Rutte na benoeming: Oekraïne hoort thuis in NAVO

Oekraïne moet volgens Mark Rutte snel lid worden van de NAVO. Dat zei Rutte op zijn eerste vergadering met de 32 lidstaten als nieuwe secretaris-generaal, zo meldt persbureau ANP.

„Er kan geen sprake zijn van blijvende veiligheid in Europa zonder een sterk, onafhankelijk Oekraïne”, aldus Rutte. „Ik weet uit persoonlijke ervaring met het neerhalen van vlucht MH17 in 2014 hoe het conflict in Oekraïne niet beperkt blijft tot de frontlinies.”

Sinds dinsdagochtend is Rutte de hoogste baas van de NAVO. Bij een ceremonie in Brussel droeg scheidend secretaris-generaal Jens Stoltenberg formeel de voorzittershamer over.

Op een NAVO-top in juli spraken de bondgenoten al af dat er voor Oekraïne een ‘onomkeerbare weg’ was ingezet richting het lidmaatschap. Zo werd afgesproken dat er een speciale NAVO-gezant wordt gestationeerd in Kyiv. De NAVO wil bredere steun aan Oekraïne, die bovendien minder afhankelijk is van de Verenigde Staten.

Lees ook

Bij de NAVO zal Rutte zijn lenigheid voluit moeten benutten

Rutte zal discussies leiden over de modernisering van kernwapens en de juiste dosering van nucleaire afschrikking.

Invloed Amerika

Rutte kan meteen flink aan de bak bij de militaire verdragsorganisatie. In tijden van gure politieke verhoudingen tussen sommige NAVO-leden onderling wordt het de kunst voor Rutte om eensgezindheid uit te stralen.

Verder werpt de uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn schaduw vooruit. De Republikeinse kandidaat Donald Trump heeft zich in het verleden kritisch uitgelaten over de NAVO, die volgens hem te sterk afhankelijk is van de Amerikanen. Rutte zei op zijn eerste dag zich geen zorgen te maken over de uitkomst van de verkiezingen. „Ik ken beide kandidaten heel goed.”


Dag vol stakingen, benoeming Mark Rutte als chef NAVO

Gans het raderwerk staat stil…’ en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het moge duidelijk zijn: er wordt gestaakt vandaag.

Onder meer bij de baksteenfabrieken van Vandersanden. Medewerkers van de fabrieken in de Limburgse dorpen Beek en Kessel leggen 24 uur het werk neer. Het is de derde halte in een estafettestaking in de baksteensector; eerder werden de fabrieken van marktleider Wienerberger in Pannerden en van fabrikant Strating in het Groningse Oude Pekela stilgelegd. Er wordt gestaakt voor een betere cao, loonsverhoging en een ouderenregeling.

In België gaan horecamedewerkers, schoonmakers en bewakers de barricaden op voor betere werkomstandigheden en „eerlijkere lonen”. Dat legt onder meer de luchthavens van Brussel en Charleroi plat: om de veiligheid te garanderen van passagiers en personeel zijn de meeste vluchten daar geschrapt.

Rot voor wie met het vliegtuig wil, maar ‘bière petite‘ in vergelijking met wat er in Frankrijk staat te gebeuren. Daar staat een algemene stakingsdag op de agenda. Er is onder grote vakbonden veel onvrede over de huidige economische situatie in Frankrijk en de benoeming van Michel Barnier als premier. In onder meer het openbaar vervoer, de havens en het onderwijs zal het werk worden neergelegd. Daar komen we later vandaag nog op terug, in Frankrijk kan een staking er behoorlijk heftig aan toegaan.

‘France? Hold my beer’ zeggen de havenwerkers van 36 grote havens aan de Amerikaanse oostkust en de Golfkust. De grootste havenvakbond heeft daar vanochtend om 06.00 uur onze tijd de terminals dichtgegooid voor betere arbeidsomstandigheden. De impact is enorm: de staking kan tot 5 miljard dollar per dag kosten – de helft van de containergoederen die de VS inkomen, komt via deze havens. Eén dag staken staat gelijk aan een week herstel, en dat gaan consumenten dit feestdagenseizoen merken. Komen we later vandaag ook op terug.

Lees ook

Staking op komst in havens Amerikaanse oostkust. Kosten: 5 miljard dollar per dag

Een haven in de Amerikaanse staat Georgia.

Nederlandse rensters domineren WK in Zürich, maar geven koers tóch uit handen – opnieuw

„Jammer.” „Het is koers en onderweg kan van alles gebeuren.” „Op sommige punten had het wat beter gekund.”

Als de Nederlandse vrouwenbondscoach Loes Gunnewijk een uur na de finish van het WK in Zürich uit de teambus te voorschijn komt, komen er vooral understatements uit haar mond. Wat er werkelijk is gebeurd, benoemt ze niet: haar ploeg was ijzersterk, reed de hele wedstrijd op kop, en na afloop stond er niet één Nederlandse renster op het podium.

Niet topfavoriet Demi Vollering werd wereldkampioen, maar de Belgische Lotte Kopecky – voor de tweede keer op rij. Ze won de sprint van een vluchtersgroepje. De Amerikaanse Chloé Dygert won zilver, Elisa Longo Borghini (Italië) brons. Vollering, die lang de sterkste renster in koers leek, eindigde op een teleurstellende vijfde plek.

