Op zijn eerste buitenlandse bezoek laat Trump zich gretig fêteren met Arabische petrodollars

Met de bestendige vredesakkoorden wil het nog niet zo vlotten. De heffingendeals houden voorlopig ook niet over. Maar basale transacties van geld, vastgoed, energie, wapens en vleierij met een vleugje omkoping, daarin handelt Donald Trump het liefst.

Het eerste echte buitenlandse bezoek van zijn tweede presidentschap, de begrafenis van paus Franciscus niet meegeteld, gaat naar zijn comfort zone: de bouwgrond en het klatergoud van de Golfstaten, waar niemand hardop kritisch op hem is en waar veel geld valt te verdienen. Dinsdag landt Trump in Saoedi-Arabië, om vervolgens door te vliegen naar Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE).

In zijn eerste termijn was Saoedi-Arabië ook Trumps eerste bestemming, maar dit keer is de trip nog beladener. Niet alleen door de Israëlische vernietiging van Gaza, de recente Amerikaanse aanvallen op de Houthi’s in Jemen en hooggespannen onderhandelingen over het inperken van het Iraanse atoomprogramma. Het Midden-Oosten is ook de plek waar de familie Trump sinds 2017 het meest flagrant de eigen zakken vult. Onmiddellijk na Trump-I liep schoonzoon Jared Kushner hier al binnen. Nu halen zonen Don jr. en Eric er miljarden op voor vastgoed-, golf- en cryptoprojecten waar ook hun vader direct van profiteert. Zij laten zich niet hinderen door een eigen ethische gedragscode over zakendoen met buitenlandse machthebbers.

Sinds Trump de verkiezingen won werden de ontwikkeling van een nieuw Trump-hotel en -residentie in Dubai, een Trump-toren en een nog onbekend vastgoedproject in Riyadh en een golf- en villaoord in Qatar aangekondigd. Begin deze maand werd bekend dat een staatsgeleid investeringsfonds uit Abu Dhabi 2 miljard dollar (1,8 miljard euro) investeert via de digitale munt die de Trump-zoons hebben opgezet met Zach Witkoff, de zoon van de Amerikaanse Midden-Oostengezant Steve Witkoff. Nieuwszender ABC meldde zaterdag dat de koninklijke familie van Qatar een super-de-luxe privéjet ter waarde van 400 miljoen cadeau doet aan Trump als nieuwe Air Force One.

Zakelijke deals van Trump in landen die hij deze week bezoekt, aangekondigd sinds de verkiezingen van november 2024

Investeringen

De commerciële verlangens van de familie worden sneller vervuld dan de economische belangen van de Verenigde Staten waarvoor de president deze week afreist. Het bezoek zelf was al een transactie. „Ik ga als jullie 1 biljoen [duizend miljard] dollar betalen aan Amerikaanse bedrijven” binnen vier jaar, was Trumps eis om Riyadh weer als eerste aan te doen. De meeste Amerikaanse presidenten bezoeken eerst een buurland als Canada of Mexico.

Donald Trumps zoon Eric Trump ondertekende eind april in Doha een plan voor de bouw van een golf- en villaoord in Qatar.

Foto Karim Jaafar/AFP

Het geld zou wapenfabrikanten, kunstmatige intelligentie, de aluminiumindustrie en mogelijk samenwerking voor kernenergie ten goede moeten komen. Amerikaanse hulp bij het opzetten van een civiel nucleair programma staat al jarenlang op het wensenlijstje van Saoedi-Arabië. De regering-Biden wilde daar alleen over praten als onderdeel van een grote deal, waarbij Saoedi-Arabië de banden met Israël zou normaliseren. Trump lijkt die voorwaarde nu los te laten.

De Emiraten hebben toegezegd de komende tien jaar 1,4 biljoen dollar in de VS te investeren. Dat is bijna driemaal het bruto binnenlands product van het land. Beloftes van miljardeninvesteringen door Golflanden typeerden ook Trumps reis in 2017, maar waar die investeringen precies uit bestonden bleef vaag. Van de beloofde 110 miljard dollar aan Saoedische wapenaankopen die Trump toen aankondigde, is tot op heden 30 miljard daadwerkelijk verzilverd, volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Door de mega-uitgaven van Riyadh – waaronder het uit de grond stampen van een gloednieuwe futuristische metropool met bijhorend skidorp – kampt Saoedi-Arabië op dit moment met een liquiditeitstekort. Hierdoor lijkt het nakomen van de recentste toezegging nog ingewikkelder.

Droge olieputten

Voor de drie Golfstaten is het bezoek van Trump een kans om te laten zien dat ze meetellen in de wereld. Saoedi-Arabië werpt zich onder kroonprins en de facto leider Mohammed bin Salman (MbS) steeds meer op als leider van de regio. Het koninkrijk mocht begin dit jaar gesprekken tussen de VS en Rusland over de oorlog in Oekraïne faciliteren. Dat MbS in 2018 de journalist en dissident Jamal Khashoggi op het consulaat in Turkije in stukken liet zagen, is daarvoor allang geen bezwaar meer.

Net zoals andere Golfstaten probeert het land zich los te maken van zijn afhankelijkheid van olie-inkomsten, in voorbereiding op een tijd waarin de olieputten droog zullen staan. Zowel Saoedi-Arabië als de VAE zijn druk bezig een defensie- en technologiesector op te bouwen. In 2017 – jaren voordat het grote publiek kennismaakte met kunstmatige intelligentie via ChatGPT – kwamen de Emiraten al met een nationaal plan om in 2031 wereldleider te worden op het gebied van AI. Een obstakel daarbij is een wet die er kwam onder Biden, die export van chips aan banden legt. De Golfstaten hopen Trump ervan te overtuigen voor hen een uitzonderingspositie te scheppen.

De Golfstaten zullen tijdens Trumps bezoek openlijke onenigheid willen vermijden, zelfs over Gaza

Zakendoen is het voornaamste doel van Trumps reis, maar hij kan niet om de grote onrust en ontwikkelingen in de regio heen. Trump hoopt tijdens zijn regeertermijn de zogeheten Abraham-akkoorden uit te breiden. In 2020 gingen onder andere de Emiraten en Bahrein normale diplomatieke en handelsrelaties aan met Israël. Er lopen al lang gesprekken om Saoedi-Arabië daaraan toe te voegen, maar het land kan moeilijk op dit moment, temidden van toegenomen Israëlische agressie en gecreëerde hongersnood in Gaza, premier Benjamin Netanyahu omarmen.

Tegelijkertijd onderhandelen de VS met Iran over een nieuw atoomakkoord (volgens berichten vergelijkbaar met dat wat Barack Obama eerder sloot, maar wat Trump in zijn eerste termijn opblies). Ook Syrië zal een gesprekonderwerp zijn. De VS zouden de sancties tegen Syrië kunnen terugschroeven nu dictator Bashar al-Assad naar Moskou gevlucht is. Ook zouden ze Israël kunnen aansporen te stoppen het buurland te bombarderen. Syrië is belangrijk voor de stabiliteit van de regio, maar het is de vraag hoeveel diplomatiek kapitaal de Golfstaten hieraan willen besteden tijdens Trumps bezoek. Ze zullen openlijke onenigheid willen vermijden, zelfs over Gaza.

Zwaardendans

De Amerikaanse president laat met zijn eerste buitenlandse reis zien dat zijn belangen niet volledig synchroon lopen aan die van de bijna onaantastbare bondgenoot Israël. Ondanks verwoede lobbypogingen – en anders dan in 2017 – doet Trump dat land deze week niet aan.

