Tv-recensie | Vrijwel alle talkshows zijn nu op de hand van de VVD

Goedemorgen Nederland (NPO 1) begon dinsdagochtend de tweede helft met een vrolijk itempje over Rick Astley, wiens oude hit ‘Never Gonna Give You Up’ de mijlpaal van één miljard streams op Spotify had gehaald. Ze moesten aan gast Sjuul Paradijs, Telegraaf-baas in ruste, uitleggen wat ‘rickrolling’ betekende: de online prank dat mensen elkaar schijnbaar een leuke filmpje stuurden, maar in werkelijkheid de zeurderige oorwurm van Astley.

„Laten we voor nog mee rock-’n-roll naar Den Haag gaan!” zei de presentator, en hij schakelde naar zijn olijke verslaggever in de gang van de PVV-fractie. Die was net zijn praatje begonnen toen hij werd meegesleurd door een stroom cameramensen richting de witte branddeur. Hij ontkwam nog net, met het microfoonsnoer om zijn nek. Rock-’n-roll! Toen Geert Wilders door de branddeur stapte om de val van zijn kabinet aan te kondigen, had Goedemorgen Nederland verder het nakijken: het NOS Journaal brak in en nam de uitzending over.

Zo denderde het de hele dag door. Iedereen mocht Wilders een stomp geven. AD-verslaggever Elodie Verweij vertelde in Eva (NPO 1) dat ze Wilders diep in de ogen had gekeken. Ze zag: „Een man die weg wilde.” Het gaat om een scheiding, verduidelijkt politiek duider Ron Fresen. „Nou, iemand is uit het huis gerend en laat ons met de afwas achter”, verscherpte demissionair minister Eelco Heinen (Financiën, VVD). De in de steek gelaten coalitiegenoten van Wilders waren verbijsterd, pissig en teleurgesteld, de val van het kabinet was „onverantwoordelijk” en „onnodig”. Vijftien uur lang werd dit verhaal herhaald in alle nieuwsrubrieken en talkshows.

Alle talkshows? Nee, één programma bleef dapper weerstand bieden tegen het dominante narratief: Ongehoord Nieuws (NPO 1). Hier in de Upside Down vonden ze het terecht dat Wilders wegliep uit het kabinet. Had hij veel eerder moeten doen. Hij werd in de coalitie namelijk enorm tegengewerkt. Dat kabinet was niet eens rechts te noemen. Volgens het programma kon Wilders bij de verkiezingen op een grote overwinning rekenen. Het eigen volk stond immers pal achter zijn asielplannen. Ze verweten Wilders wel dat hij niets aan de opbouw van zijn beweging deed. Voorbeeld: „Er is niemand met een beetje conservatief geluid bij de NPO terechtgekomen.”

Drie keer De Telegraaf

Huh? Het schokkende is juist dat de publieke omroep drie keer De Telegraaf is geworden. Hoofdzender NPO 1 wordt iedere werkdag geopend door Goedemorgen Nederland en afgesloten door Goedenavond Nederland – talkshows van de rechtse omroep WNL, ooit opgericht door De Telegraaf. Tussendoor komt Eva, waar VVD-sympathieën ook als vanzelfsprekend gelden. Eva Jinek was voor de gelegenheid teruggekomen van vakantie en presenteerde haar talkshow ná die van haar invaller, Hila Noorzai. Pijnlijk voor de invaller want Jinek zette een wervelende politieke show neer waarbij alle andere praatprogramma’s verbleekten.

Het schokkende is juist dat er nog weinig ruimte is tussen Ongehoord Nieuws en de andere talkshows. Die zijn weliswaar allemaal op de hand van de VVD maar ze verkondigen dezelfde ideeën. Zo is het volkomen normaal om „migratie” (lees: vluchtelingen van kleur) als „groot probleem” aan te merken.

Dat bleek het sterkste bij Vandaag Inside (SBS6). Net als Jinek was Johan Derksen voor één dag teruggekomen van vakantie om met een slordige vakantiebaard de val van het kabinet te bespreken. De machtige opinieleider (één miljoen kijkers) schaarde zich ooit achter Baudet en daarna achter Wilders. Nu zei hij dat hij zich schaamde voor die dwaling. Hij was terug bij de VVD.

Goed nieuws voor Dilan Yesilgöz, die bij hem aanschoof. De VVD-leider gaf de verkiezingscampagne een vliegende start door in maar liefs drie talkshows op rij te verschijnen. Haar repeterende boodschap: Wilders is een wegloper die er niets van bakt, dus je kunt beter op mij stemmen, want ik heb precies dezelfde ideeën over asielzoekers en moslims.

Zo begon de verkiezingsstrijd in het grimmige besef dat alle tv-zenders stevig in handen zijn van xenofoob rechts. En dat de kiezers straks worden ge-geert-rolled: ze denken dat ze op die keurige VVD stemmen, maar ze krijgen het oude liedje van Geert Wilders.


De maker van ‘Succession’ richt zijn pijlen opnieuw op hyper-rijken

220 miljard, 63 miljard, 59 miljard en 521 miljoen: de vier hoofpersonen van satire Mountainhead brullen aan het begin van de film hun vermogen tegen de bergtoppen in de Amerikaanse staat Utah. Degene met het hoogste bedrag krijgt een lauwerkrans na dit wedstrijdje ‘verplassen’ voor techbazen. Zou het toeval zijn dat de winnaar, de eigenaar van het fictieve sociale mediaplatform Traam, de naam Venis heeft, wat rijmt op ‘penis’? Dat de luxueuze bergvilla in Utah waar ze in de film een weekendje gaan pokeren Mountainhead heet, is alvast bewust een knipoog naar The Fountainhead, Ayn Rands beroemde ode aan individualisme.

