De les van fantasygame Dragon Age: zorg goed voor elkaar

Genocide, slavernij, religieuze intolerantie: het is maar een greep uit de thema’s die het Canadese gamebedrijf BioWare de afgelopen twintig jaar verkende in haar geliefde rollenspellen. Lang gold BioWare als een van de meest progressieve gamestudio’s ter wereld. Zeker ook op het identitaire vlak: met Jade Empire (2005) werd BioWare de eerste grote gamemaker die spelers de keuze gaf om een romance aan te gaan met een personage van hetzelfde geslacht. In hitseries Mass Effect en Dragon Age borduurde het bedrijf hier op verder.

Het legde het bedrijf tot begin jaren tien geen windeieren. Maar de invloed van het moederbedrijf, gamegigant Electronic Arts, liet zich steeds meer gelden. Mass Effect Andromeda (2017) was een rommeltje, Anthem (2019) een gefaalde poging om een onlinegametrend na te jagen. Nu rust de last van het voortbestaan van dit game-icoon op de schouders van hun nieuwe spel, Dragon Age: The Veilguard.

Ideeën voor deze game verdwenen in de tien jaar sinds de laatste Dragon Age, Inquisition (2014), meermaals in de prullenbak. Het zou een aardse heist-game worden over criminelen die een overval plegen, of nee, een grote onlinegame, of nee, toch weer iets anders. Zo’n voorgeschiedenis levert doorgaans rommelige spellen op, vol onafgemaakte brokjes oude trends. Een lot dat je BioWare niet zou toewensen.

Het goede nieuws: BioWare weet ondanks die bagage hier een schappelijke game te maken. De randjes van de brokjes zijn zichtbaar maar komen netjes bij elkaar. Meestal, althans: je kan je afvragen waar sommige ontwerpen vandaan komen, die veel te vrolijk ogen voor zo’n zware serie als Dragon Age. Al is de vormgeving van de wereld zelf nog altijd indrukwekkend, met prachtig ontworpen steden in het voor de serie nog nooit eerder verkende noorden van het continent Thedas. BioWare put inspiratie uit Venetië, Byzantium en Parijs op het hoogtepunt van hun macht en giet er een plens magie overheen, om die vervolgens in goed begrensde gebieden te serveren aan de speler.

Bevredigende explosies

Gelukkig is dit gewoon een leuke game om te spelen, met een fijn doch versimpeld vechtsysteem met sterke focus. Je bent niet meer bezig met het micromanagen van teamleden, de nadruk ligt op jouw personage en jouw reflexen. Je snelt over het slagveld, probeert op de juiste momenten klappen toe te dienen en gebruikt je teamleden voor combinaties van aanvallen die tot bevredigende explosies kunnen leiden.

Eigenlijk is dat meteen de enige grote verandering: de oude BioWare-formule – verhaal en personages staan voorop – is terug van weggeweest. The Veilguard volgt op het verhaal van Inquisition, dat eindigde met de openbaring dat de vriendelijke elf Solas eigenlijk een oude godheid is. Ooit scheidde hij per ongeluk de magische en de ‘echte’ wereld van elkaar. Hij wil die fout ongedaan maken, met apocalyptische gevolgen. Wij spelen nu Rook, die Solas in de eerste uren weet tegen te houden maar per ongeluk twee andere kwaadaardige elfse godheden vrijlaat.

Volgens goed BioWariaans gebruik moeten we als Rook teamleden verzamelen en de wereld om ons heen voorbereiden op de oorlog die komen gaat. Het spel speelt daarbij ruiterlijk leentjebuur bij het door bijna alle gamers geliefde Mass Effect 2 (2010): je moet je team écht goed leren kennen, anders eindigt de game in mineur.

Het valt en staat bij het schrijfwerk. BioWare had ooit het beste team schrijvers in de game-industrie, maar veel zijn vertrokken. Vooral in de eerste uren is Veilguard vaak plat, meer bezig met het bijpraten van de gamer dan het inkleuren van nieuwe verhalen. Gaandeweg glipt deze kramp uit de game. Het is moeilijk om niet te houden van personages als de koppige dwerg Harding, die ontdekt dat haar volk vroeger ook magie had, of de oudere doodsmagiër Emmrich die zijn eigen sterfelijkheid in de ogen moet kijken. Ze zoeken jou op voor advies, maar ook elkaar; het loont om na elke missie terug te keren naar de thuisbasis, om te kijken of je teamgenoten weer in een hoekje zitten te keuvelen met elkaar.

Het is in die keuvelgesprekjes over culturele en persoonlijke verschillen en overeenkomsten dat je de oude diepgang van Dragon Age terughoort. Maar BioWare lijkt banger dan vroeger om te schuren. Veel grote moeilijke keuzes zijn er niet: de belangrijkste vindt vroeg plaats, wanneer je moet kiezen welke stad je wil redden. Kies je ervoor om de macht te beschermen, of de onschuldige burgers?

