Twintig minuten in de eerste aflevering van dit seizoen trakteert de Star Wars-serie Andor de kijkers meteen op een snoeiharde historische parallel. In een ruimte komen Keizerlijke hoge officieren bijeen om een plan te smeden voor het verpulveren van de planeet Ghorman. Deze wereld bevat een zeldzaam mineraal dat nodig is voor de gevreesde Death Star, het superwapen in aanbouw met de kracht om hele planeten op te blazen. Het mijnen van het mineraal zal weinig van de planeet overlaten, maar hoe kunnen ze de vernietiging van Ghorman, een geciviliseerde wereld bekend om zijn luxe zijde-export, naar buiten rechtvaardigen?
Wat volgt is de pitch voor een galactische lastercampagne die de „toch altijd al arrogante” bevolking van Ghorman moet isoleren en die repressie noodzakelijk doet lijken. Deze bijeenkomst is gebaseerd op de beruchte Wannseeconferentie uit 1942, waarin een selecte groep nazi’s in slechts twee uur tijd besloot over de uitvoering van een ‘definitieve oplossing’ voor het ‘Jodenvraagstuk’. De toon is gezet.
Star Wars is nooit subtiel geweest over de inspiratiebron voor het tirannieke Keizerrijk met zijn ‘stormtroopers’ en de Wehrmacht-vormige helm van Darth Vader. Maar doorgaans zijn superschurken de bron van het kwaad: Sith als keizer Palpatine en Darth Vader bezitten duistere krachten die hen macht geven. De onuitputtelijke voorraad Keizerlijke soldaten en piloten dient vooral als anonieme schietschijf voor de helden om zich te onderscheiden.
Lees ook
Lees ook: Hoe het buitenbeentje ‘Andor’ kon uitgroeien tot de beste Star Wars-serie
Andor breekt radicaal met deze benadering en toont iedereen – van soldaat tot bureaucraat – als volledig medeplichtig. De grootste kracht van keizer Palpatine is de gewilligheid van zijn onderdanen, niet dat hij bliksem uit zijn vingertoppen kan schieten. Wat deze ontleding van tirannie zo fascinerend maakt is dat de serie elk personage menselijk maakt zonder hun wandaden goed te praten.
De Keizerlijke kant is hier minstens zo interessant als die van de rebellen. De ambitie van officier Dedra Meero (Denise Gough), de hunkering naar orde van agent Syril Karn (Kyle Soller) en de kille efficiëntie van chef Patargaz zijn allemaal componenten die de Keizerlijke repressie gesmeerd houden. Ze doen het niet omdat ze genieten van dood en verderf, al kicken anderen hier duidelijk wel op, maar omdat ze nu eenmaal goed in deze baan zijn en het resultaat ze voldoening geeft.
De kijker wordt hier zelf ook op de proef gesteld. Al sinds het eerste seizoen zijn de bijeenkomsten van de Keizerlijke veiligheidsdienst ISB een terugkerend hoogtepunt. Het zijn altijd sterk geschreven en goed geacteerde scènes waarin complexe plannen worden gesmeed die vaak lukken. Wie geniet er nou niet van zulke competente, ook al zijn de gevolgen monsterlijk?
„Help ons toch, ze vermoorden ons!” schreeuwt een verzetsstrijder wanhopig door de radio als de slachting van Ghorman zich uiteindelijk voltrekt. Normaal gesproken is dit soort wanhoop hét moment waarop de helden aantreden, maar deze keer komt de cavalerie niet. Aan de hemel verschijnt geen vloot van koelbloedige rebellenpiloten en geen verlosser met lichtzwaard als Luke Skywalker.
„Jammer voor Ghorman”, zegt Partagaz als hij schouderophalend het doodvonnis bevestigt. „Genocide”, noemt de opstandige senator Mon Mothma het in een zinderende speech, waarna zij voor haar leven moet vluchten. Over in hoeverre Ghorman symbool staat voor Gaza wordt sinds die uitspraak hevig gedebatteerd en geschreven. Schrijver en regisseur Tony Gilroy zegt hierover in The Hollywood Reporter: „Je zou deze serie op elk punt in de laatste zesduizend jaar kunnen vertonen, en hij zou altijd voor sommige mensen verklaren wat er met hen gebeurt”. Onrecht is onrecht en deze serie laat subliem zien wat er kan gebeuren als iedereen meer bezig is met hoe het te noemen dan ertegen op te staan. Dat is de kracht van fictie die Andor volledig benut: a galaxy, far far away is ook altijd hier.
Het Eurovisie Songfestival is dit jaar neergestreken in de St. Jakobshalle in Bazel. Dat we in Zwitserland zitten, wordt bij de aftrap van de de eerste halve finale meteen duidelijk: een paar van de gigantische ledschermen hebben de vorm van bergen en bij de bombastische opening zijn alpenhoorns betrokken. Vijftien landen doen mee aan deze halve finale, onder wie Nederland – vertegenwoordigd door Claude.
Een aantal landen zijn al door naar de finale – de ‘Grote Vijf’ die financieel het meeste bijdragen aan de EBU, en Zwitserland, de winnaar van vorig jaar. Toch treden ze op in de halve finales – er valt alleen niet op te stemmen.
