In de peilingen gingen ze nek aan nek, maar de race tussen de centrumrechtse regeringscoalitie KO van Donald Tusk en de conservatief-populistische oppositiepartij PiS van Jaroslaw Kaczynski is overtuigend gewonnen door Tusk. KO (Burgercoalitie) haalt volgens de exitpoll 38,2 procent van de stemmen, tegen 34 procent voor PiS. Het is de eerste keer in tien jaar dat de partij van Tusk bij verkiezingen eindigt als grootste.
In het Europees Parlement leidt deze uitslag tot negentien zetels voor PiS en 21 zetels voor KO. De extreem-rechtse partij Konfederacja (Confederatie) gaat van nul naar zes zetels, een winst die in de peilingen voorspeld was en flink bijdraagt aan de opmars van extreem-rechts in Brussel. Polen heeft in totaal 53 zetels in het Europees Parlement. Het opkomstpercentage was 39,7 procent.
De Europese verkiezingen zijn – opnieuw – een test voor de pro-Europese regering van Tusk. Bij de parlementsverkiezingen van oktober vorig jaar werd PiS weliswaar de grootste partij, maar de voormalige regeringspartij won geen absolute meerderheid en kon geen regering vormen. Tusk kon dat wel en hij is sinds december premier, met de belofte om de afbraak van de rechtsstaat en de anti-EU koers van PiS om te draaien. Bij lokale verkiezingen in april bleek de Poolse kiezer nog niet overtuigd. PiS bleef nog steeds net iets groter.
Waarschuwingsschoten
Tusk werd vorige week geconfronteerd met twee incidenten rond het thema migratie die hem ongetwijfeld stemmen hebben gekost. Eind maart, zo kwam naar buiten, zijn drie Poolse militairen aangehouden door de militaire politie omdat ze bij de grens met Wit-Rusland waarschuwingsschoten hebben gelost tegen een groep van vijftig migranten die de grens wilden oversteken. Bewaking van deze EU-grens is al jaren een probleem voor Polen. Vraag is ook waarom de aanhouding – geen arrestatie, benadrukt de regering – pas na ruim twee maanden bekend werd.
Politici uit regering en oppositie waren woest: militairen moeten door hun regering worden beschermd, niet vervolgd. Tusk maakte vrijdag bekend dat de aanklager voor militaire zaken, Tomasz Janeczek, zal worden ontslagen. Ook komt er een wetswijziging waardoor militairen die wapens gebruiken om zichzelf of het Poolse grondgebied te verdedigen worden beschermd.
Een tweede incident is verwant: donderdag overleed een jonge Poolse soldaat die eind mei bij de grens door een migrant in zijn borst werd gestoken. Ondanks verscherpte bewaking, hogere hekken en een bredere grenszone blijft de situatie aan de oostgrens problematisch. Voor extreem-rechts, fel gekant tegen migratie, zijn de recente incidenten dankbare munitie om tegen de regering-Tusk te gebruiken.
Op Roland Garros waren Novak Djokovic, Roger Federer en Rafael Nadal niet ver weg in de eerste finale zonder een van hen op de baan sinds 2004. De Zweedse oud-kampioen Mats Wilander had Carlos Alcaraz in aanloop vergeleken met de ‘grote drie’ van het mannentennis deze eeuw. „Carlos liet zien dat hij in verdedigen net zo goed zal zijn als Roger, Rafa en Novak”, zei Wilander bij Eurosport. „Bijna onmogelijk te verslaan”, noemde hij Alcaraz. „Omdat hij geweldig is als hij agressief speelt en geweldig als hij verdedigt.”
Vrijwel onverslaanbaar is Alcaraz zeker in vijfsetters. Met zijn elfde zege in een marathonpartij op een grand slam won de Spanjaard zondag zijn eerste titel in Parijs. De Duitser Alexander Zverev hield hem lang bij, maar na meer dan vier uur strijd was het ineens snel klaar: 6-3, 2-6, 5-7, 6-1 en 6-2. Vrijdag tegen de Italiaan Jannik Sinner sloeg Alcaraz ook toe in de laatste twee sets.
Terwijl het in aanloop naar Roland Garros onzeker was of Alcaraz fit genoeg zou zijn voor twee weken toptennis. Hij meldde zich af voor de graveltoernooien in Monte Carlo, Barcelona en Roma, in Madrid strandde hij voortijdig. Hij heeft een pijnlijke rechterarm, vandaar de witte steunkous om zijn slagarm.
In de finale tegen Zverev werd Alcaraz ook behandeld aan een bovenbeen, maar geen enkel fysiek ongemak kon hem afhouden van een derde grandslamtitel. Nooit eerder won een proftennisser bij de mannen op zo’n jonge leeftijd – Alcaraz werd begin mei 21 – drie verschillende majors. In 2022 was hij de beste bij de US Open, vorig jaar versloeg hij Djokovic in de finale van Wimbledon.
De Serviër (37) verliet Parijs met een gescheurde meniscus en de vraag is hoe lang hij nog mee kan. De tenniswereld kijkt uit naar een tweestrijd tussen de generatiegenoten Alcaraz en Sinner. De Italiaan is vanaf maandag voor het eerst de nieuwe nummer 1 van de wereld. Alcaraz stond in totaal al 36 weken aan kop van de ATP-ranking. Zoals hij in alles voorloopt op zijn 22-jarige rivaal, die in januari bij de Australian Open zijn eerste grote titel won.
