Veel gebruikte betalingsdienst Worldline haalde kunstgrepen uit om fraude te verhullen

Wat is het nieuws?

Fraude

Betaalverwerker Worldline heeft jarenlang fraude van webwinkels toegedekt.

Het concern, ook groot in Nederland, deed dat om dat ze er goed aan verdienden.

Daardoor bleef het mogelijk dat tienduizenden nietsvermoedende consumenten werden opgelicht.

Het Franse beursgenoteerde betaalbedrijf Worldline, ook actief in Nederland, heeft de afgelopen jaren structureel fraude door klanten toegedekt. Ondanks waarschuwingen van de risicoafdeling van het bedrijf, koos het er bewust voor frauderende klanten te behouden omdat ze veel omzet opleverden.

Worldline is niet erg bekend bij het grote publiek maar vervult met de jaarlijkse verwerking van meer dan 500 miljard euro aan betalingstransacties een belangrijke rol in de internationale economie. Naast pintransacties handelt het concern voor webshops en websites vooral online betalingen met creditcards af.

Het betaalbedrijf haalde kunstgrepen uit om de fraudecijfers van zijn opdrachtgevers te verlagen. Als een divisie bijvoorbeeld te veel frauderende klanten had, werden die verhuisd naar een andere divisie. Daardoor maakte het betaalbedrijf mogelijk dat duizenden consumenten via webshops en websites konden worden opgelicht. Dat gaat bijvoorbeeld om fraude waarbij consumenten producten bestellen die nooit geleverd worden. Of consumenten die ongemerkt een abonnement op een website krijgen aangesmeerd, waarna het geld automatisch van hun creditcard wordt afgeschreven.

Ook bij de Nederlandse tak van het bedrijf, Global Collect Services (GCS) spelen problemen rondom dubieuze klanten. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) opende in 2022 een onderzoek en constateerde te zwakke controles. GCS zag zich gedwongen om in een grootschalige operatie zijn klanten (opnieuw) te screenen en de herkomst van hun geld te onderzoeken.

Dit blijkt uit het onderzoek Dirty Payments, uitgevoerd door NRC en twintig internationale media die samenwerken in het European Investigative Collaborations-netwerk (EIC). Zij onderzochten vertrouwelijke documenten en gegevens van betalingsdienstaanbieder Worldline, een Frans beursgenoteerd bedrijf dat vergelijkbaar is met het Nederlandse Adyen en het Zweedse Klarna.

NRC publiceert de komende tijd meer verhalen op basis van dit onderzoek.

Worldline zegt in een reactie de afgelopen jaren, met name vanaf 2023, interne controles te hebben aangescherpt en de relaties met klanten te hebben beëindigd die niet aan de normen voldoen. „Volgens de meest recente rapportages ligt ons fraudepercentage onder het branchegemiddelde.”

Worldline misstanden

Worldline is geen bank maar een dienst die ervoor zorgt dat consumenten makkelijk kunnen betalen en bedrijven hun geld kunnen innen. De organisatie maakt het mogelijk dat je in een webshop kunt betalen met je bankpas, je creditcard of met Paypal en bij winkels en in de horeca kunt pinnen.

Reken je bijvoorbeeld in Paradiso tijdens een concert een biertje af, dan staat er Worldline op het pinapparaat. Terwijl jij je drankje betaalt, zorgt Worldline voor de verbinding tussen jouw bank of creditcardmaatschappij en de bank van Paradiso. Hetzelfde doet Worldline bijvoorbeeld voor online reisbureaus, als je een vliegticket of hotel boekt. De klanten van Worldline zijn webshops en bedrijven, die daarvoor een vergoeding per transactie aan Worldline betalen.

De betalingen aan de webwinkels lopen via banken, creditcardmaatschappijen en gecertificeerde betalingsverwerkers. Voor fraudeurs is dat een probleem: als deze financiële partijen te veel klachten ontvangen of als er te veel betalingen teruggedraaid worden, kunnen zij ingrijpen. Betaalbedrijven zijn wettelijk verplicht om te voorkomen dat ze frauderende klanten faciliteren en er fout geld door hun instelling stroomt, maar uit onderzoek blijkt dat Worldline regelmatig wegkeek bij lucratieve klanten met hoge fraudepercentages.

Illustratie Lynne Brouwer

Onder meer creditcardmaatschappij Visa hanteert maxima voor het aantal transacties dat maandelijks teruggedraaid wordt of waarvan de kaarthouder de juistheid betwist. Uit interne stukken blijkt dat Worldline de cijfers soms zo manipuleerde dat er aan de fraudenormen van creditcardbedrijf Visa werd voldaan, in plaats van de fraude tegen te gaan.

In maart 2020, blijkt uit vertrouwelijke notulen, vreest het executive risk committee van Worldline dat Visa extra kosten in rekening gaat brengen vanwege de hoge percentages fraude door Worldline-klanten. Ook is het comité bang dat Visa een eigen onderzoek zal openen en Worldline als betalingsdienst onder curatele gaat stellen. Dan moet het bedrijf voortaan veel meer verantwoorden en bestaat de kans dat Visa allerlei transacties gaat weigeren. Dat kost Worldline omzet.

Bij Worldline brengen ze de organisatie in 2020 in de hoogste staat van paraatheid en richten ze een war room in. Hoe voorkomen ze dat Visa ingrijpt? Controleer strenger op bedrijven met de hoogste risicopercentages, luidt het advies van de afdeling risicomanagement. Gooi de klanten eruit waarvan de fraude meer dan 10 procent van hun omzet bedraagt.

Maar de commerciële afdeling kijkt daar anders tegenaan, blijkt uit notulen. De verkoopafdeling waarschuwt dat dit al snel 38 miljoen euro omzetverlies voor Worldline kan inhouden. „De nadelige gevolgen zijn te groot” om het advies over risicobeperking op te volgen, noteert men intern in een besluitenlijstje.

De verkopers krijgen grotendeels hun zin, blijkt uit notulen van het hoogste risicocomité. Besloten wordt te inventariseren welke klanten met hoge fraudepercentages in een andere divisie van het concern kunnen worden ondergebracht, om zo de cijfers mooier te maken.

De Nederlandsche Bank begon in 2022 een onderzoek naar de Nederlandse tak van Worldline en constateerde te zwakke controles

Een andere oplossing die intern bij Worldline wordt aangedragen is om fraude anders te tellen of op papier meer omzet door een bedrijf te pompen waardoor de fraudepercentages vanzelf dalen. Kortom, Worldline is bezig bestaande fraude bij hun klanten beter te verbergen in plaats van de fraude te bestrijden. Dat daarmee consumenten gedupeerd blijven worden, speelt in de discussie kennelijk geen rol.

Speciale aandacht in de war room gaat uit naar het Britse Emerchantpay (EMP), een financiële tussenpersoon en betalingsdienst die al sinds 2014 een belangrijke profijtelijke klant is. EMP brengt winkels en websites als klant bij Worldline. En die klanten kan Worldline tot bijna 10 procent per transactie in rekening brengen, veel meer dan de gebruikelijke 1 tot 3 procent in de sector.

Maar EMP staat intern ook bovenaan de ranglijstjes met fraudemeldingen. Worldline besluit aan EMP te vragen samen de statistieken te verbeteren. Daartoe voeren ze in maart 2020 telefonisch overleg met Emerchantpay om te kijken „hoe we de percentages naar beneden kunnen krijgen”. Want binnen een van Worldline’s afdelingen is Emerchantpay verantwoordelijk voor 40 procent van alle fraudegevallen.

Op 9 april besluit Worldline afscheid te nemen van alle klanten waarvan de fraude 15 procent of meer van de omzet bedraagt om zo problemen met Visa te voorkomen. Maar voor EMP wordt een uitzondering gemaakt – die mag blijven.