Claudes concurrentie is gevarieerd: grappenmakers, schreeuwzangers, zangers die op de kop hangen en acts die het vooral van vuurwerk moeten hebben. De presentatie van de uitzending wordt gedaan door Hazel Brugger en Sandra Studer, die af en toe een paar onschuldige Eurovisie-grapjes in de uitzending zullen gooien.
Claude is tegen het einde van de avond aan de beurt, op plek dertien.
1IJsland VÆBRóa
https://youtu.be/s9P83Nl6D1M?si=Lo3wc6yXMfFfjcJx
Zeer energieke aftrap met een lied van de stuiterende broers Matthías en Hálfdán Matthíasson. De twee roeien in hun lied van IJsland naar de Faeröer-eilanden. Eurodance met een lekker meeschreeuwmoment in de brug. “Hey! Hey! Hey! Hey!”
2Polen Justyna Steczkowska Gaja
https://youtu.be/YXHHDjiclxA?si=NgUh_QEDigI7fjKM
De Poolse zangeres Justyna Steczkowska deed in 1995 al een keer mee en is dertig jaar later terug met een performance die niet in de categorie ‘subtiel’ past. Steczkowska vraagt Moeder Natuur om hulp bij het verwerken van een slechte relatie en schreeuwt het uit. Let op haar vlammende vioolsolo halverwege.
3Slovenië Klemen How Much Time Do We Have Left
https://youtu.be/qTS2L0VcaVI?si=fvtZTleqAQ_aDnsy
Zanger, acteur en komiek Klemen Slakonja was bang om zijn vrouw, de actrice Mojca Fatur, te verliezen nadat ze beenmergkanker kreeg. Goed nieuws: Fatur werd beter en zal met hem op het Songfestivalpodium staan. Minder goed nieuws: de ballad die Klemen maakte is gezapig, al is het bijzonder dat hij na een tijdje ondersteboven hangt terwijl hij zingt.
4Estland Tommy Cash Espresso Macchiato
https://youtu.be/5MS_Fczs_98?si=Xepx_NqfH_BybtrS
Eentje voor de liefhebbers van Joost Klein. Zanger en rapper Tommy Cash deed met Klein mee op het nummer ‘United By Music’ en heeft een vergelijkbaar virale humor. ‘Espresso Macchiato’ is een aanstekelijk deuntje met verwijzingen naar koffie, pasta en de maffia. In Italië is niet iedereen blij met de stereotype verwijzingen in het nummer. “No stresso, it’s gonna be espresso.”
Net als vier andere landen mag Spanje meteen door naar de finale omdat het land meer betaalt en als essentieel voor het festival wordt gezien. Zangeres Melody (Melodía Ruiz Gutiérrez) zit al vanaf haar tiende in het vak. Haar vader is zanger, haar zus danseres. In ‘Esa Diva’ betoogt ze dat diva’s net als gewone stervelingen zijn. En dat alle vrouwen eigenlijk diva’s zijn. Doorsnee house-pop, gezongen in het Spaans, met een snufje flamencogitaar.
5Oekraïne Ziferblat Bird of Pray
https://youtu.be/OJ1x2aiL7ks?si=s1vI7ChozR1V2j1n
Oekraïne komt met een prima glamrocknummer over de wens om herenigd te worden met dierbaren. Ziferblat springt er met het nummer ‘Bird of Pray’ niet echt tussenuit, maar de boodschap van de Oekraïense inzending is invoelbaar. Opvallende jaren-zeventig-aankleding.
6Zweden KAJ Bara Bada Bastu
https://youtu.be/WK3HOMhAeQY?si=JwvHXJnxqpe7gh5x
“Yksi kaksi kolme… sauna!” Lang een favoriet van de bookmakers, deze grappige Zweedstalige ode aan de sauna van KAJ, een act uit de Zweedssprekende delen van Finland. Aanstekelijke gekkigheid zonder al te veel pretentie. Bjorn Ulvaeus van Abba is fan en deelde zijn enthousiasme met een video vanuit zijn eigen sauna.
7Portugal NAPA Deslocado
https://youtu.be/-s1Cc2uEj3U?si=F5FpfI23MFI4fO31
De Portugese band NAPA zegt beïnvloed te zijn door rockbands als Arctic Monkeys en Red Hot Chilli Peppers. Het degelijke nummer ‘Deslocado’ is een stuk minder energiek dan het werk van die bands.
8Noorwegen Kyle Alessandro Lighter
https://youtu.be/pUjWzQ671MQ?si=OvQWHerU3YbEPgTx
De negentienjarige Kyle Alessandro komt met een moderne poptrack die watvuur mist, ondanks de tekst “Niets kan mij nog verbranden, ik ben mijn eigen aansteker.”
9België Red Sebastian Strobe Lights
https://youtu.be/ScupiVTosHU?si=tqOoog4Y3jG0RrRK
Een danceklapper van de Vlaamse Seppe Herreman, artiestennaam Red Sebastian. In de clip bij het nummer speelt de zanger met het verschil tussen zijn ‘gewone’ ik en zijn alter-ego. “Ik vond het leuk om te spelen met het contrast tussen de alledaagse Seppe en het showbeest dat Red Sebastian is”, zei hij tegen de VRT.