In zijn regiedebuut richt Jesse Armstrong, de bedenker van de veelbekroonde hitserie Succession, zijn pijlen opnieuw op hyperrijken. Ditmaal op techmiljardairs. Zijn personages zijn een amalgaam van types als Elon Musk, Mark Zuckerberg of investeerder Peter Thiel. Het soort techbro dat ook in het laatste seizoen van zijn satirische serie over de miljardairsfamilie van mediatycoon Logan Roy opdook. Het levert een film op die tegelijkertijd scherp én gemakzuchtig voelt. En daardoor afwisselend onderhoudend en wat saai.

Terwijl de vier mannen in de villa pretenderen hun oude vriendschap nieuw leven in te blazen via een combinatie van hielenlikkerij, sneren en snacks, vliegt de wereld om hen heen in brand. Een update van Traam spuwt een zee van levensechte deepfakes en onverifieerbare desinformatie de wereld in, wat leidt tot genocidaal geweld, oorlogen en marktinstabiliteit.

Dat leed krijgen de vier alleen mee via hun telefoon. Zelf zijn ze druk met de geheime agenda’s die ze meenamen naar de villa. Zo aast Venis (Cory Michael Smith) – onder druk van de buitenwereld – op de AI van Jeffs (Ramy Youssef) bedrijf. Die zou de haatverspreidende upgrade van zijn sociale mediaplatform in goede banen kunnen leiden. Jeff weigert een deal. De terminale tech-investeerder Randall (Steve Carell) wil dan weer via Venis’ technologie onsterfelijk worden. En de „soepkeuken” (Jason Schwartzman) of miljonair van het groepje, wil zijn eerste miljardje binnenharken.

Recordtempo

Mountainhead werd in een recordtempo gemaakt. Armstrong had het idee in november 2024, minder dan een jaar later is de film af. Hij was gehaast want vreesde onder meer dat de wijze waarop AI en de ongebreidelde macht van techmiljardairs aan bod komt, ingehaald zou worden door veranderingen in de realiteit. Niet onterecht én actualiteit van het onderwerp betaalt zich zeker uit. De film speelt met het onbehagen dat velen voelen bij de huidige razendsnelle AI-ontwikkelingen. Het scenario voelt bij momenten visionair als je bedenkt dat Armstrong het schreef nog vóórdat iemand als Musk de Amerikaanse overheidsuitgaven te lijf mocht gaan. In Mountainhead zien we hoe samen met de chaos in de buitenwereld, ook de hybris bij de villa-gasten toeneemt. Ze beginnen zich steeds concreter voor te stellen hoe zijzelf de leiding over delen van de wereld kunnen overnemen.

Tegelijkertijd heeft de snelheid waarmee de film is gemaakt er toe geleid dat de satire niet zo scherp is als hij had kunnen zijn. Het eerste uur is vooral gevuld met ambitieus gesneer, pseudo-filosofische geratel en techbro-lingo als „Het tegengif van slechte tech, is goede tech”. Bij momenten geestig en goed gebracht, maar uiteindelijk gaat het wat vervelen. Ook omdat de personages vrij cartoonesk zijn én blijven. Succession bewees dat het mogelijk is de kijker te laten geven om verschrikkelijke figuren, als ze gelaagd voelen. Dat ontbreekt hier.

En net als het echt interessant begint te worden – en je benieuwd raakt hoe een vakman als Armstrong een wereld waar techmiljardairs echt openlijk alle touwtjes in handen krijgen eruit zal laten zien en bespotten – ontsporen de zaken volledig in een richting die meer slapstick is dan verrassend. Daardoor voegt Mountainhead uiteindelijk weinig toe aan de vele satires en parodieën op wereldvreemde, afgestompte rijkaards waarmee kijkers de afgelopen jaren werden overspoeld.


Journalist en presentator Peter de Bie (75) overleden

In zijn woonplaats Aerdenhout is journalist en presentator Peter de Bie dinsdag overleden, op zijn 75ste verjaardag. Dat heeft Omroep MAX bekendgemaakt. De Bie was bij bekend als presentator van het radioprogramma TROS Nieuwsshow, dat hij vanaf 1996 presenteerde met Mieke van der Weij. Het programma, dat op zaterdagochtend op NPO Radio 1 te horen was, ging de afgelopen jaren verder bij Omroep MAX onder de naam Nieuwsweekend.

De Bie was al lang ziek: in 2022 nam hij definitief afscheid vanwege problemen met zijn gezondheid. Volgens de omroep was zijn lichaam „op”. De Bie leed aan hartfalen en had andere gezondheidsklachten. „Als m’n lijf ’t nog zou doen, had ik nog wel even door gewild”, staat in het persbericht van de omroep. Zijn vrouw, presentatrice Dieuwertje Blok, overleed in maart op 67-jarige leeftijd aan kanker.

Volgens Jan Slagter, directeur van Omroep MAX, is De Bie van grote waarde geweest voor de Nederlandse radio en televisie. „Met het overlijden van Peter moeten we tot mijn grote verdriet weer een publieke omroep-icoon missen”, zegt hij. De omroepcarrière van De Bie begon in 1977.

Oud-collega Van der Weij zegt in hetzelfde persbericht: „Hij had humor en was totaal onverschrokken in dat hiërarchische Hilversum. Peter was na 25 jaar een soort echtgenoot die je gelukkig niet de hele dag om je heen had, ik had hem voor geen goud willen missen”.

Van der Weij en Martijn van Dijk, eindredacteur van Nieuwsweekend, staan donderdagmiddag stil bij het overlijden van Bie in het tv-programma Tijd voor MAX op NPO1.


Tv-recensie | Hoe kan het dat Nederland zo is afgegleden? Johan Fretz heeft het antwoord

Geert Wilders zat dinsdagavond op zijn gemak naar het Achtuurjournaal te kijken. Het ging goed, hij had de opening. Nadat hij met een kabinetscrisis had gedreigd en zijn coalitiegenoten na crisisberaad had heengezonden, zat de PVV-leider nu al drie kwartier verschanst achter een witte branddeur. Aan de andere kant van de deur stond een kluitje journalisten die deur te filmen. De NOS had er een liveblog voor geopend. Soms zag je een journalist haar oor tegen de deur te luisteren leggen. De journalisten spraken over crisis, chaos, onvoorspelbaarheid – woorden naar zijn hart.