De koers voltrok zich op een parcours met flink wat hoogtemeters en vier keer een lokale ronde door en om Zürich. De weersomstandigheden waren bruut: iets meer dan 10 graden Celsius, van begin tot eind regen. Hoe zwaar het voor de rensters was geweest, zag je na afloop: trillend en met opgezwollen gezichten van de kou stonden ze de pers te woord. Mischa Bredewold vertelde dat het „een grote fout” was geweest om haar regenjasje aan het begin van koers uit te doen. Het bekertje met thee in haar hand trilde zo hevig dat er weinig van de inhoud overbleef.

Behalve regenwolken zorgde nog iets anders voor somberheid in Zürich: de dood van renster Muriel Ferrer. De Zwitserse (18) liep op donderdag zwaar hoofdletsel op bij een val in de wedstrijd voor junioren; de volgende dag overleed ze in het ziekenhuis. In overleg met de familie besloot de internationale wielerunie UCI dat het WK wel zou doorgaan, zij het in versoberde vorm. De vlaggen gingen halfstok, een galadiner van de UCI werd afgelast. Voorafgaand aan de start van de vrouwenwedstrijd werd een minuut stilte gehouden voor Ferrer.

Nederland favoriet

De Nederlandse vrouwen verschenen aan de start met maar één doel: wereldkampioen worden. En waarom ook niet? Naast Vollering beschikt de ploeg over een indrukwekkende groep rensters. Puck Pieterse, de jonge wereldkampioen mountainbiken die dit jaar een etappe won in de Tour de France. Tijdrijdster Riejanne Markus, die altijd excelleert in de regen. En veteraan Marianne Vos, achttien jaar geleden voor het eerst wereldkampioen op de weg en bezig aan een van haar beste seizoenen in jaren.

Kopvrouw Vollering wilde de wereldtitel héél graag, zo maakte ze vooraf duidelijk. Ze woont in Zwitserland, zeventig kilometer van Zürich vandaan – hier winnen zou voelen als een thuiszege. Maar bovenal zou het een kans zijn om op de valreep een goede wending te geven aan een seizoen dat tot nu toe teleurstellend verliep: geen medaille op de Olympische Spelen en spanningen binnen haar ploeg SD Worx – die culmineerden in een dramatische tweede plaats bij de Tour de France Femmes, op vier seconden van de winnaar. „De afgelopen periode was niet bepaald makkelijk,”, zei Vollering een dag voor de wedstrijd.

Lange tijd leek het scenario voor Nederland zich volgens plan te ontvouwen. De Nederlandse ploeg domineerde de wedstrijd. Eén voor één vielen de rensters aan om de concurrentie onder druk te zetten. Met name Bredewold en ‘regenexpert’ Riejanne Markus reden een ijzersterke koers: de laatste maalde tientallen kilometers lang in dezelfde houding – armen gestrekt op de remgrepen – op kop.

Nadat de rensters voor de laatste keer de steile Bergstrasse in Zürich hadden beklommen, trok Vollering eindelijk haar regenjasje uit – de wedstrijd was beland in de beslissende fase. En precies daar ging het mis. Na een tactisch kwestieuze demarrage van Vollering moesten Vos en Markus lossen – en weg was het numerieke evenwicht voor Nederland in de kopgroep. Daarna smeet Vollering met haar krachten, terwijl haar concurrenten – onder wie Kopecky, die eerder nog was gelost – in haar kielzog meereden.

De laatste lokale ronde voelde als een kroniek van een aangekondigd fiasco. Vollering bevond zich in een gezelschap van sterkere sprinters, zonder hulp van landgenoten. Toch bleef ze kilometerslang op kop rijden, haar medevluchters af en toe geïrriteerd manend om over te nemen. Toen het in de straten van Zürich op sprinten aankwam, moest ze het afleggen tegen alle vier haar medevluchters.

Demi Vollering baalt nadat ze de sprint heeft verloren van Lotte Kopecky en buiten het podium valt.
Foto Denis Balibouse / Reuters

Onderkoelde Vollering

Zo klonk op dit WK voor de Nederlandse vrouwen een stevige echo door van de wegwedstrijd op de Olympische Spelen: sterkste ploeg, toch geen gouden medaille. Het roept de vraag op of Loes Gunnewijk, die aan het einde van dit seizoen na vijf jaar afzwaait als bondscoach, het maximale heeft weten te halen uit de extreem getalenteerde generatie wielrensters die ze tot haar beschikking had. Het antwoord op die vraag, na afloop bij de teambus, werd door Gunnewijk opnieuw beantwoord met een understatement: „We kwamen hier vandaag voor een ander doel en dat is niet behaald.”

En Demi Vollering? Die heeft dit jaar geleerd „dat als het niet lukt, je leven niet voorbij is”, zo zei ze de dag voor de wedstrijd. Ze verwees daarbij naar de zo dramatisch verloren Tour de France. „Het gaf een soort rust: datgene waar ik super bang voor was, was gebeurd. Maar vervolgens bleek dat er gewoon een morgen is.”