Lucio Corsi ziet eruit als een glitterrocker uit de jaren zeventig, maar hij komt met een zoet, melodieus popliedje – meer Elton John dan Bowie. Over een jongen die zichzelf te gewoon vindt: “Ik wilde stoer zijn maar ik ben niemand/ Een witte band in judo/In plaats van een ster, ben ik een niesje.’’ Vaak komen je dromen niet uit, zegt Corsi, en dat is ook prima. Net als vijf andere landen mag Italië meteen door naar de finale.
10Azerbeidzjan Mamagama Run With U
https://youtu.be/upbiPJ9uA70?si=Aenbux4hCJxGNmsC
De Azerbeidzjaanse band Mamagama komt met een gelikt popliedje waarin een saz (druppelvormige luit) een lokaal element toevoegt. Best catchy, maar niet echt gedenkwaardig.
11San Marino Gabry Ponte Tutta L’Italia
https://youtu.be/Le3WpaLYRvE?si=_WEJwpJsTI3XWBHZ
Net als Estland komt ook San Marino met een soort van eerbetoon aan Italië. Dj Gabry Ponte produceerde eerder de megahit ‘Blue (Da Ba Dee)’ van Eiffel 65. Dit zal lang niet zo’n groot succes worden.
12Albanië Shkodra Elektronike Zjerm
https://youtu.be/Sfvb761EEcM?si=EvxG0Vp_Rxi_OFdz
Het Albanese electrofolk-duo Shkodra Elektronike, dat in Italië woont, komt met een lied waarin ze hun hoop uitspreken voor een vreedzame wereld zonder geweld. Een relevante boodschap waar niet alle wereldleiders naar zullen luisteren.
13Nederland Claude C’est La Vie
https://youtu.be/hEHwr5k9pd0?si=NzPvwvPgt108HqCN
Van een ingetogen herinnering op zachtmoedige piano-akkoorden in de beste traditie van het Franse chanson tot een onbekommerd feestnummer. Dat is ‘C’est La Vie’, het Frans-Engelstalige liedje dat zanger Claude (21) gaat brengen in Bazel. De zanger herinnert zich hoe zijn moeder hem als kleine jongen toezong met de woorden “C’est la vie”. Het liedje is de gewenste stress-wegpoetser na het debacle met Joost Klein van vorig jaar.
Tijdens zijn optreden zit de camera dicht op de zanger, hij begint alleen. Daarna voegen twee dansers en drie violisten zich bij hem. Ze staan samen in een kring, terwijl de camera om hem heen draait. Tegen het einde zet De uitsmijter van het optreden is het moment dat Claude een jonge versie van zichzelf in de spiegel ziet, gespeeld door de jongen die ook in de clip van het nummer te zien was. Dat deel is vooraf opgenomen, omdat er geen jonge kinderen op het podium van het Songfestival mogen. Opvallend aan de regie is dat er gekozen is voor een lang shot, vrijwel zonder knips.
14Kroatië Marko Bošnjak Poison Cake
https://youtu.be/ie_v6qGCc5w?feature=shared
Marko Bošnjak kwam onlangs uit de kast en kreeg een barrage van online homohaat over zich heen – zo erg dat hij tijdelijk zijn stem verloor en vijf dagen de deur niet uit durfde. Genoeg reden om een giftige taart te bakken voor zijn plaaggeesten terwijl hij danst met een wurgslang. “Neem een hap van mijn zoete wraak”. Zwarte humor kun je zeggen, of melodramatische dark pop.
Als gastland mag Zwitserland hoe dan ook door naar de finale. Franstalig chanson over een toxische relatie: “Bloemen zijn mooier als je ze water geeft. Maar je hebt me zo vaak afgesneden.” De zangeres ziet het zelf breder, ze nodigt het publiek uit op een “reis naar meer menselijkheid”. Er is zo veel haat op de wereld, laten we elkaar meer liefde en respect geven, dan komen we beter tot bloei. Het is toch zo?
15Cyprus Theo Evan Shh
https://youtu.be/rbfQqWyqgJw?feature=shared
Een raadsel. Over wie gaat dit lied? De onbekende is beroemd door zijn schoonheid, maar hij was hoogmoedig en kwam ten val. “Wie ben ik?” vraagt hij zich af vanuit het hiernamaals. “Stil, stil, als je mijn naam kent, hou hem dan geheim”. Gaat het over Adonis, over Narcissus? Naar verluidt komt de onthulling van de identiteit op het Songfestivalpodium. Danspop op een bedje van psytrance.
Een rinkelende telefoon middenin de woestijn, een felrode muscle car die met gierende banden voor de telefooncel stopt, en Lost-acteur Josh Holloway die uitstapt. Het zijn de openingsminuten van de nieuwe HBO Max-serie Duster, maar het was ook het enige dat schrijver en producent J.J. Abrams (Lost, Alias) had bedacht toen hij jaren geleden collega-scenarist LaToya Morgan vroeg de serie samen met hem te creëren. „Meer dan dat beeld in zijn hoofd had hij niet”, vertelt Morgan tijdens een video-interview vanuit Los Angeles.
Toch was de scenarist, die eerder aan series als The Walking Dead en Into the Badlands werkte, gefascineerd door de scène die haar collega schetste. „Ik had direct allerlei ideeën over wie de man die uit de auto stapt kon zijn, en wat zijn snode en sluwe plannen waren.” Wat volgde was iets dat Morgan omschrijft als ‘jazz’; een eindeloos over en weer tussen de twee schrijvers waarin ze allerlei ideeën en inspiratiebronnen met elkaar uitwisselden. „Toen we eenmaal wisten dat de man in de woestijn was om iets vreselijks te doen, besloten we dat hij voor een misdaadfamilie zou werken.” Dit leidde volgens Morgan weer tot een verkenning van hun favoriete misdaadverhalen. „We hadden het over The Godfather, The Parallax View, alles van Tarantino, Scorsese en de gebroeders Coen. Hoe konden we een frisse draai geven aan die klassiekers?”
