Elke aflevering van ‘Adolescence’ is spektakelstuk van één lang shot

Netflix’ miniserie Adolescence raakt een rauwe zenuw, maar is ook filmtechnisch een sensatie. Elk van de vier afleveringen van 51 tot 65 minuten is namelijk in één doorlopend shot gefilmd. Een dure en riskante methode: één verspreking of struikelpartij en je kan drie kwartier film overnieuw doen.

Regisseur Philip Barantini en schrijver-acteur Stephen Graham hebben er ervaring mee. Het duo kent elkaar als acteurs van Spielbergs oorlogsserie Band of Brothers (2001). Barantini combineerde acteren jarenlang noodgedwongen met keukenwerk en klom op tot chef. Die ervaring gebruikte hij in zijn hitfilm Boiling Point (2021), waar we in een hectisch Londens restaurant in één doorlopend shot de teloorgang van chef Andy Jones beleven, gespeeld door Stephen Graham.

Boiling Point speelde zich af rond één restaurant: veel overzichtelijker dan Adolescence, waar we de moord van de dertienjarige Jamie Mills op zijn klasgenootje Katie exploreren: de arrestatie en verhoor (aflevering 1), het politieonderzoek op school (2), Jamies psychologische evaluatie (3) en zijn ouderlijk huis, dertien maanden na dato (4). Vooral de finale van de tweede aflevering is een huzarenstuk: Na een enerverende achtervolging rijdt een politieman met zijn zoon langs scholieren die naar huis wandelen, waarna de camera plots de lucht invliegt en op de parkeerplaats landt waar Katies lichaam werd gevonden – we zien Jamies vader daar bloemen leggen tussen de knuffels en waxinelichtjes.

Schrijver-acteur Stephen Graham (als Eddie Miller, de vader van Jamie) achter het stuur.

Foto’s Netflix

Hoe dat werkte? Bij Adolescence gebruikte men lichte, digitale camera’s – die immers soms een uur moesten worden ronddragen – bevestigd aan een gimbal, een tuigje met stabilisators. Zo’n camera kun je met één klik losmaken om op een motorkap of aan een drone te bevestigen.

De aflevering met het politieonderzoek op school was sowieso lastig te maken, met honderden jonge figuranten die de assistent-regisseur op de juiste tijden op de juiste plaats moest drillen: een kwestie van zorgvuldige planning en langdurige repetitie. Ook qua script stelde de one shot-methode hoge eisen. De camera mag niet te lang onderweg zijn tussen scènes, dan ‘voel’ je de aanwezigheid van de cameraman. In Adolescence zwenkt de camera daarom vaak abrupt weg van personages om een voorbijganger te volgen: een advocaat, twee roddelende scholieren. Die nieuwe personages moeten het verhaal wel verder helpen, anders ervaar je ze als ‘vullertjes’.

One shot-film heeft geen editor nodig voor de montage, en dat scheelt een hoop werk. Een doorsnee speelfilm bevat ruim duizend shots; een drama zo’n achthonderd shots, een actiefilm zo’n 1.900 shots die gemiddeld slechts vier seconden duren. Daar staat een langdurige voorbereiding, hoge kosten en veel risico tegenover. Maar dan heb je wat: meer dynamiek, urgentie, empathie en authenticiteit. Bij one shot-film voel je je continu aanwezig, zonder de emotionele distantie die gerommel met tijd en plaats onwillekeurig met zich meebrengt.

De dertienjarige Jamie Miller (Owen Cooper) met klinisch psycholoog Briony Ariston (Erin Doherty).

Foto’s Netflix

Tien minuten

Filmmakers weten dat al heel lang, maar met analoge film was een echte one shot-film onmogelijk: een filmspoel is na tien minuten vol en moet dan worden verwisseld. In zijn nep-one-shot-kamerspel Rope (1948) liet Alfred Hitchcock de camera daarom elke zeven tot tien minuten langs een effen oppervlakte glijden – een witte muur, een zwarte jas – waar je een cut om van spoel te wisselen niet merkte. Zulke trucjes – plus digitale manipulatie, plus time lapse – zetten ook moderne nep-one take-films in: denk aan Birdman (2014) of het oorlogsepos 1917 (2019), een tocht van twee soldaten door niemandsland die eigenlijk uit 39 shots bestaat.

De digitale camera, die in principe eindeloos kan opnemen, maakte one shot-film echt mogelijk: daarvan zijn er nu zo’n zestig. De Russische maestro Aleksandr Sokoerov pionierde in 2002 met Russian Ark, waarin de camera in 96 minuten door 43 zalen van de Hermitage rolt en de Russische geschiedenis aan ons voorbijtrekt: knap zoals een kathedraal gebouwd van lucifers dat is. In de 21ste eeuwse film is de one shot-techniek een gimmick in praatfilms of in smoezelig, slecht belicht actiewerk als PCV-1 (2007). Doeltreffend was het wel in het Duitse Victoria (2015), waarin een feestbeest na een nachtje stappen in een overval belandt, of in Utøya, July 22 (2018), dat in ‘real time’ een slachtoffer van Anders Breiviks moordpartij volgt. En nu in Adolescence.