Lees ook

Trump is met bijna beangstigende voortvarendheid bezig de rol van de VS in de wereld te wijzigen en hij is bereid daarin vér te gaan

De Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent geeft uitleg aan journalisten over de opschorting van de meeste heffingen, woensdag bij het Witte Huis. Foto Jabin Botsford/The Washington Post via Getty Images

Het is de laatste in een reeks teleurstellingen die Israël recentelijk te verwerken kreeg in zijn relatie met de VS. Het werd in april verrast door het nieuws dat de Amerikanen weer met Iran gaan praten. Netanyahu was juist naar Washington afgereisd om steun te winnen voor een aanval op Iraanse nucleaire installaties. Eerder werd bekend dat Amerikaanse diplomaten direct met Hamas hadden gesproken over de gijzelaars in Gaza, wederom zonder Israël te hebben geïnformeerd. Aan de vooravond van Trumps bezoek maakte Hamas bekend dat het de laatste Amerikaanse gijzelaar van 7 oktober 2023 zal vrijlaten.

De Israëliërs werden vorige week ook overvallen toen Trump een staakt-het-vuren aankondigde met de Houthi’s. De door Iran gesteunde rebellen hebben beloofd hun aanvallen op het internationale scheepsverkeer in de Rode Zee te staken, maar benadrukken dat ze raketten en drones op Israël zullen blijven afvuren.

Trump legt Netanyahu geen strobreed in de weg bij het onleefbaar maken van Gaza. Maar hij wil Israël niet bezoeken nu de Israëliërs hun militaire aanvallen verder uitbreiden. Voor de Amerikaanse president – die tijdens zijn campagne beloofde de oorlog in Gaza snel te beëindigen – lijkt er op dit moment niets te halen dat hij bij terugkeer als succes kan presenteren. De beloftes van de Golfstaten om forse investeringen in de VS aan te kondigen zijn een stuk aantrekkelijker vooruitzicht. Zelfs als Trump niet – zoals in 2017 – met een brede glimlach en een sabel in de hand kan meedeinen tijdens een traditionele zwaardendans.

Lees ook

Lees ook: Trump wil Boeing 747 aannemen van Qatar ter vervanging van Air Force One: ‘transparante transactie’ of ‘corruptie op klaarlichte dag’?

De dertien jaar oude Boeing 747-8 die Qatar aan Donald Trump heeft aangeboden stijgt in februari op van  Palm Beach International Airport in Florida. Foto Ben Curtis/AP


VN-organisatie: Rusland schuldig aan neerhalen van MH17

Rusland is schuldig aan het neerhalen van vlucht MH17. Nadat in 2022 een Nederlandse rechter hier al een uitspraak over deed, is nu ook de Raad van Internationale Burgerluchtvaart Organisatie (ICAO) tot deze conclusie gekomen, zo meldt het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken maandag. In 2022 spanden Nederland en Australië bij deze raad – een organisatie van de Verenigde Naties die zich bekommert om internationale luchtvaart – een zaak aan tegen de Russische federatie.

De ICAO-raad oordeelde dat Rusland internationale afspraken omtrent burgerluchtvaart heeft geschonden. Het gaat hierbij om het gebruik van een wapen tegen een burgervliegtuig. Deze afspraken zijn vastgelegd in het verdrag van Chicago, dat ook ondertekend is door Rusland.

Minister van Buitenlandse zaken Caspar Veldkamp zegt in een verklaring „blij” te zijn met het besluit. Hij benadrukt dat het oordeel „het verdriet en het leed” van de nabestaanden niet kan wegnemen „maar het is een belangrijke stap in de richting van waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor alle slachtoffers en hun nabestaanden”. Ook noemde de minister het „een duidelijk signaal aan de internationale gemeenschap dat staten niet zonder gevolgen het internationale recht kunnen schenden”.

Wat precies de gevolgen zullen zijn van deze uitspraak, moet nog blijken. De uitspraak kan mogelijk leiden tot een vorm van een schadevergoeding. Rusland trok zich eerder terug uit de procedure. Tijdens hoorzittingen vorig jaar was de Russische federatie dus ook niet aanwezig. Het land ontkent tot nu toe elke vorm van aansprakelijkheid en betrokkenheid.

Nederland heeft ook nog een aanklacht lopen tegen Rusland bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In de lente van 2024 vond hiervoor in Straatsburg een hoorzitting plaats waar partijen, waaronder nabestaanden, de gelegenheid kregen om hun zienswijze toe te lichten. Naar verwachting volgt volgende maand een uitspraak.

Vlucht MH17 stortte op 17 juli 2014 neer boven het oosten van Oekraïne. Alle inzittenden, 298 mensen, waarvan 196 Nederlanders, stierven. Nederland probeert al een aantal jaren Rusland aansprakelijk te stellen.

Lees ook

Opluchting is het meest gebruikte woord na de uitspraak in het MH17-proces

Nabestaande Anton Kotte en hoofd van de Nationale Recherche Andy Kraag (r.) bij het Justitieel Complex Schiphol na de uitspraak in het strafproces over het neerhalen van vlucht MH17.


Na jaren van verliezen maakt Tata Steel in IJmuiden weer winst

Na een aantal jaren met verlies heeft de fabriek van Tata Steel in IJmuiden in de twaalf maanden tot en met maart 2025 een winst behaald van 90 miljoen euro. Dat blijkt uit de jaarcijfers die Tata Steel, het Indiase moederbedrijf van de staalfabriek, maandagmiddag heeft gepubliceerd.

Het positieve resultaat is opvallend. Half april maakte Tata Steel bekend ruim 1.600 van de 9.000 banen te willen schrappen. De financiële prestaties waren volgens het bedrijf zeer slecht. Financieel directeur Hans Turkesteen zei dat in de negen maanden voorafgaand aan 1 januari „na aftrek van financieringslasten en afschrijvingen” sprake was van een „aanzienlijk verlies”.

Het cijfer dat Tata Steel nu heeft gedeeld, betreft de winst voor aftrek van financieringslasten en afschrijvingen. In een verklaring zegt de Nederlandse fabriek dat de resultaten alsnog laten zien dat „onze prestaties structureel en drastisch” omhoog moeten. „Onze winstmarge is uitgekomen op 1,5 procent”, aldus Tata. Concurrenten zouden zitten op 7 à 8 procent.

De fabriek in IJmuiden behaalde in de twaalf betreffende maanden een omzet van ongeveer 6,2 miljard euro. Onder de streep bleef dus 90 miljoen euro over.

Veranderde situatie

Dat er na jaren weer winst is, mag goed nieuws zijn, het relatief lage bedrag laat tegelijkertijd ziend dat de situatie bij het staalbedrijf veranderd is. Jarenlang was de vuistregel dat het bedrijf een winst van ongeveer 300 miljoen euro overhield en dat het daarmee gezonder was dan veel Europese concurrenten. De afgelopen jaren kon de fabriek dit echter vaak niet waarmaken, en bleven verliezen over van soms wel honderden miljoenen euro’s.

Soms had het bedrijf daar zelf schuld aan: Tata Steel kampte vorig jaar bijvoorbeeld met een dramatisch verlopen restauratie van een van de twee hoogovens. Tegelijkertijd is sprake van bredere trends. Zo heeft de Europese staalmarkt last van stevige concurrentie uit China.

De afgelopen maanden probeerde de fabriek hard te bezuinigen, onder meer op dienstreizen. Dat lijkt dus enig resultaat te hebben gehad. Tegelijkertijd benadrukt ook de top in India dat het banen wil blijven schrappen. In het persbericht noemt topman Thachat Viswanath Narendran nog expliciet het aangekondigde „transformatieplan”.

Daarmee stevent de top voorlopig nog af op een conflict met het personeel, bleek maandagochtend. In een tent in Velsen-Noord, voor de deur van de fabriek, kwamen enkele honderden werknemers bijeen op initiatief van verschillende vakbonden (bij Tata Steel ligt de organisatiegraad rond de 50 procent, wat hoog is). Uit een stemming bleek een krappe meerderheid van het personeel de directie nog wat tijd te willen geven om tegemoet te komen aan de eis van het personeel om géén massale ontslagronde door te voeren.