Deze frisse draai werd uiteindelijk Duster, een acht aflevering tellend (eerste) seizoen over Jim (Holloway), een gelikte ‘getaway driver’ voor een maffiabaas (gespeeld door Keith David) in het Amerikaanse zuidwesten van de jaren ’70. Jim is een man met lange, glanzend blonde lokken die een tot ver op de gespierde borst openhangend blouse draagt op een strakke spijkerbroek met wijde pijpen. Iemand die dankzij de kuiltjes in zijn wangen en snelle auto overal mee weg lijkt te komen. Tot hij Nina (Rachel Hilson) treft, een onervaren maar zeer gedreven FBI-agente die – als eerste zwarte vrouw bij het inlichtingenbureau – hoopt zichzelf te bewijzen door de chauffeur te rekruteren als infiltrant om samen met haar het misdaadsyndicaat te ontmantelen.
Scenarist LaToya Morgan: „”Het voornaamste doel bleef om de kijkers te vermaken.”
Ouderwetse kinderreclame
Duster is een opvallend luchtige serie, ook al komen er regelmatig mensen bloederig aan hun einde. Het zonnige filter, de van het scherm spattende jaren ’70 kleding en opzwepende hits op de soundtrack geven het geheel iets vrolijks. En ook de door J.J. Abrams gecreëerde intro van racende speelgoedauto’s dat nog het meest doet denken aan ouderwetse kinderreclame, is – naast uiterst vakkundig gemaakt – vooral lollig. „Ons doel was een serie die plezier uitstraalt”, beaamt Morgan. „J.J. en ik hebben elkaar de hele tijd aan het lachen gemaakt door de meest idiote moordenaars en de wildste achtervolgingen te bedenken. Een van de leukste dingen aan deze serie is dat je nooit weet wie er achter welke deur staat.”
De serie past volgens de scenarist in de huidige televisietrend waarbij oude serieformats nieuw leven wordt ingeblazen. Zoals collega HBO Max-serie The Pitt een hedendaagse versie van de jaren ’90 ziekenhuisserie E.R. is, ziet ze Duster als een terugkeer naar jaren 70 en 80-series als Starsky & Hutch en The Fall Guy. „Het soort serie dat er momenteel niet echt is”, aldus Morgan. „We wilden iets maken dat je aanzet als je thuiskomt uit je werk om even in te ontsnappen.”
Niet dat Duster geen diepere lagen heeft, of boodschappen die in onze tijd resoneren. Vooral Nina en haar collega Awan (Asivak Koostachin), een agent van inheems Amerikaanse afkomst, krijgen volop met vooroordelen en openlijk racisme te maken. Hoe het was om in die tijd een minderheid te zijn in een traditioneel witte omgeving als de FBI, is iets waar de makers volop onderzoek naar hebben gedaan. „Dat stukje moest zo authentiek mogelijk zijn”, zegt Morgan. „Maar waar we dat heel serieus namen, gingen we er ook prat op dat onze personages lol hadden. Want het voornaamste doel bleef om de kijkers te vermaken.”
‘Duster’ speelt zich af in de jaren ’70
Groovy
Hoofdrolspeler Holloway omschrijft de toon van de serie zoals ‘ie van meet af aan werd gezet door Abrams en Morgan, als volgt: „Ja, er gebeuren nare dingen, maar laten we het vooral ‘groovy’ houden.” Tijdens een groepsgesprek met internationale journalisten via Zoom vertelt de acteur dat hij dat het leukste vond aan de serie. „Je blijft na het kijken niet achter met een emotionele kater, zoals bij de meeste series van het moment. Het zijn de seventies. Laten we plezier maken.”
Holloway, die bekend werd als Sawyer in de door Abrams gecreëerde hitserie Lost, groeide zelf op in de jaren ’70. Voor inspiratie hoefde hij niet verder te kijken dan naar zijn eigen jeugd op het platteland van Georgia en zijn eigen vader, een man met strakke, tot ver openhangende blousjes en een grote bos krullen. „Het was een tijd waarin iedereen sexy mocht zijn. Mensen liepen met een zelfverzekerde tred, ze hadden swagger en waren uitgesproken zichzelf. Heerlijk”, zegt hij met de voor hem zo kenmerkende brede grijns.
Holloway hoefde er dan ook niet lang over na te denken of hij Jim, een personage dat door Abrams speciaal voor hem was gecreëerd, wilde spelen. Sterker nog, na het lezen van de eerste regels van het script en het jaartal ‘1972’, was hij al om: „Alles aan die tijd trekt me aan. De muscle cars, die explosie aan muziek, drugs, mode en individualisme. Het einde van de Vietnamoorlog en mensen die steeds meer in opstand kwamen en hun stem gebruikten. Het is zo’n rijke periode.”