Empathie en acceptatie

Van een Dragon Age-game verwacht je dilemma’s, die spelers dwingen om te reflecteren op hun waarden binnen en buiten de spelwereld. Ze ontbreken hier vaak, net als diepe discussies over religie (zoals in Inquisition) of slavernij (Dragon Age 2). Bovendien mist er continuïteit: in vorige games uit de reeks werd de wereld aangekleed met je verhaalkeuzes uit eerdere delen, maar hier is dat miniem. Thedas voelt kleiner.

Waar wil BioWare het dan wél over hebben? Over zelfontwikkeling, empathie en acceptatie. Vrijwel al je personages worstelen met vragen over persoonlijke identiteit, over hun plek in de wereld. Heeft het zin om te blijven vechten voor een gemeenschap die verloren lijkt, vraagt detective Neve; drakenjager Taash worstelt met hun genderidentiteit en complexe positie als migrantenkind.

Het is duidelijk dat de makers van BioWare moeite hebben met het veranderende politieke klimaat, met de toenemende vijandigheid tegenover diversiteit. Hun antwoord: luister goed en zorg voor elkaar. Lovenswaardig. Toch bekruipt soms het gevoel dat BioWare in alle goede bedoelingen net te graag les wil geven over hoe het hoort: soms is Veilguard openlijk didactief, in plaats van amuserend.

En toch, als de credits rollen, voelt het als zeuren in de marge. Met The Veilguard heeft BioWare een prima en bij vlagen emotionele game afgeleverd, die – zo mogen we hopen – de toekomst van een uniek gamebedrijf veilig stelt.


In de game Metaphor strijd je tegen oprukkend fascisme in Europa

De koning is dood. Vermoord door zijn eigen generaal die een poging doet de macht te grijpen in het fantasierijk Euchronia. Dat loopt net anders, als blijkt dat de overleden heerser een krachtige spreuk heeft uitgeroepen over het land, waardoor een politieke strijd losbarst: degene die voor een bepaalde datum de meeste harten van het volk verovert, wordt uitgeroepen tot nieuwe koning.

Wat volgt is een verkiezingsrace waar ook jij als speler aan meedoet. Jij weet als één van de weinigen de ware aard van de generaal en hoopt het rijk te redden door zelf de troon te bestijgen. Een unieke setting voor een rollenspel, waarin spelers zelden in de huid kruipen van politieke figuren.

Metaphor: ReFantazio is de nieuwste titel van regisseur Katsura Hashino, eerder bekend van de Persona-reeks. Dat waren games waarin je een bovennatuurlijke tiener speelde die het schoolleven moest combineren met nachtelijke verkenningstochten door kerkers gevuld met demonen. Voor de ontwikkeling van Metaphor startte Hashino een nieuwe studio om zich zo los te kunnen weken van het juk van Persona: deze game moest andere, volwassenere thema’s behandelen.

Het raamwerk van Persona is nog zien. Waar menu’s in andere games louter functioneel zijn, zijn ze bij Metaphor groots en expressief, een onderdeel van het gehele visuele ontwerp. Daarnaast zit de soundtrack vol onconventionele keuzes, zoals een monnik die vurig rapt in Esperanto.

Het verhaal van Metaphor duurt maanden, waarbij jouw personage iedere avond naar bed gaat en de tijd zich voorbeweegt. Je ziet het politieke landschap in die periode langzaam verschuiven. Steeds meer inwoners van Euchronia beginnen bijvoorbeeld te zien dat de generaal fascistische trekjes heeft door hoe hij campagne voert, maar tegelijkertijd blijkt hij ook een zeer bekwaam heerser. Een duidelijk goede keuze is er niet: zijn populariteit schommelt en op straat hoor je veel twijfels over hem – net als hoe bij een werkelijke verkiezing getwijfeld wordt.

Populisme in campagnetijd

Het is een verhaal dat zich makkelijk laat spiegelen met de werkelijkheid. Ook Euchronia is een gelaagde maatschappij vol culturen en discussies over migraties> In dit geval zijn de minderheden verschillende fantasie-rassen. Sommige verkiezingskandidaten worden actief gediscrimineerd wegens hun afkomst, terwijl anderen juist populair zijn omdat ze de belangen van een bepaalde bevolkingsgroep willen behartigen. Metaphor laat zien hoe effectief populisme kan werken in een verkiezingsstrijd.

Hoewel je campagne voert, is Metaphor in de regel een klassiek, Japans rollenspel. Je verkent verlaten kastelen en oude grotten, vindt betere uitrusting voor je team en verslaat reusachtige bazen die dreigen dorpen te verwoesten – in dit geval zogeheten humans, macabere wezens waarvan het ontwerp sterk is geïnspireerd door de Middeleeuwse Nederlandse kunstenaar Jheronimus Bosch. Door die wezens onderscheidt de fantasiewereld van Metaphor zich van het Tolkien-achtige dat je in soortgelijke games treft. Euchronia is een koninkrijk waar je gebruikelijke noties over fantasy niet kloppen en alles net anders in elkaar zit. Waar andere fantasy-titels vaak de middeleeuwen romantiseren, pakt Metaphor ook de harde, rauwe werkelijkheid uit die tijd er soms bij.