Op Wimbledon gaat het grandslamseizoen in juli verder. Wint Alcaraz de ‘dubbel’, zoals Björn Borg – die zondag de trofee uitreikte – en ook Nadal, Federer en Djokovic deden?
Dat zweetshirtje – hij had het niet moeten aantrekken. Vlak na de finish van de slotetappe van het Critérium du Dauphiné registreerden de camera’s hoe Primoz Roglic zich tegen een verzorger beklaagde over zijn kleding. „Veel te warm.”
Was het louter het zweetshirtje of speelde er meer? In de etappe naar Plateau de Glières stortte de Sloveen verrassend in. In de laatste vier kilometer van de slotklim kon de leider in het algemeen klassement niet meer volgen bij een versnelling van de Amerikaan Matteo Jorgenson. Roglic verloor bijna een minuut. Uiteindelijk wist hij de gele trui op het nippertje te behouden, met acht seconden voorsprong op Jorgensen. Roglic was blij met de eindzege, zei hij na afloop, maar „het was wel lijden vandaag.”
Over minder dan drie weken gaat de Tour de France van start. De Dauphiné, een meerdaagse rittenkoers in het zuidoosten van Frankrijk, geldt traditioneel als een graadmeter voor de vorm van kanshebbers op de eindzege. De editie van dit jaar was extra interessant – en dat had te maken met de dramatische valpartij in de Ronde van het Baskenland in april dit jaar. Drie van de vier favorieten voor de Tourzege liepen daar stevige tot zeer ernstige blessures op en kwamen sindsdien niet meer in actie. Ondertussen won de vierde kanshebber, de Sloveen Tadej Pogacar, met duizelingwekkende overmacht de Giro d’Italia.
Twee van de drie slachtoffers van het Baskenland, Roglic en de Belg Remco Evenepoel, reden in de Dauphiné voor het eerst weer in wedstrijdverband. Welke voorzichtige conclusies zou je kunnen trekken over hun vorm?
Glijpartij
Voor Roglic, misschien wel de belangrijkste concurrent van Pogacar, is het beeld gematigd positief. Hij kwam twee keer ten val, onder meer in een massale glijpartij op donderdag waarbij de helft van het peloton tegen het asfalt ging – wat leidde tot een neutralisering van de etappe. Desondanks won hij de twee daaropvolgende etappes, allebei met finish bergop. Hij leek de Dauphiné met gemak te gaan winnen, tot zijn onverwachte inzinking zondag.
Zijn vorm van de afgelopen dagen was „absoluut goed nieuws voor de Tour”, zei Roglic koeltjes na afloop. Toch moet de slotetappe hem en zijn team Bora-Hansgrohe enige zorgen hebben gebaard. Voor de camera was de opluchting over de goede afloop duidelijk zichtbaar op het gezicht van Roglic.
Remco Evenepoel had zijn comeback in de koers aangekleed met een winstwaarschuwing: hij kwam alleen naar de Dauphiné voor „wedstrijdritme” en had „geen resultaat in gedachten”. Op woensdag won hij overtuigend de individuele tijdrit en veroverde hij het geel, maar ook hij gleed een dag later onderuit. De dagen daarna verloor hij bergop veel tijd aan Roglic. In de slotetappe reed Evenepoel bergop dan weer verrassend sterk. „Ik ben beter geworden”, zo vatte hij zijn week na de finish samen. Hij voegde eraan toe dat hij nu „op 85 procent” van zijn beste vorm verkeert.
Het derde grote slachtoffer van het Baskenland, tweevoudig Tourwinnaar Jonas Vingegaard, kwam niet in actie de Dauphiné. Na een klaplong, gebroken ribben en gebroken sleutelbeen is hij weer volop in training, afgelopen week op hoogte in het Franse Tignes. Maar of hij op tijd klaar zal zijn om van start te gaan in de Tour, kan zijn team Visma-Lease a Bike nog niet zeggen. Ploegleider Grischa Niermann zei deze week dat Vingegaard „nog niet is waar hij moet zijn.”
Rampspoed
Voor Visma had deze Dauphiné een nieuwe portie rampspoed in petto. Bij de grote valpartij op donderdag waren Steven Kruijswijk en Dylan van Baarle de voornaamste slachtoffers: de renners liepen breuken op in hun heup respectievelijk sleutelbeen. Ze kunnen deelname aan de Tour vergeten.
Na de uitschakeling van Wout van Aert voor de voorjaarsklassiekers (diverse breuken door een val in Dwars door Vlaanderen) en de vroegtijdige exit uit de Giro van sprinter Olav Kooij en klassementsrenner Cian Uijtdebroeks (beiden ziek), is dit het zoveelste slechte nieuws in wat tot nu toe een annus horribilis is voor de Nederlandse wielerploeg.
Er was wel één lichtpuntje voor Visma in de Dauphiné: het optreden van Matteo Jorgenson. De 24-jarige Amerikaan, die dit seizoen overkwam van Movistar, reed een buitengewoon sterke etappekoers. Hij won de witte trui voor beste jonge renner en bijna het algemeen klassement.
Daarmee manifesteerde hij zich in zijn eerste seizoen bij Visma als de belangrijkste kandidaat om kopman te worden in de Tour, mocht Vingegaard afhaken, vóór andere klassementsrenners als Sep Kuss (vorig jaar winnaar van de Vuelta, in de Dauphiné nog helemaal niet in vorm) en Uijtebroeks (met zijn 21 jaar „nog heel jong” voor het grote werk, aldus Niermann vrijdag).