Mediatips voor het weekend: werken in een mysterieuze theewinkel, tv-satire en Franse chansons

Emotionele gesprekken in een Frans kasteel

Na ruimt drie jaar afwezigheid keert Promenade terug op televisie. Niet vanuit de oude, vertrouwde studio, maar vanuit Diederik Ebbinge’s schilderachtige Noord-Franse chateau, waar hij zes weken lang drie bijzondere vaste gasten zal ontvangen: Henry van Loon, Eva Crutzen en Ton Kas. Onder het genot van een goed glas en heerlijk Frans eten wil hij hen door middel van goede en soms best emotionele gesprekken graag beter leren kennen: Waar komen ze vandaan? Wat kregen ze mee van hun ouders, en leven die überhaupt nog? Ook worden de vaste gasten flink op de proef gesteld met enkele loodzware beproevingen. Maar pas op, in Chateau Promenade – een parodie op programma’s als Chateau Meiland en Villa Felderhof – is niets wat het lijkt.

Op de spoedeisende hulp

De ziekenhuisserie is terug van nooit weg. Leven en dood, liefde, misdaad en sociale kritiek: in het hospitaal komt alles samen. De serie The Pitt, wekelijks te zien bij HBO Max, gaat voor keihard realisme en een brede visie. The Pitt bevat alle ingrediënten van een doorsnee ziekenhuisserie en stijgt daar tegelijk ver boven uit. Noah Wyle, bekend als dokter Carter in ER, speelt de hoofdrol. Als leider van de spoedeisende hulp in een ziekenhuis in Philadelphia begeleidt hij drie groentjes, terwijl zijn trauma’s uit de coronatijd geregeld opspelen. Na het weekend komt Netflix ook met een ziekenhuisreeks. Pulse (vanaf 3 april) speelt zich af op de spoedeisende hulp van in een ziekenhuis in Miami. Wanneer een wervelstorm opsteekt in Florida en het ziekenhuis volstroomt, moeten iedreen aan de bak.

Met burnout in de theewinkel

Gladiator Alta wint al haar gevechten, tot een andere kampioen ineens de troon steelt. Ze raakt in de knoop met zichzelf en slaat op de vlucht. Zo belandt ze bij een mysterieuze theewinkel. Speltechnisch draait Wanderstop om het verzamelen van de juiste theebladeren om je klanten te bedienen, een stressloze activiteit waarbij je nooit tijd tekort komt of dood kunt gaan. Dit spelsysteem wordt gebruikt om te laten zien hoe ook Alta moet afremmen en hoe ze oog in oog komt te staan met haar afgebrokkelde eigenwaarde en plotselinge burnout. Daarmee schetst de game een deels autobiografisch verhaal van auteur Davey Wreden, die na ontwikkeling van hitgame en critical darling The Stanley Parable droomde van een lager tempo in zo’n theewinkeltje.

Het Franse Chanson

Op 29 maart en 5 april zendt Chanson de finale uit van het negenendertigste Concours de la Chanson die op 15 maart in de Rode Hoed in Amsterdam werd gehouden. Het Concours is een toonaangevend Nederlands zang-evenement dat zich heeft ontwikkeld tot een springplank voor Nederlandse en Vlaamse artiesten die Franstalig repertoire vertolken. Ze worden geïnspireerd door artiesten van Brel tot Piaf, en van Zaz tot Stromae. Dit concours is een viering van muzikale diversiteit en talent. De negenendertigste editie had een gewijzigde formule. De zangwedstrijd stond open voor amateurs en (semi-) professionals. We horen deze zaterdag Monique Aarts, Renske Munneke, Fenna Beets, Kurt Vanhengel (Le Flamand) en Yente & Romée (Trop de Mal). Chanson is te beluisteren via de Concertzender app en concertzender.nl. Daar zijn ook alle chansons van de afgelopen jaren terug te horen.


Is Hassan Diab een terrorist of zondebok?

In 1980 wordt een Joodse synagoge in Parijs gebombardeerd, met vele gewonden en vier doden tot gevolg. Even is een groep Franse neo-nazi’s verdacht, maar het onderzoek van de politie wijst geen duidelijke dader aan. Tot een gerenommeerde Franse onderzoeksrechter zich, gebrand op terrorismebestrijding, bijna 30 jaar later in de zaak vastbijt. Zo kan het gebeuren dat kilometers daarvandaan, in Ottowa, Canada, een nietsvermoedende sociologieleraar wordt opgepakt. Het is het begin van een jarenlange strijd om de waarheid, met aan de ene kant de vurige hoop op verlossing van het Franse trauma en aan de andere kant het onvermoeibare verweer van de verdachte – die wordt geschaduwd, vastgezet, weer vrijgelaten, en (spoiler!) toch weer veroordeeld. Twee onderzoeksjournalisten zochten uit: is de Libanees-Canadese Hassan Diab daadwerkelijk een terrorist, of een zondebok? Een grondige analyse van de systemische krachten die vrijkomen in de strijd tegen antisemitisch geweld.


Misdaadpodcast met heel veel plotwendingen

Soms worden misdaden niet opgelost door uitmuntend speurwerk, maar door dom geluk. Ten minste, zo ging het in juli 1996, toen een vader en zoon tijdens het vissen, kilometers van de kust van Devon in Engeland, een lichaam vinden. Ze twijfelen even: zullen ze de politie bellen? Dan kunnen ze hun vangst wel weggooien. Maar nog erger is een moeder die niet weet waar haar kind is, zegt de vader, en dus komt de politie het lichaam halen. De Rolex om de arm van de dode verraadt zijn identiteit. In een zoektocht naar het verhaal van deze Ronald Platt, en de reden voor zijn dood, klopt de politie aan bij een goede vriend. Ten minste, door stom toeval belt de agent aan bij het verkeerde huis en leert zo van de buren dat de betreffende vriend zichzélf Ron Platt noemt. Hoe kan dit? Een crimepodcast, met oneindig veel plotwendingen, maar dan eentje met échte antwoorden aan het eind. Wel zo bevredigend.