Of ze die verworven rust ook kon toepassen na dit WK? Tot een echt antwoord kwam Vollering na de koers niet: ze was dermate onderkoeld dat ze de pers maar kort te woord kon staan. „Het tempo lag niet hoog genoeg”, zei ze. En ja, misschien had ze eerder ten aanval moeten trekken, om Kopecky niet de kans te geven om terug te komen. „Maar ja, het is altijd makkelijk achteraf.”


‘Harteloze’ beslissing van kabinet over terugkeer Afghaanse bewakers valt slecht bij oppositie

De reacties van de oppositie in de Tweede Kamer waren niet mals. „Buitengewoon pijnlijk”, constateerde CDA-woordvoerder Derk Boswijk op X. Het kabinet is „alle schaamte voorbij”, twitterde Jan Paternotte (D66). Kati Piri (GroenLinks/PvdA) noemde de beslissing „harteloos en woestmakend”.

Vrijdag liet het kabinet in een kort briefje weten dat het het besluit van het vorige kabinet om alsnog een „afgebakende groep” Afghaanse bewakers naar Nederland te halen, heeft herroepen. Het nieuwe kabinet maakt een „andere afweging”, zo schrijven ministers Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC), Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) en Marjolein Faber (Asiel, PVV). Een nadere onderbouwing van het besluit ontbreekt.

Afgelopen week nog poseerde Veldkamp (NSC) in New York tijdens de algemene vergadering van de VN met zijn collega’s Baerbock (Duitsland), Joly (Canada) en Wong (Australië). De vier ministers hadden zojuist aangekondigd de Taliban voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag te zullen dagen vanwege schending van het VN-vrouwenverdrag. „De situatie van Afghaanse vrouwen en meisjes is hartverscheurend”, twitterde Veldkamp.

Maar terwijl Nederland zich inspant voor Afghaanse vrouwen, vissen vele tientallen Afghaanse bewakers die voor Nederland hebben gewerkt en daarom mogelijk gevaar lopen, achter het net. Opvallend, omdat coalitiepartijen VVD en NSC vorig jaar nog vóór een motie van Kati Piri hadden gestemd die het kabinet opriep zich over de bewakers te bekommeren. NSC-leider Pieter Omtzigt was eerder buitengewoon kritisch over de behandeling van lokaal Afghaans personeel en maakte zelfs een vergelijking met de aan de Serviërs overgeleverde tolken in Srebrenica.

Een zandstorm raast over Kamp Holland in de provincie Uruzugan, Afghanistan.
Foto Valerie Kuypers/ ANP

Chaotische afwikkeling

Kati Piri heeft inmiddels aangekondigd een spoeddebat aan te zullen vragen: „Ik laat het hier niet bij zitten.” Daarmee wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de slepende en chaotische afwikkeling van de Nederlanse militaire aanwezigheid in Afghanistan (2002-2021). Al ruim vóór de val van Kabul en de westerse nederlaag had de Tweede Kamer erop aangedrongen alle tolken die voor Nederland hadden gewerkt, in veiligheid te brengen. Dat ging moeizaam, want het ministerie van Defensie had geen goede administratie bijgehouden.

Toen de Taliban op 15 augustus 2021 Kabul veroverden, kwam een chaotische evacuatie op gang – niet alleen van tolken, maar (op aandringen van de Kamer) ook van vele ándere lokale medewerkers, zoals ambassadepersoneel en medewerkers van NGO’s. In totaal 1860 Afghanen konden in veiligheid worden gebracht voordat de VS de reddingsoperatie abrupt beëindigden. In de maanden daarna kwamen er nog eens 2.764 mensen naar Nederland. Grote groepen Afghanen vielen echter buiten de boot. De zogeheten Afghan Security Guards (ASG’s), die Nederlandse bases in Uruzgan hadden bewaakt, konden in veel gevallen niet rekenen op ‘overbrenging’ naar Nederland – terwijl ze soms wel gevaar liepen. Uit onderzoek van NRC bleek vorig jaar dat er inmiddels vijftien voormalige bewakers zijn vermoord. Een onderzoekscommissie onder leiding van oud-topambtenaar Maarten Ruys die de evacautie uit Kabul evalueerde, concludeerde vorig jaar dat Nederland niet goed had nagedacht over welk lokaal personeel zou moeten worden geëvacueerd. De commissie Ruys hekelde daarbij de onduidelijkheid over de status van de bewakers.

27 miljoen euro

Het kabinet-Schoof is echter onvermurwbaar – en daarbij spelen financiële afwegingen een belangrijke rol. Volgens het ambtelijke advies dat naar de Kamer is gestuurd, wilde het demissionaire kabinet Rutte IV 48 voormalige beveiligers van de Nederlandse ambassade en 145 Afghan Security Guards met hun gezinsleden naar Nederland halen: een groep van ongeveer 965 personen. Hiermee, zo becijferden de ambtenaren, waren jaarlijkse kosten van zo’n 27 miljoen euro gemoeid. Volgens de ambtenaren zou de groep ook groter kunnen worden: uit een inventarisatie van Defensie blijkt dat er in totaal 914 Afghan Security Guards voor Defensie hebben gewerkt. Het totale aantal Afghanen dat een beroep zou kunnen doen op asiel – bewakers plus kerngezin – zou daarom wel eens kunnen oplopen tot 4.640 personen, aldus de nota.