EMP krijgt vaker een voorkeursbehandeling. In november 2021 biedt het Britse bedrijf 188 nieuwe „hoogrisico”-klanten aan, een eufemisme voor bedrijven uit de gok-, gaming- en porno-industrie. EMP wil dat deze nieuwe klanten uitgezonderd worden van de reguliere controle. Ze moeten versneld aan boord komen bij Worldline, zonder dat de identiteit van de klanten volledig gecontroleerd is door Worldline. Dat zal EMP zelf doen, stelt het bedrijf voor.

Die aanpak is „wettelijk niet toegestaan” waarschuwt de afdeling risicobeheer van Worldline intern. Gewezen wordt op het gevaar dat Worldline zijn vergunning als betaaldienst verliest of dat het hoge boetes krijgt. Bovendien zullen de te rapporteren fraudepercentages door de nieuwe klandizie omhoogschieten, waar juist zo hard aan is gewerkt om Visa tevreden te houden.

Illustratie Lynne Brouwer

Maar Worldline lonkt ook naar nieuwe klanten en de 130 miljoen euro aan transacties die ze vertegenwoordigen. De top besluit een oogje dicht te knijpen en de nieuwe klanten van EMP zonder reguliere controle aan te nemen, blijkt uit een vertrouwelijk document.

In 2023 ontstaat er paniek binnen Worldline. De accountant van EMP blijkt zijn opdracht te hebben teruggegeven. Die wil de boeken niet meer controleren nadat hij „kennis kreeg van bepaalde transacties” waarbij hij zich afvroeg of die wel wettelijk zijn toegestaan. Een Duits dochterbedrijf van Worldline wordt tegelijkertijd onder verscherpt toezicht geplaatst door de plaatselijke beurswaakhond vanwege vermoedens van fraude door EMP. De toezichthouder beschouwt Worldline als potentiële „handlanger” omdat duidelijk dubieuze klanten niet geweigerd zijn, zo blijkt uit een intern verslag van Worldline.

Worldline start daarom een intern onderzoek naar EMP. De uitkomsten zijn vernietigend: uit een samenvattend verslag voor de directie blijkt dat er aanwijzingen bestaan voor witwassen door EMP. Binnen Worldline werden zaken bewust toegedekt. Het betaalbedrijf blijkt een heimelijke groep klanten te hebben die juridisch niet bestaan en waarvan contracten en identiteitsgegevens ontbreken. Medewerkers van de afdeling risicobeheer werden opgedragen deze constructies nooit te onthullen want Worldline „behoort hier niets van af te weten”.

Kinderporno

Ook bij Global Collect Services (GCS), het Nederlandse dochterbedrijf van Worldline, blijken ze goed mee te kunnen denken met klanten die in schimmige zaakjes zitten. Een Indiaas telemarketingbedrijf is in 2018 in opspraak vanwege de virusscanners die het aan de man brengt. Met misleidende pop-ups  die ten onrechte zeggen dat je computer geïnfecteerd is, worden nietsvermoedende gebruikers aangemoedigd zo snel mogelijk hen te bellen om de problemen te laten verhelpen. Een callcenter in India lost dit op met de verkoop van dubieuze software. De Amsterdamse betalingsdienst Adyen wijst de klant de deur, het zal geen betalingen met creditcards van deze klant accepteren, blijkt uit een aanklacht van de Amerikaanse justitie van april 2023.

Het onderzoek van de Amerikaanse waakhond leidt tot enige nervositeit bij de Nederlandse dochter van Worldline

Dat is een tegenvaller voor de omstreden dienstverlener die er tussen zit en mogelijk maakt dat de oplichters uit India betaald kunnen worden met creditcards. Maar bij GCS in Hoofddorp, waar het hoofdkwartier van de Nederlandse dochter van Worldline staat, accepteren ze de klant nog wel.

Het blijft echter klachten regenen over het Indiase telemarketingbedrijf, de Indiase politie doet invallen en in 2021 openen de Amerikaanse autoriteiten een onderzoek naar de tussenpersoon. Ze melden zich ook in Hoofddorp.

De Amerikaanse kartelwaakhond FTC vraagt allerlei documenten op bij GCS. Dat leidt tot enige nervositeit binnen de bedrijfsmuren van de Nederlandse dochter van Worldline. Medewerkers komen erachter dat Worldline al in 2007 gewaarschuwd werd voor deze klant. Toen adviseerde een Ierse bank aan Worldline „om de rekening te sluiten vanwege zeer hoge storneringen en de verdenking van kinderporno”. Tegelijkertijd zagen ze in Hoofddorp dat deze klant „goede handel” opleverde. 

Wat zullen de Amerikanen ervan vinden als blijkt dat ze bij Worldline al bij het aannemen van de klant gewaarschuwd zijn voor de wanpraktijken? „Volgens mij zijn het geen rode vlaggen”, mailt toenmalig directeur Olga Elsenga in mei 2021 aan twee collega’s over de discussie uit 2007. „Een ‘verdenking’ van kinderporno is slechts een verdenking. Zolang er geen bewijs voor is, is er geen reden om een contract op te zeggen.” In april 2023 worden de tussenpersoon en zijn aandeelhouders door de Amerikaanse autoriteiten onder curatele gesteld en beboet voor oplichtingspraktijken. 

De Nederlandsche Bank, een toezichthouder, opende in 2022 een onderzoek naar de manier waarop de Nederlandse dochter met zijn klanten omgaat. Hoe worden die gescreend? Onderzoekt Global Collect Services de herkomst van gelden van klanten wel voldoende en heeft de betalingsverwerker het snel genoeg in de gaten als klanten dubieuze handel drijven? Het bedrijf ging noodgedwongen zijn klantenbestand doorvlooien.  De uitkomst van deze operatie is onbekend. Zowel het bedrijf als de toezichthouder weigert vragen hierover te beantwoorden. Die informatie over Global Collect Services is vertrouwelijk, zegt De Nederlandsche Bank. „Als toezichthouder is het ons wettelijk verboden informatie over specifieke instellingen te delen.”


Omstreden Duitse tijdschrift Compact mag blijven publiceren

Het omstreden Duitse tijdschrift Compact mag blijven publiceren. De Duitse regering had het tijdschrift in juli vorig jaar een publicatieverbod opgelegd, het zag het blad namelijk als spreekbuis van extreemrechts. De rechtbank van Leipzig heeft het verbod dinsdag tenietgedaan.

De rechtbank oordeelde dat er weliswaar uitingen in het tijdschrift staan die in strijd zijn met de grondwet, maar dat dat niet genoeg is voor een verbod. Dat kan volgens de rechter alleen als die uitingen de overhand zouden hebben en zou in Compact niet het geval zijn. De rechter noemt veel uitingen „overdreven”, maar wel toegestaan.

Compact is, schrijft Der Spiegel, een van de belangrijkste media „voor extreemrechtse activisten, Rusland-aanhangers en complottheoretici in Duitsland”. Volgens de rechtbank heeft het tijdschrift een oplage van 40.000 en bereikt het online tv-kanaal zo’n 460.000 mensen.

Opsteker AfD

Dat Compact mag blijven publiceren, is volgens hoofdredacteur Jürgen Elsässer niet alleen voor het blad zelf een grote opsteker. Hij stelt dat ook de rechts-nationalistische partij AfD blij zal zijn met het rechterlijke oordeel. „Als het mogelijk is om Compact te verbieden, is het ook mogelijk om de AfD te verbieden”, was zijn redenering eerder. De Duitse veiligheidsdienst bestempelde AfD onlangs als rechts-extremistisch en een bedreiging voor de democratie, maar een verbod kreeg het niet.

Het afgelopen jaar kon Compact al blijven publiceren. De hoogste Duitse bestuursrechter in Leipzig had het tijdelijke publicatieverbod al opgeheven. Nu is de terugdraaiing van het verbod definitief.

Lees ook

Duits verbod op extreem-rechts blad wakkert discussie over persvrijheid aan

Jürgen Elsässer, oprichter van het blad Compact, dinsdag voor zijn huis in Brandenburg. De redactie van het tijdschrift zou zich in het Elsässers woning hebben bevonden.