„Marleen, enig idee waarom Wilders zo lang binnenblijft?” vroeg de presentatrice aan de verslaggever bij de deur. Ja, dat wist ze wel, maar dat ging ze niet zeggen: zodat hij het hele Achtuurjournaal kon domineren. Zo lang hij niet verscheen, bleven ze over hem praten. Net als in het toneelstuk Wachten op Godot.

Na acht minuten dreigde het mis te gaan, de presentatrice kondigde een ander onderwerp aan: Ridouan Taghi kon geen advocaat vinden. Oei, de aandacht lekte weg. Wilders deed snel de deur open. Het journaal onderbrak Taghi en keerde terug naar Den Haag, waarna Wilders nog eens vijf minuten aandacht erbij kreeg. Bijna de helft van het Achtuurjournaal was voor hem! En ook nog tweehonderd woorden in de tv-recensie van NRC! Kijken of hij dat morgen kon overtreffen. Als hij nu ’s ochtends het kabinet liet vallen, zou hij dan ’s avonds het héle Achtuurjournaal krijgen?

Een nieuw proletariaat

Na het avondje Wilders vroeg ik me weer eens af: hoe is Nederland zo afgegleden? Gelukkig is er Johan Fretz om daar antwoord op te geven. Samen met regisseur Juul Op den Kamp maakte hij drie jaar geleden What’s Left: over de teloorgang van de PvdA en de sociaaldemocratie. In het vervolg What’s Right geven ze een sociaal-politieke geschiedenisles over de bijhorende teloorgang van de verzorgingsstaat.

De eerste aflevering ging over het uitkleden van het arbeidsrecht, waardoor we nu met een met een nieuw proletariaat van dagloners zitten: 40 procent van de werkende mensen zit in de zogenoemde flexibele schil. In dit onderwerp kwam Fretz op vertrouwd terrein, ‘de puinhopen van Paars’ uit de jaren negentig.

In de tweede aflevering, zondag op NPO 2, ging het over de zorg en bleef de PvdA voor het eerst enigszins buiten schot. Het waren vooral de christendemocraten die de gezondheidszorg in 2006 aan de vrije markt overleverden, met alle ellende van dien. Patiënten, huisartsen en verpleegkundigen worden afgeknepen, zorgverzekeraars en investeerders lopen binnen.

Fretz is bekend van zijn politieke tirades op de socials en in de podcast Waanzinnig Land. Op tv is hij rustiger en gestructureerder, maar nog steeds gedreven, losjes formulerend en met humor. Bovenal is What’s Right enorm leerzaam. Essentiële televisie. Fretz heeft veel politieke hoofdrolspelers van weleer voor zijn camera gekregen, maar vaak krijgen ze maar een paar zinnen. Niet erg, heel interessant zijn ze niet. Boeiender zijn bijvoorbeeld de experts en de SP’ers, de politici vanuit de oppositiebanken die al de hele tijd al riepen dat het verkeerd ging.

De volgende weken behandelt Fretz nog de wooncrisis en migratie. Je zou denken dat die laatste de nadruk zou moeten krijgen – gezien de huidige politieke constellatie. Maar door uit te leggen hoe gewone Nederlanders steeds minder macht en steeds meer onzekerheid hebben in werk, zorg en wonen, toont Fretz hoe de gevestigde partijen het bedje spreidden voor Geert Wilders en zijn afbraakpolitiek van ruzie, crisis en schijnproblemen.


Volop waarschuwingen voor oplichting met stemklonen – maar slachtoffers zijn schaars

Een oplichter die je belt met de stem van je moeder of geliefde en vervolgens vraagt om geld over te maken: een griezelige gedachte. Maar geen sciencefiction, volgens een AD-artikel van juni vorig jaar met de kop ‘Criminelen gaan zich ook hier telefonisch voordoen als vriend’. De krant voorspelt dat oplichting met door AI gekloonde stemmen nog „dit jaar voet aan de grond zet in Nederland”. Omroep WNL gaat nog verder en bericht dat criminelen in Nederland nú al „steeds vaker op deze manier toeslaan”. Vrijwel alle grote media besteden aandacht aan het onderwerp, ook NRC, hoewel terughoudender: „Wat doen we als we zelfs de stem van onze geliefden niet meer kunnen vertrouwen?”

De Rijksoverheid lanceert in de zomer van 2024 zelfs een bewustwordingscampagne. Het heeft een onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat veel Nederlanders de echte stem van radio-dj Ruud de Wild niet kunnen onderscheiden van diens stemkloon en verwacht dat deze truc „op korte termijn ook in Nederland ingezet zal worden door criminelen”.

Toch is het na ruim een jaar aan alarmerende berichtgeving nog zoeken naar mensen die daadwerkelijk opgelicht te zijn met de stemkloon van een bekende. De Fraudehelpdesk ontving tot nu toe maar twee meldingen van oplichting waarbij volgens de melder sprake was van een gekloonde stem. „En die hebben we niet kunnen verifiëren”, zegt woordvoerder Tanya Wijngaarde. De Fraudehelpdesk is het belangrijkste meldpunt voor pogingen tot online oplichting. „Als wij ergens niet van weten, is de kans groot dat het niet gebeurt.” Over de schrale oogst is de Fraudehelpdesk, die zich eveneens grote zorgen maakte, „zelf ook verbaasd”.

Geavanceerde technologie

Dat digitale oplichting in opkomst is, lijdt geen twijfel: de Fraudehelpdesk ontvangt maandelijks tegen de 60.000 meldingen van (vooral online) fraudepogingen. Wel zetten experts tegenover NRC vraagtekens bij de aandacht die voice cloning daarbij krijgt. Volgens hoogleraar computervisie en AI aan de Universiteit van Amsterdam Theo Gevers zijn er nog grote obstakels om iemand telefonisch op te lichten met de stemkloon van een familielid of vriend. De technologie mag dan „behoorlijk geavanceerd” zijn, aldus Gevers, het voeren van een live gesprek middels een stemkloon is erg bewerkelijk.