Tegelijkertijd bleek uit de krappe stemming dat veel werknemers al zinnen op steviger stappen, zoals stakingen. Vakbondsvertegenwoordiger Cihan Lacin van FNV maakte nadrukkelijk duidelijk dat dit een optie is als directie en personeel niet nader tot elkaar komen.

Sociale en financiële spanningen

De sociale en financiële spanningen bij Tata Steel zijn maar enkele problemen waar de fabriek op dit moment mee kampt. Een staatssteundeal met de Nederlandse regering om over te gaan op een compleet andere, groene manier van staalmaken komt al maandenlang niet rond. (De fabriek in IJmuiden is verantwoordelijk voor 7 procent van de totale Nederlandse CO2-uitstoot). Intussen maken concurrenten in het buitenland wel afspraken met hun regeringen.

Lees ook

Lees ook: Bij Tata Steel breekt het eindspel aan

De fabrieken van Tata Steel bij IJmijden. Foto Olivier Middendorp

Tegelijkertijd stuurt de omgevingsdienst – die toezicht houdt op de vergunningen van de fabriek – de laatste maanden duidelijk aan op een sluiting van kooksgasfabriek-2. Dit bedrijfsonderdeel is volgens de dienst sterk verouderd en in zeer slechte staat, waardoor gevaarlijke stoffen kunnen vrijkomen. In de complexe en langdurige juridische strijd hierover leed Tata Steel eind april een gevoelige nederlaag, waarmee sluiting een stap dichterbij kwam.

Zoals vrijwel elk jaar het geval is noteerde het Indiase moederbedrijf van de fabriek als geheel zeer goede cijfers. De staalmarkt in India doet het al jarenlang uitzonderlijk goed, in tegenstelling tot die in Europa. Tata Steel noteerde een omzet van 26 miljard dollar, waarvan zo’n 3 miljard dollar aan winst overbleef.


Eurovisie Songfestival barst los: vrolijkheid van Claude en controverse rond Israël

Na de onstuimige editie van vorig jaar, met de diskwalificatie van Joost Klein en heftige politieke protesten, wil het Eurovisie Songfestival dit jaar vooral een vrolijk popcultureel festijn zijn en landen bij elkaar brengen met een groots muzikaal spektakel. Maar gaat dat dit jaar lukken?

De 69ste editie speelt zich af in het land waar het in 1956 begon: Zwitserland. Toen was het allemaal nog een stuk kleinschaliger, tegenwoordig is het een internationaal mega-evenement met twee halve finales en een grote finale, ditmaal in de St. Jakobshalle in Bazel. Vorig jaar keken er volgens organisator de European Broadcast Union (EBU) 163 miljoen mensen via de televisie. En ook op sociale media volgen miljoenen mensen het evenement.

Intieme performance

De 21-jarige Nederlandse deelnemer Claude (spreek uit als het Engelse ‘cloud’) staat deze dinsdag in de eerste halve finale met zijn Frans-Engelstalige liedje ‘C’est La Vie’. Maandagmiddag kon de aanwezige pers, waaronder NRC, in Bazel tijdens de generale repetitie zijn Songfestival-optreden voor het eerst in zijn geheel zien. Tussen de vele doldwaze en hyperactieve acts, kiest Claude zeker aan het begin voor een minimale aanpak, net zoals het lied ook rustig begint.

De zanger zit dicht op de camera, die uiteindelijk om hem heen begint te draaien. Daarna voegen twee dansers en drie violisten zich bij de act. Ze staan samen in een kring, terwijl de camera om hem heen draait. De uitsmijter van het optreden is het moment dat Claude een jonge versie van zichzelf in de spiegel ziet, gespeeld door de jongen die ook in de clip van het nummer te zien was. Dat deel is vooraf opgenomen, omdat er geen jonge kinderen op het podium van het Songfestival mogen. Opvallend aan de regie is dat er gekozen is voor een lang shot, vrijwel zonder knip. Vanuit de zaal was de impact van de performance nog lastig in te schatten, Claude richt zich voor een belangrijk deel op de kijkers thuis. Dat er nog enige nervositeit in zijn stem merkbaar was, is wel duidelijk.

Bij de concurrentie in de halve finale zit ook de favoriet: de Zweedse inzending Kaj. Dat komische trio brengt een aanstekelijke ode aan de sauna, inclusief dansers met handdoekjes om. Ook tijdens de repetitie blijkt dit de act to beat.

Opgewekt en energie

De weg naar het Songfestival is een aaneenschakeling van pr-momenten, ook voor Claude: eerst de bekendmaking van de artiest, later de presentatie van het liedje, gevolgd door een ‘outfit-reveal’ (de kleur: bordeauxrood) en veel meer. Met de Nederlandse deelnemer van dit jaar lijkt vrijwel alles volgens het plan van omroep AVROTROS te verlopen. Iets waar ongetwijfeld behoefte aan was na het chaotische jaar met Joost Klein, die in Malmö werd gediskwalificeerd omdat hij na een repetitie een dreigende beweging naar een cameravrouw zou hebben gemaakt. Zij filmde Klein tegen diens uitdrukkelijke verzoek, meldde AVROTROS. Met zijn opgewekte en energieke houding moet de 21-jarige Claude Kiambe de pijn van vorig jaar doen vergeten. Hij draagt tijdens zijn publieke optredens met zichtbaar plezier bij aan de opgewekte stemming die de Songfestival-organisatie graag ziet.

Toch was er ook ditmaal een kleine kink in de kabel. ‘C’est La Vie’ lekte een dag voor de geplande officiële lancering online al uit. Dat was „gewoon klote”, vertelde de zanger tijdens de presentatie van het nummer en de bijbehorende videoclip een dag later, op 27 februari. Hij was zichtbaar emotioneel toen het nummer gespeeld werd in een bioscoopzaal vol met journalisten, artiesten en familie. „Op een gegeven moment dacht ik ook: dit is ook precies waar ik over zing. C’est la vie, die dingen gebeurden nou eenmaal. Je moet er het positieve uit kunnen halen. Er zijn ergere dingen.”

Het nummer is een eerbetoon aan zijn moeder, die ook aanwezig is in Bazel. Claude kwam op negenjarige leeftijd uit Congo naar Nederland, samen met zijn moeder, broers en zussen. In februari vertelde hij over zijn eerste Songfestival-herinnering. „Het was het jaar van Conchita Wurst. We stonden te kijken voor de tv en we dachten: wat is dit? Wat gaaf en wat cool dat het gewoon allemaal zo anders is.”

Claude bewoog daarna met ogenschijnlijk gemak langs de aanwezige camera’s om te vertellen over zijn Songfestival-avontuur. De verdere aanloop verliep daarna verder zonder zichtbare problemen. Het nummer werd goed ontvangen en bij de gokkantoren staat hij momenteel op een zevende plaats. De halve finale, waar hij als dertiende aan de beurt is, komt hij dus vrijwel zeker door, ondanks enige wankeling die in de repetitie nog te merken was.

Maar, zoals hij zelf zingt, het kan alle kanten op in het leven: „It goes up, it goes down.”

Beeld EBU

Aanpassingen, veiligheid en Israël

Of Nederland überhaupt mee zou doen aan het Songfestival, was nog een aantal maanden de vraag. AVROTROS was boos over de in veler ogen onterechte diskwalificatie van Joost Klein door de EBU. Ook andere landen waren ontevreden: er kwamen dertien klachten van vier deelnemende landen over een onveilige werksfeer op het festival. De EBU heeft daarom maatregelen genomen. Zo komt er achter de schermen een zone waarin niet gefilmd mag worden. Daarnaast krijgen artiesten de mogelijkheid voor besloten repetities, zonder publiek of camera’s, en wordt er meer rust ingebouwd in de schema’s. Bij een veiligheidsmanager kunnen artiesten klagen over incidenten. Ook is een gedragscode en zorgplichtprotocol.