Steeds weer schotelt de game je een deadline voor om naartoe te werken: in het begin gijzelt bijvoorbeeld een tovenaar de lokale kathedraal waar hij dreigt binnen een week iets kwaadaardigs te doen. De klok tikt vervolgens af naar dit moment en laat je iedere game-dag één ding doen. Je kunt bijvoorbeeld de kathedraal in om zijn zombies te verslaan en de top te bereiken. Maar als je na een verkenningssessie moet uitrusten, gaat je team naar de lokale taveerne om te slapen en verstrijkt er weer een dag.

Het is een slimme manier om de druk op te voeren: als speler wil je graag alles doen wat er in de game te vinden is, maar dat gaat niet door de tijdsdruk. Ga je rechtstreeks naar de baas of heb je misschien nog de tijd om elders een sterk zwaard te vinden? Je kunt niet alles gedaan krijgen, waarmee de game je dwingt om steeds weer keuzes te maken.


Leeuwinnen veroveren de voetbalwereld en het Groot Dictee: dit zijn de mediatips van dit weekend

Voetballende leeuwinnen

In Leeuwin verhuist Rosi met haar ouders en broer van Suriname naar Nederland, het land van altijd tegenwind bij het naar school fietsen. Rosi, met Maradona-shirt en poster van voetbalster Lineth Beerensteyn op de muur, kan goed voetballen. Ze raakt bevriend met het Belgische meisje Jitte, net als Rosi een ‘vreemdeling’ in Nederland, en krijgt het aan de stok met een klasgenote die Rosi ervan verdenkt haar vriendje af te pakken. Dit subplotje is niet bijster origineel, maar verder is het vlot gemaakte Leeuwin een prima jeugdfilm. Zo heeft Cees Geel een leuke bijrol als strenge schoolconciërge en mopperende voetbalkantinebeheerder die sceptisch is over vrouwenvoetbal („te traag”). Dat Rosi’s poster van Ruud Gullit steeds van de muur waait, spreekt echter boekdelen: het is nu aan de Leeuwinnen om de voetbalwereld te veroveren. Hoofdrolspeler Alyssa van Ommeren deed eerder mee aan The Voice of Holland.

André Waardenburg

Rijk leven in een gamewereld

De Noorse Mats Steen wordt op jonge leeftijd gediagnosticeerd met een zeldzame spierziekte waardoor hij voor zijn tiende in een rolstoel zit. Volle dagen zit hij achter zijn computer te gamen en zijn ouders denken dat Mats op deze manier nooit zal „meemaken wat het is om verliefd te zijn, om vrienden te maken, om iets te betekenen in het leven van een ander”. Na zijn overlijden op 25-jarige leeftijd loopt de inbox van de familie Steen vol. Mats blijkt wél verliefd te zijn geweest, vrienden te hebben gemaakt, iets te hebben betekend in de levens van anderen. Niet in hun huis, maar in de online game World of Warcraft, waar hij digitaal zijn volste zelf kon zijn. The Remarkable Life of Ibelin schetst een ontroerend beeld van Mats’ sociale werkelijkheid in een wereld die nog altijd aan veel buitenstaanders voorbij gaat.

Len Maessen

Terugkeer van fantasylegende

Fans van de legendarische fantasyreeks Dragon Age hebben lang moeten wachten: tien jaar werkte rollenspelmaker BioWare aan de opvolger van hun hit Dragon Age Inquisition. Ondertussen verdwenen veel bekende namen bij het bedrijf en werd The Veilguard meerdere malen opnieuw opgestart. Een totale triomf is de uiteindelijke game niet, maar gezien de voorgeschiedenis is het resultaat beter dan verwacht. Een vers team helden neemt het op tegen de elf Solas, die zich in de vorige game openbaarde als een god met snode plannen. De charme van de personages staat als vanouds centraal. Daarnaast heeft BioWare eindelijk een adrenaline-opwekkend vechtsysteem verzonnen dat heerlijk wegspeelt. Wel jammer: een deel van de diepgang en de nuancs van eerdere delen ontbreekt.

Len Maessen

Groot Dictee is goed te maken

De zevende radio-editie van het Groot Dictee komt live vanuit de Centrale Bibliotheek in Rotterdam. Juryvoorzitter Gerdi Verbeet, oud-voorzitter van de Tweede Kamer, leest het door taalkundige, cabaretier en presentator Wim Daniëls geschreven dictee voor.

Twintig luisteraars nemen het op tegen twintig prominenten, onder wie staatssecretaris Vincent Karremans, cabaretier Erik van Muiswinkel, radiopresentator Roos Abelman en televisiepersoonlijkheid Ellie Lust.

De presentatie van het programma is in handen van de gelauwerde radiomaker Frits Spits.

Je kunt uiteraard thuis meeschrijven. Net als voorgaande jaren is de dicteetekst uitdagend, maar als je de spellingregels een beetje kent, heb je zeker een kans het dictee goed te maken.