Eerst over die technologie, die inderdaad vergevorderd is. Het programma ElevenLabs, de gouden standaard in de voice cloning-wereld, heeft maar 10 seconden van iemands stem nodig om hem te klonen. Vervolgens kan de gebruiker intypen wat hij de kloon wil laten zeggen. In jargon heet dit tekst-naar-spraak. „Je kunt in feite niet meer herkennen of het een echte stem is of niet”, zegt Gevers. Hij ontwikkelt zelf ook AI-stemklonen – maar dan voor positieve doeleinden zoals traumaverwerking bij slachtoffers van misdrijven. „Stemklonen zijn tegenwoordig ook goed in intonatie en zelfs emotie.”

Maar daarmee ben je er dus nog niet als fraudeur die iemand telefonisch voor de gek wil houden. Die moet zijn eigen stem live kunnen omzetten in de kloon. Oftewel: spraak-naar-spraak. „Daarbij is de kwaliteit lager dan bij tekst-naar-spraak, en er zit veel vertraging voor de antwoorden. Zoals wij nu met elkaar praten, is de responstijd tussen de 0 en 0,1 seconde. Live AI-stemklonen zitten op 0,5 tot 2 seconden.”

Dat klinkt uiteraard onnatuurlijk, en dat merken mensen, zegt Gevers. Verdwijnen die pauzes door de voortsnellende techniek straks? Gevers vraagt het zich af. „0,1 seconde zou haalbaar kunnen zijn, maar dan heb je wel een heel zware computerchip nodig, die heel kostbaar is.” Een andere bottleneck is de taalbarrière. Stemkloontechnologie wordt vooral getraind met grote talen als het Engels; Nederlands is volgens Gevers commercieel niet aantrekkelijk en daardoor nog onderontwikkeld. „Zeker spraak-naar-spraak-gesprekken lukken in het Nederlands nu echt niet.”

Maatwerk

Bovendien vergt oplichting met voice cloning veel maatwerk. „Je moet een slachtoffer selecteren, van diegene een geliefde of een familielid zoeken, daarvan een stemopname vinden, en vervolgens een goede stemkloon maken”, zegt Boudewijn van der Valk, die het fraude-expertteam leidt bij ING. Voor zover hij weet is deze methode op dit moment „niet bestaand” – al kun je nooit 100 procent uitsluiten dat het gebeurt. Zeker is wel dat het leeft onder mensen. „Als ik op feestjes praat over mijn werk, dan is dit een van de onderwerpen die ter sprake komen.”

Ook universitair hoofddocent cybrercrimepreventie aan de TU Delft Rolf van Wegberg heeft voice cloning-oplichting „nog niet in het wild gezien”. Volgens Van Wegberg, die ook optreedt als getuige-deskundige in rechtszaken, heeft de technologie „risico en potentie”, maar net als Van der Valk noemt hij het ook omslachtig en veel werk. Zoveel moeite doen oplichters doorgaans alleen bij grote instellingen. „Dan weet je dat het om tonnen aan losgeld gaat dat je kunt buitmaken.” Bij particulieren weet je van tevoren niet „of er rendement uitkomt” en zoeken oplichters naar efficiëntere methodes.

Dat zegt ook Wijngaarde van de Fraudehelpdesk. Ze verwijst naar telefoontjes waarbij een bandje wordt afgespeeld, zogeheten robocalls. Het slachtoffer wordt dan bijvoorbeeld gevraagd toegang te geven tot de computer of internetbankieren. Zo’n tactiek kan geautomatiseerd op talloze mensen tegelijk worden losgelaten. Hetzelfde geldt voor WhatsAppjes van een kind dat zogenaamd zijn telefoon is verloren en pa of ma vanaf een leentelefoon vraagt om geld. Zulke methodes zijn zo succesvol, dat oplichters meer geavanceerde trucs wellicht niet nodig hebben, zegt Wijngaarde.

Gerichtheid op anekdotes

Dat de technologie er is om stemmen te klonen, maakt het dus nog niet gelijk geschikt voor oplichting. Toch circuleren er in de media enkele verhalen, vooral uit het buitenland. Zo komt in veel artikelen hetzelfde relaas terug van een Amerikaanse vrouw die gebeld zou zijn door een stemkloon van haar dochter die ontvoerd zou zijn, waarna de ontvoerders losgeld eisen. Gevers is sceptisch over dergelijke onverifieerbare verhalen. „Ik geloof het pas als de stemopname is geanalyseerd met stemtools, inclusief de nieuwste AI-detectoren.”

Gevers wijst er ook op dat de conclusie dat iets AI is soms te snel wordt getrokken. Hij verwijst naar een incident uit 2021, waarbij de Tweede Kamer met een deepfake van een medewerker van Alexei Navalny zou hebben gesproken. Bij een deepfake wordt niet alleen de stem, maar ook het gezicht van iemand met AI nagemaakt. Maar de medewerker bleek ‘gewoon’ een bedrieger van vlees en bloed.

Volgens deskundigen is er een dilemma tussen op tijd voor iets willen waarschuwen, en niet aan bangmakerij willen doen

Het risico van aandacht voor spannende scenario’s als voice cloning is dat het ten koste gaat van de aandacht voor methodes die veel meer Nederlanders raken, zoals de eerdergenoemde WhatsApp-fraude.

Van Wegberg vindt dat de berichtgeving over cybercriminaliteit „soms een hoog Shownieuws-gehalte heeft”. Journalisten vragen hem vaak naar een actueel voorbeeld van cybercrime waar ze hun artikel aan kunnen ophangen. „Dan kom je snel uit bij iets wat dan toevallig net gebeurd is. Dat is natuurlijk maar een anekdote, niet iets representatiefs.” Van der Valk, die in principe blij is dat de media-aandacht voor online oplichting is toegenomen, verwijst in dit verband naar berichtgeving vorig jaar over hackers die smartphones zouden binnendringen door je gezicht te kopiëren. Dit verhaal bleek later niet waar. „Zoiets is onnodige bangmakerij voor spullen die we in ons dagelijks leven gebruiken.”