En Tadej Pogacar? Die volgde de Dauphiné op tv. Afgelopen week was hij op hoogtestage in Isola 2000, een skigebied in Zuid-Frankrijk waar de 19de etappe van de Tour finisht. In de podcast van collega-renner Geraint Thomas sprak hij lovende woorden over de concurrentie. Vingegaard? Gaat de Tour wel halen. Roglic? „Zal het eerst vooral aanzien en dan de laatste dagen vliegen.” Evenepoel? „Mooi om hem eindelijk in de Tour te zien.”
Over zijn eigen vorm was Pogacar minder spraakzaam. Toch lijkt er weinig twijfel te zijn: de grootste favoriet voor de Tourzege reed afgelopen week niet rond in de Dauphiné.
De centrumrechtse Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) van Bart De Wever blijft verrassend de grootste partij van Vlaanderen. Waar bij de Belgische verkiezingen rekening werd gehouden met een zege van het radicaal-rechtse Vlaams Belang, bleef de grote opmars op de dag van de stembusgang uit. De partij kreeg zo’n 22 procent van de stemmen, meer dan in 2019, maar nog altijd twee procentpunt minder dan de N-VA.
Ook in Wallonië en Brussel kwam een centrum-rechtse partij als grootste uit de bus. De Mouvement Réformateur wist de hegemonie van de linkse Parti Socialiste (PS) in het Waals parlement zelfs te doorbreken. Achter de MR scoorde de opgeleefde centristische partij Les Engagés ook boven verwachting.
Wekenlang peilde Vlaams Belang in de aanloop naar de verkiezingen als grootste partij van Vlaanderen. Een bezoek van PVV-leider Geert Wilders aan een partijbijeenkomst in Aalst moest zaterdag zorgen voor de laatste zet voor een klinkende zege. Wilders betrad samen met zijn „vriend” en Vlaams Belang-partijleider Tom Van Grieken het podium. „Het uur van de bevrijding is nabij”, zei Wilders met een verwijzing naar D-day. „Ooit word ik minister-president en dan rijd ik naar Vlaanderen om te overleggen met minister-president Van Grieken.”
Maar de zege ging naar de N-VA, dat het land introk met de belofte de sociale zekerheid voor de Vlaming te verbeteren en te zorgen voor meer begrotingsdiscipline. Met Elton Johns ‘I’m Still Standing’ als opkomstmuziek verscheen De Wever zondag voor zijn juichende achterban. „Geef maar toe, dit hadden jullie niet verwacht”, grapte hij. „Vlaanderen heeft meer dan ooit gekozen voor autonomie.”
Cordon sanitaire
Zelfs als Vlaams Belang de grootste was geworden, was de kans op een Vlaamse premier Van Grieken klein geweest. Andere partijen sluiten Vlaams Belang op voorhand uit vanwege de radicale standpunten en retoriek. Alleen de N-VA hield lang de mogelijkheid tot samenwerking open, maar drie weken voor de verkiezingen gooide De Wever de deur dicht. Zondag wilde hij die woorden „niet hardop” herhalen, omdat hij „vanaf morgen” een andere rol heeft. Maar hij benadrukte zich te houden aan uitspraken die hij voor de verkiezingen deed.
Van Grieken had gehoopt op een PVV-scenario, waarbij na een verkiezingszege het initiatief bij zijn partij zou liggen. In die positie kon hij het zogeheten cordon sanitaire van de andere partijen misschien doorbreken. „We moeten eerlijk zijn: we hadden de ambitie de grootste te worden in gans Vlaanderen, maar daar zijn we niet in geslaagd’, zei Van Grieken. Desondanks sprak hij, wijzend op de groei van zijn partij, van een overwinning. Nu lijken de twee Vlaams-nationalistische partijen weliswaar samen op een meerderheid in het Vlaams parlement af te koersen, maar kan De Wever het initiatief nemen. Van Grieken riep hem op: „Bart, laat deze historische kans niet liggen.”
Lees ook Niemand in België wil met Vlaams Belang, maar met wie dan wel?
Voortzetting van de huidige Vlaamse coalitie van de N-VA, het christen-democratische CD&V en liberale Open VLD is geen optie. De laatste twee partijen verliezen flink, waardoor geen meerderheid meer mogelijk is. De Wever zal bijvoorbeeld moeten kijken naar de sociaal-democraten van Vooruit, die de derde partij zijn geworden.
Een Vlaamse coalitie zonder de N-VA is praktisch onhaalbaar. Haast zal De Wever dan ook niet hebben om tot een regering te komen, zowel op Vlaams als federaal niveau. In oktober gaat België opnieuw naar de stembus, ditmaal voor de gemeenteverkiezingen, en voor die tijd zal De Wever niemand definitief hebben willen uitsluiten uit vrees kiezers van zich te vervreemden.
Links verliest in Wallonië
In het Franstalige deel van het land likt PS de wonden. Met name in Wallonië, waar de partij sinds de jaren ‘80 de grootste was. De afgelopen weken bleek al dat een kentering aanstaande was: MR en PS gingen nek-aan-nek in de peiliging voor de verkiezingen. Nu blijft de PS van partijleider Paul Magnette steken op iets meer dan 20 procent van de stemmen.