Vincent Bijlo


Deze misdaadpodcast wordt alleen maar beter

Je zou zeggen dat een tweewekelijkse podcast over telkens één misdaad na tien jaar sleets wordt; dat de makers alleen doorgaan vanwege het succes, de luistercijfers, terwijl ze hun beste kruit allang hebben verschoten. Bij Criminal is dat niet het geval. De meest recente afleveringen zijn zelfs beter dan ooit. Wellicht heeft dat te maken met het oprekken van de definitie van misdaad.

Neem ‘Under the Wall’, uit oktober van dit jaar. Daarin horen we het verhaal van de Duitser Joachim Rudolph, die na zijn vlucht van Oost- naar West-Berlijn, honderden DDR-burgers via een tunnel naar het westen liet komen. Het lukt Phoebe Judge om in haar lijzige, beetje verwonderde stijl van praten ook van deze oude koe uit een verloren tijdperk een razend spannend verhaal te maken. Misdaad of niet.


Welbespraakte, zelfs artistieke moordenaar

Wie trekt zich iets aan van de bekende waarschuwing voor geweld en grof taalgebruik? Vooral Amerikaanse podcasts beginnen er regelmatig mee. Teergevoelig, overdreven gedoe. Bijna altijd. Maar niet bij Root of Evil. The True Story of the Hodel Family and the Black Dahlia. Een waarschuwing is bij deze serie op zijn plaats. De acht afleveringen tonen de gruwelijkheden waartoe mensen in staat zijn, in een vertelling opgerakeld door de twee achterkleindochters van een welbespraakte, maatschappelijk succesvolle en zelfs artistieke moordenaar, George Hodel (1907-1999). Hun moeder ontsprong de dans, maar hun tante laat op weinig bemoedigende wijze zien hoe intergenerationeel trauma kan werken.

De tamelijk subtiele en zelfs opgewekte wijze waarop achterkleinkinderen Yvette Gentile en Rasha Pecoraro de luisteraar meevoeren naar een diepe, bijkans onpeilbare poel van verderf is bijzonder. En de luisteraar krijgt terloops nog een lesje kunstgeschiedenis ook. Want de moordenaar, een in zijn ambities gefnuikte fotograaf, zou wel eens de collage-foto’s van zijn vriend Man Ray (1890-1976) voor ogen hebben gehad bij het misvormen van zijn slachtoffers.


Moord op een gevreesde journaliste

Als op het eiland Malta de journalist Daphne Caruana Galizia met auto en al de lucht in vliegt, denkt haar zoon Matthew meteen: „de rotzakken, ze hebben haar te pakken.” Dit vertelt hij aan de in Nederland geboren, Britse journalist Stephen Grey. In zes afleveringen ontrafelt die het verhaal achter de autobom. Zelfs de moordenaar staat hem te woord.

Malta is kleiner dan Schouwen-Duiveland dus nagenoeg iedereen kent elkaar in deze mini-staat. En dus komt Grey ver in zijn zoektocht naar de „rotzakken” en de motieven om de op het eiland beroemde, beruchte en gevreesde journalist te vermoorden. Vraag die de luisteraar door de serie trekt: van hoe hoog komt de opdracht? Vanuit de regering, dat is wel zeker. En zou zelfs de premier betrokken zijn geweest bij de moord op een vrouw die geheimen onthulde van een corrupte elite? Ook hem krijgt Grey te spreken.


Op pornosites zien we de koloniale erfenis, stelt Kelly-Qian van Binsbergen in haar nieuwe docu

Op pornosites zijn zoektermen als ‘Asian’, ‘Ebony’ (met zwarte mensen) en ‘Arabic’ (met mensen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten) erg populair. Documentairemaakster Kelly-Qian van Binsbergen vraagt zich in de driedelige docuserie Sexotisch af: Waar ligt de grens tussen een onschuldige seksuele voorkeur en racisme?

Seksueel racisme is volgens Van Binsbergen een nog onderbelicht onderwerp. „En dat terwijl seks en liefde universele thema’s zijn.” Raciale stereotypen beïnvloeden hoe mensen uit gemarginaliseerde groepen in de datingwereld en porno-industrie worden gezien en behandeld. Beelden zoals de ‘onderdanige’ Aziatische vrouw of de ‘gevaarlijke’ Arabische man worden vandaag de dag nog steeds als referentiepunten gebruikt. En dit maakt uit, want het heeft impact op hoe mensen uit deze groepen benaderd worden.

Vorig jaar debuteerde Van Binsbergen met de schokkende en tegelijkertijd hilarische documentaireserie De Afhaalchinees, die werd genomineerd voor de prestigieuze Zilveren Nipkowschijf. Van Binsbergen, zelf geadopteerd uit China, toonde op een uiterst persoonlijke manier het leed van geadopteerden en structurele misstanden van interlandelijke adoptie in Nederland. Met Sexotisch vertelt ze opnieuw een persoonlijk verhaal. „Ik zeg bij iedere productie dat het geen egodocument moet worden”, vertelt Van Binsbergen lachend op het kantoor van Omroep Zwart in Amsterdam. „Maar dat is een beetje mislukt.”

Waarom heb je Sexotisch gemaakt?