Volgens de deskundigen is er een dilemma tussen op tijd voor iets willen waarschuwen, en niet aan bangmakerij willen doen. Manon den Dunnen herkent dit „heel erg”. Als techspecialist bij de politie werd zij vorig jaar onverwachts heel veel gebeld door journalisten over voice cloning-oplichting. Ze besluit het onderwerp te zien als een kapstok om mensen bewust te maken van hoe „je niet meer alles kan vertrouwen wat je hoort en ziet. En dat je een oproep tot iets onomkeerbaars als het overmaken van geld, of het delen van vertrouwelijke informatie, altijd bij de afzender moet verifiëren.”

Tegen het AD zegt ze dat ze zich grote zorgen maakt, en dat er nog voor het einde van 2024 veel meer meldingen zullen zijn. Ze vraagt collega’s om het haar te laten weten als er een melding of aangifte is. Maar het blijft bij een handjevol verhalen, die ze niet kan verifiëren. Haar vrees komt niet uit. „In ieder geval weten we het niet. Dat is voor mij wel een leerpunt: je weet het niet van tevoren.”

Of ze het volgende keer anders zou doen, vindt ze een lastige vraag. „Want ik verwacht eigenlijk nog steeds dat het gaat toenemen.” Waar Gevers wijst op de tekortkomingen, zoals de lange responstijd en het voorlopig gebrekkige Nederlands, benadrukt Den Dunnen dat mensen ook in een emotioneel neptelefoontje kunnen trappen als het niet perfect klinkt. „Mensen slaan aan op het vertrouwde dat ze erin horen. Zeker als je afleidende omgevingsgeluiden toevoegt of doet alsof de verbinding slecht is.” Volgens haar blijkt dit uit tests door de politie.

Verhalen blijven komen

Bewijs of niet, de media-aandacht voor voice cloning-oplichting gaat door. Onlangs leek het opnieuw een groot probleem. De Fraudehelpdesk had bekendgemaakt dat het in het eerste kwartaal van dit jaar bijna 10.000 meldingen van neptelefoontjes had ontvangen. Die gingen allemaal niet over voice cloning. Toch koppelen grote media als het AD en de NOS het daar nadrukkelijk wél aan. Nieuwssite NL Times schrijft zelfs dat „duizenden Nederlanders” belaagd zijn met AI-stemklonen. Tanya Wijngaarde van de Fraudehelpdesk bevestigt dat de cijfers verkeerd zijn geïnterpreteerd. „Ik was er vooraf niet van op de hoogte dat onze cijfers zouden worden gekoppeld aan verhalen over AI”, zegt ze. Maar aan die associatie blijkt al niet meer te ontkomen.


Serie ‘Voetbalouders’ biedt veel herkenning, weinig geslaagde grappen

Voor wie wel eens langs de lijn heeft gestaan om voetballende kinderen aan te moedigen, biedt de populaire Netflix-serie Voetbalouders honderd procent herkenbaarheid. Dat is meteen ook de belangrijkste kwaliteit van de serie.. De comedy draait om het contrast tussen het ambitieuze fanatisme van de ouders en dat wat er op het spel staat: een groepje kinderen die voetballen voor hun plezier.

Serieleider is Ilse Warringa, die eerder indruk maakte met de bekroonde schoolkomedie De Luizenmoeder. En ja, Voetbalouders lijkt daar sprekend op: een normale moeder (Eva van Gessel) komt in een groep onprettig gestoorde ouders terecht, en moet verbijsterd maar lijdzaam aanzien hoe die ouders over haar en elkaars grenzen heen gaan. Dat leidt tot vele pijnlijke, gênante scènes.

Zoals Warringa in De Luizenmoeder zelf schitterde als Juf Ank, zo is ze nu het middelpunt als de enthousiaste hippiemoeder Marenka, die door de andere moeders wordt geïntroduceerd als: „hysterische moeder, tandvlees, rode vlechtjes’’. Haar cringy, uitbundige gedrag en haar blindheid voor wat anderen daarvan vinden, wekt torenhoge ergernis. Maar zij is de enige die bereid is om het team te leiden, met alle rotklusjes van dien, dus wordt ze gedoogd. Ook de kijker mag zich lekker ergeren, totdat hij beseft dat Marenka het enige personage is met een goede inborst. En de enige die in staat is om het belang van voetbal te relativeren.

Luizenmoeder-equivalenten

Hoewel je achter sommige rollen moeiteloos de Luizenmoeder-equivalenten herkent, is de cast wel grotendeels anders. Het duo bullebak-vriendinnen wordt nu gespeeld door Mariana Aparicio en Leonoor Koster. Bas Hoeflaak speelt de gedreven trainer die het na een hartaanval rustiger aan moet doen, wat niet lukt. Anders dan in De Luizenmoeder toont deze serie meer dynamiek in de onderlinge verhoudingen – de arrogante vader wordt ook eens op zijn nummer gezet, het dominante duo moet het ook wel eens afleggen tegen Marenka, en de normale moeder komt wat beter voor zichzelf op.

Voetbalouders is zeker vermakelijk, de herkenbaarheid is groot, de acteurs zijn uitstekend. Maar verder is het niet zo’n goeie comedy. Niet geestig en verrassend genoeg. De serie eindigt met een grote vechtpartij. Net als in echte amateurvoetbal waar geregeld scheidsrechters worden bedreigd en mishandeld. De afgelopen maanden was het raak in onder meer Veldhoven, Helmond, Alphen en Lisse. Het voetbalgeweld in de serie blijft zonder consequenties. Is dat om te lachen? Beetje wrange ontknoping voor een luchtige comedy.