Nederlandse militairen komen terug van patrouille op de basis Kamp Holland in de provincie Uruzgan, Afghanistan.

Foto Rick Nederstigt/ ANP

Of het deze aantallen zijn die het kabinet heeft doen besluiten om behalve „schrijnende gevallen” geen bewakers meer op te nemen, is niet duidelijk. Dat de komst van duizenden Afghanen op weinig steun van de PVV kan rekenen, lijkt echter vast te staan. Afgelopen week maakte partijleider Geert Wilders bekend dat de PVV vasthoudt aan het plan om noodwetgeving in te zetten tegen de door het kabinet uitgeroepen ‘asielcrisis’ – ondanks bezwaren van een groot deel van de Kamer en regeringspartij NSC. Wilders dreigde zelfs met een kabinetscrisis als NSC niet zou instemmen. In dit klimaat lijkt er in het kabinet even weinig begrip te zijn voor het lot van Afghaanse bewakers.

Volgens Kati Piri is dit echter geen reden de Afghaanse bewakers aan hun lot over te laten. „Migratie is een splijtzwam in de Nederlandse politiek, maar er is altijd een brede consensus geweest dat we onze ereschuld aan Afghaanse oud-medewerkers moeten inlossen”, schrijft het Kamerlid in een reactie. Piri refereert fijntjes aan de procedure die Nederland heeft aangespannen voor het Internationaal Gerechtshof: „Alle zorgen over het lot van Afghaanse vrouwen en de wreedheid van de Taliban zijn holle woorden als het kabinet zelfs onze eigen oud-medewerkers (…) aan hun lot overlaat.” Jan Paternotte was directer en concludeerde op X dat minister Veldkamp „door de mand” was gevallen.

Nederland loopt uit de pas, zegt Annemarie Snels, die zich al jaren inzet voor het lot van de Afghaanse medewerkers: „Andere landen hebben hun bewakers wél opgenomen, juist vanwege het grote risico dat ze lopen.”

Voormalig ASG-commandant Nesar Ahmad Naeemi – inmiddels in Nederland – wijst op het feit dat Australië – de Nederlandse militaire partner in Uruzgan – inmiddels ál zijn Afghaanse bewakers heeft opgenomen. „Zij die voor de Nederlandse strijdkrachten hebben gewerkt, treft helaas een zwaarder lot”, schrijft Naeemi op LinkedIn. „Ondanks alles zullen we de offers die Nederlandse militairen hebben gebracht nimmer vergeten.”


Hackers hebben grote onrust veroorzaakt na inbraak bij de Nationale Politie

Grote ongerustheid, verbazing en vooral veel onzekerheid. Dat zijn de overheersende sentimenten onder de medewerkers van de Nationale Politie nu is gebleken dat de organisatie deze week slachtoffer is geworden van een flinke digitale overval. De minister van justitie en veiligheid David van Weel (VVD) schreef de Tweede Kamer vrijdag dat bij het hacken van een politieaccount de „werkgerelateerde contactgegevens van alle politiemedewerkers” zijn buitgemaakt.

„Dit is een bericht dat je liever niet hebt”, reageert een leidinggevende politiefunctionaris, die betrokken is bij het onderzoek dat onder meer de afdeling high tech crime van de Landelijke Eenheid uitvoert naar deze kwestie. Een andere politieman laat weten dat het nieuws over de informatiediefstal bij de grootste werkgever van Nederland (zo’n 62.000 werknemers) „enorm leeft” binnen de blauwe familie. „Juist omdat de risico’s en impact nog zo onduidelijk zijn.” Duidelijk is in ieder geval wel dat er bij de politie kolossaal is ingebroken.

Korpschef Janny Knol heeft zaterdagmiddag alle politieagenten een lange email gestuurd met uitleg. Ze schrijft dat „een kantoorautomatiserings-account gehackt is”. Er zijn volgens haar „zakelijke contactgegevens van collega’s uit Outlook buitgemaakt. Denk aan namen, emailadressen en telefoonnummers.”

Mijn allergrootste prioriteit is de bescherming van politiecollega’s en het voorkomen van verdere schade

Janny Knol
Korpschef

Veel informatie heeft de politie nog niet vrijgegeven in deze zaak. De organisatie wil voorkomen misdadigers nog wijzer te maken met het delen van bevindingen uit een strikt confidentieel onderzoek. Maar er is alle reden om de inbraak „behoorlijk serieus te nemen”, zegt een ervaren rechercheur. „Dit is geen kwajongensstreek of hobbyisme geweest. Ook is er geen sprake van grove onzorgvuldigheid bij ons.”

Gestolen informatie nog nergens opgedoken

Voor zover nu bekend is de gestolen informatie nog nergens opgedoken. Vooral voor agenten die betrokken zijn bij undercoveroperaties, infiltratiewerk, geheime opsporingsonderzoeken of het bewaken, beschermen en beveiligen van personen die bedreigd worden zou dat levensgevaarlijk kunnen zijn. Toch zouden dit type politiemedewerkers redelijk goed afgeschermd zijn doordat ze bijvoorbeeld processen-verbaal opmaken onder nummer om hun naam geheim te houden.