Feest was er bij de MR, dat in de energieke en uitgesproken Georges-Louis Bouchez een partijleider heeft die al tijdens de deelname in de federale regering van de afgelopen jaren actief campagne voerde voor zijn liberale standpunten, zoals belastinghervormingen en het versoberen van werkloosheidsuitkeringen. Hij maakte zich niet geliefd bij zijn coalitiepartners, maar wel bij de kiezer.
Nu kan Bouchez het voortouw nemen in de Waalse en Brusselse coalitieonderhandelingen, waarbij hijzelf kandidaat is voor het Waalse premierschap. Op federaal niveau, waar Waalse en Vlaamse partijen moeten samenwerken, deed de 38-jarige politicus de afgelopen weken al een toenadering naar de N-VA voor een centrum-rechtse coalitie. Daarin zouden wat hem betreft ook Les Engagés, het christen-democratische CD&V en Open VLD van huidig premier Alexander De Croo plaats moeten nemen.
De vraag is allereerst of dat haalbaar is, nu De Croo’s partij een stevige nederlaag heeft geleden. Maar misschien wel een groter struikelblok is de Vlaamse identiteit van de N-VA. De Wever is er veel aan gelegen om op te komen voor ‘zijn’ gewest. Hij roept al jaren een ‘afspraak met de geschiedenis’ te hebben, waarbij hij als premier van België er via staatshervormingen voor zorgt dat Vlaanderen meer autonomie krijgt. De MR en Les Engagés zeggen bereid te zijn tot hervormingen, maar die zijn niet zo verstrekkend als die op De Wevers wensenlijst.
Op het overwinningsfeestje van de N-VA liet De Wever weten vanaf maandag op zoek te gaan naar een alliantie in het zuiden van het land, door zijn supporters toegeschreeuwd met „Bartje premier”. „We moeten dit land budgettair uit het moeras trekken en zeer grondig hervormen. Zelfbestuur is de beste kuur.”
Zelden groeide een stad sneller dan Johannesburg. Nadat in 1884 rond de boerderij Langlaagte voor het eerst goud werd gevonden en een paar jaar later de grootste op dat moment bekende goudvoorraad in de wereld werd ontdekt, trokken in een mum van tijd duizenden mensen uit de hele wereld naar het Zuid-Afrikaanse Witwatersrand-plateau. Nog voor het eind van de negentiende eeuw woonden er in de stad meer dan 100.000 mensen. Johannesburg groeide uit tot de grootste en rijkste stad van Zuid-Afrika – met dank aan het goud.
Inmiddels zijn de meeste mijnen in de directe omgeving van de stad uitgeput en resten nog slechts de ongezonde overblijfselen. Meer dan 54 miljoen kilo goud is er gewonnen. De 8 miljoen mensen die nu in de metropool Johannesburg wonen, leven rond de restanten van de mijnen van weleer. De stompe hopen mijnafval, de zogenoemde tailings dams, zijn iconen van de stad geworden. Van grote afstand zijn de kilometerslange bergen mijnafval te zien. IJkpunten zijn het, vooral in het armere zuiden en oosten van de stad. In de lommerrijke wijken in het noorden van Johannesburg, waar traditioneel de ‘randlords woonden, de mijnbaronnen van de Witwatersrand, zie je ze niet.
Tot niet zo lang geleden was boven op een van de mijnhopen langs de snelweg M2 in het zuiden van de stad een openluchtbioscoop – meermaals vereeuwigd in het werk van de wereldberoemde William Kentridge, Johannesburgse kunstenaar bij uitstek. Er zijn mensen die met snowboards van de afvalbergen naar beneden razen. Op sommige plekken scharrelt vee tussen de bomen die in honderd jaar op de hellingen zijn gaan groeien.
In dit ruige landschap groeide ook Steve Jason Chingwaru (27) op. „Als kind”, glimlacht hij, „was ik ervan overtuigd dat dit natuurlijke bergen waren.” De in Zimbabwe geboren Chingwaru zat voordat hij in Stellenbosch mijnbouw ging studeren op school in Alberton, net ten oosten van Johannesburg. „Ik weet niet beter of die bergen waren daar. Ze hoorden bij het landschap. In de winter blies de wind het stof over onze woonwijk. Dan waren alle auto’s oranje. Ik had geen idee dat het afval was en nog tamelijk gevaarlijk ook, vanwege restjes uranium in het stof.”
Dat in de bergen nog voor miljarden aan goud verborgen lag, wist hij toen ook nog niet. Nu wel. Chingwaru promoveerde afgelopen maart aan de Universiteit van Stellenbosch op een onderzoek naar het mijnafval rond Johannesburg. Na enig rekenen kwam hij erop uit dat in de verwaarloosde bergen voor nog zo’n 450 miljard Zuid-Afrikaanse rand (nu ongeveer 23 miljard euro) aan goud ligt. Journalisten uit de hele wereld kwamen bij hem langs om het nieuws op te tekenen. Mijnbedrijven nodigden hem uit om langs te komen. Een Chinese advocaat stuurde hem namens het grootste Chinese goudbedrijf een brief met de vraag zo snel mogelijk contact op te nemen. „Ik had kennelijk onderzoek gedaan waar behoefte aan was”, zegt hij.
Dat in mijnafval nog goud zit, was toch al wel bekend?
„Rond Johannesburg ligt 6 miljard ton aan afval uit de goudmijnen en we weten inderdaad al heel lang dat daar nog goud in zit. Bedrijven die proberen dat eruit te halen zijn er ook al heel lang. Maar ze gebruiken niet de optimale methodes.”
Hoe werkt dat dan?