OM eist twee jaar cel tegen oud-Jumbo-topman Frits van Eerd

Twee jaar gevangenis, waarvan 8 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. Dat eist het Openbaar Ministerie dinsdag tegen Frits van Eerd voor witwassen, het zich laten omkopen en valsheid in geschrifte. Tegen medeverdachte Theo Eggens wordt voor het omkopen van Van Eerd en voor belastingfraude vier jaar cel geëist, plus een bestuursverbod van 9 jaar.

„De verdachten hebben zich op grote schaal schuldig gemaakt aan financieel ondermijnende criminaliteit”, stelt het OM tijdens de tweede zittingsdag bij de rechtbank in Groningen.

In ruil voor cadeaus zoals dure gereedschapskisten, crossmotoren en een oplegger zou Van Eerd ervoor hebben gezorgd dat Jumbo bepaalde motorsportteams sponsorde. Die teams droegen vervolgens een deel van het sponsorbedrag af aan Eggens. Ook zouden sponsorfacturen die door Jumbo betaald werden, verhoogd zijn met een bedrag om voor de spullen van Eggens te betalen. Volgens het OM heeft voormalig Jumbo-topman Van Eerd de omkoping „bewust laten gebeuren”.

De verdediging van Van Eerd wijst er meermaals op dat hij, gezien zijn vermogen, dit soort spullen makkelijk zelf kan kopen en dat er geen sprake van omkoping is. De ondernemer ontkent ook dat hij spullen van Eggens heeft gekregen.

Witwasverdenking

In september 2022 deed de FIOD een inval bij beide verdachten. In het huis en de werkplaats van Van Eerd werd daarbij voor 448.000 euro aan contant geld aangetroffen, „zonder dat daar noodzaak toe was”. Reden voor het OM om hem van witwassen te verdenken. „Dat rekenen we hem fors aan.” Een concreet gronddelict (de criminele bron van het witwasgeld) kan Justitie niet aanwijzen.

Volgens de advocaten van Van Eerd is er niks crimineels aan de contanten. Hij kan „meer dan gemakkelijk” over zo’n geldbedrag beschikken vanuit zijn legaal vergaarde vermogen. De ondernemer zou het geld als een „verzekering” gebruiken: als iemand hem thuis zou overvallen, kan hij dat geld meegeven. „Het kwijt zijn van dat geldbedrag zou hem niet deren. Hij geeft het liever mee dan dat hij zijn gezin of zichzelf mishandeld ziet worden.”

Lees ook

Hoe kwam Jumbo-topman Frits van Eerd terecht in de wereld van louche autohandelaar Theo Eggens?

Hoe kwam Jumbo-topman Frits van Eerd terecht in de wereld van louche autohandelaar Theo Eggens?

Centraal staat de breuk die er kwam tussen Eggens en Jumbo in 2014. Tot die tijd sponsorde het supermarktbedrijf rechtstreeks raceteams van Eggens. De autohandelaar werd in dat jaar vervolgd en later veroordeeld voor witwassen. Jumbo wilde niets meer met hem te maken hebben en zette de sponsoring stop.

Toenmalig topman Van Eerd bleef zelf wel contact houden met de autohandelaar, zo bleek maandag al tijdens de eerste zitting. Zelf zei hij dat hij contact hield omdat Eggens wist dat Van Eerd in die zaak uit 2014 korte tijd zelf ook verdachte was. Zijn status veranderde later in getuige. „Dat was voor mij zeer explosieve informatie, maar het is nooit naar buiten gekomen”, zei Van Eerd maandag. „Moet ik hem dan van me afduwen of moet ik hem dicht bij me houden?”

Volgens het OM had het na die zaak voor Van Eerd duidelijk moeten zijn dat hij Eggens niet kon vertrouwen. Toch „zorgt hij ervoor dat Jumbo niet op de hoogte komt van alle zaken die onverminderd verdergaan”, zegt het OM dinsdag. Dat bestrijdt de verdediging: „Ontmoetingen waren nota bene op het kantoorterrein van Jumbo, in het zicht van iedereen.”

De zaak wordt donderdag verder behandeld. Dan houden ook de advocaten van Eggens hun pleidooi.


Grondpersoneel KLM gaat staken; tienduizenden passagiers de dupe

Tienduizenden passagiers dreigen zaterdag de dupe te worden van wat de grootste staking in de geschiedenis van KLM zou kunnen worden. Het grondpersoneel van KLM wil het werk neerleggen van zaterdag 02.00 uur tot zondag 02.00 uur ’s nachts.

De actie kan tientallen tot honderden vluchten raken van KLM en van de partners van de Nederlandse maatschappij, zoals Air France, Delta Air Lines, Virgin Atlantic en Kenya Airways. Hoeveel passagiers en vluchten exact gedupeerd worden kon KLM dinsdag nog niet zeggen.

De luchtvaartmaatschappij wil dat de rechter de staking verbiedt. KLM vindt dat de 24-uursacties disproportioneel zijn, schade aan derden veroorzaken (passagiers, Schiphol, andere maatschappijen) en de veiligheid en openbare orde schaden. Woensdag 13.30 uur dient voor de rechtbank in Haarlem een kort geding.

Als de rechtbank de staking toestaat, is dat uniek in de geschiedenis van KLM. Volgens een woordvoerder van de maatschappij heeft er nog nooit een aangekondigde 24-uursstaking plaatsgevonden bij het bedrijf. De laatste grote actie van grondpersoneel was een wilde staking van bagagemedewerkers aan het begin van de meivakantie in 2022.

De mogelijke staking van zaterdag volgt na een groot aantal rondes van onderhandelingen over een nieuwe cao. Die geldt voor 13.000 medewerkers van de verschillende diensten ‘onder de vleugel’ bij KLM. Het betreft medewerkers die bagage in- en uitladen, passagiers inchecken, vracht afhandelen en toestellen slepen en tanken. Ook gaat het om medewerkers van de technische KLM-afdeling Engineering & Maintenance (E&M) en mensen op kantoor.

Niet rooskleurig

FNV en CNV, de grootste bonden van KLM-grondmedewerkers, eisen onder meer behoud van koopkracht en een permanente regeling voor zware beroepen voor mensen met een fysiek zware functie. Ook willen de werknemers dat afspraken over een bonusregeling op het oude niveau komen. Verder willen de bonden „dat het bedrijf eerlijker wordt”. FNV en CNV hekelen de in hun ogen machtige en bevoorrechte positie die piloten hebben binnen KLM.

KLM reageerde dinsdag teleurgesteld op de oproep van de bonden. Volgens het bedrijf lopen de cao-onderhandelingen nog en willen de drie andere bonden voor grondpersoneel wel doorpraten. KLM stelt nog steeds geen salarisverhoging in het vooruitzicht. „Door de financiële situatie waarin KLM zich nu bevindt en de hoge mate van onzekerheid in de wereld is op dit moment geen ruimte voor verdere loonstijgingen”, stelt de maatschappij.

Wie de komende dagen bericht krijgt van KLM dat zijn vlucht niet doorgaat vanwege de staking heeft recht op compensatie

Na een tegenvallend 2024 leed KLM ook in het eerste kwartaal van 2025 nog een operationeel verlies, 199 miljoen euro. Vanwege de onrust in het Midden-Oosten zullen de resultaten op dit moment ook niet rooskleurig zijn. Maatschappijen die vliegen tussen Europa en Azië moeten omvliegen, wat veel extra kosten geeft (meer brandstof, personeel).

Wie de komende dagen bericht krijgt van KLM dat een vlucht niet doorgaat vanwege de staking heeft recht op compensatie. Dat komt doordat de staking wordt veroorzaakt door de luchtvaartmaatschappij, stelt het Nederlandse EUclaim dat gedupeerde reizigers juridisch bijstaat. Compensatie varieert tussen 250 en 600 euro, afhankelijk van de vluchtafstand. Als KLM de vlucht annuleert moet het bedrijf ook de keuze bieden tussen een alternatieve vlucht (omboeken) en geld terug. Ook hebben getroffen passagiers recht op verzorging.