‘Promenade’ is terug en gooit het volledige Nederlandse tv-landschap in een blender

De diepte ingaan. Vertel eens over die dode vader. Hoe was het om een burn-out te krijgen? Vertel eens over die dode moeder. Het personage Diederik Ebbinge, gespeeld door Diederik Ebbinge, wil dat heel graag met de gasten van zijn nieuwe tv-programma Chateau Promenade. Hij zegt het letterlijk, meerdere keren: „Ik wil graag de diepte in.” Net als bij de vele Nederlandse interviewprogramma’s zoekt de fictieve presentator Ebbinge een emotionele ontboezeming, het liefst met een traan. Helaas heeft hij geen idee hoe je dat voor elkaar krijgt.

Ruim drie jaar na de laatste studio-uitzending van het oorsprokelijke Promenade heeft hij de kunst van het tv-maken nog niet onder de knie gekregen. In het veelgeprezen maar weinig bekeken talkshowsatire Promenade stond Ebbinge met acteurs en cabaretiers Henry van Loon, Eva Crutzen en Ton Kas in een studio met een wekelijks absurdistisch commentaar op Nederlandse talkshows en showbizzprogramma’s.

In december 2021 leek de koek op: de gekte van de praatprogramma’s vol niksigheid was volledig geparodieerd. „Je moet stoppen op je hoogtepunt, dat vonden we allemaal”, zegt Eva Crutzen aan de telefoon. „Maar het was ook heel jammer. Er was zo’n chemie tussen ons, in combinatie met de redactie. Toen het idee kwam om van Promenade nog meer een fictieserie van te maken, werden we allemaal heel enthousiast.” Van Loon had ook zin om weer met het team aan de slag te gaan, zegt hij in een ander telefoongesprek: „Het is een fijne club mensen die eigenlijk alles kan spelen: drama, comedy, doen alsof het een documentaire is. Met de vaste kern van Promenade zijn we heel goed op elkaar ingespeeld.

En dus is Promenade terug in een andere vorm. Inderdaad, om maar een vaak herhaalde zin uit het programma te noemen: ze doen het deze keer net even anders doen dan u van ze gewend bent. Het zesdelige Chateau Promenade lijkt het op het eerste gezicht vooral een parodie op de interviewprogramma’s waarin BN’ers op locatie, vaak in een zomers buitenland, geïnterviewd worden. Denk aan Villa Felderhof en varianten daarop zoals Casa di Beau. Binnen de verhaallijn van de serie ontvangt Ebbinge zijn gasten in een Noord-Franse kasteel zes weken lang de drie vaste gasten uit de eerdere seizoenen, die wederom zichzelf spelen.

Het interview-aspect is slechts het begin: in Chateau Promenade moeten Henry, Eva en Ton ook meedoen aan Cherche le Rat, een Wie is de Mol-achtig spel. En ze worden daarna ongemerkt in allerlei andere formats gestopt: vrijwel het volledige Nederlandse tv-landschap wordt in een blender gegooid. De geoefende kijkers herkent verwijzingen naar programma’s als Expeditie Robinson, Bed & Breakfast, Chateau Meiland, De Verraders, Het Verhaal Van, Chansons! en Ik Vertrek. Ook is er iets met Ron Boszhard en een moordspel.

Henry, Ton en Eva Beeld NTR

Dramahoek

Ebbinge schreef het nieuwe seizoen samen met Melle Runderkamp en Simon Hendriksen, ook wel bekend als het column-duo de Betrouwbare Mannetjes in de Volkskrant. Runderkamp en Hendriksen zijn sinds het begin bij Promenade betrokken. In een door mediatypes vaak bezocht café-restaurant in Amsterdam vertellen ze er meer over. Hendriksen: „Promenade was een reactie op de wildgroei aan talkshows en het meningencircuit daarin. Op dat vlak hadden we alles wel gezegd. Maar we wilden wel graag weer iets met deze groep doen. Zo ontstond het idee om meer de dramahoek in te gaan. En om tegelijk al het verschrikkelijke wat de Nederlandse tv te bieden heeft, te kunnen becommentariëren.”

Runderkamp: „Maar met dit type interviewprogramma is ook sprake van inflatie. Tegenwoordig heb je iedere avond drie programma’s waarin BN’ers ergens iets gaan doen om ze tot een gesprek te dwingen. En het element fictie zat er altijd in bij ons, Promenade was al een soort sitcom in de vorm van een talkshow.” Een comedyserie over een falende presentator die er iets van probeert te maken. Hendriksen: „Diederik kan natuurlijk geweldig zo’n loserachtig figuur spelen. Wij vonden het een heel erg leuk idee om zijn gevecht als presentator zichtbaar te maken. Dat hij het heel graag wilt, maar dat het gewoon altijd mislukt. Dat hebben we dus nu weer.”

Het oorspronkelijke programma werd al heel snel meta. De kijkcijfers vielen tegen en zaten meestal rond de 200 tot 300.000 kijkers. Wel ontstond wel een groeiende fanschare die op sociale media steeds luidruchtiger werd. Runderkamp: „De slechte kijkcijfers waren ook een zege: we konden het in de verhaallijn van het programma gebruiken.”