Toch zullen er ook dit jaar nog veel spanningen zijn, mede vanwege de zeer beladen deelname van Israël. Tegenstanders van de oorlog in Gaza vinden dat Israël niet mee zou mogen doen. De deelname van het land leverde vorig jaar al veel protest op, met betogingen in de stad, een verhoogd dreigingsniveau en boegeroep in de zaal, dat in de tv-uitzending niet te horen was.

De spanning is deze keer zo mogelijk nog hoger. Israël stuurt zangeres Yuval Raphael, een overlevende van de Hamas-aanval van 7 oktober 2023. Afgelopen week riepen meer dan zeventig ex-deelnemers op tot uitsluiting van Israël. Onder hen de Portugese Salvador Sobral, de winnaar van het Songfestival 2017. De brief, waar geen Nederlandse ondertekenaar bij stond, werd gepubliceerd door Artists for Palestine UK en stelt dat „door de vertegenwoordiging van de Israëlische staat een podium te blijven geven, de EBU haar misdaden normaliseert en witwast”. De brief beschuldigt de EBU van dubbele standaarden. Zo werd Rusland in 2022 uitgesloten na de Russische inval in Oekraïne.

Verschillende publieke omroepen willen op zijn minst een debat over de deelname van Israël. De publieke omroepen van Spanje, IJsland en Ierland eisen vooralsnog niet dat het land wordt uitgesloten, maar willen het gesprek over de deelname wel voeren.

De Britse Songfestivaldirecteur Martin Green reageerde met een verklaring. Hierin zegt hij „de bezorgdheid en diepgewortelde meningen over het huidige conflict in het Midden-Oosten te begrijpen”. En: „De EBU is niet immuun voor wereldwijde gebeurtenissen, maar samen met onze leden is het onze rol om ervoor te zorgen dat het festival – in de kern – een universeel evenement blijft dat verbindingen, diversiteit en inclusie bevordert door middel van muziek”.

Vlaggen

Kritiek is er ook op het nieuwe vlaggenbeleid van de EBU. De organisatie maakte onlangs bekend dat deelnemende artiesten op het podium en in de greenroom alleen met de vlag van hun eigen land mogen zwaaien. Andere vlaggen, zoals de pridevlag of Palestijnse vlaggen, worden gezien als ‘politiek statement’ en zijn daarom verboden.

Fans in de zaal mogen wel met allerlei vlaggen zwaaien, mits binnen de Zwitserse wet toegestaan. Het besluit kwam de organisatie op veel kritiek te staan. De Nederlandse lhbti-belangenorganisatie COC noemde het feit dat artiesten geen pridevlag mogen tonen „diep triest”. AVROTROS heeft een gesprek gevoerd met COC en daarna met de EBU over het verbod, maar zei zich in elk geval deze keer te schikken naar het beleid. „We betreuren dat ook symbolen die verbonden zijn aan inclusiviteit en vrijheid van expressie, zoals de regenboogvlag, nu onderdeel zijn geworden van deze maatregel. Tegelijkertijd begrijpen we de afweging om tijdens deze specifieke momenten de focus op de landenpresentatie te houden, in lijn met het karakter van dit muziekfestival.”

Het COC heeft bezoekers van het Songfestival opgeroepen om regenboogvlaggen mee te nemen.

Eurovisie Songfestival 2025. Eerste halve finale: dinsdag. Tweede halve finale: donderdag. Op tv: NPO1, 21.00 uur. Finale: zaterdag. Op tv: NPO1, 20.25 uur.


Filippijnse ex-president Duterte gekozen tot burgemeester van Davao bij verkiezingen in teken van familievete met president Marcos

Ex-president Rodrigo Duterte is volgens voorlopige uitslagen met een meerderheid gekozen tot burgemeester van Davao, de derde stad van de Filippijnen in het zuiden van het land. Zijn zoon Sebastian, de huidige burgemeester, is gekozen tot locoburgemeester en zal naar verwachting als waarnemend burgemeester optreden.

De winst bevestigt dat de voormalige president nog altijd een van de populairste leiders is in Filippijnen, ondanks zijn arrestatie en uitlevering aan het Internationale Strafhof in Den Haag wegens misdaden tegen de menselijkheid waartoe zijn kruistocht tegen de drugshandel zou hebben geleid. De uitslag betekent voor de familie Duterte dat ze de macht behoudt in het zuiden van de Filippijnen.

Deze maandag konden 68 miljoen kiezers twaalf senatoren kiezen (van de vierentwintig) en ruim 18.000 regionale gouverneurs, burgemeesters en wethouders. De verkiezingen waren vooral een krachtmeting tussen de twee machtigste families van de Filippijnen, de Marcos-dynastie, geleid door president Ferdinand Marcos Junior, zoon van oud-dictator Ferdinand Marcos, en de familie Duterte.

Het eind van de vete tussen de Marcos- dynastie en de familie Duterte is nog niet in zicht

Op de achtergrond van deze verkiezingen speelt de strijd om de presidentsverkiezingen van 2028. Daarvoor is het belangrijk loyale senatoren te hebben in de senaat. Om aan de macht te komen in 2022 sloot Marcos Junior een alliantie met Sara Duterte, de dochter van Rodrigo Duterte. Zij werd zijn vicepresident. Sinds een vertrouwensbreuk tussen de twee in 2024 vechten de twee families om de macht.

Volgens de familie Duterte zou Sara in ruil voor haar steun aan Marcos Junior in 2022 op haar beurt zijn steun krijgen voor het presidentschap in 2028. De ruzie leidde tot verraad, volgens analisten: in 2024 vervolgde de staat Sara Duterte wegens corruptie. Ook werd ze ervan beschuldigd een aanslag te hebben beraamd op Marcos Junior.

Complot

Volgens de Duterte-aanhangers maken de aantijgingen deel uit van een complot georkestreerd door Marcos Junior om het presidentschap van Sara in 2028 te dwarsbomen. Ook wordt de uitlevering van Rodrigo Duterte aan het Strafhof gezien als manoeuvre van Marcos om de macht van de familie Duterte te breken.

Lees ook

Lees ook: In Scheveningen wacht ex-president Duterte een ‘humanitaire gevangenis’

Het vliegtuig  met Duterte   in Rotterdam.Foto ROBIN VAN LONKHUIJSEN/ANP

In juli wordt in de senaat de zaak tegen Sara Duterte voortgezet. Om haar af te zetten als vicepresident heeft Marcos er een tweederde meerderheid nodig. Volgens een voorlopige uitslag ziet het ernaar uit dat een meerderheid van de senatoren straks op de hand van Marcos is. Omdat ze loyaal zijn aan de dynastie, maar ook omdat ze diens verzet tegen Chinese agressie in Filippijnse en internationale wateren steunen. Tijdens zijn presidentschap had Rodrigo Duterte nauwe banden met China, maar veel Filippijnen vinden deze pro-Chinese houding onwenselijk, gezien de toenemende Chinese dominantie in de regio.

Maar de positie van Marcos Junior is ook weer niet al te sterk. Van de twaalf nu gekozen senatoren zijn er volgens de eerste uitslagen vijf pro-Duterte en vijf pro-Marcos. Van de twaalf aanblijvende senatoren zouden er twee pro-Duterte zijn. Sara Duterte heeft negen senatoren nodig om afzetting te blokkeren. Van niet alle senatoren is bekend waar hun loyaliteit straks zal liggen. Dat betekent dat het einde van de vete tussen beide dynastieën nog niet in zicht is.