„De meeste onrust in de organisatie bestaat onder ‘gewone’ agenten op straat. Ze vrezen de verspreiding van privé-gegevens via het internet en doxing”, zegt de voorzitter van politievakbond NPB, Nine Kooiman. Wijkagenten maar ook zogeheten Romeo’s (agenten die zich in burgerkleding mengen onder gewelddadige demonstranten) vrezen belaagd te worden.

De leidinggevende agenten, die vaak gewoon met naam, toenaam en foto te vinden zijn op bijvoorbeeld de sociaalnetwerksite LinkedIn, maken zich minder zorgen om hun eigen positie. „Voor hun gegevens hoeft een crimineel niks te hacken”, zegt een agent.

Korpschef Knol schrijft zaterdag dat collega’s op dit moment „keihard werken” om alle zorgen over de omvang van de inbraak weg te nemen. „Vanzelfsprekend worden daarbij alle mogelijke maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen”, schrijft ze. „Mijn allergrootste prioriteit is de bescherming van politiecollega’s en het voorkomen van verdere schade.”

Informatie over inbraak via media vernomen

Onder veel politiemensen bestaat ongenoegen omdat ze vrijdag het nieuws over deze zaak veelal via de media moesten vernemen. Kamerleden ontvingen bericht, agenten niet. De politiebaas schrijft zaterdag zich hiervoor te excuseren. „Het nieuws ging sneller dan verwacht.”

Zaterdagmiddag is door de politie „een meldpunt” geopend waar ongeruste agenten terecht kunnen met vragen. „Verder kunnen we allemaal bijdragen om de mogelijke impact zo klein mogelijk te maken. Daarvoor doe ik een beroep op jullie. Wees de komende tijd extra alert op phishingmails of verdachte berichten en telefoontjes”, schrijft Knol. Agenten lopen volgens haar het risico gericht benaderd te worden met op de persoon toegeschreven phishingberichten.’’

Tweede Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen (VVD) wil van de minister van justitie weten wat de risico’s zijn „voor de persoonlijke veiligheid” van agenten. De angst is dat door bijvoorbeeld nu buitgemaakte emailadressen van agenten te combineren met data die eerder gelekt of gestolen zijn bij andere bedrijven of organisaties politiemensen en wachtwoorden die ze veel gebruiken, te herleiden zijn.

‘Werkwijze op veel plekken achterhaald’

Afgelopen zomer wees de commissie onder leiding van oud-burgemeester Bernt Schneiders, die toezicht hield op de reorganisatie van de Landelijke Eenheid, al op de risico’s van cybercriminaliteit in eigen huis. In het eindrapport dat in juli verscheen schrijft de commissie dat „gelet op de huidige technologische mogelijkheden, de huidige werkwijzen binnen de Landelijke Eenheid op veel plekken achterhaald zijn en geen gelijke tred houden met de ontwikkeling die de criminaliteit en andere dreigingen doormaken”. De commissie pleitte voor „het ontwikkelen van één data-warehouse”. De politie zou daar inmiddels mee zijn begonnen.

Het blijft vooralsnog gissen naar de motieven van de hacker. Volgens een ervaren rechercheur lijkt het de inbrekers „vooralsnog niet a priori te gaan om het via het internet vrijgeven van alle gegevens, of het afdwingen van een grote som geld.” Een mogelijke reden voor de inbraak zou kunnen zijn de politie te willen intimideren. Dat kan zijn gebeurd door een criminele organisatie of door „statelijke actoren”, zoals politiebronnen het noemen. Een vreemde mogendheid, zo luidt een scenario waarmee wordt rekening gehouden, zou dan de Nederlandse politie hebben gehackt.


Grootste migrantenschipbreuk in decennia voor de Canarische kust

Tijdens een reddingsactie op zee voor de oostkust van het Canarische eiland El Hierro zijn in de nacht van vrijdag op zaterdag negen mensen omgekomen. 48 personen worden nog vermist. Dat meldt de Spaanse kustwacht, die 27 opvarenden wist te redden. Als niet meer mensen levend worden teruggevonden, en de kans daarop is groot, is dit de grootste scheepsramp met migranten in het Canarisch gebied van de afgelopen dertig jaar; op 15 februari 2009 kwamen zeker 25 migranten om het leven tijdens een scheepsramp voor de kust van Lanzarote.

De overvolle boot, een zogeheten cayuco, een kleine kano die met 84 mensen aan boord vanuit Mauritanië probeerde de kust van een van de Spaanse eilanden te bereiken, kapseisde toen veel opvarenden aan een kant van de boot opstonden tijdens de reddingsactie. Dat gebeurde ’s nachts en onder ongunstige weersomstandigheden, met harde windstoten tot 37 kilometer per uur. Het moment van overstappen, meldt de kustwacht, is altijd het meest riskant, omdat het vaak gebeurt op volle zee en onder slechte omstandigheden.

Inzittenden van de boot hadden kort na middernacht een noodsignaal afgegeven, nadat de motor van de boot ermee was opgehouden. In een telefoongesprek met het Maritieme Reddingscentrum van Tenerife vertelde een opvarende waar de boot vandaan kwam en hoeveel opvarenden er waren. Ook gaven de migranten zelf de positie van de kano door, zo’n 4 zeemijl (7,5 kilometer) voor de kust van El Hierro.