Ondergrens

Hebben de schrijvers het idee dat Promenade iets van zelfbewustheid bij talkshowmakers heeft gecreëerd? Zijn er lessen geleerd? „Nee,” aldus Runderkamp, „ik had ook niet de illusie dat we echt iets zouden veranderen. Maar het is wel een frustratie dat het er allemaal niet beter op geworden is.” Hendriksen: „Dat was ook een reden om te stoppen. We konden heel aardig een slechte talkshow parodiëren, maar als de ondergrens steeds lager komt te liggen ben je op een gegeven moment wel klaar. Sven Kockelman met een meloen aan tafel, Renze Klamer die gaat zingen in zijn talkshow, noem maar op.”

Gelukkig vonden ze met Chateau Promenade een nieuwe vorm. Er zit zelfs wat ‘cinema’ in. Zo zullen filmliefhebbers de sfeer van de broeierige Franse filmklassieker La Piscine (1969) op sommige momenten herkennen. Hierbij spelen twee nieuwe acteurs een rol: Lize Feryn als ‘kamermeisje’ Celine uit Lyon en Daniel Cornelissen al ongeplande extra gast. Zij hangen aan het zwembad en lijken meer uit een romantische schijnwereld gekomen zijn. Ebbinge loopt er als een lompe Rick Felderhof doorheen, met hoed en veel kleding in pastelkleuren. Runderkamp: „Zelf vind ik het grappig dat Diederik steeds doet alsof hij ‘het land Frankrijk’ moet uitleggen aan de kijker. Alsof het heel exotisch is. Terwijl hij tijdens de opnames ongeveer een kwartier over de grens met België stond.”

Ton Kas, Henry van Loon, Eva Crutzen en Daniel Cornelissen. Beeld NTR

Gekut met de kijkcijfers

Crutzen was blij dat de fictieve Eva in deze vorm weer tot leven kwam. „Dit is wel een heel andere arena dan een studio-programma waarin alles op het moment samenkwam. Dat was een snelkookpan: het werd opgenomen en dezelfde avond nog uitgezonden. Maar de gekte, dat vind ik heel goed behouden.” Van Loon is blij dat een serie als deze nog gemaakt kan worden, zeker in een tijd waarin er weinig ruimte voor absurdisme is op tv. „Alles moet tegenwoordig in een hokje. Dat dit er dan mag zijn, is te gek. Ik snap ook dat er mensen zijn die Promenade niet vatten. Dat is niet erg. Niet alles hoeft voor een groot publiek te zijn. Daarom is het gekut met die kijkcijfers ook grappig.”

Zowel Crutzen als Van Loon zaten onlangs in een programma waar in Chateu Promenade naar wordt verwezen: Boerderij van Dorst, waarin prominenten op een boerderij over hun leven praten met Raven van Dorst. „Dat was wel heel erg leuk om te doen”, zegt Van Loon. „Het is natuurlijk wel gek. Je denkt: wat heb ik nou te vertellen? En je bent jezelf in dat programma, maar je speelt ook een soort rol. Het is gewoon heel raar om op tv te zijn. Dat is ook wel het mooie aan Promenade om daar mee te spelen.” Crutzen: „Ik vind soms het persoonlijke aspect dat komt kijken bij zo’n interviewprogramma niet echt mijn favoriete ding om te doen. Ik giet het liever in een eigen vorm, een serie of een theaterprogramma. Maar Boerderij van Dorst vond ik dan wel fijn, dat is ook een goed gelukt programma. Ik snap de aantrekkingskracht wel van dat soort programma’s. Het is voor ons dan weer heerlijk om het in het absurde te trekken en om iedereen een spiegel voor te houden.”

Alle betrokkenen lijken Promenade in wat voor vorm dan ook door te willen zetten. Van Loon: „Ik wil het wel tot mijn dood blijven doen.” Crutzen: „Ja, als we gewoon goede tussenpozen hebben. Het moeten geen uitgekauwde 36 seizoenen worden.”

Chateau Promenade. Vanaf zondag 30 maart, NPO3, 21.10 uur. Het hele seizoen staat dan ook op NPO Start Plus.


Dabanga, radiostation en reddingslijn voor het vrije woord in Soedan, dreigt ten onder te gaan

Het fluit, het piept en soms vallen de Arabische woorden op de korte golf nauwelijks te verstaan, maar het is een zeldzaam geluid van de rede en tevens een reddingslijn in Soedan. Nu dreigt het radiostation Dabanga ten onder te gaan, niet als gevolg van de vernietigingsoorlog in Soedan, maar door de bezuinigingen die de Verenigde Staten uitvoert op hulpprojecten in het buitenland.

Net zoals het wegvallen van USAID-geld in menig Afrikaans land gezondheidsprojecten in gevaar brengt, loopt nu ook het vrije woord gevaar. De helft van de sponsering voor Dabanga’s budget van 2,5 miljoen euro kwam van het Amerikaanse State Department. Sinds het verdwijnen van deze fondsen in januari zag Dabanga zich genoodzaakt minder uit te zenden en kregen freelancers ontslag. Zweden is bijgesprongen en ook Nederland zal vermoedelijk besluiten het ontstane financiële gat te helpen vullen, zodat het station niet onmiddellijk hoeft te sluiten. Maar tegen het einde van het jaar is ook dat geld op.