Kiezers in rolstoelen wachten maandag in de Filippijnse hoofdstad Manila in een rij om te stemmen bij de tussentijdse verkiezingen.

Foto Jam Sta Rosa / AFP

Opvallend is de winst van twee senatoren die verbonden zijn aan de voormalige presidentskandidaat Leni Robredo, een progressieve pro-democratische politica.

Hoewel de Filippijnen sinds de val van Marcos Senior in 1986 een democratie zijn, wordt de politieke macht nog altijd gedomineerd door zo’n tweehonderd rijke families. Omkoping van kiezers, corruptie en desinformatie verzwakken de democratie. Armoede maakt kiezers kwetsbaar, stelde de Filippijnse politicoloog Anthony Borja deze week in het Japanse Nikkei Asia. „Mensen zijn sneller geneigd te stemmen op degene die hun een geldbedrag geeft in plaats van op iemand die goed beleid nastreeft. Het geeft mensen financiële verlossing op de korte termijn, maar oplossingen voor de lange termijn blijven uit.”


Plotselinge dooi in handelsoorlog VS-China, maar geopolitieke spanningen blijven

Met een tijdelijke verlaging van maar liefst 115 procentpunt van hun wederzijdse importheffingen hebben China en de Verenigde Staten dit weekend een begin gemaakt met de de-escalatie van de handelsoorlog. Die begon toen de Amerikaanse president Donald Trump alle producten uit China op 2 april met 34 procent belastte en beide landen vervolgens met een barrage aan strafheffingen over en weer kwamen. Tijdens besprekingen in het Zwitserse Genève wisten Amerikaanse en Chinese delegaties tot een gezamenlijke verklaring te komen die voor velen als een positieve verrassing kwam.

China en de VS spraken af de komende negentig dagen de tijd te nemen om een handelsakkoord vorm te geven. In afwachting daarvan verlaagden de VS hun importtarieven van 145 naar 30 procent. Daarmee krijgt China de ‘reguliere’ behandeling die de regering-Trump ook op de rest van de wereld toepast (een ‘basisheffing’ van 10 procent). Daarbovenop blijft een eerdere strafheffing van 20 procent van kracht wegens China’s aandeel in de Amerikaanse fentanylcrisis.

China is de belangrijkste exporteur van grondstoffen voor deze synthetische drug, die in de VS miljoenen mensen verslaafd heeft gemaakt en duizenden doden per jaar eist. China doet volgens Washington te weinig om dat probleem aan te pakken. Ook sectorspecifieke heffingen op bijvoorbeeld staal en auto’s blijven intact, net als een heffing van 120 procent op alle postpakketten. China op zijn beurt verlaagt de invoerheffing op Amerikaanse producten van 125 naar 10 procent.

Omdat beide landen voorafgaand aan Trumps tweede termijn ook al handelsbeperkende heffingen op elkaars goederen instelden, resteert per saldo een ‘effectieve’ Amerikaanse invoerheffing van ongeveer 40 procent op Chinese producten en omgekeerd 25 procent op Amerikaanse, becijferde macro-economisch consultant Capital Economics. Dat is nog altijd fors hoger dan voordat Trump aantrad.

Diplomatieke taal

Aandelen, de dollar en de olieprijs stegen enorm dankzij de tijdelijke de-escalatie, terwijl de goudprijs 3 procent inleverde. Europese aandelen openden maandag direct procenten hoger, vooral de techsector profiteerde enorm en containervervoerder Maersk was een van de grootste winnaars (een plus van 12 procent). Ook in de VS gingen de koersen direct omhoog: techbedrijf Apple, voor de productie van telefoons en laptops afhankelijk van China, steeg met ruim 6 procent.

De schade die Trump in een maand heeft aangericht, laat zich echter niet met één druk op de knop herstellen. De internationale transportwereld is dankzij de heffingen in chaos gestort, en dat geldt wereldwijd ook voor veel exporterende en importerende bedrijven. De onzekerheid over wat er van de VS verwacht mag worden, is diep in het economisch systeem gekropen. De heffingen mogen voorlopig van tafel zijn, het wantrouwen is dat zeker niet.

De afspraken, die maandagochtend naar buiten kwamen, gingen gepaard met een gezamenlijke verklaring die in schril contrast staat met de ophitsende toon van de voorbije weken. Vorige week nog zei Trump dat China „[de VS] al jaren afzet” met de handel. En minister van Financiën Scott Bessent, die dit weekend in Genève was, zei in april in de marge van een IMF-vergadering nog dat China met zijn exportgestuurde economie al „vele decennia” een „wereldwijd ontwrichtend beleid” voert. Bij aankondigingen van importheffingen noemde het Witte Huis het Amerikaanse handelstekort – voor een belangrijk deel een tekort met China – steevast een bedreiging voor de „nationale veiligheid” en gaf de handelsoorlog zo een sterke geopolitieke dimensie mee. China op zijn beurt beschuldigde de Trump-regering van „afpersing” en van „ontwrichting” van de wereldeconomie.

Maar deze maandag klonk opeens weer klassieke, beleefde diplomatieke taal. In het gemeenschappelijk communiqué werd het „belang” van de „bilaterale economische en handelsrelatie” benadrukt, niet alleen voor beide landen, maar ook voor „de wereldeconomie”, waarmee de Trump-regering opeens een bredere verantwoordelijkheid leek te erkennen dan louter het nationale belang. In het communiqué werd gesproken van een „duurzame, langdurige en wederzijds gunstige” handelsrelatie – nogal een verschil met de eenzijdige, wispelturige aanpak van Trump tot dusver. In de geest van „wederzijds respect” werd daarnaast een diplomatiek traject afgesproken voor verdere gesprekken.

Het „ontkoppelen” van de Amerikaanse en Chinese economieën is iets wat „geen van beide zijden wil”, zei Bessent. „Wat er was gebeurd met deze hele hoge heffingen kwam in feite neer op een embargo – en niemand wil dat. We willen wel handel”. Ook zei Bessent dat China voor het eerst echt leek te begrijpen hoe ontwrichtend de fentanylcrisis is voor de Amerikaanse maatschappij.

Het Witte Huis spreekt van een „historisch akkoord” terwijl dat woord in de Chinese berichtgeving niet voorkomt

Wel of geen ‘akkoord’

Ondanks die plotselinge eensgezindheid is er ook een opvallend verschil in de wijze waarop beide zijden de uitkomst van de gesprekken in Genève presenteren. Op de site van het Witte Huis is sprake van een „akkoord” – historisch zelfs – terwijl dat woord in de Chinese officiële berichtgeving niet voorkomt.

„De Amerikanen staan onder politieke druk om een overwinning te laten zien”, zegt Matteo Giovannini van de Chinese denktank Center for China and Globalisation tegen de South China Morning Post. „China ziet de onderhandelingen meer als een strategisch proces om de bilaterale rivaliteit in goede banen te leiden.”

Wat tijdens dat proces precies ter tafel komt, is nog onduidelijk. Bessent zei maandag te verwachten dat de gesprekken „in de komende weken” verder zullen gaan. Tegen nieuwszender CNBC zei hij dat de Chinezen „het stoppen van de toestroom van fentanylgrondstoffen nu serieus nemen”. Ook ziet Bessent ruimte voor afspraken met China over de aankoop van Amerikaanse goederen en diensten. In 2020, tijdens Trumps eerste termijn als president, spraken Beijing en Washington ook zoiets af: China zou in twee jaar voor 200 miljard dollar extra uit de VS importeren. Daar kwam toen weinig van terecht, onder meer door de coronapandemie, maar ook doordat veel van de detailafspraken in dat akkoord niet realistisch bleken. Ook zou China het Amerikaanse bedrijven makkelijker kunnen maken om de Chinese markt te betreden.