„Net als veel mensen zat ik te scrollen op een pornosite. En toen viel mij op dat etniciteiten pornocategorieën zijn. En dat is gek, kijk bijvoorbeeld naar de ‘Asian’ categorie. Ik ben zelf 1 meter 83, hoe ‘Asian’ ben ik dan nog? Aziatisch is niet één uiterlijk, maar een gigantisch spectrum. Er is niet zoiets als iemand die stereotype Arabisch, Aziatisch of zwart is, niemand valt in de categorieën van pornosites. En ook viel op dat er in deze categorieën verschillende gedragingen zijn. Ik kwam erachter dat hier academisch onderzoek naar is gedaan. Bij porno met zwarte mannen zijn de mannen bijvoorbeeld agressiever dan bij porno met niet-zwarte mannen. Er wordt op uiterlijke kenmerken gedrag geplakt. Ik en mijn team wilden hier meer over weten. Waar komen die categorisaties en de gedragingen die daar blijkbaar bij horen vandaan?”

En toen kwamen jullie bij wetenschappelijke onderzoeken terecht

„Ja, want blijkbaar is veel van wat we zien op pornosites overblijfsel van de koloniale erfenis. We hebben eigenlijk per ongeluk een geschiedenisprogramma gemaakt. Er zit sowieso opvallend weinig porno in de documentaire.”

Je sluit de serie af met: laat je volgende aftrekbeurt een moment van bezinning zijn.

„Haha, hoe ik dat heb verwoord is een beetje een grapje hoor! Maar ik probeer met humor serieuze zaken te vertellen. De boodschap die ik wil overdragen is dat het wel belangrijk is om na te denken waarom je kijkt wat je kijkt, en ook date wie je date. Veel hiervan gaat onbewust. Ik was me eigenlijk hiervoor ook niet bewust van het feit dat ik nooit een Aziatische man heb gedate. Waarom swipe je naar links bij die en rechts bij de ander? Waarom neuk je wel dit, maar trouw je niet dat?”

Zouden pornosites- en bedrijven ook aanpassingen moeten maken in hun aanbod?

„Dat gaat niet gebeuren. Pornobedrijven willen niets liever dan views en clicks krijgen. Dus zij gaan er alles aan doen om in te spelen op de wensen van mensen. Het probleem ligt niet bij de porno-industrie. Het probleem ligt bij het feit dat zij bieden wat de consument wil kijken. Waarom zou een pornosite zich bezighouden met moraliteit en ethiek?”

Denk je dat de porno-industrie hier geen verantwoordelijkheid in heeft?

„Ik denk dat zij er geen noodzaak in gaan zien zolang wij willen blijven masturberen op stereotypen. Porno is het meest sterke voorbeeld van vraag en aanbod. U wilt, wij bieden. Ik zie pornosites als de meest ongeremde versie van de weerspiegeling van een maatschappij. Het is de meest extreme variant van ‘je mag tegenwoordig ook niets meer zeggen’. Op pornosites mag je alles zeggen. We hadden dit programma ook over, ik noem maar wat, discriminatie op de huizenmarkt kunnen maken. Maar we hebben het kader van porno, liefde en relaties gebruikt omdat het mega-universeel is. We laten zien dat racisme en discriminatie in liefde en seks terug te leiden zijn naar machtsverhoudingen en de koloniale geschiedenis. Make colonialism hot again. Of nou ja, maak het een bespreekbaar en toegankelijk onderwerp voor jongeren.”

En nu druk bezig met nieuwe projecten?

„Ja, met het tweede deel van De Afhaalchinees! We zijn nu aan het draaien en het moet in april écht af zijn. We twijfelen nog over de titel of het De Afhaalchinees thuisbezorgd of De Afhaalchinees thuis-bezorgd gaat heten. Kan een afhaalchinees nog worden thuisbezorgd?”

Sexotisch is vanaf woensdag te zien op NPO3 en NPO Start.


Duivel in mantelpak en stuurse boeren in de grootste veehouderij ter wereld

Eindelijk: hij zit in het zadel, in een op maat gemaakt overhemd met het familielogo ‘M’ op de borst, en doet op volle kracht mee met de ‘muster’: het bij elkaar jagen van een grote kudde koeien om die vervolgens voor een mooie prijs te kunnen verkopen.

Kleinzoon Marshall Lawson (Sam Corlett) wilde er jarenlang niet van weten, maar er is geen ontkomen aan: hij hoort bij Marianne Station, „’s werelds grootste veehouderij” in het lege noorden van Australië, waar het klimaat, het land en de dieren „erop uit zijn om je te doden”. In het Netflix-drama Territory speelt de natuur een hoofdrol: regisseur Greg McLean, naar eigen zeggen een „trotse patriot”, maakte royaal gebruik van het naar Australische maatstaven riante budget dat de streamer ter beschikking stelde voor een zo episch mogelijke look. Het wemelt van de fraaie vergezichten en drone shots.

Op de grond, in en rond Marianne Station, volgen we intussen de geplaagde familie Lawson. Colin (Robert Taylor), de huidige baas en Marshall’s opa, dreigt het bedrijf door zijn eigen horkerigheid het faillissement in te jagen, en Colin’s zoons zijn ongeschikt om hem op te volgen: de jongste valt al in aflevering één van zijn paard en wordt door wilde honden verscheurd, de oudste verknalt zijn kansen door een drankprobleem. Marshall is de man die het moet gaan doen.