„Bij de oorspronkelijke winning, vanaf eind negentiende eeuw, lag altijd de nadruk op het onder de grond makkelijk te bereiken goud. Uit het erts konden ze met gewone technieken als breken, malen en zeven altijd zo’n 95 tot 98 procent van het goud halen. Dat is enorm veel en was destijds winstgevend genoeg. De rest weghalen was eigenlijk niet nodig. Maar er bleef dus altijd zo’n 2 tot 5 procent over in het afval. Dat lijkt weinig, maar het is een substantiële hoeveelheid als je alle voorraden bij elkaar optelt.”
Altijd als de goudprijs hoog is, kijken Zuid-Afrikanen begerig naar de afvalbergen bij Johannesburg. En de prijs van goud ís nu hoog. Vorige maand werd een nieuw record bereikt: 2.450 dollar per ounce. In mijnland Zuid-Afrika, waar de koersen van goud, platina en andere edelmetalen ieder uur op de radio na het weerbericht worden voorgelezen, is de goudkoorts weer terug. Illegale mijnwerkers proberen met klassieke technieken in verlaten mijnschachten nog rondslingerende klompjes goud los te bikken, de grote bedrijven gaan toch nog maar eens door al dat afval heen. De mijnberg waarop ooit die beroemde drive-in bioscoop stond, de Top Star Cinema, is inmiddels weer grotendeels afgegraven.
Lees ook Zuid-Afrika vreest zijn oude goudmijnen
„In de jaren zeventig werden de eerste herwinningsinstallaties gebouwd. Dat was toen omdat iedereen uranium wilde hebben. Uit het mijnafval kon uranium gedestilleerd worden”, vertelt Chingwaru in een koffiekamer op de universiteit. De gemanicuurde campus in Stellenbosch – hagelwitte gebouwen in het wijnland rond Kaapstad – voelt ver weg van het stoffige Johannesburg. Maar ook hier kun je mijnbouw studeren. „Dat in het afval ook nog goud zat”, vervolgt hij, „was destijds mooi meegenomen. Toen in de jaren negentig de uraniumprijzen daalden, gingen veel van deze herwinningsinstallaties weer dicht en bleef het goud liggen.” In dezelfde tijd daalde de traditionele goudproductie onder de grond. „Zuid-Afrika zat aan de grens van wat je boven kunt halen. Nu al hebben we de diepste mijnen in de wereld. Sommige liggen op meer dan vier kilometer onder de grond.”
Wat is er mis met de manier waarop mijnbedrijven nu goud uit het afval halen?
„In de herwinningsinstallaties op de Witwatersrand werken ze traditioneel met cyanide om het goud los te krijgen. Het goud moet dus een fysieke reactie aangaan met het cyanide om het te kunnen winnen. Maar dit sowieso nogal giftige proces maakt slechts 30 tot 50 procent van het goud uit dat afval los. Dus in mijn promotieonderzoek stelde ik de vraag: hoe kan die andere 50 tot 70 procent gewonnen worden?
„Ik vroeg de mijnbedrijven om monsters van hun mijnafval, in totaal een halve ton kreeg ik, en daar deden we een heleboel testen op – mineralogisch, chemisch en metallurgisch. In het pyriet [een mineraal dat uit ijzer en zwavel bestaat] troffen we nog een behoorlijke hoeveelheid zogenoemd onzichtbaar goud aan. Dat is heel erg klein, atomisch eigenlijk. Het is niet met cyanide oplosbaar. Maar met een voorbehandeling waarmee je de pyrietstructuur vernietigt, kan dat wel. Daarvoor is een proces van bacteriële oxidatie nodig. Dat is duur en daarom op de Witwatersrand nog niet gebruikt.”
Is dat bedrijfseconomisch de moeite waard?
„Nu wel, zou ik zeggen. Het is een behoorlijke investering voor die mijnbedrijven om hun fabrieken om te bouwen, maar met de huidige goudprijs zou het winstgevend moeten zijn. Mijn berekeningen laten zien dat nog totaal minstens 420 ton goud in het pyriet verstopt zit. Maar elk mijnafval heeft andere karakteristieken. Je moet dus eerst het soort onderzoek doen zoals ik dat deed om te zien of het voor jouw materiaal voldoende oplevert.”
Van wie zijn die mijnbergen eigenlijk?
„Van de staat. Die geeft, net als bij de reguliere mijnbouw, ook concessies af voor hermijning. Zuid-Afrika is rijker dan het denkt.”
Zijn er ook nog andere voordelen?
„Het is duurzamer. We hebben in Zuid-Afrika een enorme energiecrisis: er wordt te weinig stroom opgewekt. En juist het klassieke mijnproces, waarbij je met breken en malen steen uit de grond haalt, kost onvoorstelbaar veel stroom. Met het afval hoeft dat niet meer, dat is al fijn gemalen. Ik geloof heel erg in duurzamere mijnbouw. Het recyclen van mijnafval kan daaraan bijdragen.”
En wat hebben de omwonenden eraan?
„We moeten in Zuid-Afrika echt gaan nadenken wat we met al dat mijnafval moeten. In de meeste andere landen waar goud gewonnen wordt, is het verboden zo dicht bij het mijnafval te wonen.” Lachend: „In Johannesburg wonen de meest radioactieve mensen in de wereld!”
