Iets meer dan een jaar geleden sloeg de gemeente Den Haag alarm: in elke wijk van de stad was de vaccinatiegraad tot onder de kritische grens van 90 procent gezakt. Er waren al langer wijken waar het animo voor vaccinaties laag was – in de Schilderswijk en Transvaal zakte de vaccinatiegraad voor de bof, mazelen en rode hond onder de 50 procent. Maar nu ging het overal mis. Ook in het Zeeheldenkwartier, waar mensen met een relatief hoog opleidingsniveau en inkomen wonen.
In de zomer van 2024 stelde ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vast dat de vaccinatiegraad in Den Haag voor het vierde jaar op rij gedaald was. Er was toen een mazelenuitbraak, en nu opnieuw. Het RIVM meldde deze week dat Nederland nu, voor zover bekend, 158 gevallen van mazelen telt.
Wethouder Hilbert Bredemeijer (CDA, Onderwijs, Jeugd, Sport en Dienstverlening) noemt het een „levensgevaarlijke situatie”. Hij ergerde zich aan de manier waarop het ministerie nadruk legde op de landelijke percentages die in 2024 weliswaar laag lagen, maar onder jonge kinderen niet zo sterk daalden. „Terwijl we in de grote steden allang door het ijs zijn gezakt. Het gaat hier niet ‘aardig’, het gaat ronduit slecht.” Ook in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn de vaccinatiegraden laag.
Buurthuizen
In het afgelopen halfjaar besloot de gemeente Den Haag daarom een heel pakket plannen om de vaccinatiegraad op te krikken, tegelijkertijd uit te voeren. Zo is er een proef waarbij vrouwen een maternale kinkhoestprik (een vaccinatie die 22 weken zwangere vrouwen krijgen, en die de vrouw én de baby tegen kinkhoest beschermt) direct bij hun verloskundigenpraktijk konden krijgen en niet meer zelf een afspraak hoefden te maken.
Er werden daarnaast prikken gezet op een middelbare school en informatieavonden over vaccineren georganiseerd. Er werd een onderzoeksgroep opgezet die vaccinatiegedrag bestudeert, en in het stadhuis stond een AI-gestuurd hologram om vragen over vaccinaties te beantwoorden.
Door de stad werden posters verspreid waarop boodschappen stonden als: ‘Juist baby’s zijn het kwetsbaarst voor ziekte’. Wie over straat liep, voelde overal dat Den Haag een probleem met vaccineren heeft. Een bewuste keus. „Ik vond dat we continu aanwezig moesten zijn in het straatbeeld”, zegt Bredemeijer.
Lees ook
Huisartsen praten met ouders in de Biblebelt over de gevaren van kinkhoest: ‘God bepaalt of mijn kind ziek wordt’
Ingrijpen
Het aantal maternale kinkhoestvaccinaties steeg in de hele stad met 14 procent: van 2.993 gezette prikken in 2023 naar 3.412 in 2024. Er was geen sprake van sterk veranderde geboortecijfers. Het cijfer is zeker beïnvloed door het ingrijpen van de gemeente, denkt de wethouder. Bij de proef, bij vijf verloskundigenpraktijken in de wijken waar de vaccinatiegraad het laagst ligt, werden in een paar maanden tijd 107 prikken gezet, een kwart van de stijging.
Ook inentingen tegen bof, mazelen en rode hond (BMR1) en difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP) werden vaker gezet: 4 procent en 9 procent meer. Of die toename te herleiden is tot de programma’s van het afgelopen jaar durft wethouder Bredemeijer niet te zeggen voordat het verder is onderzocht.
Het gaat hier niet ‘aardig’, het gaat ronduit slecht
De GGD Haaglanden spreekt van „positieve signalen” en een „eerste indicatie” dat de Haagse plannen effect hebben. Wel zorgwekkend: het aantal kinderen dat later, als ze al op school zitten, een herhaalprik haalt, daalt nog altijd.
Jeanne-Marie Hament, programmamanager van het Rijksvaccinatieprogramma bij het RIVM, vindt het een „opvallende uitkomst”. „Als je al jaren een dalende participatie hebt, en het tij weet te keren is dat wel knap.” Al benadrukt ze dat een stijging van het aantal vaccinaties zich niet direct vertaalt in een hogere vaccinatiegraad. Het RIVM komt in de zomer opnieuw met cijfers.
Ook andere grote steden hebben door de sterk gedaalde vaccinatiegraad een meer wijkgerichte aanpak ingevoerd. In Rotterdam worden bijvoorbeeld voorlichtingen op kinderdagverblijven georganiseerd. En in Amsterdam – waar het in de wijken met de laagste vaccinatiegraden nu mogelijk is zonder afspraak een prik te halen – werd eerder dit jaar ook een lichte stijging in vaccinatiepercentages gezien.
Concreet
De proef in de vijf verloskundigenpraktijken liet het grootste verschil zien, stelt wethouder Bredemeijer. Daar kwamen concrete veranderingen uit, mensen werden ter plaatse gevaccineerd. Vrouwen krijgen volgens het Rijksvaccinatieprogramma een kinkhoestvaccin als ze 22 weken zwanger zijn. „Dat gaat best passief: ze krijgen van hun verloskundige een flyer mee waarmee de overheid hen probeert te overtuigen. Dan moeten ze thuis een afspraak maken voor een ander moment, op een andere plek. Bizar dat we het zo doen, we maken het ingewikkeld. Dus dachten we: we kunnen het ook aanbieden als ze toch bij de verloskundige zitten, die ze ook nog eens vertrouwen.”
In de Schilderswijk werkt een verloskundige die uit dezelfde regio komt als veel arbeidsmigranten uit de wijk. „Vrouwen met dezelfde achtergrond vertrouwen haar makkelijker dan zo’n flyer van het RIVM.”
Wat zorgwekkend blijft: het aantal kinderen dat later, als ze op school zitten, een herhaalprik haalt, daalt nog altijd
Ook op middelbare school De Einder in Transvaal bood de gemeente vaccinaties aan: in één middag werden meer dan vijftig leerlingen geprikt. Ouders waren vooraf ingelicht en er was een inloopavond georganiseerd waar mensen vragen konden stellen. „We moeten op school zijn als we meer willen vaccineren,” zegt Bredemeijer. „Daar zijn bij een uitbraak ook de grootste gevolgen.”
Maar in een brief aan de raad over de vaccinatie-initiatieven staat dat „niet alle scholen” aan zoiets als een prikmiddag willen meewerken. Het onderwerp ligt gevoelig. „En er zijn al zo veel onderwerpen die gevoelig liggen: discriminatie, antisemitisme. Scholen hebben het er moeilijk mee”, zegt de wethouder. „We hebben laten gebeuren dat we op het gebied van vaccinatie uit elkaar zijn gedreven na corona. We moeten terug. Het is een grote verantwoordelijkheid om aan scholen te geven, maar daar helpen we ze mee.”
Alleen de postercampagne in de straten van Den Haag heeft weinig opgeleverd, schrijft de gemeente in een evaluatie: 90 procent van de mensen die zo’n poster zagen, veranderde niet van gedachte over het vaccineren van kinderen. „Het is duidelijk dat zoiets onpersoonlijks niet werkt”, zegt Bredemeijer. Voor hem een bevestiging van de andere uitkomsten van het gemeenteproject: alleen een persoonlijk gesprek helpt echt.
Lees ook
‘Wellness-rechts’, mensen met prikangst en religieuzen: groep van ongevaccineerden wordt steeds diverser