Gratis krant op school voor ‘sociale inhaalrace’ in Heerlen-Noord

Eén vinger gaat omhoog als Monique Parren, journalist van De Limburger, vraagt of de leerlingen in deze vmbo-klas (tweede leerjaar) haar krant kennen. „Hij komt bij oma”, verklaart de enige die van de krant heeft gehoord.

Parren is niet uit het veld geslagen. Ze is dan ook niet naar het Herle College in Heerlen-Noord gekomen om abonnementen te verkopen. Op een missie is ze wel.

„Zijn jullie actief op sociale media?”, vraagt Parren. „En zie je daarop soms dingen waarvan je weet dat het niet klopt?” Een meisje noemt een filmpje van „de Eiffeltoren die in brand staat”. Het is voor Parren een mooi opstapje om het met de klas te hebben over de vraag hoe je kan zien of nieuws betrouwbaar is, wat het verschil is tussen influencers en journalisten, tussen TikTok en de krant. „Wij mogen nooit iets wat verzonnen is in de krant zetten. We krijgen betaald om te laten zien hoe het écht zit.”

Op deze en andere scholen in Heerlen-Noord geven Parren en haar collega Tom Janssen gastlessen om leerlingen in contact te brengen met journalistiek, de waarde van betrouwbare informatie én de (digitale) krant. Daarnaast hebben zij op inmiddels zeven basisscholen met leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 ook schoolkranten gemaakt, in de vormgeving van De Limburger, maar met groot, bovenaan de voorpagina de naam van de school, in plaats van die van de krant.

Gullit, Rijkaard en Van Basten

De Limburger heeft de twee journalisten voor vier jaar vrijgemaakt voor deze activiteiten. Ook stelt de krant, in samenwerking met het Nationaal Programma Heerlen-Noord, drieduizend gratis digitale abonnementen beschikbaar voor de leerlingen en hun ouders, als onderdeel van het project De Krant van de Buurvrouw.

Die naam verwijst naar een jeugdherinnering van Ron Meyer. De ex-SP-voorzitter is tegenwoordig directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord, dat de leefbaarheid in het stadsdeel moet verbeteren en problemen op het gebied van armoede, onderwijs, wonen en veiligheid moet aanpakken. Meyer groeide zelf op in een gezin dat zich geen krant kon veroorloven. Maar als de buurvrouw haar krant uit had, stak ze die voor haar buurjongetje door de heg zodat de kleine Ron naar hartelust kon lezen over Gullit, Rijkaard en Van Basten – en al snel ook over wat er nog meer in Nederland en daarbuiten gebeurde. „Zo heb ik de wereld ontdekt”, zegt hij nu.

Toen hij eens over die ervaring sprak met hoofdredacteur Bjorn Oostra van De Limburger (net als NRC onderdeel van Mediahuis) ontstond het idee voor het project met de gratis kranten voor Heerlen-Noord. In die wijk is 20 procent van de volwassenen laaggeletterd, 28 procent van de gezinnen is afhankelijk van de bijstand en veel kinderen groeien op in gezinnen zonder de gewoonte om het nieuws te volgen. Het woord ‘achterstandswijk’ gebruikt Meyer welbewust niet. „Dit gebied is bezig aan een sociale inhaalrace”, zegt hij liever, om de stigmatiserende term te vermijden. „En trots is de brandstof van die inhaalrace.”

Ik schrok wel een beetje van hoeveel docenten óók geen kranten lezen

Ron Meyer
directeur Nationaal Programma Heerlen-Noord

Een mooi idee, de uitvoering bleek in de praktijk weerbarstig. „Je zou denken dat die drieduizend gratis abonnementen in een mum van tijd ‘uitverkocht’ zouden zijn”, zegt Meyer. „Maar zo werkt het niet. Als je mensen iets gratis aanbiedt waarvan ze niet zien wat de waarde ervan is in hun leven, dan schiet je er niets mee op.

„Als je denkt dat je er bent door gratis kranten neer te leggen in buurthuizen of bibliotheken, dan leef je in een ander sterrenstelsel. Zo bereik je niet de mensen om wie het je gaat. We beseften al snel dat we ons moesten richten op de volgende generatie, op de kinderen. De ouders kunnen dan mee leren. Ik schrok wel een beetje van hoeveel docenten óók geen kranten lezen.”

Voor Parren was het moeizame begin een belangrijke les. „Toen we hieraan begonnen wist ik wel dat er veel laaggeletterdheid is. Maar wat dat voor mensen betekent, ervaar je pas als je meer contact met ze hebt. Als je iedere dag bezig bent je hoofd boven water te houden, dan is de krant misschien niet je eerste prioriteit.

„Terwijl je, als je geïnformeerd bent, wél betere beslissingen kan nemen in de maatschappij, en je kinderen beter kan voorbereiden op het leven in de buitenwereld. Behalve taal- en geletterdheid zijn ook betrokkenheid bij de buurt en lokale democratie speerpunten van dit project. Maar je moet de mensen hier niet gaan vertellen hoe ze moeten leven.

„Er bestaan hier veel vooroordelen over de journalistiek. Zoals er andersom ook veel vooroordelen bestaan over een wijk als Heerlen-Noord. Ieder zit in z’n eigen bubbel. Je hoort veel over de kloof in de samenleving, maar ik zeg: het is een ravijn. Samen moeten we dat zien te overbruggen om het vertrouwen te herstellen.”

Alle leerlingen hebben TikTok op hun telefoon, bijna niemand kent de regionale krant.
Foto Merlin Daleman

Ontploffende zonnepanelen

En dus gingen Parren en haar collega de scholen in Heerlen-Noord af, met hun plan voor de gastlessen, de schoolkranten, de gratis digitale abonnementen en ook nog 125 papieren abonnementen voor gebruik in de klassen. Maar de scholen ontvingen hen aanvankelijk niet met open armen.