Het vergt enig inlevingsvermogen, deze familie van stuurs kijkende knokkers in de ‘outback’, maar dankzij de snelle plotwendingen en een integer acteursensemble voelt Territory al na één aflevering als vertrouwd: dit is een Aussie-soap vol ranch-romantiek. Anders dan in Yellowstone (met Kevin Costner als cowboy-maffioos in Montana, VS) wordt het boerenleven niet klakkeloos verheerlijkt: de rampen volgen elkaar in rap tempo op, al voorkomen de soms groteske twists in het script dat het ooit echt naargeestig wordt. De mannen gaan zo vaak met elkaar op de vuist dat het een wonder is dat ze nog tanden overhouden, een door een boze stier gespiest personage wordt binnen tien minuten begraven en als foto op het dressoir bijgezet.

Intussen worden ook serieuzer, eigentijdser kwesties aangestipt, en hier onderscheidt Territory zich van bijvoorbeeld de jaren tachtig-klassieker Dallas, waar een ranch eveneens het decor vormde voor verziekte familieverhoudingen en vrijages in het hooi, maar waar enig sociaal of ecologisch besef ver te zoeken was. Clarence Ryan speelt in Territory een mooie rol als Nolan Brannock, een man tussen twee culturen: hij probeert het lot van zijn kansarme Aboriginal gemeenschap te ontstijgen door een pact te sluiten met een miljardair met vergaande plannen voor het „ecologisch verantwoord ontwikkelen” van het land. Dat deze Sandra Kirby de duivel in mantelpak is, beseft de kijker eerder dan hij.

Sandra Kirby is een flat character, maar actrice Sara Wiseman maakt er het beste van, net als Philippa Northeast als de leergierige kleindochter Susie Lawson. Helaas pakt de grootste vrouwenrol juist minder goed uit: Anna Torv als schoondochter met grote ambities blijft een beetje hangen in gestresst fronzen. Haar geweten is evenmin schoon. Meer verraden zou zonde zijn; Territory levert zes uur lekkere, met zorg gemaakte tv.


Volle dagen aan het scherm gekluisterd, maar toch leidt Mats een rijk leven

Een handicap op latere leeftijd, dat voelt alsof je iets wordt afgenomen, vertelde een vriendin ooit. Iets reikt binnen in je ribbenkast en rukt er een stukje controle, een stukje eigen kunnen en waardigheid uit. De rest van de wereld vindt jou zielig; jij treurt voor wat je verloren hebt, maar bent ook woedend. Boos zoek je de grenzen op: waar en hoe kan je nog steeds zo vol mogelijk jezelf zijn?

Die zoektocht is het onderwerp van de documentaire The Remarkable Life of Ibelin, nu te zien op Netflix. De Noorse Mats Steen wordt op jonge leeftijd gediagnosticeerd met de ziekte van Duchenne. Het is een zeldzame spierziekte die hem langzaam maar zeker elk stukje controle afneemt – voor zijn tiende zit hij in een rolstoel. Hoe meer de ziekte om zich heen grijpt, hoe meer Steen zich afzondert. Hij zit volle dagen alleen maar achter zijn computer games te spelen. Zijn ouders zien het met lede ogen aan. Triest, denken ze: Mats zou op deze manier „nooit meemaken wat het is om verliefd te zijn, om vrienden te maken, om iets te betekenen in het leven van een ander”.

Na zijn overlijden op 25-jarige leeftijd plaatst de familie een bericht op het blog van Mats. Het is alsof een gordijn wordt opengetrokken: binnen enkele uren loopt de inbox van de Steens vol. Mats blijkt wél verliefd te zijn geweest, vrienden te hebben gemaakt, iets te hebben betekend in de levens van anderen. Niet in hun huis, waar dat stomme lichaam niet hetzelfde wilde als Mats, maar in de online game World of Warcraft, waar hij digitaal zijn volste zelf kon zijn.

Wat volgt is een emotionerend portret van een sociale werkelijkheid die nog altijd aan veel buitenstaanders voorbij gaat. Voor deze prachtige documentaire zocht regisseur Benjamin Ree contact met het ‘gilde’ waar Mats jarenlang lid van was. Starlight was – en is – een rollenspellengilde: een verzameling spelers die gebruikmaken van de mogelijkheid om te chatten en rudimentaire animaties in te zetten om samen een verhaal te vertellen. Daarom, ontdekte Ree, hielden ze logboeken bij met alle gesprekken die de spelers met elkaar voerden.

Rokkenjager

Ree liet animatoren los op dit archief, en brengt zo het verhaal in beeld van de ‘echte’ Mats Steen: zijn rijke leven als Ibelin Redmoore, detective, rokkenjager en steun en toeverlaat voor de Starlight-gemeenschap. Hij raakt daarmee aan een waarheid die vaak overschaduwd wordt door zorgen over schermtijd en aandachtsspanne. Mats verdween niet in een fantasiewereld: hij zocht nieuwe manieren om zich te uiten.