Hij verwijst naar een onderzoek van een paar jaar geleden waaruit bleek dat gewone inwoners van Johannesburg net zoveel uranium in hun haar hadden als mijnwerkers die in Europa in uraniummijnen werkten. „Dat kan niet gezond zijn. Ook het grondwater in Johannesburg is vervuild door giftig mijnwater dat omhoog komt.”
Het is verkiezingstijd in Zuid-Afrika. Sommige partijen willen de mijnen nationaliseren.
„Mijnbouw vraagt heel hoge investeringen. Die zijn ook nodig als je op deze nieuwe manier door het afval wil gaan. Hopelijk leiden die nieuwe fabrieken waar het laatste goud uit het afval wordt gewonnen tot meer werkgelegenheid. Want dat is waar het de lokale gemeenschappen om te doen is. Nationaliseren is geen oplossing.”
Je bent benaderd door grote mijnbedrijven. Wat willen die van je?
„Ze wilden me uithoren over mijn onderzoek. Een van de bedrijven nodigde me uit voor een tour naar de fabriek waar ze uit mijnafval goud terugwinnen. De vraag was: hoe kunnen wij meer winst behalen? Ik heb ze verteld wat er in mijn proefschrift en in mijn papers staat. Die informatie is toch openbaar. Als ze meer willen weten, dan moeten ze me maar inhuren als consultant. Of me een baan aanbieden.”
Politie en justitie moeten plegers van psychisch geweld vaker vervolgen, omdat dit femicide kan voorkomen. Dat staat in een plan van aanpak, dat vrijdag namens de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is gepresenteerd. Volgens het plan is psychisch geweld – bijvoorbeeld een man die met dwang een vrouw van de buitenwereld isoleert – een van de signalen die aan femicide vooraf kunnen gaan. Daders van deze vorm van geweld worden nu nauwelijks vervolgd.
Het aantal slachtoffers van femicide ligt volgens het plan van aanpak al jarenlang te hoog. In het plan wordt femicide omschreven als de situatie waarin een vrouw om het leven wordt gebracht door een ex, een partner of een familielid. Bij acht van de tien vrouwen die in Nederland worden vermoord, tussen 2018 en 2022, is de dader (ex-)partner of familielid. Bij mannen die vermoord worden, gaat het om 15 procent.
Juist van femicide zijn vaak signalen te zien, waardoor met adequaat ingrijpen de moord voorkomen kan worden. Zo zijn psychologische manipulatie, dreigen met zelfmoord, dwangmatige controle, gedwongen seks en niet-fatale verwurging geregeld voorstadia van femicide.
Lees ook Femicide in Nederland: voor deze vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis
Noodlottige gevolgen
Door tien prioriteiten te benoemen – waaronder het verbeteren van de strafrechtelijke aanpak van psychisch geweld – moet femicide worden gestopt. Zo moet het kennisniveau van medewerkers van hulpverleningsinstanties en de politie structureel worden verhoogd, waardoor ze signalen sneller zullen herkennen. Het plan van aanpak stelt dat in het verleden soms signalen door bijvoorbeeld Veilig Thuis, de politie of een ggz-instelling niet goed werden ingeschat, met noodlottige gevolgen.
Daarom moet onder meer de aanpak van stalking worden versterkt. Bijvoorbeeld door stalkers eerder een tijdelijk huisverbod op te leggen, niet alleen bij crisisincidenten maar ook bij structureel onveilge situaties. Daarnaast moeten slachtoffers één aanspreekpunt krijgen bij de politie en moeten haar medewerkers slachtoffers van huiselijk geweld sneller herkennen – ook wanneer ze voor iets anders op het bureau komen.
De ministeries willen psychisch geweld niet apart strafbaar stellen, maar eerst het resultaat van het plan afwachten
Ook moeten politie, Openbaar Ministerie, Veilig Thuis en organisaties uit de gezondheidszorg, hulpverlening en onderwijs, beter samenwerken en zorgwekkende signalen gaan delen. Dat ligt nu soms moeilijk vanwege het medisch beroepsgeheim. Daarom willen de ministeries van Justitie en Veiligheid en VWS in gesprek met onder meer artsen en het OM, om te kijken hoe medische informatie toch kan worden gedeeld met justitie.
Ministeries willen de term femicide vaker gaan gebruiken in plaats van verhullende termen als „familiedrama” of „crime passionel”. Volgens het plan van aanpak is het van belang dat ook politie, OM en rechtbank dat doen. Plegers van huiselijk geweld zouden ook sneller in aanmerking moeten komen voor een training die tot gedragsverandering kan leiden.
Budget
Het vervolgen van daders van psychisch geweld moet gebeuren op basis van bestaande strafrechtelijke bepalingen op het gebied van mishandeling, bedreiging, dwang of belaging. Cruciaal is daarbij dat meldingen terechtkomen bij justitie en dossiers goed worden opgebouwd. Zo denken de ministeries dat het beter trainen van medewerkers van de vrouwenopvang, Slachtofferhulp, politie en Veilig Thuis ertoe kan leiden dat meer zaken van psychisch geweld voor de rechter komen. De ministeries willen dat geweld nog niet apart strafbaar stellen, maar eerst het resultaat van deze aanpak – die werkt met de huidige rechtsmiddelen – afwachten.
Het plan stelt dat de voorgestelde acties geen extra geld hoeven te kosten: ze vallen binnen het budget van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling voor 2024 en 2025. Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS, ChristenUnie) zegt dat het plan is bedoeld om sneller en beter in actie te kunnen komen als gevaar dreigt.