Ook Morgan benadrukt hoe essentieel de vroege jaren ’70 zijn voor de serie: „Het is niet alleen een vreselijk levendige, en minder cynische tijd maar het verhaal werkt simpelweg niet als het in ons heden speelt. Dan zou iedereen elkaar sms’en. Maar omdat het de seventies zijn, moeten ze naar elkaar toe. Ze moeten in die auto’s stappen, en op pad.”
Muscle cars
Dat de auto’s in kwestie muscle cars zijn, is ook niet onbelangrijk. Want naast chauffeur Jim en FBI-agent Nina heeft Duster nog een hoofdpersonage. Een waar de serie zelfs naar is vernoemd: Jims rode Plymouth Duster. Een Amerikaanse auto die slechts een paar jaar, van 1969 tot 1976, werd gemaakt en heel bewust door Abrams en Morgan is uitgekozen. „Er zijn nogal wat iconische auto’s’, zegt Morgan. Ze noemt Steve McQueen’s Mustang uit de film Bullit, James Bonds Aston Martin, K.I.T.T. uit Knight Rider en General Lee, de oranje Dodge Charger uit The Dukes of Hazzard. „Wij wilden een auto van hetzelfde kaliber en de Duster sprong er wat ons betreft bovenuit.” Niet alleen omdat de auto snelheid en precisie heeft, vertelt Morgan, maar vooral omdat hij maar zo kort werd geproduceerd. „Daardoor kennen niet veel mensen hem. En dat betekent dat wij ‘m iconisch kunnen maken.”
Omdat de overheid taken uitbesteedt, groeit de invloed van externe adviseurs. Wat betekent dit voor de toekomst van het openbaar bestuur? De wildgroei aan consultants bij de Nederlandse overheid is het gevolg van een managementcultuur die vakmensen heeft verdreven en vervangen door managers. Maar hoe meer kennis wordt uitbesteed, hoe zwakker en afhankelijker de overheid zelf wordt. De laatste tv-aflevering van Tegenlicht zoekt naar de ideologische visie achter het massaal inhuren van consultants. Wat gebeurt er als een ministerie zelf niet meer genoeg kennis in huis heeft? En kunnen we de overheid ook versterken zodat ze in staat is zelf de regie te nemen bij de grote opgaven van deze tijd? De aflevering ‘De consultant regeert’ is gemaakt in samenwerking met theatergroep De Verleiders. Met hun voorstelling Bureau Buitenschot leggen ze op satirische wijze de relatie tussen overheid en consultant bloot.
André Waardenburg
Verknipte tv-predikanten
De cultserie The Righteous Gemstones is vorige week na vier uitstekende seizoenen gestopt. Een goed moment voor mensen die nog niet hebben gekeken om te beginnen met bingen. De serie van en met Danny McBride gaat over televisiepredikanten die overal geld aan proberen te verdienen. Op televisie doet de familie Gemstone zich voor als de perfecte familie die nooit een zonde heeft begaan. Maar achter de schermen hebben ze de domste ruzies met elkaar, wordt er cocaïne gesnoven en belanden ze in schietpartijen met concurrerende televisiepredikanten. In het vierde en laatste seizoen lijken ze zich misschien te beseffen dat ze zich eindelijk iets fatsoenlijker moeten gedragen.Ook met een glansrol voor Walton Goggins (dit jaar ook te zien in The White Lotus).
Nina Stefanovski
Prachtige en zeer Franse game
De broeierige Gustave en empatische Sophie gaan nog één keer samen naar een viering aan het water. Dan schildert een mythisch wezen iets in de verte. Het geprojecteerde getal 34 verdwijnt uit de hemel, een nieuwe 33 wordt getekend. Alle bewoners van die leeftijd verdwijnen – inclusief Sophie. Gustave trekt ten strijde tegen het wezen. Een visueel en muzikaal verpletterende reis in een gedoemde wereld, geïnspireerd door de belle époque. Fraai afgewerkt met zeer strategische gevechten waarbij goede reflexen een must zijn. Gedaan in de Japanse rollenspelstijl (rondwandelen, afgewisseld met een vechtssysteem waarbij je om beurts zetten moet doen), maar door een Frans gamebedrijf dat zijn cultuur door alle haarvaten pompt. De art nouveau en art deco-ontwerpen alleen al zijn de moeite waard.
Bastiaan Vroegop
De terugkeer van Mahler
Gustav Mahler, gespeeld door acteur Gijs Scholten van Aschat, keert eenmalig terug in zijn geliefde Concertgebouw in Amsterdam. Op verzoek van NPO Klassiek presenteert hij die ochtend live vanuit de Spiegelzaal zijn uitzending van Een goedemorgen met. Op zijn geheel eigen manier leidt hij de luisteraar langs muziek die hem heeft gevormd en geïnspireerd. Deze uitzending is onderdeel van Het Mahlerfestival, dat van 8 tot en met 18 mei plaatsvindt. 105 jaar na het eerste Mahler Feest komen orkesten uit de hele wereld samen in Amsterdam voor een groots eerbetoon.
Elke avond is er een symfonie van Mahler, live uitgezonden vanuit het Concertgebouw. De reeks begon op 9 mei met de Eerste symfonie, vanavond staat de Tweede op het programma en zo gaat het verder tot het slotconcert op 18 mei .