„Ik was wel enthousiast over het idee, maar ik dacht ook: er wórdt al zoveel bij de school neergelegd”, zegt Patty van ’t Hoofd, directeur van de kleine basisschool Kindcentrum Paulus, in de armste wijk van Heerlen waar veel kinderen een lage taalvaardigheid hebben. „Wij kiezen ervoor om ons programma op basisvaardigheden als lezen en schrijven te richten.”

Maar Van ’t Hoofd ziet hoe de krant de wereld van de kinderen groter maakt en dat ze daardoor beter begrijpen wat ze lezen, omdat hun algemene kennis meer is ontwikkeld. „We hebben de krant een plek in de klas gegeven.”

Je hoort veel over de kloof in de samenleving, maar ik zeg: het is een ravijn

Monique Parren
journalist

Hoe dat er uitziet blijkt in groep 7/8. „Vaak vragen kinderen me in de pauze: mag ik vandaag de krant doen?”, vertelt leerkracht Claudia Daniëls-Janssen. Want iedere dag komt een ander tweetal aan de beurt om samen een artikel in de papieren krant uit te zoeken. Daarvan moeten ze, onder de kop Nieuws van de Dag!, een samenvatting maken op een poster, waarbij ze ook de moeilijke woorden moeten vermelden en de reden waarom ze dit artikel hebben uitgekozen. „Die poster presenteren ze dan aan de hele klas.”

Voor twee meisjes die vandaag aan de beurt zijn, de een ruim een kop groter dan de ander, is het nieuws van de dag: Aantal branden waarbij zonnepanelen ontploffen neemt toe. Ze hebben er een foto uit de krant bij geplakt.

„Het is erg interessant en veel mensen hebben zonnepanelen”, licht de kleinste hun keuze toe. De ander zegt dat ze in de zin ‘De brandweer wordt steeds vaker geconfronteerd met branden’, die ze hebben overgenomen uit de krant, het woord ‘geconfronteerd’ niet begrijpt. Nadat de juf dat heeft uitgelegd, maakt ze er een groepsgesprek van door te vragen wie er thuis zonnepanelen heeft, en waar die voor dienen. En wat vindt de klas ervan dat ze kunnen ontploffen? „Gevaarlijk!” klinkt het uit meerdere monden.

Vandaag mag een tweede duo zijn versie van een artikel presenteren. Zij hebben gekozen voor een stuk over een douanier die informatie aan een drugscrimineel heeft verstrekt. „Interessant nieuws”, is hun motivatie, „omdat iemand die bij de douane werkt dit soort informatie niet mag geven.” „Maar”, vraagt een leerling met journalistieke nieuwsgierigheid zich af in het aansluitende klassengesprek, „ging die man bij de douane werken om die informatie door te geven, of ging de drugscrimineel naar hém toe?”

Het tastbare van gedrukt papier

Hoofdredacteur Bjorn Oostra van De Limburger noemt het zijn „maatschappelijke plicht om te zorgen dat mensen die geen toegang hebben tot journalistiek, die in de toekomst wél kunnen hebben”. De Krant van de Buurvouw, verzekert hij, is „geen marketingstunt”. Het is wel „een project van de lange adem”. Sinds vorig jaar zijn er van de drieduizend abonnementen die gratis beschikbaar zijn ruim zevenhonderd geactiveerd – „en die worden ook gebruikt”.

Monique Parren, al 34 jaar journalist, is ervan overtuigd dat het project Krant van de Buurvrouw niet alleen de leerlingen helpt, maar haar en haar collega ook tot betere journalisten maakt. „We schrijven verhalen die we anders niet hadden geschreven. We hebben nu een beter beeld van een wijk als Heerlen-Noord.” Ron Meyer zegt: „Ik zou elke journalist gunnen zoiets mee te maken. Ik roep hoofdredacties in andere steden op ook zo’n project te doen.”

Maar is een krant, in het tijdperk van sociale media, niet een medium van gisteren? Meyer ontkent dat: aan betrouwbare informatie zal altijd behoefte zijn, of het nu op papier is of digitaal. „En wij ontdekken met dit project: het helpt niet alleen de taalvaardigheid, maar versterkt ook het burgerschap, omdat je via de krant leert over je eigen omgeving.”

Over de papieren schoolkranten die de scholieren met Parren en haar collega maken, zegt hij: „Het tastbare van het gedrukte papier is voor de leerlingen iets extra’s, waar ze trots aan ontlenen. Juist omdát het iets anders is dan de wereld die ze kennen en voor lief nemen – die op de telefoon.”

Lees ook

Waarom Heerlen-Noord Wilders trouw blijft, ondanks een gebroken belofte

Straat in Heerlen-Noord.


Mechanismen achter misstanden op de werkvloer

De podcast Onaantastbaar reconstrueert minutieus de opkomst en ondergang van de Nederlandse Moslim Omroep (NMO) die in 2010 failliet ging. Directeur Frank William was een flamboyante man en straalde een enorme gedrevenheid uit. NMO-medewerker van het eerste uur Sinan Can omschrijft hem als „een leuke, gekke, tegendraadse man”. William dronk wijn, maakte grappen over de islam en liet in de NMO-uitzendingen felle islam-critici aan het woord. Maar al heel snel bleek William ook een andere kant te hebben. Hij was volgens betrokkenen een potentaat op de werkvloer, intimideerde, bedreigde, kleineerde en werd uiteindelijk schuldig bevonden aan misbruik van omroepsubsidies. De podcastmakers, Jair Stein, Jan Maarten Deurvorst en Huda Rais zoeken in een enorme kluwen van waarheden naar antwoorden op allerlei vragen. Hoe is het mogelijk dat William zo lang zijn gang kon gaan? Waarom hebben mensen die hadden kunnen ingrijpen dat niet gedaan? De podcast legt feilloos de mechanismen achter misstanden op de werkvloer bloot.