President Trump zei maandag op een persconferentie dat China zich zou „openstellen voor Amerikaanse bedrijven”. Hij gaf weinig details over die ontwikkeling, maar zei dat het „misschien wel het belangrijkste” was dat voortkwam uit de handelsbesprekingen tussen de twee supermachten. „We willen China geen pijn doen”, aldus de president.

Vooralsnog lijkt de gematigde, meer op vrijhandel en globalisering georiënteerde factie van Bessent aan invloed te hebben gewonnen in het Witte Huis, met de diplomatieke mores die daarbij horen. Of deze trend doorzet, valt evenwel nog te bezien. Die scepsis valt ook op Chinese sociale media te zien. „Die Amerikanen, zeker die gek Trump, zijn niet betrouwbaar. Pas op voor hun wispelturigheid”, zo citeert persbureau Reuters een reactie op het Chinese platform Weibo.

M.m.v. van Mark Beunderman


‘Ongelooflijk verdrietig’: Nepalese gletsjer Yala is officieel gestorven

Helemaal overleden is de patiënt misschien nog niet, toch wordt hij deze maandag ten grave gedragen.

Pas over tien tot vijftien jaar zijn waarschijnlijk ook de laatste zichtbare resten van de Yalagletsjer in Nepal verdwenen.

Maar onderzoekers hebben de ooit indrukwekkende ijsmassa inmiddels officieel dood verklaard.

Een gletsjer beweegt en vervormt onder zijn eigen gewicht. Telkens als er een nieuwe sneeuwlaag op valt, zal de sneeuw daaronder geleidelijk worden samengeperst tot ijs. De gletsjer wordt zwaarder en schuift langzaam naar beneden. Simpel gezegd: aan de bovenkant valt nieuwe sneeuw, aan de onderkant smelt het ijs weg en verdwijnt in zee, of in rivieren die naar de zee stromen.

Als die beweging stokt en het ijs niet meer wordt aangevuld, is de gletsjer voor de onderzoekers dood. Voor de Yalagletsjer heeft dit stervensproces jaren geduurd. Tussen 1974 en 2021 trok het ijs zich 680 meter terug. „Ongelooflijk verdrietig”, zegt Sharad Prasad Joshi, een Nepalese onderzoeker van het International Centre for Integrated Mountain Development, in de Financial Times. Hij is intussen gestopt met het bijhouden van gegevens over de Yala voor de World Glacier Monitoring Service.

Officiële ceremonie

Yala is niet de eerste gletsjer die formeel slachtoffer werd van klimaatverandering.

Al in 2014 werd de Okjökull in IJsland dood verklaard.

Bij die gelegenheid werd een plaquette onthuld met een ‘Brief aan de toekomst’ van de IJslandse schrijver Andri Snær Magnason

„Met dit monument erkennen we dat we weten wat er gebeurt en wat we eraan kunnen doen. Alleen jij weet of we het hebben gedaan.”

In iets meer dan tien jaar tijd verloor die bijna 80 procent van zijn volume.

Zwitserse klimaatwetenschappers becijferden destijds dat het land rond het midden van deze eeuw ten minste de helft van zijn gletsjers kwijt zal zijn.

En sinds vorig jaar, nadat de laatste restjes van La Corona, de gletsjer op de Humboldt-piek in de Andes vrijwel waren verdwenen, is Venezuela zelfs geheel gletjservrij verklaard

Volgens klimaatwetenschappers zullen andere landen in Zuid-Amerika spoedig volgen.

Drinkwater

Vooral de laatste jaren is het wereldwijd met veel gletsjers snel gegaan. De ‘dood’ van de Yalagletsjer heeft volgens onderzoeker Joshi grote gevolgen voor onder andere de watervoorziening. Ongeveer twee miljard mensen zijn voor hun drinkwater afhankelijk van de gletsjers in de Himalaya.

Sinds het begin van deze eeuw verloren de meer dan 200.000 gletsjers die de wereld telt volgens de Wereld Meteorologische Organisatie ieder jaar bij elkaar zo’n 273 miljard ton ijs – dat is ongeveer de hoeveelheid die de wereldbevolking in dertig jaar consumeert, ervan uitgaande dat iedereen drie liter water per dag drinkt.

Een grafsteen voor de Yalagletsjer
Foto ICIMOD


Koerden snakken naar einde aan Turkse repressie na opheffingsbesluit van PKK: ‘De Turken hebben ons nooit als volwaardige mensen beschouwd’

De wonden van de laatste grote confrontatie tussen het Turkse leger en de strijders van de Koerdische PKK, die meer autonomie voor de Koerden eisten, zijn nog niet geheeld. Op de met onkruid overwoekerde puinhopen in de eeuwenoude binnenstad van Diyarbakir, vaak beschouwd als de hoofdstad van de ruim vijftien miljoen Turkse Koerden, heerst een onwerkelijke stilte. Slechts enkele zwerfhonden en een handjevol bouwvakkers bevolken dit stadsdeel, waar strijders van de Koerdische PKK en het Turkse leger in 2015 en 2016 maandenlang hevig vochten.

De Turken onderdrukten het verzet van de PKK uiteindelijk ten koste van honderden doden, confisqueerden een groot deel van het historische centrum en gooiden dat vervolgens grotendeels tegen de vlakte. Zo hoopten de autoriteiten te vermijden dat dit stadsdeel opnieuw tot een PKK-bolwerk zou uitgroeien. De 25.000 veelal arme inwoners moesten elders onderdak vinden.

Dat de PKK nog ooit terugkeert in Diyarbakir is intussen nog onwaarschijnlijker geworden dan het al was. Juist deze maandag kondigde de groep in een communiqué aan dat ze op een congres in Noord-Irak, waar veel van zijn strijders zitten, had besloten zichzelf op te heffen. Daarmee volgt de PKK het advies op van zijn leider, Abdullah Öcalan, die hiertoe al eind februari in een brief vanuit zijn Turkse cel had opgeroepen.

Modieuze cafés

Hoewel de PKK de laatste jaren beduidend minder actief was dan voorheen, kan de aankondiging bijdragen tot een einde aan ruim veertig jaar gewapende strijd tussen Koerden en Turken. Die heeft zo’n veertigduizend mensen het leven gekost. „De PKK heeft zijn historische missie vervuld”, zei de groep zelf.

Maar een verzoening van Turken en Koerden is nog ver weg, ook in Diyarbakir. In het verwoeste deel van de binnenstad is sinds 2016 nauwelijks iets herbouwd. Op één brede nieuwe straat na, met aan weerszijden modieuze cafés, restaurants en winkels die de Turken na hun overwinning zonder enige inspraak van de overwegend Koerdische bevolking lieten neerzetten. Hier domineren het London Cafe en flikkeren reclames voor Tommy Hilfiger en Lacoste. Fleurige schermen ontnemen voorbijgangers het zicht op de ruïnes en kale vlaktes achter de winkels.

De Koerdische architect Sevdet Acar in een deel van de nog altijd niet herbouwde binnenstad van Diyarbakir.

Foto Floris van Straaten

„Alles is er door de Turkse overheid op gericht om de mensen te doen vergeten dat hier een Koerdische gemeenschap zat en dat hier zwaar is gevochten en veel doden zijn gevallen”, zegt de 33-jarige Koerdische architect Sevdet Acar, lopend door de nieuwe straat. Die lijkt in niets op de wirwar van straatjes en steegjes die zo karakteristiek is voor de rest van Sur, zoals het centrum van Diyarbakir bekend staat.