Zon, zee, maskers en mitrailleurs. Een bloedmooi jong stel rolt tussen de lakens. Dan zien we drugs, helikopters, korte glitterjurkjes en wiegende heupen – uiteraard van Lucia, de vrouw van het stel. Ze pleegt een bankoverval. Ze prikt afval langs de weg. Ze springt haar geliefde Jason in de armen. De tweede trailer van de aanstaande game Grand Theft Auto VI is een oekaze van paradijselijke beelden en misdaad-iconografie, die dinsdag onmiddellijk in alle hoeken van het gamende internet tot in de details werd uitgeplozen. Zie je die enkelband bij Lucia? En dat afvalprikken – dat zal absoluut een spel binnen de game worden!
Elke trailer van de volgende Grand Theft Auto is een internationaal feestmomentje: al 12 jaar snakken gamers naar dit spel. Sinds het vernieuwende deel drie (2001) is elke nieuwe GTA een soort bom die door maker Rockstar Games op de game-industrie wordt gegooid. De serie heeft een onovertroffen reputatie, deels vanwege het werkethos van Rockstar, die in het verleden meermaals op de vingers werd getikt om de cultuur van structureel overwerk. Elk steentje wordt opgepoetst tot het op zijn mooist is, geen handeling is te klein om obsessief uit te werken. De agressieve onlinestrategie die met het vorige deel werd ingezet, leverde Rockstar de op een na bestverkochte game aller tijden op.
Voor wie nooit in aanraking is gekomen met GTA: dit zijn potsierlijke satires op het misdaadgenre, die spelers alle ruimte geven om zich in een grote, gedetailleerde digitale stad naar verlangen te misdragen. Het verhaal van elke GTA: je speelt een arme crimineel (soms meerdere) die verlangt naar het goede leven. Die begint met rotklusjes als chauffeur of kruimeldief, maar escaleert snel tot spectaculaire overvallen. Uiteraard valt het leven van de hoofdpersoon onderweg uit elkaar, temidden van een bak popcultuurpersiflages.
Innoverend is dat verhaal niet, maar dat hoeft ook niet. De speler zit er niet aan vastgeketend. Waar heb je zin in? vraagt Rockstar juist. Huishouden met een honkbalknuppel, huisjes inrichten, auto’s stelen en verkopen – het kan allemaal.
Gouden bergen
Van deel zes worden gouden bergen verwacht – qua beelden, technologie, media-aandacht. En dus houdt GTA VI de hele game-industrie in zijn greep. De bedrijven achter spelcomputers als de PlayStation en de Xbox verwachten mee te deinen op de komende verkoopgolf – gelegenheidsgamers moeten toch iets hebben om het spel op te spelen. Makers van andere games schuiven al maanden zenuwachtig met hun aangekondigde releasedata. Een spel dat op hetzelfde moment als GTA uitkomt is immers ten dode opgeschreven.
Rockstar hield lang stug vol dat de game in 2025 zou landen. Veel insiders en gamejournalisten keken de afgelopen maanden met stijgend ongeloof naar de kalender. Uitstel ‘om nog wat te schaven’ is bij Rockstar de regel, niet de uitzondering. Toen het gamebedrijf vorige week aankondigde dat het spel alsnog werd uitgesteld tot mei 2026, slaakte menig game-expert een zucht van verlichting. Hè hè, sommige zaken blijven in deze snelveranderende industrie tóch voorspelbaar.
Of betekent het uitstel van GTA VI dat „de game-industrie zoals we hem kennen dood is”, zoals Chris Tapsell van vooraanstaande gamesite Eurogamer deze week schreef? De industrie zit nog altijd in crisis: de beoogde exponentiële groei na de lockdowns kwam nooit, de budgetten van blockbustergames lopen al jaren uit de hand (tot in de honderden miljoenen), en veel investeerdersgeld is naar AI verdwenen. Van gamejournalisten tot hoogstaande gamemakers, niemand lijkt op dit moment veilig voor faillissement of ontslag.
Weinig gamestudio’s kunnen het zich nog veroorloven om games zo groot als GTA VI te maken, betoogt Tapsell. En de studio’s die het wel kunnen, moeten concurreren met sociale media als TikTok. Als Rockstar zes, zeven jaar op zo’n game moet broeden, als er telkens uitstel komt, kan die aankomende inkomstengolf de industrie niet redden.
Maar is dat wel zo? Het voelt pessimistisch. Dit jaar kwam menig onverwachte gamehit voortrollen uit budgetkokers veel kleiner dan die van Rockstar. Het draagvlak voor grote blockbusters lijkt weliswaar te verslappen, de honger voor creatieve games juist niet. Misschien is dit juist waar de game-industrie naar toe gaat: zes jaar voorpret, terwijl we stiekem toffere dingen spelen.
Tom Hofland en Pascal van Hulst – vooral bekend van hun podcasthit De Blankenberge Tapes – zijn gefascineerd door spookverhalen en geestverschijningen. Toch deden ze die lange tijd af als onzin. Tot hun vorige podcast: Er is iets vreemds gebeurd. Ze spraken daarvoor naar eigen zeggen met meer dan honderd mensen die ook niet in dat soort zaken geloofden, maar door een onverklaarbare ervaring aan het wankelen waren gebracht. Als dat die mensen kon overkomen, waarom dan niet ook niet Tom en Pascal? In hun nieuwste podcast Geestenjagers gaan ze daarom zelf op zoek naar een onverklaarbare ervaring. Oog in oog staan met een geest, zoiets. Ik kan me voorstellen dat de al te sceptische luisteraar het een kinderachtige poging vindt, maar voor wie bereid is zijn ongeloof op te schorten is deze vijfdelige serie wel degelijk een geestverruimende ervaring.