Digitale ruimtes als games kunnen een plek bieden om jezelf te verkennen. Om controle terug te pakken op een veilige manier. Wie grasduint tussen de rollenspelers ziet hoe gretig mensen gebruik kunnen maken van de afstand tussen fysieke realiteit en de sociale werkelijkheid van het internet om zichzelf te reconstrueren.

Mats doet denken aan mijn boze vriendin, die zichzelf tijdens haar eigen rouwproces telkens opnieuw uitvond – ze speelde de rol van nieuwsgierige ingenue, van onzekere superheldin, schrijft nu de rol van een stekelige heks die het verlies van haar krachten compenseert met woedende vastberadenheid. In de gedeelde gemeenschap rond haar rollenspel vond ze steun en acceptatie. Achter het scherm zie je de rolstoel niet, slechts haar indrukwekkende creativiteit en warme persoonlijkheid. Met die indruk in het achterhoofd wordt haar handicap in het echt ook slechts een deel van een vol persoon.

Aansluiting

The Remarkable Life of Ibelin schetst een ontroerend beeld van precies deze realiteit, herkenbaar voor iedereen die ooit iets van betekenis heeft gevonden in de krochten van het internet. Mats Steen vindt, zoals velen, online vooral aansluiting en een eigen identiteit.

Jarenlang weten zijn vrienden – en de Nederlandse Lisette, voor wie hij romantische gevoelens koestert – niet dat hij een handicap heeft. Zijn lijf is in hun belevingswereld dat van Ibelin, met zijn guitige glimlach en flinke spieren. Hij helpt waar hij kan: wanneer de ouders van Lisette haar pc weghalen en zij in een depressie stort, stuurt Ibelin een brief om aan hen mee te geven. Xenia, die worstelt om contact te maken met haar autistische zoon, kan haar hart luchten bij Ibelin. „Ik heb mijn relatie met mijn zoon aan hem te danken”, vertelt ze jaren later.

Zelf raakt hij uiteindelijk verstrikt in dezelfde vrijheid die het internet hem biedt. Hij durft zichzelf niet te laten zien, en vermijdt elke kans om zijn online vrienden in het echt te ontmoeten. Maar de kracht van echte sociale connectie laat zichzelf niet afstompen door het internet; de vrienden van Ibelin bereiken hem met veel moeite toch. „Je hebt iets betekend in deze wereld”, stoppen ze hem toe.

Dat ‘deze wereld’ digitaal is, doet er niet toe, beseffen ook de ouders van Mats uiteindelijk. Hun zoon had een rijk emotioneel leven, dat hij in de laatste maanden van zijn leven zelfs durfde te delen.

Op de begrafenis spreekt zijn vader van opluchting, te midden van een groot verlies: Mats heeft ertoe gedaan. Voor hun, voor zijn vrienden, voor Lisette.

En nu ook voor de kijker.


‘Hun humor is tijdloos’ – na vijftig jaar is Van Kooten & De Bie nog steeds relevant voor jonge makers

„Ik zag Van Kooten & De Bie voor het eerst bij een buurjongetje toen ik een jaar of tien was”, vertelt theatermaker en komiek Khalid Akouzdame. „Ik snapte de sketch niet helemaal, ik was een kind en bovendien was het voor mij anders dan voor mijn buurjongen. Ik ben wel opgegroeid in een tamelijk witte omgeving, maar heb Marokkaanse ouders. De culturele nuance ontging mij. Toch fascineerde het me hoe de ouders van mijn buurjongen het zo grappig vonden. Dat had ik ook bij mijn eigen ouders als zij Marokkaanse komedie keken en over de bank rolden van het lachen.”

Jaren na het zien van de sketch bij z’n buurjongen begon Akouzdame zelf als komiek te werken. Hij is een van de oprichters van Borrelnootjez, een satirisch duo bekend van hun sketches op Instagram en YouTube. Zo kwam hij weer in aanraking met het werk van Van Kooten en De Bie. „En toen kwam ik er ook achter hoe vet hun sketches echt zijn. Het is zo een gevarieerd palet aan typetjes en sketches. Dit proberen wij ook met Borrelnootjez. Hun tempo was lager, echte slow humor, zo’n sketch zou je nu niet kunnen plaatsen op TikTok. Maar de grappen en hun benadering van de maatschappij zijn zo gevat en de chemie tussen de acteurs is echt heel erg sterk. De manier waarop zij komedie deden is tijdloos. Ik denk dat zij daar echt wel de beste in zijn in Nederland.”

Het werk van Kees van Kooten en Wim de Bie blijkt nog steeds relevant voor jonge makers. Vijftig jaar na de eerste uitzending van het Simplisties Verbond sprak NRC met jonge tv- en theatermakers die in veel gevallen te jong zijn om Van Kooten & De Bie live te hebben gezien. Toch noemen zij stuk voor stuk het legendarische duo als één van hun belangrijke inspiratiebronnen.