Alles is er door de Turkse overheid op gericht om de mensen te doen vergeten dat hier een Koerdische gemeenschap zat

Sevdet Acar
Koerdische architect

„Als ik het voor het zeggen had, zou ik alles in die nieuwe straat meteen afbreken”, bromt een voormalige PKK-strijder en muzikant, trekkend aan zijn sigaret. De besnorde 63-jarige man is een van de verdreven bewoners uit de wijk en is al vaak opgepakt door Turken. Het huis waar hij met zijn zuster woonde is er niet meer. Met lotgenoten haalt hij soms herinneringen op in een naburig cultureel centrum, waar ook nog kogelgaten in de deuren zitten. Hij wil niet met zijn naam in de krant. Wel wil hij nog kwijt: „De Turken hebben ons nooit als volwaardige mensen beschouwd.”

Gedempt optimisme

De pijnlijke herinneringen aan de verwoestingen van 2015 en 2016 in Diyarbakir, maar ook in veel andere overwegend Koerdische plaatsen in het zuidoosten van Turkije, dempen het optimisme van veel Koerden, nu er de laatste maanden met vallen en opstaan een dialoog op gang is gekomen tussen de Turkse regering en Koerdische vertegenwoordigers.

Ook voor 2015 waren er immers onderhandelingen begonnen over een akkoord tussen de Turkse regering, ook toen al geleid door Recep Tayep Erdogan, en de PKK. Hoewel Erdogan de Koerden destijds wat meer vrijheid gunde, bleven beide zijden intens wantrouwend tegenover elkaar staan. Na een voor hem teleurstellend verlopen verkiezing volgde er een nieuwe golf van repressie. Ook binnen de PKK kregen de aanhangers van de harde lijn weer de overhand.

Gebouwen in aanbouw in Sur, de oude wijk van Diyarbakir, in 2021.

Zo volgde er een nieuwe gevechtsronde. Het is inmiddels een vertrouwd patroon in de relatie tussen Turken en Koerden, die al ruim honderd jaar ernstig vertroebeld is. Al sinds het uitroepen van de republiek Turkije door Atatürk, in 1923, willen de Koerden meer autonomie. De Turken weigeren dat, omdat ze vrezen dat de samenhang van hun land dan gevaar loopt. Zij deden er alles aan om van Koerden Turken te maken. Steeds weer mondden die tegenstellingen uit in nieuw geweld en repressie.

„Al dat geweld sinds 2015 heeft ons helaas ook niets opgeleverd”, constateert architect Acar met enige bitterheid in haar stem op de binnenplaats van een ommuurd café aan de rand van de voormalige frontlinie. Ze verwoordt een sentiment dat bij veel inwoners van Diyarbakir leeft. Ze zijn de oorlog moe en hopen zich eindelijk wat meer te kunnen ontplooien zonder de dreiging van nieuw wapengekletter.

De oude binnenstad van Diyarbakir in 2015.

Foto Okan Ozer/Anadolu/AFP

Ook elders in het Koerdische zuidoosten werd de bevolking na 2015 en 2016 overal geconfronteerd met meer Turkse repressie. Het toch al beperkte onderwijs in het Koerdisch verdween vrijwel geheel. Koerdische namen van parken en straten veranderden in Turkse. Subsidies voor Koerdische theaters stopten. Monumenten voor Koerdische helden verdwenen of werden beschadigd. En wie in het openbaar de PKK noemde, riskeerde als terrorist te worden opgepakt.

‘Terrorist’

„Het is in Turkije heel gemakkelijk om een terrorist te worden”, grapt Murat Bayran (35), die een Koerdische website leidt. Veel Koerdische journalisten zitten gevangen. Koerdische politici kwamen er in Diyarbakir en andere overwegend Koerdische steden tot de lokale verkiezingen van 2024 ook niet meer aan te pas. In plaats daarvan oefenden zetbazen van de regering in Ankara, zogeheten kayums, het gezag uit. Nu is er weer een Koerdische burgemeester en gemeentebestuur van de DEM-partij, die voor velen geldt als de politieke arm van de PKK. Maar de Turkse gouverneur houdt een stevige vinger in de pap.

Lees ook

Lees ook: Val van Assad versnelt onderhandelingen tussen PKK en Ankara

Soldaten van het door Turkije gesteunde Syrische Nationale Leger  met een pickup-truck met geschut bij Manbij.

Afgelopen najaar gloorde er plotseling nieuwe hoop op een akkoord. Uitgerekend Erdogans extreem-nationalistische coalitiepartner Devlet Bahceli, altijd een geharnaste tegenstander van de Koerden, sprak openlijk over strafvermindering voor Öcalan. Hij riep ook op tot opheffing van de PKK en ontwapening. Niet lang daarna mochten politieke geestverwanten van Öcalan voor het eerst in jaren bij hem op bezoek. Erdogan sprak eveneens zijn steun uit voor een nieuwe dialoog met de PKK.

Eind februari volgde Öcalans brief uit de gevangenis met zijn oproep tot beëindiging van de gewapende strijd. Voortaan dienden de Koerden zich nog slechts met vreedzame middelen in te zetten voor hun rechten, onder meer via de DEM-partij. Ook veel DEM-leden, onder wie de charismatische Selahattin Demirtas, zitten nog gevangen.

Sommigen in Diyarbakir spreken niettemin al van een vredesproces. Dit weerhield de regering er echter niet van om de laatste maanden toch weer enkele democratisch verkozen Koerdische burgemeesters uit hun functie te zetten en te vervangen door een kayum.

Ik denk dat het overleg ditmaal serieuzer is dan de vorige keer

Vahap Coskun
hoogleraar constitutioneel recht

„Ik denk dat het overleg ditmaal serieuzer is dan de vorige keer”, zegt Vahap Coskun, hoogleraar constitutioneel recht aan de Dicle-universiteit van Diyarbakir. Het belangrijkste is volgens hem dat de PKK zich inderdaad ontwapent. „Iedereen ziet dat als de eerste stap”, zegt hij in zijn studeerkamer, die vol boeken staat die door de Turken niet in boekwinkels worden toegestaan. Daarna kunnen volgens de hoogleraar dan zaken besproken worden als meer ruimte voor de Koerdische taal in media, onderwijs en het openbare leven.

DEM-politicus Celal Alphan in Diyarbakir.

Foto Floris van Straaten

Een sleutelrol bij het ontkiemende vredesproces speelt volgens vrijwel iedereen nog altijd de 76-jarige Öcalan. Hij mag al 26 jaar gevangen zitten, veelal zonder contact met de buitenwereld, toch blijft zijn gezag groot. „Voor ons is niet de opstelling van de regering doorslaggevend maar die van Öcalan”, bevestigt Celal Alphan, co-president van de DEM-partij op het lokale hoofdkwartier in een verre buitenwijk van Diyarbakir. „We hebben alle vertrouwen in zijn woorden en daden.”

Lege handen

Dat neemt niet weg dat veel Koerden teleurgesteld zijn dat de Turkse regering de afgelopen weken nog geen enkele concrete concessie heeft gedaan. Öcalan en andere politieke gevangenen zitten nog gevangen en Koerdisch onderwijs blijft grotendeels verboden. Sommigen vrezen daarom dat de Koerden na de opheffing van de PKK met lege handen zullen staan.

Coskun is daar niet bang voor. Volgens hem kunnen de DEM-partij en andere partijen nu langs democratische weg rechten opeisen voor de Koerden. Hij wijst er bovendien op dat DEM en zijn voorgangers electoraal ook het succesvolst waren in tijden dat er niet werd gevochten.

Coskun en anderen vermoeden dat president Erdogan zijn toenadering tot de Koerden ook wil gebruiken om een grondwetswijziging tot stand te brengen, zodat hij langer aan de macht kan blijven. Volgens de huidige regels mag hij na 2027 geen nieuwe termijn meer dienen. In ruil voor hun steun zouden de Koerden dan nieuwe wettelijke garanties voor het gebruik van hun taal en andere rechten kunnen krijgen. Dit scenario is tegen het zere been van de CHP, de grootste oppositiepartij, die had gehoopt dat Erdogan na 2027 eindelijk zou zijn uitgespeeld.