In de overvloed aan podcasts is het niet eenvoudig op te vallen. Maar Lotte van Gaalen is het gelukt. Ze bekeek het Nederlandse audiolandschap en miste iets. Tussen alle spannende podcasts met meerdere afleveringen en praatprogramma’s met bekende Nederlanders had ze behoefte aan een plek voor korte non-fictie verhalen: mini-documentaires, portretten, persoonlijke verhalen. Die zijn volgens haar namelijk zo fijn om naar te luisteren, en audiomakers kunnen er ervaring mee opdoen en nieuwe dingen uitproberen. En dus besloot ze zo’n podcast zelf maar uit de grond te stampen, helemaal autonoom en onafhankelijk uitgebracht. Elke aflevering draait om een plek in de stad – het bankje, de school, het industrieterrein – en bestaat uit meerdere items door Van Gaalen en andere audiomakers. Deze losse en voor het gevoel soms bijna toevallig gevonden verhalen worden omlijst door de heerlijke muziek en sound design van radiokunstenaar Mat Wijn. Op de beste momenten in de traditie van Villa Achterwerk, Man bijt hond en De man met de microfoon.
„Een van de belangrijkste journalistieke vragen luidt nu: waar is Bouterse? Jullie moeten dat gaan uitzoeken.” Dat was de immense opdracht waarmee Investico-journalisten Linda van der Pol en Sylvana van den Braak vorig jaar maart op pad werden gestuurd door hun oud-hoofdredacteur Jeroen Trommelen. Ze spraken met nabestaanden en andere betrokkenen in een poging de puzzel te leggen van de oud-president die was verdwenen na zijn definitieve veroordeling voor zijn rol in de Decembermoorden. Het is een zoektocht waarbij regelmatig je mond openvalt van verbazing. Afgelopen kerst werd bekend dat Bouterse was overleden. Toch bleven de twee journalisten hun weg zoeken in een web van geruchten, vermoedens en dubbelzinnige uitingen van politici. Want hoe was het toch mogelijk dat Desi Bouterse zo lang onder de radar had kunnen blijven in een land waarin iedereen elkaar kent? Het resultaat is een genuanceerd en meeslepend portret van een systeem dat de verdwijning faciliteerde en een land waarin een bloedig verleden nog altijd zijn schaduw vooruitwerpt.
Op de webshop van streamingdienst HBO Max staat een ‘gebedspod’ van 999.666 dollar te koop. In de luxe pod, een hypermoderne capsule met een afgerond dak, kan je waar dan ook in alle rust bidden. Maar de gebedspod is niet echt te koop. Het is een product in het laatste seizoen van de serie The Righteous Gemstones (2019-2025). De gebedspod wordt verkocht door de Gemstones, een wereldberoemde Amerikaanse familie van televisiepredikanten. „Een piepklein, miniem, heel ieniemienie beetje van Christus wanneer je hem het hardst nodig hebt”, zegt Jesse Gemstone (Danny McBride) in de tv-reclame over de pod. „Amen.”
In de pod kan je tegen betaling kijken naar hun televisie-uitzendingen van gebedsdiensten. De familie misbruikt overduidelijk het christendom om geld te verdienen, maar zijn er heilig van overtuigd dat ze het juiste doen. Op televisie doen ze zich voor als de perfecte familie die nooit een zonde heeft begaan. Maar achter de schermen hebben ze de domste ruzies met elkaar, wordt er cocaïne gesnoven en belanden ze in schietpartijen met concurrerende televisiepredikanten.
In de afgelopen seizoenen ging de familie onder meer de strijd met elkaar aan over wie de hoofdpredikant moet worden, werkten ze agressief aan hun persoonlijke problemen en ruimden ze iedereen aan de kant die hen in de weg zat. In het vierde en laatste seizoen lijken ze zich misschien te beseffen dat ze zich niet langer als grote baby’s moeten gedragen. Of toch niet?
Oudste zoon Jesse Gemstone, jongste zoon Kelvin Gemstone (Adam Devine) en zus Judy Gemstone (Edi Patterson) zijn de gezichten van de Christus-geldmachine. Ze zijn vreselijk kinderachtig, maar toch niet te haten, mede omdat ze zijn gevormd door een traumatische kindertijd.
De cultserie van en met Danny McBride, die ook Jesse Gemstone speelt, is een satire over hoe een religieuze macht corrupt kan raken. De ondenkbare, letterlijk smerige acties van de families zorgen voor diepgaand ongemak en walging.
McBride is ook de maker van de cultseries Eatsbound & Down (2009) en Vice Principals (2016), waarin hij de hoofdrollen heeft – ook van het platform HBO. In beide series komt een groot deel van dezelfde cast voor als in The Righteous Gemstones. De series spelen zich af in hetzelfde universum, terwijl ze verder niet met elkaar te maken hebben. Zo komen de Gemstones onder meer bij elkaar om te eten in een steakhouse dat ook voorkomt in zijn tweede serie Vice Principals. In alle series van McBride doet iedereen wat God verboden heeft.