Op de Waddeneilanden was de oorlog later voorbij

Op 5 mei 1945 was de Tweede Wereldoorlog in Nederland voorbij, behalve op de Waddeneilanden. Die werden pas weken later bevrijd. NOS-presentator Winfried Baijens reist alle vijf de eilanden af in De Wadden, een andere oorlog. Hij begint op Texel dat op 20 mei 1945 als eerste aan de beurt was. Het leven ging in de eerste oorlogsjaren eigenlijk gewoon door, maar het strand was verboden gebied. De Texelse economie draaide op volle toeren. We horen over de Texelse Joden, de stoomtrein, de arbeiders uit verre landen, en over het verschrikkelijke bloedbad van mei 1945, waarbij meer dan duizend doden vielen. Op 11 juni verschijnt de laatste aflevering van de podcast, over Schiermonnikoog, dat na de bevrijding een toevluchtsoord werd voor fanatieke Groninger SS’ers. We horen hier oorlogsgeschiedenis die bijna nooit verteld wordt.


Tv-recensie | ‘Goedenavond Nederland’ gooit het over een andere boeg en is al erg blij met zichzelf

„Nou Sam”, zei Welmoed Sijtsma. „Tumultueus dagje hè, om direct mee te beginnen.” „Ja”, zei Sam Hagens met stralende oogjes. „Alsof-ie het voor ons gepland had: Geert Wilders kwam vanmiddag inééns met een persconferentie!” De vlaggen hingen nog net niet uit in de studio van de nieuwe WNL-talkshow Goedenavond Nederland. ’s Middags had Wilders journalisten bijeengeroepen voor een heel bijzondere gelegenheid. Hij zou voordragen uit zijn magnum opus: ‘Verzamelde tweets, 2009-2025’. Maar zelf noemde hij het liever een persconferentie, en uit eerbied voor grote Geert werd die term breed overgenomen.

Hagens wist nog niets van de ‘persconferentie’ toen hij ’s ochtends vooruitblikte op de eerste aflevering van Goedenavond Nederland. Dat deed hij in Goedemorgen Nederland, want dat bestaat ook nog. Aangezien Hagens en Sijtsma in de zomermaanden naar de avond doorschuiven, mochten nu Fidan Ekiz en Wieger Hemmer de WNL-ochtendshow presenteren. „Sammieee”, riep Ekiz toen Hagens’ hoofd heel groot op een scherm in de studio verscheen. Was hij zenuwachtig voor de avond? Neuh: „Wat heel fijn is, is dat ik vanochtend heb gezien hoe makkelijk het kan gaan bij de geboorte van een tv-duo.” Mooie complimenten van WNL voor WNL.

„Een voorbeeld van hoe we het iets anders gaan doen dan andere talkshows”, legde Hagens vervolgens uit, „is dat we er één onderwerp uit halen. Iets wat bij andere talkshows vaak voorbijkomt is de democratische rechtsstaat; dat die ten einde komt in Amerika. Belangrijk onderwerp, mensen maken zich daar grote zorgen om. Wíj zouden daar niet heel groot mee uitpakken. Ik kijk liever met Welmoed naar wat voor effect het beleid van Trump precies heeft. Bijvoorbeeld naar immigratie: aan de grens met Mexico is het vrijwel nul. Is dat misschien een inspiratie voor Marjolein Faber?” Afgezien van dit soort verfrissende prioriteiten – trumpiaanse trucs boven de rechtsstaat – had Goedenavond Nederland nóg een nieuwigheidje in petto: de presentatoren zouden niet náást, maar tegenóver elkaar zitten. Kortom: veel om naar uit te kijken.

Tussen de goede morgen en de goede avond was er wel een goede middag te overbruggen, maar dat gat werd dus gevuld door Wilders die dreigde het kabinet te laten vallen als er nu niet heel gauw aan allerhande migratiegerelateerde eisen werd voldaan. ‘De grens is bereikt’, heette het eisenpakket. Dat zou toch wel de wrange grap van de eeuw zijn: als het uiteindelijk Wilders is die besluit dat de grens is bereikt. Niet zijn regeringspartners, die met hem mee bleven zakken door morele ondergrenzen om uiteindelijk op niet eerder verkende dieptes door de PVV-voorman te worden uitgezwaaid – want zíjn grens is bereikt.

De rest van de dag werd het eisenpakket behandeld in talkshows en journaals. Daar zat dan vaak wel een politiek duider bij die even de helderheid van geest had om een van Wilders’ voornaamste motieven voor de ‘persconferentie’ te vermelden: de PVV zakt in de peilingen. Zijn eisen herhalen kwam in zekere zin neer op meewerken aan Wilders’ afleidingsmanoeuvre. Maar als dat eenmaal was benoemd moesten Wilders’ woorden alsnog zorgvuldig worden doorgenomen.

Dierenridders

Rond negen uur was er nog een andere bekende PVV’er op tv: in Dierenridders (ON!) slaat Dion Graus sinds maandag dierenvrienden tot – je raadt het – dierenridders. Verder is het programma verrassend grimmig; een soort low budget Alberto Stegeman-concept, maar dan met minder samenhang. Of misschien leek dat maar zo door mijn eigen gebrekkige concentratie – ik moest steeds denken aan hoe Hagens en Sijtsma niet náást, maar tegenóver elkaar zouden zitten.

Even na tienen zat het duo er dan eindelijk. Mona Keijzer was er ook bij en mocht meepraten over Wilders’ persmomentje. „Zat u hierop te wachten?”, vroeg Hagens. „Nee, maar eh, ik eh, zit sowieso eh, nooit eh, te wachten op eh”, zei Keijzer. „Op Geert Wilders?”, vroeg Hagens. Weer die glinsterende oogjes. Ze ontkende het niet. „We hebben al een geweldige quote!”, juichte Hagens nu, terwijl om hem heen het gelach aanzwelde. „Mona Keijzer zit überhaupt nooit te wachten op Geert Wilders! We zijn de uitzending net begonnen en we zijn er al!” Ik zou zeggen: sluit de boel dan meteen maar af. Goedenacht, Nederland. En good luck.