Twijfels over echtheid beelden bombardement in NOS Journaal

Sinds de aanvallen van Israël in Iran duikt veel misinformatie op over het verloop van de strijd. Zo verscheen maandagavond in het NOS Journaal een video die mogelijk gemanipuleerde elementen bevat.

Het gaat om een video waarin het bombardement op de Iraanse Evin-gevangenis in Teheran, waar voornamelijk politieke gevangenen vastzitten, van afgelopen maandag te zien zou zijn. De beelden van de bewakingscamera laten een grote ontploffing zien bij de toegangspoort van de gevangenis. De ontploffing is onderdeel van een serie aanvallen die Israël gisteren uitvoerde op de hoofdstad van Iran. Op het bord boven de poort staat dat het om de Evin-gevangenis gaat.

De NOS bevestigt aan NRC twijfels te hebben over de echtheid van een deel van deze beelden. Zij geven aan alles te laten checken via OSINT, een digitale onderzoeksmethode waarmee op afstand, met openbaar toegankelijke informatie, videomateriaal wordt gecontroleerd op echtheid. Na een extra beoordeling door hun OSINT-team heeft de NOS besloten het bewuste deel uit de online video te halen. Een woordvoerder laat weten: „Dit fragment toont het gevaar aan van kunstmatige intelligentie voor waarachtige nieuwsvoorziening. Wij bij de NOS zijn ons daarvan zeer bewust. Deze video toont aan hoe terecht dat is, en dat we er ook nóg scherper op moeten zijn.”

Verdwijnende objecten

Journalist Frank Leeman merkte de mogelijke onjuistheid dinsdagochtend op in een uitzending van FactGurus, een programma van radiozender BNR. Hij zegt AI-kenmerken te herkennen, zoals verdwijnende objecten. Leeman zegt in de uitzending een foto te hebben gevonden die identiek is aan het beeld in de video. Met AI-technieken kan deze foto worden omgezet en gemanipuleerd tot een bewegend beeld met een ontploffing.

Het zou de eerste keer zijn dat een AI-video in het NOS Journaal terechtkomt. Wel gebruikte de NOS onbewust een achtergrondfoto, van AI-gegenereerde pinguïns. Deze fout erkende Wilma Haan, adjunct-hoofdredacteur van NOS Nieuws, een dag later op de website van de omroep. In die verklaring gaf de NOS aan al lange tijd in gesprek te zijn over het aanpassen van de werkwijzen door de opkomst van AI. Het toenmalige incident heeft hen toen op scherp gezet, aldus het statement van Haan.

Mis- en desinformatie-expert Tal Hagin toonde op sociale media-platform X al aan dat het openingsbeeld van de video eerder gepubliceerd is, met een grotere uitsnede en in kleur. De video lijkt gebaseerd te zijn op die foto. Ook wijst hij erop dat de bomen kaal zijn, terwijl eerdere beelden van de gevangenis een meer zomers klimaat tonen. En hij plaatst fragmenten van AI-eigenaardigheden, zoals onnatuurlijke bewegingen van de brokstukken.

Onderzoeker en factchecker aan de Universiteit Leiden, Peter Burger, ziet ook aanwijzingen dat de video gemanipuleerd is. „Op de video lijkt de toegangspoort van binnenuit te worden opgeblazen. Bij video’s uit andere perspectieven lijkt niet alleen het hek, maar ook de hele muur opgeblazen te zijn. Daarnaast staat in de hoek in Romeinse letters ‘camera 07’, maar ik verwacht bij Iraanse camerabeelden Farsi te zien.”

Het realisme van de beelden is door de mogelijke hevige bewerking hoog. Daarom kan het verifiëren van de beelden een lastige klus zijn. „Maar de NOS heeft de mensen hiervoor en kan dit doen, dit had daar niet langs mogen komen.” Toch roept Burger nieuwsgebruikers op zelf alert te blijven: „Zeker in het geval van oorlogen moet iedereen zich ervan bewust zijn dat beelden gefabriceerd kunnen zijn.”


Wordt het leven van miljoenen boerderijdieren straks iets beter door nieuwe afspraken van de veehouderij?

Wat in 2021 begon met één zinnetje in een wetsvoorstel maakte dat de veehouderij afspraken heeft gemaakt om het welzijn van dieren te verbeteren. Nu ligt er een convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’. Het convenant, getekend door boerenorganisaties, de levensmiddelensector, de Dierenbescherming en landbouwminister Femke Wiersma (BBB), komt tegelijk met een voorstel om de wet aan te passen. Voor de uitvoering reserveert Wiersma 51 miljoen euro. Wat betekent dit alles voor jaarlijks 520 miljoen varkens, koeien, kippen en andere dieren in Nederland? En wat is er straks van terug te zien bij de slager en in de supermarkt?

1
Waarom moest dit convenant er komen?

Een ‘politiek ongelukje’, daar begint het in 2021 mee. Leonie Vestering, Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, stelt een wijziging van de Wet dieren voor waar een meerderheid van de Tweede Kamer vóór stemt. De beknopte tekst, waarin staat dat je zonder ‘redelijk doel’ dieren geen pijn mag doen, letsel mag toedienen of hun gezondheid mag benadelen, betekent feitelijk de afschaffing van de veehouderij zoals we die kennen. Maar een veehouderij die zich aanpast aan het natuurlijke gedrag van de dieren, in plaats van andersom, zien de meeste boeren als onuitvoerbaar.

Tot uitvoering van de wet komt het niet, achter de schermen trappen ambtenaren op de rem. De volgende minister, Piet Adema (CU), zet pas in juni 2023 zijn handtekening onder de wet, en werkt intussen aan vervangende wetgeving om te voorkomen dat in 2024 de wet ook echt in werking treedt. En dan klapt het landbouwakkoord en valt het kabinet. De gesprekken met de sector gaan door, maar wel op een lager pitje.

Druk op de ketel komt er pas echt in maart 2024, als Tweede Kamerleden Tjeerd de Groot (D66) en Thom van Campen (VVD) door de Kamer krijgen dat er voor 1 juli 2025 wettelijke regels moeten komen voor een dierwaardige veehouderij in 2040. Vestering ziet hoe haar aangenomen wetswijziging terzijde wordt geschoven voor een afgezwakt plan. Maar het is wel een aansporing voor de veehouderij om tot afspraken te komen met het ministerie, de Dierenbescherming, de industrie en de supermarkten. Als ze in een convenant laten zien dat boeren stapsgewijs de goede kant op gaan, blijft het aantal wettelijke verplichtingen mogelijk te overzien, redeneert de veehouderij.

Dat convenant ligt er nu. Tegelijk met nieuwe regelgeving, die overigens pas na de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Dan kan de Kamer besluiten of die blijft liggen tot er een nieuw kabinet is.

2
Wat staat er in het convenant?

Koeien vaker in de wei, meer ruimte voor pluimvee en biggen langer bij de zeug. Of denk aan zachtere ligplaatsen voor koeien, stoppen met het knippen van varkensstaarten, en stallen waar kippen ‘op stok’ kunnen, of waarin varkens een wc-hoek hebben, zodat het er schoner is en minder stinkt. Het is een greep uit een lange lijst verbeteringen die veehouders willen doorvoeren.

Maar de titel is niet voor niets ‘stappen naar een dierwaardige veehouderij’. De doelen zijn omkleed met mitsen en maren. En boeren hebben voor veel aanpassingen nog tot 2040 om ze voor elkaar te krijgen. En alleen als alle ‘randvoorwaarden’ geregeld zijn: boeren moeten wel de nodige vergunningen krijgen om hun stallen te verbouwen, ze moeten hun investeringen kunnen terugverdienen, er moet een afzetmarkt voor zijn, en ze moeten niet weggeconcurreerd worden door goedkope buitenlandse producten. Tegelijk zijn er nog andere eisen waar boeren mee te maken hebben, zoals het terugdringen van de uitstoot van stikstof en broeikasgassen. Meer dierenwelzijn moet die niet in de weg zitten.