De oorlog in Soedan is niet alleen een strijd gevoerd met wapens, maar ook met (mis)informatie. Nepnieuws, haatradio en het afsluiten van internet door de twee vechtende partijen – de militie de RSF van generaal Hemedti en het regeringsleger van generaal Burhan– hebben Soedan meer dan ooit gepolariseerd. Het regeringsleger heeft inmiddels de zwaargehavende hoofdstad Khartoem zo goed als ingenomen. Leugens en gevoelens van wraak blijven rondzingen en het vrije woord verschijnt niet aan de horizon. „Met Burhan weer in controle over Khartoem komt er een aanval op de vrije media, met alleen toestemming voor regeringsmedia,” voorspelt Mohamed Abdulrachman, voormalig medewerker van Dabanga en korte tijd hoofd van het Soedanese persbureau Suna. „Daarom is Dabanga belangrijker dan ooit.”

Nederlandse steun

Dagelijks volgen drie miljoen mensen Dabanga, via de korte golf, satelliet of de website. Ook diplomaten zijn ervan afhankelijk voor hun informatie. En het Internationale Strafhof in Den Haag gebruikt info van Dabanga bij de rechtsvervolging van vermeende Soedanese oorlogsmisdadigers. Dabanga werd in 2008 opgericht met Amerikaanse, Europese en Nederlandse steun. Soedan zuchtte toen onder het islamitisch fundamentalistische bewind van president Bashir (1989-2019) dat de Westerse landen maar al te graag wilden ondermijnen. Het radiostation zond uit vanuit een kantoor aan het IJ in Amsterdam, met Soedanese verslaggevers in het veld, vooral in de westelijke regio Darfur. Hoewel Soedan na zijn onafhankelijkheid in 1956 een traditie had opgebouwd van relatief goede journalistiek, bestond er onder Bashir al geen vrije pers meer en ondermijning van zijn dictatuur paste in de geopolitieke belangen van de Verenigde Staten.

„Dabanga heeft enorm veel invloed,” vertelt de Soedanese mensenrechtenactivist Mona Malik. „Het bereikt het publiek in de lokale gemeenschappen, met nadruk op plaatselijke initiatieven die daar worden ondernomen om de oorlog te stoppen en vrede te bewerkstelligen. Ook voor mijn werk om schending van mensenrechten aan te kaarten is Dabanga cruciaal.” Als inwoners van dorpen en stadjes de RSFuit de buurt hielden en zelf een alternatief bestuur opzetten, dan was een Dabanga reporter ter plaatse om over deze bijzondere vorm van zelfhulp te berichten.

Dabanga’s rol werd nog belangrijker toen na het uitbreken van de oorlog twee jaar geleden de RSF-militie het overgrote deel van Darfur innam. Het station ging ook fungeren als reddingsmiddel. Het enige nieuws vanuit het door de RSF omsingelde ontheemdenkamp Zam Zam kwam van Dabanga. „We zijn van jullie afhankelijk om te weten welk gebied er nog over is om naar toe te vluchten,” vertelden kampbewoners aan journalisten van het radiostation.

Zelfhulp voor Dabanga is echter geen optie. „In oorlogsgebieden kan een onafhankelijk medium niet op eigen kracht een verdienmodel opzetten. In tijden van oorlog zijn er geen advertenties”, vertelt Ruth Kronenburg van Free Press Unlimited. Tachtig radiostations en zestig stations in Oost-Europa ondervinden ernstige gevolgen van de stopzetting van Amerikaanse hulp, sommige hebben hun deuren al moeten sluiten. Kronenburg: „Het is een olievlek die niet alleen Dabanga aangaat, maar overal in de wereld komt het vrije woord onder druk te staan.”


Tv-recensie | Moussaid laat de religieuze invalshoek los, terwijl de moslimkijker toch al zo karig wordt bediend.

De Ramadan is bijna ten einde dus Villa Nadia (NPO2) beleefde woensdag zijn laatste uitzending. Tijdens de vastenmaand ontving Nadia Moussaid gasten uit de culturele wereld in een verbouwde boerderij, terwijl kok Yasmine Ballachi een iftar-maaltijd voor ze bereidde die ze na zonsondergang samen nuttigden.

Moussaid sprak met de gasten over politieke onderwerpen als de genocide in Gaza, vluchteling zijn, PVV-intimidatie, maar in de slotaflevering ging het over het belang van kunst in het leven van drie podiumkunstenaars. Ook hier was het gure politieke klimaat nooit ver weg. Acteur Sabri Saad El Hamus vertelde hoe Nederland is veranderd sinds hij in 1978 uit Egypte naar Amsterdam gedreven kwam: „Het verschil: deuren open en deuren dicht. De omarming van toen, het welkom zijn, bestaat niet meer”. De acteur danste met de anderen de zikr – een repetitief trance-ritueel van de soefi’s dat voor hem werkt als meditatie.

Komiek Shariff Nasr zei dat hij op het podium altijd begint met te vertellen dat hij half Palestijns is, maar dat dit sinds de Hamas-aanval op Israël van 2023 niet goed werkt: „Sinds 7 oktober valt dan de hele sfeer weg”. Met een grap probeert hij die dan weer terug te brengen: „Oké, dank jullie wel. Deze stilte krijgen we ook altijd bij de VN”. Zangeres Meral Polat zong een indrukwekkend lied – muziek verbindt haar met haar alevitisch Koerdische wortels en met haar overleden vader.