Vijftig jaar geleden, op 28 oktober 1974 om precies te zijn, richtte het Haagse satirisch duo Kees van Kooten en de vorig jaar overleden Wim de Bie de fictieve organisatie Simplisties Verbond op. De naoorlogse wereld was veel te ingewikkeld geworden, alles moest simpeler. Op 6 november werd de eerste aflevering van het gelijknamige programma op televisie uitgezonden. In iedere uitzending kwamen voorbeelden aan bod van veel te gecompliceerde, bureaucratische voorvallen in het dagelijks leven van de Nederlander: „Daar moet de mattenklopper overheen!”

Het Simplisties Verbond en latere programma’s van het duo als Keek op de week en Koot & Bie boden commentaar op actualiteiten via sketches en iconische typetjes. Decennialang waren ze zo ongeveer verplichte kost voor televisiekijkend Nederland en de komieken worden vandaag de dag beschouwd als de grondleggers van het satirische nieuwsprogramma.

Wie de sketches terugkijkt kan het niet ontgaan hoe profetisch sommige karakters en situaties zijn gebleken. In De Nationale Privacytest uit 1987 speelden Van Kooten en De Bie al met het idee van privacyverlies. Voor twintigers die voor het eerst de sketch zien over de aanzuigende werking van Laren op nep-VVD’ers is het leuk dat De Bie Mark Rutte zo goed na kan doen, de sketch stamt echter uit een tijd vóór Ruttes politieke opkomst.

Vooruitziende blik

Maar het bekendste voorbeeld van hun vooruitziende blik blijft de Tegenpartij, een fictieve rechts-populistische partij van de personages F. Jacobse en Tedje van Es – „voor alle Nederlanders die niet meer tegen Nederland kenne.” De ideeën en voorstellen van de Haagse ‘vrije jongens’ zijn vandaag de dag zo terug te lezen in de verkiezingsprogramma’s van Nederlandse rechts-radicale partijen. Overigens liep de grap een beetje uit de hand: de Tegenpartij werd zo populair, dat men verwachtte dat zij een aantal zetels in de Tweede Kamer konden winnen. Van Kooten en De Bie besloten hun personages vlak voor de verkiezingen in 1981 symbolisch te ‘laten sterven’ in een poging tot staatsgreep.

https://www.youtube.com/watch?v=4dMJvpbKLKc

Jonge komieken trekken nog steeds lessen uit de technieken van het duo. Akouzdame van Borrelnootjez: „We zijn op een gegeven moment heel technisch naar hun sketches gaan kijken. Hoe doen zij dat en waarom?” Stand-upcomedian Martijn Koning, bekend van onder andere zijn theatershows en het televisieprogramma Comedy Train: „Het is eigenlijk het beste wat wij ooit in Nederland hebben gehad. Wat zij toen deden, lukt mensen nu nog niet eens goed. Het was inhoudelijk zó sterk, supergrappig en hun timing en punchlines klopten gewoon. Dat is zo ontzettend knap, wat zij maakten zijn onvoorstelbare kunstwerkjes.”

F. Jacobse en Tedje van Es van de Tegenpartij.
Beeld VPRO

Van Kooten en De Bie hebben een blijvende invloed op de Nederlandse taal gehad. Twintigers van nu hebben vaak geen idee dat termen als ‘zo stoned als een garnaal’, ‘jemig de pemig’, ‘regelneef’ en ‘doemdenken’ hun oorsprong in het werk van Van Kooten & De Bie. Vandaag de dag staan in de Dikke van Dale ruim veertig woorden en gezegdes die zijn geïntroduceerd door het duo.

Te veel bureaucratie

„De regelneef is zo’n typisch voorbeeld van hun uniek goede humor,” vertelt Jeroen Woe, cabaretier, muzikant, theaterregisseur en programmamaker. „Dat zij kunnen bedenken dat er in een land met veel te veel bureaucratie iemand moet komen om de zee te regelen. Dat is zo’n mooie, geestige en poëtische manier om het nieuws inzichtelijk te maken. Wat zij deden is ongeëvenaard.”

Woe is bekend als lid van het cabaretduo Van der Laan & Woe van het satirisch actualiteitenprogramma Even tot hier. Vergelijkbaar met Van Kooten & De Bie, geven ze duiding aan het nieuws op een komische wijze. „Als je naar Nieuwsuur kijkt, dan hoor je wat er allemaal gebeurd is. Maar hier zit geen emotie onder. Wij proberen, net als Van Kooten en De Bie dat deden, een kijkrichting mee te geven. ”

Woe was zelf nog een kind toen Van Kooten en De Bie op televisie waren. „We waren met de hele familie bij mijn oma om Keek op de week te kijken. Als kind kreeg je niet de link met het nieuws mee, maar die types, zoals die twee oude dametjes of de boze voetbalsupporter, waren voor iedereen grappig.”

„Met die types trapten ze alle heilige huisjes omver”, zegt Koning. „Dit deden ze niet op de lompe, goedkope manier die nu vaak op tv te zien is, maar juist intelligent en inhoudelijk. Nu is het provoceren om het provoceren. Zij braken, zonder dit als doel te hebben, door muren heen.”

https://www.youtube.com/watch?v=k6QKH_NGkJM