Het convenant benadrukt vooral de rol van iedereen die géén boer is: de overheid moeten belemmeringen wegnemen en financieel steunen, supermarkten hebben een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat consumenten de duurdere eieren, vlees en zuivel ook gaan kopen. En dat het vlees van een langzamer groeiende kip, of de melk van koeien met hoorns, niet verdrongen wordt door slechtere producten uit het buitenland.

Met Caring Farmers, een groep boeren die nu al meer voor dierenwelzijn doen, is afgesproken dat koplopers meer ruimte in het schap krijgen. Het streven van Caring Farmers is dat in 2030 10 procent van het aanbod dierwaardig is, volgens de zes principes voor dierwaardige veehouderij.

3
Wat zijn die principes en wie bepaalt dat?

De onderhandelingspartners schaarden zich allemaal achter de principes die de Raad voor Dierenaangelegenheden in 2021 formuleerde. Het begint met de erkenning dat het dier waarde heeft van zichzelf, en dat boeren geen ingrepen mogen doen die niet medisch noodzakelijk zijn. Dieren hebben recht op goede voeding en gezondheid, en een omgeving waarin ze hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Dit alles om een dier een leven te geven dat het waard is geleefd te worden.

Hoe dat er in de praktijk uitziet, en wat het doel moet zijn, daarover verschillen de inzichten. De Dierenbescherming vindt bijvoorbeeld dat alle vleeskuikens in 2040 van een trager groeiend (gezonder) ras kunnen zijn, pluimveehouders denken dat het stopt bij 25 procent, omdat dit vlees te duur wordt voor de export. En zo staat ‘haalbaarheid’ en ‘uitvoerbaarheid’ wel vaker in de weg, blijkt uit de dikke stapel afspraken.

Het is duidelijk dat een dierenwelzijnsorganisatie als Wakker Dier iets anders verstaat onder dierwaardige veehouderij dan een varkenshouder. Wakker Dier zat dan ook niet aan tafel. De Dierenbescherming wordt gezien als pragmatischer. Het is ook de organisatie achter het Beter Leven-keurmerk. Hun doel is: geleidelijk meer welzijn voor meer dieren. Boeren kunnen het welzijn van dieren niet verbeteren als de markt niet verandert: eerst laten koplopers consumenten langzaam wennen aan hogere prijzen voor dierenwelzijn, en daarna moet de overheid met wetgeving komen om achterblijvers mee te krijgen.

4
Doen alle sectoren mee?

Nee, er zijn plannen en stippen op de horizon voor melkvee, pluimvee en varkens. De kalverhouderij, voor het grootste deel afhankelijk van export, is er nog niet uit. Hoewel er via de melkkoeien wel iets aan het welzijn van kalveren wordt gedaan, blijven de kalverhouders nog achter. Kleine sectoren, zoals geiten en kalkoenen, zitten ook niet in het convenant.

De aanpassingen in de wet, waar nu iedereen (ook de burger) iets over mag zeggen voordat die naar de Tweede Kamer gaat, gelden wel voor de hele veehouderij. Maar de lat ligt in de wet lager dan in het convenant. Zo is niet wettelijk verplicht dat alle koeien vaker de wei in moeten, of dat kalfjes bij de moederkoe blijven.

5
En nu? Iedereen blij?

Van een convenant is meer te verwachten dan van huidige politiek, dat ziet iedereen wel. Of alles lukt is een tweede, maar als er een einde komt aan het couperen van varkensstaarten, als zeugen vrij kunnen bewegen in het kraamhok, als kippen meer ruimte krijgen om hun natuurlijke gedrag te vertonen, als ze niet meer in kooien worden gehouden, als koeien vaker de wei in gaan en niet meer onthoornd worden, is er voor de Dierenbescherming veel bereikt.

Teleurstelling is er ook: bij Caring Farmers over het feit dat de wet straks nog steeds niet afdwingt dat alle dieren in 2040 hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen en dat „economisch belang van de sector weer zwaarder weegt dan dierenwelzijn”. Deze boerenorganisatie vindt dan ook dat het wel wat sneller en ambitieuzer had gekund.

Wakker Dier spreekt zelfs over „misleiding, uitstel en afstel”, een plan met „talrijke ontsnappingsclausules”. Het gaat Leonie Vestering, die nu bij Wakker Dier werkt, er niet om dat haar aangenomen wetswijziging in rook is opgegaan. „We probeerden te regelen wat in 2002 al door het kabinet was beloofd. Dieren nog decennia geen goede wettelijke bescherming bieden, is onaanvaardbaar.” Op dierendag organiseert Wakker Dier daarom voor het eerst in zijn bestaan een protestmars.

6
Wat betekent ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’ voor consumenten?

De consument zal meer moeten betalen om de extra investeringen van veehouders mogelijk te maken, schrijven de ondertekenaars van het convenant. Huishoudens betalen naar schatting in de winkel 6 procent meer en zijn per jaar 56 euro extra kwijt voor vlees, zuivel en eieren. Maar de kostprijsstijging voor boeren is zonder overheidssteun nog veel hoger: circa 12 procent.

De supermarkten zullen diervriendelijkere eieren, diervriendelijker vlees en zuivel meer moeten promoten en meer ruimte moeten geven. Het zal geleidelijk gaan, maar dat het niet onmogelijk is om consumenten een duwtje te geven, is bijvoorbeeld te zien aan het feit dat supermarkten de ondergrens voor verse kip bij één Beter Leven-ster hebben gelegd. Plofkip is daardoor helemaal uit het schap verdwenen.


Terwijl Syrië zoekt naar stabiliteit, grijpt IS zijn kans

„Jullie varkens!”, schreeuwde de aanvaller voordat hij het vuur opende in de Mar Elias-kerk in Damascus en zichzelf opblies. Bij de aanslag op de Grieks-orthodoxe kerk, afgelopen zondag, vielen zeker 25 doden en raakten meer dan vijftig mensen gewond. De aanval lijkt een aankondiging voor de terugkeer van Islamitische Staat (IS), die volgens de Syrische autoriteiten verantwoordelijk is.

Het is de eerste grote IS-aanslag in Damascus in jaren en komt op een moment van groeiende instabiliteit in Syrië, sinds de val van president Assad eind 2024. Eerder wist de nieuwe HTS-regering terreuraanslagen van IS nog te voorkomen – zoals dit voorjaar bij de sjiitische Sayyidah Zaynab-moskee – maar inmiddels toont IS weer genoeg slagkracht om toe te slaan.

Pragmatisme versus extremisme

HTS presenteert zich als een pragmatisch bestuur. Hoewel de groep eerder verwant was aan al-Qaeda en sommige leden vervolgens bij IS aansloten, belooft het nu te werken aan een inclusieve samenleving en streeft het naar internationale legitimiteit. IS moet hier niet van hebben . In het IS-blad Al-Naba werd HTS-leider Ahmed al Sharaa recent nog bestempeld als ‘afvallige’, mede vanwege zijn ontmoetingen met westerse leiders zoals Donald Trump en de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman. HTS-strijders werden opgeroepen om over te lopen naar IS.

HTS kampt met interne verdeeldheid, zowel qua machtspositie als ideologie. Binnen de organisatie botsen radicalere en pragmatischere facties voortdurend. En hoewel HTS formeel de sterkste machtsfactor is, zijn er tal van rivaliserende rebellengroepen die lokaal soms de overhand hebben. De beperkte internationale steun, gecombineerd met bombardementen vanuit Turkije en Israël, maakt HTS nog kwetsbaarder. IS benut deze situatie om terrein te winnen: volgens het nieuwsmedium Syrian Weekly begon IS vrijwel meteen na het wegvallen van de centrale overheid aan een gecoördineerde heropbouw van zijn machtsbasis.