Vorig jaar heette dit programma nog Villa Ramadan en werd het gepresenteerd door Karim Amghar. Zijn ramadanprogramma’s hadden een religieuze invalshoek. Die liet Nadia Moussaid nu los. Villa Nadia behandelde weliswaar onderwerpen die leven onder moslims, maar had geen islamitische inslag. Dat is fijn voor mij – als ongelovige word ik wat wee van blije godsvrucht op tv, dus ik kijk liever naar Nadia Moussaid. Maar het is jammer voor de moslimkijkers die toch al zo karig worden bediend door de publieke omroep.

Het EO-programma Dit is de kwestie (dinsdag, NPO2) hield zich bezig met ‘genderteleurstelling’. Ik wist nog niet dat het bestond – althans, dat het een serieus probleem was – maar nieuwe ouders zijn dus wel eens teleurgesteld dat ze een jongensbaby krijgen terwijl ze een meisjesbaby willen, of andersom. Moeder Anne ervaart zelfs rouw omdat ze vier zonen kreeg en geen dochter. Ze was onherkenbaar in beeld, maar ik vermoed dat haar vier zonen, als ze dinsdag toevallig tv keken, wel door hadden van wie dat blonde achterhoofd was.

Mijn eerste gedachte was: niet zeuren, wees blij dat je een gezond, levend kind krijgt. Dat is precies waar de EO me wilde hebben. Want die vinden dat je het allemaal aan de goede God moet overlaten. Dat blijkt ook uit de bijbehorende podcast Koningswens die schande spreekt van mensen die abortus plegen omdat het geslacht van de embryo niet naar wens is. Voor je het weet, praat de omroep je zo het anti-abortuskamp in.

Mijn tweede gedachte was: dit is niet echt een kwestie want je kunt er toch niets aan doen. Weer fout. Presentatrice Rachel Rosier bezocht ondernemer Bert van Delen die genderselectie via ivf aanbiedt. Uit diverse embryo’s kiezen de ouders er eentje met het gewenste geslacht. Dat laat Van Delen doen in ziekenhuizen op Turks Cyprus, want in Nederland mag dit alleen als er een medische reden voor is. Rosier voelde Van Delen stevig aan de tand.

Dat kritisch ondervragen bleef achterwege toen ze in de keuken stond bij Leonie van Noort van Genderbalance. Die heeft een dieet ontwikkeld waarmee de zwangere vrouw het geslacht van de baby kan beïnvloeden. Als je een jongetje wil, dan moet je een wortel eten. En veel vlees. Nee, dit was geen vroege één-aprilgrap. Die vrouw en haar dieet bestaan echt. Kost 2.500 euro. Garantie tot aan de deur.


De ziekenhuisserie is terug, in een viezer en echter ziekenhuis

De blonde dokter Danny heeft een stormachtige relatie met de donkerharige dokter Xander. Hij wordt geschorst, waarna Danny zijn plaats inneemt als leider van de spoedeisende hulp in Miami. Wanneer een wervelstorm opsteekt in Florida en het ziekenhuis volstroomt, moeten de twee hun gevoelens opzij zetten en samenwerken.

Pulse heet de nieuwe ziekenhuisserie die vanaf donderdag 3 april op Netflix te zien is. Vermoedelijk gaan we ziekenwagenmenners zien die in hoog tempo brancards door de klapdeuren naar binnen duwen, terwijl ze de bloeddruk en hartslag van de patiënten schreeuwen. Onder hoge druk gaan de artsen aan het werk, doeltreffend en praktisch, soms cynisch, meestal liefdevol. De chirurgen staan vijftien uur achtereen suboptimaal te snijden, hun verantwoordelijkheidsgevoel gaat boven alles. En je blijft kijken omdat je wil weten wie het overleeft en wie sterft.

Pulse is pas de eerste ziekenhuisserie van Netflix. Sinds de jaren zestig behoren ziekenhuisseries weliswaar tot het vaste repertoire van traditionele tv-zenders, maar de streamingdiensten maakten ze niet vaak. Die richtten zich tot voor kort liever op dure kwaliteitsseries met beperkte duur. Eindeloos lopende genrestukken, met hun vaste stramien, hoorden daar niet tussen. Maar nu streamingdiensten steeds meer op traditionele tv gaan lijken, is er ook ruimte voor een serie als Pulse.

Lees ook

Ziekenhuisseries kijken met dokters: ‘Het lijkt alsof bijna iedereen op een Spoedeisende Hulp óf depressief is óf PTSS heeft’

Beeld uit ‘The Pitt’ met aan het voeteinde van het bed Dr. Robby (Noah Wyle).

Ziekenhuisseries hebben een heilzame werking. Dat betoogt de Italiaanse studie Investigating medical drama tv series uit 2023. Volgens Guglielmo Pescatore, hoogleraar mediastudies in Bologna, bieden de series een gecomprimeerde miniversie van de maatschappij en een open debatruimte om te bespiegelen op ethische dilemma’s, op het grillige en fragiele van een mensenleven, en op maatschappelijke problemen als vrouwenmishandeling, abortus en verslaving.

Bovenal vergroten ze onze kennis van de gezondheidszorg. Volgens de studie hebben ziekenhuisseries bijvoorbeeld het taboe op kanker doorbroken. Pescatore: „Door ziekte te vermenselijken, door haar te verbeelden als een probleem dat kan worden aangepakt, in plaats van als een onbeheersbaar lot, dragen ziekenhuisseries bij aan een blijvende verschuiving in de manier waarop de maatschappij gezondheidsproblemen ziet.”