Volgens demissionair minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66) heeft de samenleving „geen dag te verliezen” om femicide te stoppen. Minister Robbert Dijkgraaf (OCW, D66) denkt dat het plan bijdraagt aan „de emancipatie en veiligheid van vrouwen.”
‘Mijlpaal’
Barbara Godwaldt schreef in 2023 samen met andere nabestaanden een aanpakplan femicide. Ze zegt blij te zijn met het plan van de ministeries, omdat de meeste punten die de nabestaanden eerder op tafel legden, werden overgenomen. Wel vindt ze het jammer dat psychische mishandeling niet apart strafbaar wordt gesteld.
Volgens Esmé Wiegman van branchevereniging Valente, die zich inzet voor mensen die te maken krijgen met huiselijk geweld, is het plan van aanpak „een mijlpaal.” Ze is positief over dat het demissionaire kabinet deze stap nog zet, maar kritisch over de financiering. „Ik zou graag zien dat er in de begroting van volgend jaar extra budget voor de aanpak van femicide wordt vrijgemaakt.”
Lees ook Allerlei instanties wisten dat hij haar mishandelde – maar het mocht niet baten
De gemiddelde huizenprijs zal volgens DNB in 2024 stijgen met bijna 6 procent, en in 2025 en 2026 met nog eens 4 procent per jaar. Dat staat in de laatste prijzenraming van De Nederlandsche Bank (DNB), die vrijdag werd gepubliceerd. De daling van de prijzen tussen 2022 en 2023, van meer dan 6 procent, is eerder dan verwacht hersteld, schrijft DNB.
Nu liggen de gemiddelde prijzen weer boven het vorige piekniveau. Het snelle herstel heeft te maken met de daling van de hypotheekrente en de gemiddelde inkomensstijging als gevolg van de inflatie. Daardoor hebben mensen die mogelijk een huis willen kopen ruimte om meer te lenen. Maar aan een hogere lening hebben mensen die een huis zoeken weinig als de prijzen ook blijven stijgen.
De hoeveelheid investeringen in nieuwe woningen, door bedrijven, particulieren en woningbouwverenigingen, nam in 2024 nog verder af, met 3,5 procent. Dat betekent bijvoorbeeld dat er minder gekocht wordt. De daling heeft ook te maken met het weinige aantal nieuwbouwvergunningen dat wordt toegekend; ook dat aantal daalt. In januari 2024 waren het er 54.000, minder dan het laatste dieptepunt in 2016.
Rusland heeft de Frans staatsburger Laurent Vinatier vrijdag aangehouden op verdenking van spionage. Vinatier werkt als adviseur voor de in Zwitserland gevestigde ngo Centre for Humanitarian Dialogue, die zich bezighoudt met conflictoplossing. Een Russische onderzoekscommissie heeft laten weten de rechtbank te verzoeken om de Fransman vast te zetten, schrijven internationale persbureaus.
Vinatier heeft zich volgens Rusland schuldig gemaakt aan het verzamelen van informatie over Russische militaire activiteiten zonder zich te registreren als een ‘buitenlands agent’. Volgens een wet, waarop een onlangs in Georgië aangenomen wet is gebaseerd, moet iedereen die buitenlandse steun ontvangt of onder buitenlandse invloed staat zich registreren als buitenlands agent. De wet maakt het werk voor onder meer journalisten, activisten en mensenrechtenorganisaties in Rusland vrijwel onmogelijk.
De Franse president Emmanuel Macron keerde zich vrijdag fel tegen de arrestatie van Vinatier. „Hij is een Franse burger die werkt voor een Zwitserse ngo. Hij is op geen enkele manier iemand die werkt voor de Franse staat”. De Franse krant Le Monde schrijft dat Macron de arrestatie ziet als een nieuwe „provocatie” van het Kremlin tegen Frankrijk, na eerdere verspreiding van „nepnieuws” en Russische „bedreigingen”.
De wet is in Rusland al jarenlang van kracht, maar werd in 2022 verscherpt. Wanneer een persoon zich volgens een rechter had moeten registreren als buitenlands agent maar dit niet deed, loopt die persoon het risico op een jarenlange gevangenisstraf. De Franse ambassade in Moskou heeft Russische autoriteiten gevraagd om meer details, maar heeft vooralsnog geen reactie ontvangen. De ambassade heeft ook om consulaire bescherming gevraagd voor Vinatier.
Onlinebank bunq heeft nieuwe beveiligingsmaatregelen aangekondigd na een reeks oplichtingsschandalen. Dat heeft het bedrijf vrijdagochtend via de mail aan haar klanten laten weten. Vanaf nu gaat de bank onder meer betalingen 24 uur vasthouden, zodat de rekeninghouder de betaling nog kan annuleren als er twijfels bestaan over de betrouwbaarheid van de ontvanger. De bank kan in de tussentijd de rekening bevriezen als er sprake lijkt te zijn van fraude.
Eind mei bleek uit onderzoek van NRC en NOS dat klanten van bunq bijzonder kwetsbaar zijn om grote bedragen te verliezen door online oplichting, omdat de bank bepaalde veiligheidsmaatregelen niet neemt die bij andere banken wel gebruikelijk zijn. Tientallen gedupeerde klanten raakten de afgelopen maanden binnen enkele minuten tot wel twee ton kwijt door phishing en zogenoemde helpdeskfraude. Oplichters doen zich daarbij voor als bankmedewerkers en zetten klanten op verschillende manieren onder druk om hun inloggegevens te delen of geld over te maken.