Wereldwijde dreiging

De nederlaag van het zogeheten islamitisch kalifaat in 2019 betekende nooit het einde van IS. De recente aanslag op de kerk onderstreept het onveranderde einddoel van IS: een islamitische staat waarin geen plaats is voor andersdenkenden – waaronder christenen. Hoewel IS niet meer zo machtig lijkt te zijn als in 2014, stelt ICCT dat de dreiging nog steeds aanzienlijk is en internationaal wordt onderschat. IS is getransformeerd tot een flexibele, gedecentraliseerde organisatie met activiteit in meerdere regio’s.

In de Sahel-regio van Afrika voert IS een gewelddadige opmars en geldt de groep inmiddels als een van de dodelijkste gewapende actoren in het gebied. De organisatie profiteert er strategisch van het machtsvacuüm na de terugtrekking van Franse troepen. Ook ISIS-K, de tak in Centraal- en Zuid-Azië, is sterker geworden en verantwoordelijk voor een reeks bloedige aanslagen in Afghanistan, Pakistan, Turkije en Iran in januari 2024, maar ook in Moskou in later dat jaar. Daarnaast heeft de organisatie de afgelopen jaren meerdere pogingen gedaan om aanslagen te plegen in Duitsland.

De aanslag op de kerk is de eerste grote IS-aanslag in Damascus in jaren en komt op een moment van groeiende instabiliteit in Syrië. Foto Louai Beshara/AFP

Opmars in Syrië

Vanaf 2024 heeft IS in Syrië significant meer van zich laten zien. Het aantal aanvallen verdrievoudigde dat jaar tot ongeveer 700, vooral in centraal en oostelijk Syrië, met meer dan 750 dodelijke slachtoffers tot gevolg. IS voert gecoördineerde aanvallen uit met zware wapens, geïmproviseerde explosieven en RPG’s , met het doel zo veel mogelijk dodelijke slachtoffers te veroorzaken.

De schatting van het aantal actieve IS-strijders in Syrië en Irak ligt volgens het Internationaal Centrum van Counter-Terrorisme (ICCT) momenteel rond de 2.500. Daarnaast zitten er ongeveer tienduizend IS-leden vast in Koerdische gevangenissen, met nog eens 45.000 familieleden, vooral vrouwen en kinderen, in vluchtelingenkampen in het noorden. De situatie in deze kampen is uiterst instabiel, met bijna dagelijkse ontsnappingspogingen sinds de val van Assad, aldus een commandant van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) aan Sky News. Deze kampen en gevangenissen vormen een kwetsbaar doelwit; in januari 2022 heeft IS al honderden strijders bevrijd uit een gevangenis in Hasakah (noord-Syrië), een operatie die IS ‘breaking the walls’ noemde.

De vrees is nu dat deze lokale aanslag het begin inluidt van een bredere terugkeer van IS op het wereldtoneel. De ambitie voor een kalifaat blijft onverminderd groot.


Moreno woonde in een ongebruikte kamer van het hotel waar hij werkte. ‘Uit schaamte vertelde ik het niemand’

Een steile trap omhoog, huisnummer 42-B. Met een brede glimlach opent Moreno Fernandes (34) de voordeur. Sinds januari woont hij in een tijdelijke antikraakwoning in Rotterdam-Zuid. „Mijn woonsituatie is nog steeds onzeker, maar ik heb tenminste een dak boven mijn hoofd.” Vorig jaar juli liep Fernandes’ tijdelijke huurcontract af, sindsdien is de Rotterdammer zich blijven verplaatsen.

Sinds 2022 neemt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het aantal dakloze mensen in Nederland toe: van 26.600 in 2022 tot 33.000 in 2024. Een groeiende groep onder hen blijft grotendeels buiten beeld: de economisch dakloze mensen. Die kampen net als Fernandes niet met verslavingen of psychische problemen, hebben vaak een baan of sociaal netwerk, maar geen woning. Gezien ze geen zorgvraag hebben, vallen ze buiten de reguliere opvang en worden in veel gevallen niet meegeteld in de statistieken.

Economisch daklozen slapen bij vrienden, familie of op een camping – bijvoorbeeld na een scheiding. Ze leven buiten het zicht van instanties. „In Nederland is dakloosheid gereduceerd tot mensen met een psychische aandoening”, zegt Jan de Vries, co-directeur van het Straat Consulaat, dat opkomt voor dak- en thuisloze mensen in Den Haag. „Daardoor moeten we allerlei hobbels nemen om aan te tonen dat ook andere mensen écht dakloos zijn.”

Opgekocht

Tot juli vorig jaar woonde Fernandes in een eigen appartement in Rotterdam-Zuid. Toen hij daar in 2022 introk, werd hem mondeling verlenging beloofd, zolang hij de huur maar op tijd betaalde. Maar vier maanden voor het contract afliep, kreeg hij bericht dat de gemeente het pand had opgekocht.

„Vanaf dat moment heb ik alles gedaan om een nieuw appartement te vinden”, vertelt Fernandes. „Maar de wachtrij voor sociale huur was te lang en voor een vrijesectorwoning was mijn budget te laag. Ik ben uit wanhoop op de fiets gestapt met 25 brieven. Die heb ik onder meer bij bouwprojecten opgehangen. Er kwam geen enkele reactie.”

Fernandes kwam op de bank van een vriend terecht. „Ik lag daar als volwassen man midden in de woonkamer, het appartement was klein. Ik voelde me zo bezwaard.”

Fernandes werkt als woonbegeleider voor mensen met autisme bij een ggz-instelling. „Maar ik ben constant bezig met een nieuwe plek vinden: op werk, tijdens vrije dagen. Ik wil gewoon een keer een dag op de bank zitten en daar niet aan hoeven denken. Helaas werkt dat niet zo.”

Corine De Graaf: „Opeens stond ik met mijn kinderen op straat.” Foto Hedayatullah Amid / NRC

Onzekerheid

Fernandes laat zich op dit moment omscholen tot sociaal werker, voorheen stuurde hij keukenpersoneel aan bij een Rotterdams hotel. Daar kon hij – eigenlijk in strijd met de regels – tijdelijk terecht in een ongebruikte kamer. Zijn collega’s wisten van niets. „Uit schaamte vertelde ik het niemand. Na een tijdje werd ik goed in vragen ontwijken, zoals of ik plannen had voor het weekend. Die had ik nauwelijks, want ik sloot me meestal op in die kamer. Ik kon ook niks plannen, ik leefde in onzekerheid.”

Na zijn werk glipte hij vaak snel de kamer in, zodat niemand merkte wanneer hij ‘naar huis’ ging. De afgesproken twee maanden werden er vier. „Ik zat zo in de stress, het voelde alsof boven mijn hoofd constant donkere wolken hingen.”

Economische dakloosheid is een vrijwel onzichtbaar symptoom van de vastgelopen Nederlandse woningmarkt

Nu zit Fernandes op de bank in zijn antikraakwoning. „Hoewel het tijdelijk is, ben ik blij dat ik eindelijk een plek heb.” Wel is hij nog steeds gestrest. „Ik leef in onzekerheid, want ik heb geen grip op wanneer ik weer weg moet uit deze woning.”

„Dakloosheid heeft gigantische gevolgen”, vertelt Sander Heinsman, bestuursvoorzitter van woningcorporatie Portaal. „De stress die het niet hebben van een woning veroorzaakt, is bij veel mensen enorm.” Voor Fernandes herkenbaar: „Ik had heel veel stress. Ik zorgde slecht voor mezelf, vergat vaak te eten. Ik voelde me een mislukkeling, alsof ik had gefaald in de maatschappij.”

Beloond

De groeiende groep economisch daklozen is een vrijwel onzichtbaar symptoom van de vastgelopen woningmarkt. „Iedereen weet van het tekort aan woningen,” zegt Heinsman. „Maar we zitten ook met een systeem waarin de mensen die het hardst een woning nodig hebben, juist niet geholpen worden.”

