale media. Zoals de meeste krachtmetingen tussen de regering en de oppositie hadden beide partijen een diametraal verschillende uitleg. Juist de inzet van geweld is daarbij cruciaal.

Donderdag hield de Amerikaanse minister van Binnenlandse Veiligheid Kristi Noem een persconferentie in Los Angeles. Ze sprak over de reactie op de rellen die vorige week ontstonden door de willekeurige arrestaties van de vreemdelingenpolitie die onder haar verantwoordelijkheid opereert. Op een opname van haar persconferentie is te zien hoe zij zegt: „Wij gaan hier niet weg. Wij blijven om de stad te bevrijden van het socialistische en hinderlijke bestuur dat de gouverneur en de burgemeester aan dit land hebben opgedrongen.”

Op dat moment is – buiten beeld – hoorbaar hoe iemand zich verstaanbaar probeert te maken. Beelden die omstanders hebben geschoten, maken duidelijk dat het Alex Padilla is, een van de twee Democratische senatoren voor Californië. Hij wordt door beveiligers met kracht uit de zaal geduwd, ze reageren niet op zijn tegenwerping dat hij een senator is en enkel wat vragen wil stellen aan de minister. In de gang wordt hij tegen de grond geduwd en door een FBI-agent geboeid. Het is – „of all -people”, aldus Padilla – Noem’s adviseur en doorgewinterde Trump-aanhanger Corey Lewandowski die de agenten toeroept: „Laat hem los! Laat hem los!” Het duurt maar kort, even later staat Padilla alweer buiten de pers te woord.

Het was een politieke schermutseling in de zijlijn van de rellen in Los Angeles en de inzet van militairen tegen burgers. En ook hier is de vraag en de inzet van de discussie: wie is nou eigenlijk gewelddadig tegen wie?

Vredig aanwezig

„Als dit is hoe de regering, als dit is hoe het ministerie van Binnenlandse Veiligheid reageert op een senator die een vraag stelt, probeer je dan eens voor te stellen hoe ze omgaan met landarbeiders en dagloners in Los Angeles County”, zei Padilla tegen de journalisten. „Ik was daar vredig aanwezig.”

Dat is niet zoals het ministerie van Noem het uitlegde, en ook niet hoe daarna politici van de Republikeinse Partij het zagen. Op X schreef het officiële account van het ministerie dat Padilla „een scène” schopte, dat hij de persconferentie „verstoorde” en dat hij op de minister „af sprong”.

De Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Mike Johnson scherpte die formulering diezelfde dag nog verder aan alsof Padilla op de minister was „afgestormd” en „fysiek” had gevochten. „De Democratische Partij verdedigt mensen die de wet overtreden en nu handelen zijzelf als wetsovertreders.”

Zo werd het narratief over een incident in een vertrouwde mal geperst: dat president Donald Trump wel hard moet optreden, omdat zijn tegenstanders gewelddadig zijn. Ook als ze het niet zijn, is de boodschap dat ze het wél zijn.

Profijtelijk

Op het eerste gezicht is dat overgooien met de schuldvraag een simpel geval van ‘jij begon, nee jíj begon’. Maar de vraag wie als eerste geweld gebruikt en waarom, is wel degelijk van wezenlijke politieke betekenis. Donderdag publiceerde Reuters/Ipsos een peiling die illustreert dat het profijtelijk is om het gebruik van overheidsgeweld te legitimeren door te stellen dat de ándere partij is begonnen. In de peiling zijn verscheidene vragen gesteld over het overheidsoptreden tegen migranten en demonstranten. Van de ondervraagden vindt 49 procent dat de regering ‘te ver’ gaat bij de arrestatie van migranten. Onder partijloze ondervraagden ligt dat percentage zelfs nog iets hoger: 52 procent. Een minderheid is het eens met Trumps harde uitzettingsbeleid.

Ook het optreden van de federale regering – inclusief de inzet van het leger – wordt door meer mensen af- dan goedgekeurd. Een derde van de ondervraagden steunt de aanpak van de regering, de helft niet. Maar het perspectief verandert als de vraag wordt gesteld of het goed is dat Trump militairen inzet om ‘gewelddadig protest’ onder controle te krijgen. Dan is ineens bijna de helft van de ondervraagden positief: 48 procent. Ook onder Democraten (17 procent) en partijlozen (44 procent) is de steun voor Trump hierbij groter dan op andere vragen.

In dat licht is het logisch dat de regering en de sympathiserende media al sinds het begin van de protesten in Los Angeles hameren op de gewelddadigheid van demonstranten. Zo legitimeert de regering haar optreden, in het kader van een beleid waarvan een eerdere peiling van CBS News liet zien dat een meerderheid de doelstelling wel steunt, maar de harde uitvoering niet.


VVD schuift Karremans door als minister Economische Zaken

De VVD heeft vrijdag bekendgemaakt wie de vrijgekomen PVV-posten in het demissionaire kabinet gaan invullen. Vincent Karremans is de nieuwe minister van Economische Zaken. Daarnaast wordt Judith Tielen staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Thierry Aartsen gaat als demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan de slag.