Doctor Kildare wordt beschouwd als de vader van het genre: in de jaren dertig en veertig had hij al een filmreeks. Inmiddels bestaan er honderden. We kennen St. Elsewhere, ER, Chicago Hope. Het genre werkt het beste als je het mengt met andere. Meestal is dat romantiek (Gray’s Anatomy) maar je kunt er ook een sitcom van maken (Scrubs), een oorlogsserie (M*A*S*H) of een detective à la Sherlock Holmes (House). In Nederland waren ziekenhuisseries een tijdje van de buis, maar sinds vorig jaar is Medisch Centrum West terug, op SBS6. Net als andere genre-series hebben ziekenhuisseries trouwens stevige concurrentie van reality als Het Kinderziekenhuis, of Spoedeisende Hulp 24/7.

Ook HBO Max doet het wat rustiger aan met de dure, risicovolle kwaliteitsseries, en heeft sinds januari een langlopende ziekenhuisserie: The Pitt, gedragen door Noah Wyle, bekend als dokter Carter in ER. Als leider van de spoedeisende hulp in een ziekenhuis in Philadelphia begeleidt hij drie groentjes, terwijl zijn trauma’s uit de coronatijd geregeld opspelen. De serie laat in real time een dienst van vijftien uren zien – één uur per aflevering. De vaardige dokter krijgt niet te maken met een orkaan, maar wel met een mass shooting op een festival.

The Pitt bevat alle ingrediënten van een doorsnee ziekenhuisserie en stijgt daar tegelijk ver boven uit. Het is goorder dan gebruikelijk: de camera maakt graag extreme close-ups van gruwelijke wonden. Als een running gag wordt een nieuweling doorlopend ondergespoten met zalf, urine en bloed. Mede hierdoor voelt de serie veel realistische dan gebruikelijk – Amerikaanse artsen prijzen The Pitt voor haar correcte weergave van de praktijk.

De Italiaanse hoogleraar Pescatore kan ook tevreden zijn: The Pitt biedt ruim aandacht aan sociale onderwerpen, in de eerste plaats aan de marktwerking in de zorg waardoor het ziekenhuis overvol en ondergefinancierd is. Openlijk anti-Trump is de serie niet, maar de activistische acteur Noah Wyle wil wel graag duidelijk maken dat medische feiten niet zomaar wat meningen zijn, en dat een mensenleven geen handelswaar is.


Medewerkers publieke omroep in actie tegen geplande bezuinigingen

Medewerkers van de publieke omroep zijn maandag een actie begonnen tegen de geplande bezuinigingen van ruim 150 miljoen euro. Het doel van de actie, waar zich al ruim duizend medewerkers bij hebben aangesloten, is Tweede Kamerleden onder druk te zetten om de publieke omroep te beschermen en de bezuinigingen terug te draaien. De actie duurt tot half april, wanneer de Tweede Kamer debatteert over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de geplande bezuinigingen.

Het hart van de actie, die wordt gesteund door medewerkers van alle omroepen, vormt de website beschermdepubliekeomroep.nl. Hier leggen de initiatiefnemers uit waarom Nederland volgens hen een „sterke, onafhankelijke en verbindende publieke omroep” nodig heeft en de „ongekende bezuinigingen” teruggedraaid moeten worden. „In deze onzekere tijden moeten we kunnen blijven vertrouwen op onafhankelijke, betrouwbare informatievoorziening, kwalitatief hoogwaardige journalistieke programma’s en een veelzijdig aanbod”, zo schrijven de omroepmedewerkers.

Kaalslag

Bezoekers van de website kunnen een button aanklikken om de actie te steunen. Daarnaast kan met één muisklik een automatisch gegenereerde e-mail aan de Tweede Kamer gestuurd worden, waarin de bezuinigingen „onbegrijpelijk en zorgwekkend” worden genoemd. „De Nederlandse publieke omroep draagt in belangrijke mate bij aan de weerbaarheid van onze democratie maar dreigt nu te worden ontmanteld door een kaalslag van programma’s, mensen en kennis”, aldus de tekst van de e-mail aan de Tweede Kamer.

De actie begon met Hubert van der Want, programmamaker bij BNNVARA, die zich erover verbaasde over het gebrek aan pleitbezorgers voor de publieke omroep. Alleen mediamagnaat Joop van den Ende brak onlangs in een paginagrote advertentie in diverse kranten een lans voor de publieke omroep. „In deze tijd dient ons goed functionerende bestel te worden beschermd. Zodat journalisten in staat blijven hun controlerende werk te doen en producenten programma’s kunnen ontwikkelen die de kwaliteit hebben om miljoenen Nederlanders aan zich te binden”, aldus Van den Ende, die sprak van „alarmfase één” voor de media.

De advertentie leidde tot frustratie bij Van der Want. „Ik dacht: waarom komen we eigenlijk zelf niet op voor het belang van ons vak?”, zegt hij aan de telefoon tegen NRC. „Het is natuurlijk ongemakkelijk om van jezelf te zeggen hoe goed en belangrijk je bent. Maar in dit tijdsgewricht weegt het belang van ons vak zwaarder dan eventueel ongemak dat het oplevert. Een sterke, onafhankelijke publieke omroep is van levensbelang voor een sterke democratie. Al snel bleek dit gevoel breed te leven, bij alle omroepen. Het gebeurt niet vaak dat de publieke omroep als geheel zo eensgezind naar buiten treedt.”