“Helaas onderstreept een nieuwe tragedie nogmaals het gevaar van de Atlantische route”, schrijft Fernando Clavijo, president van de Canarische Eilanden, op X. “We hebben Spanje en de EU nodig om resoluut op te treden in het licht van structureel humanitair drama. Het zijn kinderen, vrouwen en mannen. Levens die meters van de zuidgrens van Europa zijn uitgedoofd.”

Tussen vrijdag en zaterdag bereikten in totaal drie kano’s het eiland El Hierro, inclusief de gekapseisde boot. Volgens de Spaanse autoriteiten wordt momenteel nog gezocht naar een vierde schip. In totaal kwamen in de afgelopen 24 uur minstens 415 mensen aan land op de Canarische Eilanden.

Dit jaar kwamen al tussen de 22 en de 27 duizend migranten aan op de eilanden, cijfers lopen uiteen. Volgens het Missing Migrants programma van de Verenigde Naties kwamen 781 mensen om in een poging Spaans grondgebied te bereiken. Die cijfers zijn niet volledig, zegt de VN zelf. Het werkelijke aantal doden ligt naar alle waarschijnlijkheid veel hoger.


Dood renster Ferrer (18) tijdens WK in Zwitserland heropent debat over veiligheid in wielrennen

De eigenaren van Duitse partytent langs de Zürichbergstrasse lijken zich er weinig van aan te trekken: op zaterdag rond het middaguur staan de wielersupporters hier met bier in de hand verwachtingsvol langs het parcours, onder begeleiding van pompende feestmuziek. Ze slaan op pannendeksels en blazen op misthoorns. Het is koers in het Zwitserse Zürich en dat moet gevierd worden.

Toch is dit WK wielrennen anders dan normaal. Op vrijdag werden organisatie en deelnemers opgeschrikt door een verschrikkelijk bericht: de jonge Zwitserse renster Muriel Ferrer (18) was overleden aan het hoofdletsel dat ze had opgelopen tijdens de juniorenwedstrijd op donderdag. Ze raakte in een afdaling in de stromende regen van de weg en moest met een traumahelikopter naar het ziekenhuis worden gebracht.

Op deze weg door het bos naar de gemeente Küssnacht kwam Muriel Ferrer donderdag ten val tijdens het WK wielrennen voor junioren.
Foto Til Buergy/ EPA

De internationale wielerunie UCI, organisator van de wedstrijd, besloot na het tragische nieuws om het evenement te versoberen. De vlaggen in Zürich hangen halfstok, bij start en finish klinkt geen muziek en het traditionele galadiner voor wielerbobo’s op zondag is geschrapt. Maar de wedstrijden gaan gewoon door: deze zaterdag wordt de wegwedstrijd bij de vrouwen verreden, zondag is die bij de mannen. Dat besluit, zo liet de UCI weten, werd genomen in overleg met de familie van Ferrer. De optie om het WK in zijn geheel af te blazen heeft „niet ter tafel gelegen”, aldus UCI-voorzitter David Lappartient op zaterdagochtend in Zürich tijdens zijn traditionele persconferentie. „Dat zou niet de juiste manier zijn geweest om Muriels nagedachtenis te eren.”

De bijeenkomst met Lappartient ging vrijwel in zijn geheel over het fatale ongeluk, want de dood van Ferrer heeft de discussie over de veiligheid in het wielrennen opnieuw aangewakkerd. Ze is de tweede renner in korte tijd die tijdens een koers om het leven komt: in juli overleed de Noorse coureur André Drege (25) na een val in de Ronde van Oostenrijk. Dat was iets meer dan een jaar na de dood van Gino Mäder (26) – net als Ferrer een Zwitser. Iedere jaar overlijden meerdere profwielrenners door valpartijen, zowel in koers als tijdens trainingsritten.

Lees ook

het interview met Adam Hansen, voorzitter van wielrennersvakbond CPA

De dood van Gino Mäder, vorig jaar ook herdacht  in de Tour de France, galmt nog altijd door de wielerwereld.

Groot talent

De dood van Ferrer – die gold als een groot talent en actief was als mountainbiker, veldrijder én wegwielrenner – kent ook nog eens twee extra pijnlijke aspecten. Om te beginnen was ze afkomstig uit de omgeving van Zürich: ze kwam ten val „op twee kilometer van haar ouderlijk huis”, zei UCI-voorzitter Lappartient zaterdag. Verder zijn er vragen over hoe accuraat de autoriteiten na het incident hebben gehandeld. Volgens Zwitserse media lag de renster na haar val geruime tijd onopgemerkt in het bos naast de weg: de krant Blick heeft het over minimaal een uur. Als dat klopt, is er kostbare tijd verloren gegaan, waarin Ferrers leven mogelijk gered had kunnen worden.

Lappartient wilde tijdens zijn persconferentie niet ingaan op dit punt, omdat de oorzaak en nasleep van Ferrers val op dit moment nog worden onderzocht – er zijn geen beelden van. Om diezelfde reden is het volgens hem „te vroeg” om verregaande conclusies te trekken over de veiligheid in het wielrennen. Als het klopt dat Ferrer na haar crash tijdenlang onopgemerkt is gebleven, zou dat de discussie over oortjes in het wielrennen opnieuw kunnen aanzwengelen.