Karremans en Aartsen volgen de afgetreden PVV-bewindspersonen Dirk Beljaarts (Economische Zaken) en Chris Jansen (Infrastructuur) op. Tielen komt op de vrijgekomen post van Karremans zelf terecht. Zij was, net als Aartsen, Tweede Kamerlid voor de VVD. Het trio zal het kabinet dienen in een demissionaire rol tot er, na de verkiezingen die eind oktober gehouden zullen worden, een nieuwe regering aantreedt.

De PVV blies vorige week het kabinet op uit onenigheid over het asielbeleid. De PVV verliet de coalitie en alle PVV-bewindspersonen stapten daarom uit het kabinet. Een aantal vrijgekomen PVV-posten is inmiddels ingevuld: eerder op de dag werd bekend dat BBB’er Eddie van Marum Zsolt Szabó vervangt als staatssecretaris Digitalisering.

Lees ook

Staatssecretaris Jeugdzorg wil meer weerbaarheid en minder professionele hulp: ‘Het leven zit nu eenmaal vol tegenslagen’

Staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD): „Elke keer geld erbij is uiteindelijk geen oplossing. We zullen harde keuzes moeten maken.”


Global March-deelnemers buiten Caïro tegengehouden bij controlepost, paspoorten tijdelijk ingenomen

Tientallen deelnemers die meedoen aan de Global March to Gaza zijn nog geen uur buiten de Egyptische hoofdstad Caïro bij een tolcontrolepost tegengehouden door Egyptische politie en militairen. Ook Nederlandse deelnemers aan de mars worden tegengehouden, hun paspoorten zijn een tijd lang ingenomen door de autoriteiten, vertellen meerdere deelnemers waar NRC contact mee heeft. Vanaf de controlepost sturen zo’n tien deelnemers updates.

De situatie bij de controlepost is chaotisch: persoonlijke documenten worden ingenomen, de weg is geblokkeerd, sommige deelnemers keren terug naar Caïro en betogers scanderen pro-Palestinaleuzen terwijl zij met Palestijnse vlaggen zwaaien. Politieagenten zijn in groten getale aanwezig. Op foto’s en video’s die verschillende deelnemers vrijdagmiddag delen, is te horen dat tientallen activisten „free, free Palestine” scanderen. Anderen melden dat het internet er vaak uit ligt en de situatie bij vlagen „schimmig” is.

Vanuit meer dan dertig landen zijn er de afgelopen dagen duizenden activisten naar Egypte afgereisd om mee te lopen met de mars naar de grens met Gaza. De Global March to Gaza is een internationale driedaagse voettocht die zaterdag zou moeten beginnen vanuit de Egyptische badplaats Al-Arish, in Noord-Sinaï, en eindigen bij de grensplaats Rafah.

‘We verstoppen ons niet’

De aangehouden internationale deelnemers waren onderweg naar Ismaïlia, een stad vlakbij het Suezkanaal. Een paar Nederlanders, zoals de 26-jarige Dogan en zijn twee reisgenoten, zouden Ismaïlia wel al bijna hebben bereikt, schrijven zij in een bericht aan NRC.

Nadat honderden activisten donderdag al de toegang tot het land is ontzegd, en velen op vluchten naar bijvoorbeeld Turkije het land uit zijn gezet, proberen anderen vrijdag tot aan het Suezkanaal te komen. Het idee is dat zij vanaf daar een kamp opzetten en vervolgstappen bespreken. „We zijn niet hierheen gekomen om ons in een hotel te verstoppen”, schrijft iemand in een chatgroep met ruim 1.800 deelnemers. Volgens de officiële organisatie zouden er nog zo’n zestig Nederlandse activisten in Egypte zijn, van de ruim honderd die geregistreerd waren.

Demonstreren verboden

Betogers die NRC sprak, benadrukken dat zij „vreedzaam” protesteren. Velen zijn boos dat Egypte hen tegenwerkt. Dat een vreedzame mars in Egypte onmogelijk is — de route naar de grens met Gaza gaat dwars door een militaire zone — valt ze tegen: een Franse 24-jarige studente zegt vrijdagmiddag vlak voor haar vertrek vanuit Caïro dat „zelfs lopen” in Egypte niet mag. Voor de meesten is het de eerste keer dat zij in het land zijn. Officiële toestemming voor de mars is er niet. In Egypte is demonstreren verboden.

Ook op het Talaat Harb-plein in het centrum van Caïro is er vrijdag opvallend veel militaire politie aanwezig. Er gaan geruchten dat er vanaf dit plein demonstranten oostwaarts willen reizen. Op de vele agenten na — die zowel in burger als in uniform aanwezig zijn — is het plein verlaten.

De Nederlandse ambassade was vrijdag niet bereikbaar voor commentaar. In een officiële mail met betrekking tot het reisadvies van Egypte schrijft het ministerie van Buitenlandse Zaken dat het niet „uitgesloten” is dat er de komende dagen demonstraties in Egypte zullen zijn, waarbij „geweld” kan ontstaan. „De Egyptische autoriteiten kunnen bij demonstraties hard optreden”, aldus het Nederlandse ministerie.

Lees ook

Onzekerheid over Global March to Gaza groeit nu Egypte deelnemers tegenhoudt: ‘We zaten met 30 tot 40 man op de grond’

Deelnemers aan de geplande driedaagse voettocht naar Gaza, woensdag bij hun vertrek vanaf Schiphol naar Egypte. Foto Ramon van Flymen/ANP