In dat systeem wordt wachten beloond. „Van alle mensen die op Woningnet [platform voor sociale huurwoningen] staan ingeschreven, reageert slechts 16 procent één of twee keer per maand op een woning”, vertelt Heinsman. „De rest wacht – vaak omdat ze al een woning hebben – op een beter huis. Daardoor maken ouderen die al langer staan ingeschreven meer kans, terwijl de groep met acute nood buiten de boot valt.” Ook krijgen die lang ingeschreven mensen als eerste een woning aangeboden, wat de wachttijd voor de ‘acute groep’ verder verlengt.

Je moet eerst grotere problemen hebben voordat je hulp krijgt

Moreno Fernandes
woont tijdelijk antikraak

En toch, benadrukt Heinsman, is het probleem in de kern overzichtelijk. „Voor Nijmegen hebben we doorgerekend hoeveel langer reguliere woningzoekenden moeten wachten als we dakloze jongeren wél een plek zouden geven: in totaal 47 dagen.”

Volgens het CBS telde Nederland in 2024 circa 33.000 dakloze mensen. Volgens Heinsman is dat slechts het topje van de ijsberg. „Veel mensen worden niet meegeteld. Denk aan degenen die tijdelijk bij vrienden verblijven, in een auto slapen of geen verblijfspapieren hebben.” Jongeren onder de 18 en ouderen boven de 65 komen daarnaast niet in aanmerking voor een bijstandsuitkering en vallen daardoor ook automatisch buiten de statistieken.

Lees ook

Aantal daklozen neemt opnieuw toe, tot 33.000

De verblijfplaats van een dakloze in Nijmegen.

Tachtigduizend

Steeds meer gemeenten stappen daarom over op een bredere manier van tellen. Die kijkt niet alleen naar mensen op straat of in de opvang, maar bijvoorbeeld ook naar mensen die noodgedwongen bij bekenden slapen of in een vakantiehuisje verblijven.

Uit lokale tellingen op basis van die nieuwe methode blijkt het werkelijk aantal dakloze mensen veel groter. Een op de vijf is minderjarig, 40 procent is jonger dan 28 en een derde is vrouw. Nienke Boesveldt, onderzoeker dakloosheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schat op basis van die tellingen dat Nederland zo’n tachtigduizend dakloze mensen telt.

De Tweede Kamer nam op 19 december 2024 een motie aan die het kabinet opdraagt om deze manier van tellen in alle regio’s toe te passen. Het ministerie van Volksgezondheid werkt aan de uitvoering.

Moreno: „De wachtrij voor sociale huur was te lang, voor een vrijesectorwoning was mijn budget te laag.” Foto Hedayatullah Amid / NRC

Ambitie

Hoewel het probleem zo zichtbaarder wordt, komt daarmee niet automatisch meer hulp beschikbaar voor alle dakloze mensen. De Wet versterking regie volkshuisvesting, die aanstaande woensdag in de Tweede Kamer wordt besproken, moet duidelijk vastleggen wie voorrang krijgt op een sociale huurwoning. De wet komt voort uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid (NAD), dat in 2022 werd aangenomen en beoogt dakloosheid in 2030 te beëindigen. Maar in het huidige wetsvoorstel krijgen alleen mensen in een maatschappelijke opvang voorrang op een sociale huurwoning. Dakloze mensen die bijvoorbeeld op de bank bij vrienden slapen, vallen daarbuiten.

Toegang tot die opvang is lastig. De Wet maatschappelijke ondersteuning biedt alleen hulp aan mensen met een duidelijke zorgvraag. Economisch daklozen vallen daardoor tussen wal en schip: ze krijgen geen plek in de opvang en hebben daardoor ook geen voorrang op een woning.

„Dat maakt de nieuwe wet op punten tegenstrijdig met het NAD”, stelt De Vries van het Straat Consulaat. Daarin wordt juist benadrukt dat minder moet worden gefocust op opvang: mensen moeten direct toegang krijgen tot een eigen woning. „We weten al jaren dat mensen pas echt geholpen kunnen worden als ze zo snel mogelijk een stabiele woonplek krijgen. Veel ernstige en langdurige zorgvragen vallen dan weg .”

Lees ook

Franks vaste slaapplek in het bos in Den Haag is door de NAVO-top nu opeens verboden gebied

Frank in zijn slaapkamer in de tijdelijke NAVO-opvang voor daklozen, in een voormalige school. Foto Bart Maat

‘Paradox’

Het wetsvoorstel verplicht gemeenten wel om urgentie toe te kennen aan mensen die via de opvang instromen. „Dat is een verbetering: in de huidige situatie bepalen gemeenten zelf wie voorrang krijgt, wat leidt tot grote verschillen tussen regio’s.” Maar de onderliggende logica blijft volgens de Vries problematisch: „We houden vast aan een systeem dat mensen eerst door een zorgtraject dwingt, voordat ze kans maken op een woning. Terwijl we juist hebben afgesproken dat we dat níét meer willen.”

Daar wringt de „paradox” van het huidige beleid. „We zeggen: eerst zelf oplossen, maar als dat niet lukt en iemand nergens meer terechtkan, zit het huidige systeem potdicht. Pas als je álles kwijt bent, komt er hulp.”

Toch beschouwt De Vries de wet als een historische kans. „Als we dit echt inzetten om alle vormen van dakloosheid aan te pakken, kunnen we een grote stap vooruit zetten.”

Fernandes hoopt dat zijn verhaal wordt meegewogen bij de behandeling van de wet. „Toen ik zei dat ik mijn huis kwijt was, kreeg ik te horen dat ik ‘niet urgent genoeg’ was. Je moet eerst grotere problemen hebben voordat je hulp krijgt.”

Corine: „Ik had pijn in mijn lichaam van de stress en kon niet meer werken.” Foto Hedayatullah Amid / NRC


Duitse industrie voorzichtig optimistisch, met 1,5 procent groeiprognose

De Duitse economie kromp twee jaar op rij, de storm van internationale crises is in eerste helft van 2025 bepaald niet gaan liggen en toch heerst er optimisme over de conjunctuur in Duitsland. In het eerste kwartaal groeide de economie verrassend met 0,4 procent, ondanks grote onzekerheid over importheffingen. Volgens een nieuwe prognose wordt er voor 2026 zelfs gerekend met een groei van 1,5 procent. Begin dit jaar noemde de voorzitter van de branchevereniging voor industrie, Peter Leibinger, de stemming nog „slechter dan ooit”. Inmiddels is ook de industrie weer voorzichtig hoopvol.

Waar komt dat optimisme vandaan? Volgens econoom Moritz Schularick, voorzitter van het gerenommeerde Institut für Weltwirtschaft (IfW) in Kiel, speelt de koerswijziging van de regering van kanselier Friedrich Merz (CDU) een doorslaggevende rol. Onder leiding van Merz werd de Duitse ‘Schuldenbremse’, de strikte begrotingsdiscipline, versoepeld en wordt er fors geïnvesteerd in defensie en in infrastructuur. Na zeventien jaar Schuldenbremse heeft die versoepeling veel effect, zegt Schularick: „Op macroniveau is er in Duitsland iets in beweging gezet, en de snelheid waarmee is echt opmerkelijk.”

Veel geld uitgeven

Deze dinsdag presenteert de Duitse minister van Financiën, Lars Klingbeil (SPD), de begroting van 2025. Volgens de eerste cijfers van het ministerie van Klingbeil maakt de Duitse regering dit jaar schulden van 82 miljard euro. In defensie wordt 62 miljard euro geïnvesteerd (zo’n 2,4 procent van het bbp) en – met oog op de oplopende NAVO-norm voor defensie-uitgaven – zo’n 153 miljard in 2029. Alleen in 2025 wordt er zo’n 12 miljard euro in het wegen- en spoornet gestoken. De industrie krijgt korting op de energierekening en bepaalde bedrijfsbelastingen worden verlaagd.