‘Assassin’s Creed Shadows’ is een prachtige Japan-game die zichzelf teveel in de weg zit

Zwierende puntdaken steken uit boven het ruige naaldbos. Felrode hekken sluiten het complex af van de buitenwereld. Een priesteres in het traditionele wit-en-rood loopt langs de rotsen en steekt een kaarsje aan. De vogels kwetteren. Er is rust. Schuin in de rechterhoek verschijnt opeens een boodschap: nul van de drie altaren geëerd.

Duizend van dit soort momenten tekenen de voelbare spanning in Assassin’s Creed Shadows, de nieuwste en – als ook deze game flopt – mogelijk laatste telg in de populaire Assassin’s Creed-reeks van de ooit zo grote Franse gamegigant Ubisoft. Een gamelegende – Frankrijk knipoogde zelfs naar Assassin’s Creed tijdens de openingsceremonie voor de Olympische Spelen – maar een tanende.

Aan de ene kant staat hier de traditionele Ubisoft-formule: een wereld die opzwelt met onzinnige kleine priegelwerkjes en vergamede bezigheidstherapie, goed voor honderden uren zwoegen. Aan de andere kant, een ambitieuze game vol kwinkslagen die de sfeer van laatmiddeleeuws Japan tot in de details wil vangen, zonder daarbij met clichés de menselijkheid de nek om te draaien. Evenwicht vindt de game nooit helemaal.

Shadows vindt plaats in de Sengoku-periode, de woelige tijd van 1454 tot 1615 waarin de machtsdynamiek van het land onder invloed van ambitieuze krijgsheren en hun westerse geweren snel veranderde. Terwijl in Europa de renaissance begint, verkeert Japan in constante staat van oorlog. Naoe, een jonge shinobi (ninja) uit de streek Iga nabij Kyoto, leeft onder hoogspanning.

Dan valt de ‘grote vereniger’ Oda Nobunaga haar dorp aan, en temidden van de chaos vermoorden geheimzinnige strijders haar vader en gaan ze er vandoor met de bijzondere doos die hij beschermde. Naoe overleeft het ternauwernood. Ze gaat op oorlogspad, en wordt daarbij bijgestaan door een onverwachte bondgenoot: Yasuke, een van origine Afrikaanse samurai in dienst van Nobunaga.

Verademing

De splitsing tussen Naoe en Yasuke is één van de beste en meest ambitieuze vondsten van Ubisoft. Hoewel het bedrijf al eerder experimenteerden met deze vorm, is het hier echt doelmatig uitgevoerd. Yasuke is een strijder in hart en nieren; vraag je hem om te klimmen, sluipen en verstoppen, dan is hij lomp, onhandig, soms zelfs nutteloos. Maar wil je een deur inschoppen en krachtig terugslaan tegen machtige vijanden, dan heb je meer aan hem dan Naoe. Haar talent ligt in de schaduwen, in wendbaarheid en snelle beslissingen. De speler kiest waarschijnlijk een favoriet, maar denkt ook regelmatig: ik schakel even over. Het is een verademing na de alleskunners uit eerdere Assassin-games. Fijne bijvangst: het zijn allebei sympathieke personages, wiens achtergronden verkend worden in vele flashbacks, soms met verrassende muziek die de grens tussen traditioneel Japans en hiphop en rock opzoekt.

Zo ook de prachtig vormgegeven wereld. Waar eerdere westerse Japan-games als Ghost of Tsushima de speler onderdompelden in een soms vervreemdend gestileerde filmwerkelijkheid, kiest Ubisoft voor een naturalistischere verbeelding van het land en zijn vele dorpen en steden. Wonderschoon en geordend met Japanse precisie, ja, maar je voelt je voeten soms in de modder staan; soms moet een game ook een tikkeltje lelijk durven zijn waar het hoort. Een land om in te verdwalen.

Jammer dus, dat de enorme kluwen aan gamesystemen zich vaak zo aan je opdringt. Het is Ubisoft-eigen om teveel te systematisch te willen doen, een strategie die ooit bakermat was voor het succes, nu waarschijnlijk de reden dat het bedrijf uit de gratie is geraakt. Je voelt het naturalisme en het verhaal opbeuken tegen afstreeplijstjes en menu’s voor het managen van een eigen dorp, je inventaris, je bonte verzameling geliefden die je na hun kleine verhaaltjes als Pokémon kan inzetten in gevechten. Het vechtsysteem blijft een dienstbare maar niet bijzonder innovatieve vorm van steen-papier-schaar, waarin je continu moet opletten of je moet verdedigen of wegrennen. Daarbij gooit Ubisoft vaak onnodig muurtjes op: deze persoon kan je niet vanuit de sluipstand doden, die vijand maakt je met één stoot dood als je niet eerst nog twee uur lang je best doet sterker te worden.

Het zit allemaal in de weg van de flow onder de huid van deze game. Dat Ubisoft holistisch games kan ontwerpen, zien we hier ook. Als je als Naoe mediteert op het verleden vraagt de game je om op de maat van de muziek rustig knoppen in te drukken. Langzaam vervagen ze, totdat een vrijwel leeg beeld overblijft: een zeer effectieve verbeelding van meditatie. Je verlangt naar meer van dit soort bedachtzaamheid, waarbij gamer, game en verhaal samen kunnen komen tot één emotie.

Het is lastig een score op te hangen aan deze game, want de zwaktes van Ubisoft zijn al lang bekend. Moet je daar rekening mee houden? Shadows is waarschijnlijk hun beste game in jaren, te danken aan de grote ambities, de merkbare liefde onder de voorspelbare elementen. Maar of het genoeg is om dit gameicoon te redden, dat durf ik niet te zeggen.