Opvallend was dat het klanten op geen enkele manier lukte om telefonisch contact te krijgen met de bank toen hen duidelijk werd dat hun geld gestolen was. Ook zagen de klanten vanuit de bank geen cent terug van hun verdwenen geld. Andere banken vergoeden dit bijna altijd wel. Bunq zegt nu tegen haar klanten die coulanceregeling te versnellen en te verbeteren. Ook wil het bedrijf beter bereikbaar worden voor klanten en inzetten op het opsporen van frauduleuze software.
De Consumentenbond reageert positief op de aankondiging van bunq. De bond zegt blij te zijn dat bunq de door hen aanbevolen ‘afkoelregeling’ heeft ingevoerd die bij de meeste andere banken al jaren geldt. „De 24 uur van bunq is wel erg lang, maar we gaan ervan uit dat je bij valide betalingen dan aan een bedrijf kunt laten zien dat het bedrag is overgemaakt en onderweg is”, zegt Sandra Molenaar, directeur van de Consumentenbond, in een schriftelijke reactie.
Op weg naar het EK voetbal in Duitsland heeft het Nederlands elftal een prima eerste test afgelegd. In de Kuip in Rotterdam, waar opvallend veel stoeltjes leeg bleven, werd donderdagavond Canada verslagen in een oefenwedstrijd. Na een wat rommelige openingsfase vielen alle doelpunten in de tweede helft: 4-0.
Bondscoach Ronald Koeman experimenteerde vrijuit met zijn formatie, anderhalve week voor het eerste EK-duel tegen Polen (zondag 16 juni). Vaste basisspelers als aanvoerder Virgil van Dijk en Nathan Aké kregen rust. Daar waar spits Brian Brobbey en verdediger Micky van de Ven hun basisdebuut maakten.
Het leverde een aardige wedstrijd op tegen het energieke Canada, 49ste op de FIFA-wereldranglijst en in voorbereiding op de Copa América, die over twee weken begint. De wedstrijd geeft Koeman waarschijnlijk ook enkele waardevolle inzichten waar hij op door kan bouwen richting het EK.
Andere rol Depay
Met name de andere rol van aanvaller Memphis Depay pakte goed uit. Doorgaans speelt hij als diepste spits in Oranje – áls hij er is, want afgelopen jaren ontbrak hij vaak door blessures. Donderdag opereerde hij in een meer vrije rol vanaf de linkerflank, schuin in de rug van spits Brobbey. Koeman, vorig jaar was begonnen aan zijn tweede periode als bondscoach, gaf eerder al aan dat dit een serieuze optie voor hem is. Maar pas nu testte hij het voor eerst.
Vanaf die linkerflank bereidt Depay in een iets meer teruggetrokken rol enkele goede aanvallen voor – waar Oranje tegelijk ook diepte houdt met Brobbey. Na een seizoen met veel blessures, oogt Depay op het goede moment in vorm. Hij eist de bal veel op, ontfermt zich over vrijwel alle standaardsituaties, maakt veel acties en vindt openingen – al krijgt hij ook erg veel ruimte van de Canadezen. Zoals kort voor rust, als hij na een goede voorbereidende actie op eigen helft Brobbey wegstuurt wat tot een grote kans leidt: de spits schiet op de arm van de Canadese keeper.
Wat ook opvalt, is het goede spel van de snelle verdediger Micky van de Ven aan de linkerflank. In de eerste minuut repareert hij meteen een slordigheidje van Ryan Gravenberch, die de bal verspeelt: Van de Ven stopt Jonathan David af op weg naar de goal.
En kort voor rust reageert hij goed met een razendsnelle loopactie op een dieptepass van Depay. De bal lijkt te diep, maar Van de Ven haalt ’m toch nog. En vervolgens heeft hij ook het overzicht om nog een goede teruggetrokken voorzet op Georginio Wijnaldum te geven, wat tot een gevaarlijk schot leidt.
Tegenstand op EK zwaarder
Meevaller voor Koeman is ook dat spelverdeler Jerdy Schouten zich een prima vervanger toonde voor Frenkie de Jong. Het is niet uitgesloten dat spelmaker De Jong de eerste wedstrijd op het EK niet haalt vanwege een enkelblessure. Schouten zorgde voor rust en balans op het middenveld.
Al is het een gegeven dat dit oefenduel tegen Canada lastig op waarde te schatten is: de tegenstand op het EK zal straks aanzienlijk groter zijn. Nederland zit in een poule met Polen, Frankrijk en Oostenrijk.
Kort na rust vallen de goals. Eerst tikt Depay binnen op een goede voorzet van rechtsbuiten Jeremie Frimpong. Niet veel later stuurt Wijnaldum met een fijne dieptepass diezelfde Frimpong weg, die in tweede instantie scoort (2-0). Zijn eerste voor Oranje, in pas zijn derde interland. Als een schot van Schouten slecht wordt verwerkt door de keeper van Canada, kan invaller Wout Weghorst makkelijk binnenschieten (3-0). Het slotakkoord is voor een andere invaller, Virgil van Dijk, die bij een hoekschop hoog boven iedereen uittorent en de 4-0 binnenkopt.
Zo begon de EK-zomer naar behoren voor Oranje. Komende maandag wacht nog een ‘uitzwaaiwedstrijd’ tegen IJsland, eveneens in Rotterdam. De volgende ochtend vertrekt de ploeg naar Duitsland.