De gemiddelde snelheid in het wielerpeloton neemt de laatste jaren toe – en daarmee ook het aantal ongelukken, zegt wielrennersvakond CPA. Renners rijden op steeds snellere fietsen en zijn steeds fitter dankzij verbeterde trainings- en voedingsmethodes. De laatste jaren is het een en ander aan de veiligheid in koersen gedaan, maar volgens critici is dit nog lang niet genoeg. Een samenwerkingsverband voor veiligheid van UCI, renners en organisatoren dat na de dood van Mäder van start ging, heeft nog weinig voor elkaar gekregen en veel onderling geruzied.

Langlopende discussie

Bij de Nederlandse WK-ploeg is het nieuws van Ferrers dood stevig binnengekomen, zo blijkt op vrijdagavond tijdens een persmoment. „Het went nooit om te horen dat een collega is overleden”, zegt regerend wereldkampioen Mathieu van der Poel. „Het is duidelijk dat we er in het wielrennen niet goed op staan qua veiligheid.” Toch is het volgens hem „een utopie” om „te denken dat je al het gevaar kunt uitbannen uit het wielrennen.”

Mannenbondscoach Koos Moerenhout zegt dat de wielerwereld „meer kan doen dan we nu doen” aan veiligheid. „Wielrennen wordt er niet minder mooi op als we vijf kilometer per uur langzamer gaan rijden.” Moerenhout suggereert dat een beperking van aerodynomische snufjes – zoals smallere sturen, stijvere fietsen, zwaardere versnellingen – zou kunnen bijdragen aan de veiligheid. Al wil hij dit pleidooi „absoluut niet koppelen” aan de dood van Ferrer. „Dit is een discussie die al veel langer loopt.”

Op zaterdagochtend, voor de start van de vrouwenwedstrijd, volgt in Zürich nog een heel kleine verlichting in de rouw om Ferrer. De wedstrijd in categorie C2 bij de vrouwelijke paratleten wordt gewonnen door Florina Rigling – een Zwitserse.


Tennisser Sinner mogelijk alsnog gestraft voor positieve dopingtests

Het wereldantidopingagentschap Wada gaat in beroep tegen de vrijspraak van de Italiaanse tennisser Jannik Sinner. Sinner testte dit voorjaar twee keer positief bij reguliere dopingcontroles. Er werd clostebol, een lichte anabole steroïde met een spierversterkende werking, in zijn bloed gevonden. Clostebol is door Wada als verboden middel aangemerkt. Toch besloot de internationale integriteitscommissie in het tennis, de ITIA, de verklaring van Sinner voor de vondst te geloven en de nummer een van de wereld niet te straffen.

Volgens Sinner was er clostebol in zijn bloed terechtgekomen door toedoen van zijn masseur. Die zou een vrij verkrijgbare spray waar clostebol in zit op zijn vinger hebben gehad tijdens het uitvoeren van meerdere massages op Sinners lichaam. De masseur, Giacomo Naldi, had een snijwond op zijn pink, maar droeg geen bescherming tijdens het geven van de massages.

Lees ook

En de schuld? Die krijgt de fysio. Waarom toptennisser Jannik Sinner vrijuit gaat na twee positieve dopingtests

Jannik Sinner maart dit jaar na een gewonnen punt tijdens de halve finale tegen Carlos Alcaraz op het toernooi van Indian Wells.  Sinner verloor het duel.

Omdat de hoeveelheid clostebol in Sinners bloed heel laag was, minder dan een miljardste van een gram, en omdat Sinners huid de stof sneller dan gemiddeld zou opnemen vanwege een huidaandoening waaraan hij lijdt, ging ITIA mee met Sinners verklaring en sprak hem vrij. Via de beroepszaak wil Wada nu afdwingen dat Sinner alsnog één tot twee jaar wordt geschorst.

Bekende spelers voortrekken

De zaak leidde in het voorjaar tot grote beroering in de tenniswereld. Sinner geldt als de grote belofte van het mannentennis. Dat de 23-jarige Italiaan niet werd geschorst, is voor sommigen het bewijs dat er minder streng wordt opgetreden tegen bekende tennissers dan tegen minder bekende spelers. Vorig jaar werd de onbekende Italiaanse tennisser Stefano Battaglino voor vier jaar geschorst in een vergelijkbare zaak, al is vergelijken lastig omdat de details van iedere zaak verschillen.

Wada gaat bij sporttribunaal CAS in beroep tegen de uitspraak dat er in de zaak van Sinner “geen fout of nalatigheid” is begaan. In een persbericht schrijft Wada dat het er niet op uit is om staande resultaten ongedaan te maken. Begin september won Sinner nog de US Open.


Dode en zwaargewonde bij mesaanval aan Erasmusbrug Rotterdam

Bij een steekincident aan de voet van de Erasmusbrug in Rotterdam zijn donderdagavond één dode en een zwaargewonde gevallen. De verdachte werd door omstanders en door politieagenten overmeesterd en raakte daarbij ook gewond. Dat heeft de politie donderdag telefonisch bevestigd.