Dat Turks-Koerdische verzoening mogelijk is, bewijst een groepje bevriende rechtenstudenten, dat tijdens de lunchpauze onder een afdakje tegen de brandende zon op de campus van de Dicle-universiteit zit te kletsen. Drie van hen zijn Koerden, maar er zitten ook een paar Turkse studentes tussen. De 22-jarige Mohammed Botan, een Koerd uit de plaats Bitlis, verklaart desgevraagd – in het Turks, de voertaal op de campus – dat hij nijdig is op zijn ouders dat ze hem niet beter Koerdisch hebben geleerd. De Turkse Padma daarentegen zegt geen woord Koerdisch te spreken. „Dat doet er voor ons helemaal niet toe”, zegt een derde, onder bijval van de anderen. „Voor ons telt alleen onze vriendschap, onze verschillen negeren we gewoon.”

Lees ook

Lees ook: De PKK laveerde tussen geweld en diplomatie

Abdullah Öcalan, oprichter van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) inspecteert gewapende guerrillastrijders, september 1991.


Veteranen tegen BBC: ‘barbaarse’ oorlogsmisdaden door elitetroepen in Afghanistan

Britse elitetroepen hebben bij missies in Afghanistan en Irak een reeks „barbaarse” oorlogsmisdaden gepleegd die tot dusver nog niet bekend waren. Zo zou een ongewapend kind zijn neergeschoten en de keel van een gewonde, weerloze man zijn doorgesneden.

Dat blijkt uit onderzoek van het BBC-programma Panorama. De BBC sprak op anonieme basis met dertig personen die bij de Special Air Service (SAS) of de Special Boat Service (SBS) hebben gewerkt. „Ze sloegen een jonge jongen in de boeien en schoten hem neer”, vertelt een veteraan die bij de SAS in Afghanistan diende. „Hij was duidelijk een kind, nog niet eens in de buurt van de strijdbare leeftijd.” Volgens hem was het doden van mensen die ze gevangen namen „routine”. Een SBS-veteraan spreekt van barbaarse operaties waarbij sprake was van meeloopgedrag.

Gevangenen werden geboeid en gefouilleerd en daarna soms standrechtelijk geëxecuteerd met een schot door het hoofd. Om de misdaden te verhullen werden vervolgens de plastic handboeien weer afgesneden en een pistool bij het lichaam neergelegd om te suggereren dat sprake was geweest van een vuurgevecht of een ernstige dreiging.

De leden van de troepen zouden „dodentellingen” hebben bijgehouden. Eén militair zou bij een missie in Irak berucht zijn geraakt binnen de SAS omdat hij tientallen burgers heeft omgebracht. Hij zou „moorden hebben verzameld”, zoals een oud-collega van hem vertelt. Bij elke operatie zou hij iemand hebben geprobeerd te doden. „Hij leek echt een psychopaat.” De veteraan zag hoe de stilste jongens veranderden in personen met „ernstige psychopathische trekken”. „Ze waren wetteloos. Ze voelden zich onaantastbaar.”

Herhaaldelijk aangekaart

De nieuwe getuigenissen omvatten beschuldigingen van oorlogsmisdaden die zich over een veel langere tijd uitstrekken dan de periode die nu onder leiding van oud-rechter Lord Charles Haddon-Cave wordt onderzocht. Hij onderzoekt misdaden van Britse militairen in Afghanistan, in het bijzonder of er buitengerechtelijke executies zijn gepleegd, in de periode 2010-2013 maar de BBC komt met voorbeelden uit 2006.

Panorama zegt voor het eerst te onthullen dat David Cameron, de Britse premier van 2010 tot 2016, meermaals gewaarschuwd is voor de oorlogsmisdaden. Zo vertelt een oud-veiligheidsadviseur van de Afghaanse president Hamid Karzai dat die zijn zorgen dat gevangen burgers werden gedood „consequent en herhaaldelijk” bij Cameron heeft aangekaart. Een woordvoerder van Cameron ontkent dit tegenover de BBC. „Naar beste weten van Lord Cameron” heeft president Karzai alleen zaken aangekaart over de NAVO-troepen in het algemeen en kwamen daarbij de Britse special forces niet aan de orde. Verder wil Cameron in afwachting van het onderzoek niet reageren. Oud-rechter Haddon-Cave stelt in een reactie dat hij „alle onderzoekslijnen” zal blijven volgen en verder geen commentaar wil geven. Hij plaatste maandag wel een oproep dat getuigen zich kunnen melden.

In Australië is een onderzoek naar misdaden gepleegd door militairen in Afghanistan al afgerond. In 2020 stelde een onderzoek in opdracht van de regering vast dat Australische militairen tussen 2005 en 2016 zeker 39 ongewapende Afghaanse gevangenen en burgers hebben geëxecuteerd.

Lees ook

De gemartelde boer, de Australische special forces en een verdwenen rapport

Een konvooi van Australische militairen in de Afghaanse provincie Uruzgan.


Werknemers TU Delft overwegen vertrek door onveilige sfeer: ‘Het is een gevecht tegen de bierkaai’

Een groot deel van de werknemers van de Technische Universiteit Delft voelt zich onveilig op de werkvloer. Dat blijkt uit maandag gepubliceerde enquête die is afgenomen door vakbonden FNV, AOb en de CNV.

Van de ruim 500 geïnterviewde werknemers gaf 43 procent aan het afgelopen jaar te maken hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag zoals pesten, (seksuele) intimidatie en discriminatie. In veel gevallen zouden het de leidinggevenden zijn die het grensoverschrijdend gedrag vertonen.

Als gevolg van de slechte omgangsvormen overweegt ruim een derde van de werknemers de universiteit te verlaten, aldus het onderzoek. „Het is een gevecht tegen de bierkaai – deze cultuur binnen de TU Delft is diepgeworteld”, schrijft één van de werknemers in de enquête.

Ook het optreden tegen de misstanden door de organisatie blijkt als gebrekkig te worden ervaren. Slechts 7 procent van de mensen die grensoverschrijdend gedrag heeft meegemaakt voelde zich gesteund door de universiteit.

‘Democratiseren’

De enquête volgt op een vernietigend rapport over de cultuur aan de TU Delft. De Inspectie van het Onderwijs onderzocht na meerdere meldingen de zorg van de technische universiteit voor het personeel en concludeerde dat medewerkers ernstig werden verwaarloosd. Veel medewerkers van de TU zouden sociale onveiligheid ervaren die vooral geworteld is in (kromme) machtsverhoudingen.

Het huidige onderzoek door de vakbonden bevestigt de eerdere bevindingen. „De organisatie vertoont een verontrustend patroon van machtsmisbruik, ongelijkheid, discriminatie, pesten en intimidatie”, aldus Ahmed Charifi van de AOb. „De werkvloer is het vertrouwen in het management van de universiteit totaal kwijt. Leidinggevenden negeren regels, creëren een angstcultuur en manipuleren werknemers tegen elkaar.”

Lees ook

Meldingen van managerial bullying? Op de TU Delft geldt: zwijgen en zand erover

Technische Universiteit Delft

De vakbonden dringen aan op snelle structurele veranderingen binnen de organisatie, met nadruk op het vergroten van de inspraakmogelijkheden van werknemers bij de interne processen. In de enquête gaf slechts 16 procent van de werknemers aan de universiteit een democratische organisatie te beschouwen.

Eerder verschenen verscheidende journalistieke publicaties, onder andere van universiteitsblad Delta en NRC, naar werksfeer aan de TU. Na een kritisch artikel van Delta dreigde de juridische afdeling van de universiteit de hoofdredacteur van Delta „persoonlijk aansprakelijk” te stellen voor „eventuele schade die de TU zou lijden”. De universiteit gaf later aan spijt te hebben van deze dreigementen.