Maar met veel geld uitgeven alleen is Duitsland er nog niet, aldus Schularick. „Als het in toekomst nog altijd zes maanden duurt om een bedrijf te registreren, dan helpen ook al die miljarden euro’s niet.” De regering-Merz wil naast belastingverlagingen voor bedrijven ook minder bureaucratie en minder regulering om ondernemers te ontlasten, en om Duitsland aantrekkelijker te maken als vestigingsland.

Leibinger van de branchevereniging voor industrie uitte zich maandag in Berlijn tevreden over de aangekondigde belastingverlagingen en energieprijskortingen, maar eiste eveneens „structurele hervormingen”. Volgens hem zendt de regering tot nu toe de juiste signalen uit, maar moet de regering-Merz nu doorpakken.

Ook econoom Schularick benadrukt het belang van serieuze hervormingen wat betreft bureaucratie en regulering, en van de digitalisering van de overheid om allerlei processen te vereenvoudigen. Onder Merz ontstaat een nieuw ministerie voor digitalisering.

Volgens Schularick zijn er veel gebieden die de coalitie van CDU/CSU en SPD ongemoeid laten, terwijl die ook aan hervorming toe zijn. De belangrijkste post is de oudedagsvoorziening, waarvoor dit jaar naar schatting maar liefst 120 miljard euro worden begroot, ongeveer een kwart van de hele begroting. De CDU/CSU wil haar vingers daar niet aan branden omdat de partijen de eigen oudere kiezers niet willen duperen. Door de vergrijzing stijgt die kostenpost jaarlijks. Schularick: „Door dit systeem wordt herverdeeld van jong naar oud. Maar de regering wil niet onder ogen zien dat dit zo niet langer kan.”

Dankzij de dreiging van hoge Amerikaanse importheffingen voor de auto-industrie steeg de export van Duitse auto’s naar de VS in het eerste kwartaal.

Foto Erol Dogrudogan/ Reuters

Mee omhoog trekken

Een ander pijnpunt is het personeelstekort en een te lage arbeidsparticipatie, volgens econoom Schularick vooral onder zestig-plussers. In de auto-industrie kunnen mensen vaak met vervroegd pensioen, mét een gouden handdruk. Volgens recent onderzoek van Der Spiegel krijgen werknemers van Volkswagen bijvoorbeeld gemiddeld 200.000 euro mee. Schularick noemt dat soort regelingen onder de huidige omstandigheden „schandalig”.

Voor het perspectief van de Duitse industrie zijn de Europese onderhandelingen met de Verenigde Staten over de importheffingen, die voor 9 juli afgerond moeten zijn, van groot belang. In het eerste kwartaal waren de dreigementen van de Amerikaanse president Donald Trump met zeer hoge importheffingen juist voordelig voor de auto- en de farmaceutische industrie omdat de export naar de VS steeg. De groei die nu voor 2026 wordt voorspeld, is dan ook alleen denkbaar als het handelsconflict enigszins wordt gladgestreken.

Hierdoor zijn de optimistische prognoses afhankelijk van nogal verschillende factoren. Minister van Economie Katherina Reiche (CDU) waarschuwde dit weekend voor een te positief beeld: goede resultaten kunnen volgens haar pas worden waargemaakt als de regering genoeg structurele hervormingen in gang weet te zetten. Volgens Reiche moet Duitsland „als grootste economie van Europa het hele continent weer mee omhoog trekken”.

In 2024 kromp de Duitse economie met 0,2 procent. De Franse groeide met 1,2 procent, de Nederlandse met 1,0 procent.


Oud-Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet is géén lid meer van de PvdA

Gerdi Verbeet, oud-voorzitter van de Tweede Kamer, heeft zondagavond haar lidmaatschap van de PvdA opgezegd. In een brief aan partijvoorzitter Esther-Mirjam Sent schrijft Verbeet dat ze zich „niet meer thuis” voelt bij de partij na de „onfatsoenlijke gang van zaken” op het GroenLinks-PvdA-congres van afgelopen zaterdag.

Ze is daarmee de derde PvdA-prominent die dit weekend, vooral door het partijcongres in Nieuwegein, het partijlidmaatschap opzegt: oud-Tweede Kamerlid Lutz Jacobi en oud-wethouder in Barendrecht Reshma Roopram deden dat ook al.

Congres

Het congres draaide vooral om de motie van Kamerlid Kati Piri over een volledig wapenembargo tegen Israël, inclusief de levering van onderdelen voor het Iron Drome-raketschild dat burgers in Israël beschermt. Volgens Verbeet moet een sociaaldemocratische partij het „te allen tijde opnemen voor de veiligheid van onschuldige en bedreigde burgers”.

Ze noemt het in haar brief „cynisch” dat in de Tweede Kamer een „kansloze motie” werd ingediend door Piri „wetend hoeveel Joodse en niet-Joodse partijgenoten je hiermee diep raakt en bang maakt”. Ook vraagt Verbeet zich af „wie ermee gediend werd”. Waarna ze uithaalt naar GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans: was het voor „de partijleider die intens genoot van zijn warme bad in de rode lijndemonstratie?”

Volgens Verbeet deed het presidium niets toen er vanuit de zaal ‘boe’ werd geroepen naar mensen „met een andere mening”. Bij het podium namen mensen het op voor een motie, ingediend door onder anderen de oud-partijleiders Lodewijk Asscher, Job Cohen en Ad Melkert, die als doel had om het standpunt van de GroenLinks-PvdA-fractie over het wapenembargo om te draaien. Verbeet schrijft dat mensen werden „beledigd” en „vernederd”. Ze schrijft: „Ik ben diep gekwetst en verbijsterd dat niemand van u ingreep. Of was dit misschien de bedoeling?” Op foto’s van het congres was te zien dat Verbeet geraakt was door de reacties.

Gerdi Verbeet en Ad Melkert tijdens het ledencongres.

Foto Robin van Lonkuijsen/ANP

Lees ook

Na dag van spanning rond Israël krijgt de GroenLinks-PvdA-fractie steun van leden voor een volledig wapenembargo

Deelnemers aan het congres van GroenLinks en de PvdA zaterdag in het NBC Congrescentrum in Nieuwegein. De leden van GroenLinks-PvdA spraken zich er met ruime meerderheid uit voor het voorstel te fuseren. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Rood Vooruit

Gerdi Verbeet was samen met oud-partijleider Ad Melkert en Reshma Roopram een van de oprichters van Rood Vooruit, een groepje PvdA’ers die niets van de fusie met GroenLinks moeten hebben en een paar keer per jaar bijeenkomsten organiseert. In haar brief aan de partijvoorzitter gaat het ook dáárover.  Volgens Verbeet heeft het partijbestuur van de PvdA die fusie „geforceerd” en „voortdurend de ledendemocratie geschonden”.

Ze schrijft dat „louter machtsoverwegingen” de drijfveer zijn voor de fusie. „Een historische beslissing met een fatale afloop voor de sociaaldemocratie in Nederland.” Op het congres werd een motie van Rood Vooruit weggestemd over de sociaaldemocratische ‘grondslag’ die behouden zou moeten blijven bij de fusiepartij.

De PvdA, schrijft Verbeet, heeft zich van haar „verwijderd”. „Zowel qua politieke overtuiging als interne democratie en omgangsvormen. En dat terwijl de sociaaldemocratie mij ingebakken is en blijft.” Ze was 52 jaar lid van de PvdA. Tegen NRC zegt Verbeet (74) dat ze „diep verdrietig” is over haar beslissing. „Het voelt als een echtscheiding. Maar ik kan niet anders.”

Lees ook

Rood Vooruit legt zich neer bij fusie GroenLinks-PvdA, maar blijft zich ermee bemoeien

Een fruitschaal van de GroenLinks-PvdA-fractie. Foto Bart Maat / ANP / HH