De verdachte wordt momenteel behandeld aan zijn verwondingen in het ziekenhuis en zal daarna gehoord worden. Van levensbedreigende verwondingen is volgens een politiewoordvoerder geen sprake. De politie is direct begonnen met een onderzoek naar het steekincident en roept getuigen op om zich te melden. Ook het zwaargewonde slachtoffer is in het ziekenhuis opgenomen.

Getuigen zeiden dat de man ‘Allahoe Akbar’ riep bij zijn aanval, zo bevestigt de politiewoordvoerder. Laatstgenoemde wil nog geen conclusies verbinden aan die informatie, maar houdt rekening met alle mogelijke scenario’s bij het verdere onderzoek.

Volgens De Telegraaf zou de mesaanval te maken kunnen hebben met een verder onbekend incident dat bij museum Remastered aan het Willemsplein zou hebben plaatsgevonden. Een man die de verdachte hielp te overmeesteren zegt dat die met twee ,,vleesmessen” zou hebben gestoken.


HRW wil onpartijdig onderzoek naar aanval op piepers: ‘Een onwettige manier van oorlogvoering’

De aanval op piepers en walkie talkies in Libanon is een „onwettige manier van oorlogvoering”. Dat zegt Lama Fakih, directeur van Human Rights Watch (HRW) in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en hoofd van het kantoor in Beiroet. Een onpartijdig onderzoek naar de aanval is dringend nodig, aldus Fakih telefonisch vanuit de Libanese hoofdstad.

Lama Fakih, directeur van Human Rights Watch in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en hoofd van het kantoor in Beiroet.
Foto HRW

Hoe is de situatie nu in Libanon?

„Er heerst een gevoel van paniek dat er op ieder moment weer apparaten kunnen exploderen. Mensen verkeren in onzekerheid over wat hen mogelijk nog te wachten staat. De impact van de aanval is verwoestend. Tientallen mensen werden gedood en duizenden raakten gewond. De verwondingen zijn in veel gevallen zeer ingrijpend, zoals traumatische verwondingen aan het gezicht en het verlies van zicht.”

Hoe verhoudt de aanval zich tot het internationaal recht?

„De piepers en walkie talkies waren voorzien van boobytraps en de apparaten bevonden zich in ieder geval in sommige gevallen op of rond burgers en in burgergebieden. Het gebruik van alledaagse burgerobjecten als explosieven brengt burgers in groot gevaar en is in strijd met het oorlogsrecht. Op beelden van apparaten die exploderen in openbare ruimten en bevolkte gebieden is te zien dat ze niet enkel gericht konden worden op militaire doelen. Een van de basisprincipes van het internationaal recht is dat elke strijdende partij onderscheid moet maken tussen een strijder en een burger bij het uitvoeren van aanvallen. Bij duizenden gelijktijdige explosies, als je niet precies weet waar de apparaten zich bevinden en wat de impact op de burgerbevolking is, kun je geen gepast of wettelijk onderscheid maken tussen strijders en niet-strijders. Dat is waar het hier om gaat. Het is een onwettige manier van oorlogvoering.”

Lees ook

Oorlogsmisdaad of geoorloofde sabotage-actie? Juristen zijn verdeeld over aanval op Hezbollah

VN-troepen en Libanese militairen in het zuiden van Libanon bij een plek waar communicatie-apparatuur gecontroleerd tot ontploffing werd gebracht, vanwege de vrees dat er explosieven in zouden kunnen zitten.

Hoe onderzoekt Human Rights Watch in Libanon de aanval? En wat is er tot nu toe bekend over de burgerslachtoffers?

„Ons lokale team interviewt slachtoffers en omstanders en probeert te begrijpen wat de aanvalsmethode was. Er is enige tijd nodig om de volledige omvang van de schade te onderzoeken en het aantal burgerslachtoffers vast te stellen. Hezbollah heeft laten weten dat zij de piepers niet alleen onder strijders hebben verspreid, maar ook onder anderen binnen de organisatie in niet-militaire posities. Afgelopen dinsdag waren er onder de dodelijke slachtoffers in ieder geval twee kinderen en twee medici. In één geval liep een man, een burger, op straat toen iemand met een pieper een oproep ontving, en omdat hij in zijn buurt was, verloor hij zijn oog.”

Is de aanval een oorlogsmisdaad?

„Er is een onafhankelijk onderzoek nodig om tot een conclusie te komen. Israëls bondgenoten zouden daarnaast druk moeten uitoefenen dat het zich aan zijn verplichtingen volgens het internationaal humanitair recht houdt. Wij dringen er bij Libanon op aan om toe te treden tot de jurisdictie van het Internationaal Strafhof. Libanon heeft het Statuut van Rome niet geratificeerd, maar door het Strafhof rechtsmacht te geven, kunnen slachtoffers van oorlogsmisdaden in Libanon, en slachtoffers van oorlogsmisdaden die vanuit Libanon zijn begaan, naar de rechter stappen en gerechtigheid eisen.”

Lees ook

Oorlogsmisdaad of geoorloofde sabotage-actie? Juristen zijn verdeeld over aanval op Hezbollah

VN-troepen en Libanese militairen in het zuiden van Libanon bij een plek waar communicatie-apparatuur gecontroleerd tot ontploffing werd gebracht, vanwege de vrees dat er explosieven in zouden kunnen zitten.