Emotioneel onvolwassen
De grappigste van de Gemstones is zus Judy. Ze is ongekend gemeen, jaloers en arrogant. Al de manier waarop ze loopt en gekke bekken trekt, laat zien dat ze zich gedraagt als een oversekste veertigjarige die is blijven vastzitten in haar tienerjaren. Als ze dingen vet vindt zegt ze zelfs „Skibidi Toilet”, een onzinwoord dat door tieners wordt gebruikt. In het laatste seizoen probeert ze de beste vriendin van haar overleden moeder vals te beschuldigen van verkrachting. Dat doet Judy door met haar billen tegen het kruis van de beste vriendin te drukken. „Stop met mij te verkachten! Help!”, roept Judy. De serie zit vol met dit soort hilarische en pijnlijke humor.
De familie doet er alles aan om relevant te blijven. Soms lijkt het wel dat de ideeën door een kind zijn verzonnen. Hoe komen ze erbij dat het een goed idee is om tijdens een gebedsdienst op televisie vliegpakken aan te doen om dichter bij God te komen? De ergste van hen allemaal is misschien wel hun oom Baby Billy Freeman (Walton Goggins, dit jaar ook te zien in The White Lotus). Met zijn gigantische witte kunstgebit maakt hij in het laatste seizoen een serie over de tienerjaren van Jezus. „Teenjus. Teen and Jesus mixed”, zegt Baby Billy helemaal strak aan de cocaïne. Zijn penis komt wel ongevraagd vaak in beeld.
Voormalig liefdespaar Gustave en Sophie gaat nog één keer samen naar een viering aan het water. Waarom wordt de speler van de game Clair Obscur pas gaandeweg duidelijk gemaakt, wel is hun chemie onmiskenbaar. De twee vullen elkaar perfect aan: Gustave met zijn cynische pragmatisme, Sophie met haar warmte en empathie. Ze lijken dat ook allebei door te hebben, ze komen nader tot elkaar – en dan schildert een groots, mythisch wezen iets in de verte. Het geprojecteerde getal 34 verdwijnt uit de hemel, een nieuwe 33 wordt getekend. Een deel van de stadsbevolking verdwijnt in het luchtledige, waaronder Gustave’s geliefde.
De wereld van Clair Obscur is getroffen door een vloek. Al 67 jaar lang telt een mysterieuze wezen af – ze noemen haar de ‘Schilderes’. Iedereen wiens leeftijd gelijk staat aan dat getal, verdwijnt van de wereld. Niemand weet hoe dit ooit is begonnen, pogingen om het te doorgronden zijn tot dusver gestrand. Toch belet dat Gustave niet om in zijn potentieel laatste levensjaar samen met lotgenoten in een boot af te reizen naar de Schilderes, om haar te doden en de vloek te doorbreken. Je bestuurt Gustave en zijn kompanen terwijl ze over de wereld reizen en tegen mysterieuze monsters vechten.
De visuele pracht van de gamewereld zou doen vermoeden dat Clair Obscur door een gigantisch team is ontwikkeld, maar achter het spel schuilt een ontwikkelstudio van slechts dertig mensen (wel met behulp van freelancers, overigens). Een Frans team wiens cultuur diep in de wortels van het spel is gaan zitten. Soms is dat expliciet: één van de eerste bazen waar Gustave tegen kan vechten is een mimespeler, die hem na overwinning beloont met een baret, rood-wit shirt, omgebonden doek en natuurlijk een stokbrood op de rug. Op dramatische momenten wordt in de game niet gescholden met Engelse krachttermen, maar met ‘merde’ en ‘putain’.
De Franse roots zitten ook tussen de regels verborgen. Soms is het klein, zoals de manier waarop een teamgenoot met schuin hoofd en opgehaalde schouders non-verbaal communiceert. En Gustave is geen extraverte tiener, zoals je vaak in vergelijkbare games speelt, maar een getergd man die net als Gérard Depardieu vooral graag met zijn ogen communiceert.
Binnenvetters
De cast vol binnenvetters maakt het fijn dat prominente acteurs als Andy Serkis en Charlie Cox hoofdrollen vertolken, die in staat zijn met weinig tekst alsnog de juiste emotie over te brengen. Gustave’s reis brengt hem al snel heel de wereld door, waarbij de magie van de Schilderes zelfs natuurwetten heeft herschreven. Het resultaat is een kleurrijke mengeling van Franse kunst uit de belle-époque-periode – de art nouveau druipt van de daken – gecombineerd met fantasy-illustraties uit Japanse rollenspellen.
Het is een game die precies als een Japans rollenspel speelt, maar dan op zijn Frans. Het lijkt op klassiekers als Final Fantasy, waar reizen door de gamewereld wordt afgewisseld met beurtelingse gevechten. In het geval van Clair Obscur zijn schermutselingen bovengemiddeld strategisch en vergen ze ook veel reflexwerk, omdat je op het juiste moment op knoppen moet drukken om bijvoorbeeld klappen te ontwijken.
Meestal volgen zulke Japanse rollenspellen narratieve conventies die populair zijn in het oosten, zoals een nadruk op de ontwikkeling van een enkel personage in plaats van het verhaal. Op dat front zoekt Clair Obscur het verschil: dit is een fantasyverhaal met een duidelijk Europese ondertoon. Het is genoeg om de game een unieke smoel te geven. In een gamesector die afgelopen decennia steeds meer Amerikaniseerde is dat buitengewoon verfrissend.