Overheid staat weer voor de rechter, nu om couperen van varkensstaarten te stoppen

Dierenwelzijnsorganisatie Varkens in Nood daagt de Nederlandse overheid voor de rechter om het amputeren van varkensstaarten te stoppen. Varkens in Nood eist concreet dat de toezichthouder, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), hierop gaat handhaven bij vijf grote varkenshouderijen.

Het routinematig couperen van biggen, om te voorkomen dat de dieren in elkaars staart bijten, is al vele jaren verboden in Europa en in Nederland. Toch is het nog steeds de gangbare praktijk in de veehouderij, heeft het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) vaker bevestigd. Exacte cijfers zijn er niet; volgens Wageningen University wordt bijna 100 procent van de varkens geamputeerd. Varkens in Nood raamt het op jaarlijks zo’n 23 miljoen biggen.

De ‘handhavingsprocedure’ van Varkens in Nood komt nu het kabinet en de veehouderij richtlijnen moeten vaststellen voor meer dierenwelzijn, zoals in mei is vastgelegd in de Wet dieren. Het is opnieuw een rechtszaak om de overheid te dwingen om wetgeving rond landbouw en veeteelt na te leven, zoals eerder bij procedures over stikstof en natuurherstel.

„Het is raar dat er al ruim dertig jaar een verbod is op het routinematig couperen van varkens, maar dat het niet wordt gehandhaafd, en dat de politiek dit niet oppakt”, zegt directeur Frederieke Schouten van Varkens in Nood. „Wij hebben brieven gestuurd en petities ingediend, campagnes gevoerd en aandacht gevraagd. Maar ondanks beloftes van het kabinet gebeurt er al zo lang eigenlijk niks.”

Lees ook

Hoe de bio-industrie op papier werd afgeschaft (en toch niet)

Varkens in Moergestel, Noord-Brabant.

Pijnlijke ingreep

Veehouders couperen krulstaarten, omdat varkens elkaar uit stress of verveling in de staarten kunnen bijten. Als de staartwonden gaan infecteren, worden de dieren soms afgemaakt, wat economisch gezien kapitaalverlies is. Ook de afzetmarkt vraagt om varkensvlees zonder zichtbare wonden bij de staart.

Het is een pijnlijke ingreep, omdat het onverdoofd gebeurt en varkens veel zenuwen bij hun staart hebben, zegt Schouten, voormalig veearts. Met een elektrische ‘staartcoupeerder’, een heet mes, wordt bij pasgeboren biggen binnen vier dagen de staart doorgebrand. Omdat de biggen hierbij hard krijsen, dragen sommige boeren gehoorbescherming.

Een deel van de biggen wordt ook gecastreerd, om ‘berengeur’ in het vlees te voorkomen. Soms worden de tanden met een slijpsteen bijgevijld, zodat ze de tepels van hun moeder niet verwonden bij het drinken.

In 2030 stoppen met couperen duurt ons te langFrederieke Schouten Varkens in Nood

Frederieke Schouten
Varkens in Nood

Verveling

Er worden meerdere oorzaken genoemd waarom varkens in elkaars staarten bijten. Een belangrijke oorzaak is stress, veroorzaakt doordat varkens met te veel dieren in te kleine, vervuilde ruimtes zitten. Ze kunnen op betonnen stalvloeren niet wroeten in de grond, waardoor ze zich richten op elkaars staarten (en oren). Varkens zijn ook intelligente dieren en vervelen zich in kale hokken zonder afleiding.

Volgens een Europese richtlijn uit 1991 mag routinematig couperen niet, het mag alleen als blijkt dat staarten en oren verwond zijn omdat er niet is gecoupeerd. In 2008 heeft Brussel toegevoegd dat eerst „omgevingsfactoren” in de stal en de „varkensdichtheid” moeten worden aangepast, om staartbijten te voorkomen. Deze beide bepalingen zijn ook opgenomen in Nederlandse wetgeving.

Staartbijten tegengaan vraagt dus in eerste plaats om grotere stallen of minder varkens per stal, vult Varkens in Nood in. In de wet staat ook dat varkens voldoende „stro, hooi, hout, zaagsel, compost van champignons, turf of een mengsel daarvan, of een ander geschikt materiaal” moeten hebben, om mee te spelen en te onderzoeken. Andere afleidingen in de stal zijn bijvoorbeeld touwen, een houtblok aan een ketting of boomtakken.

Volgens de NVWA staat in de wet „onvoldoende duidelijk beschreven” wat de voorwaarden precies zijn, om als varkenshouder alsnog te mogen couperen, mailt een woordvoerder. „Daardoor kan de NVWA niet vaststellen wanneer er sprake is van een overtreding.” Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk welke mate van bijtschade couperen rechtvaardigt, waar dit moet worden geregistreerd, of welke maatregelen een varkenshouder moet nemen, zegt de NVWA. „Handhaving van dit verbod is daardoor voor de NVWA in de praktijk op dit moment niet mogelijk.”

‘Kosten terugverdienen’

Het ministerie en de NVWA, waar de toezichthouder onder valt, zijn op dit moment bezig om deze „open norm” rond couperen in te vullen.

Minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB) zegt dat haar ministerie toewerkt naar geleidelijke afschaffing van couperen in 2030, een einddatum die haar voorganger Carola Schouten (ChristenUnie) in 2019 heeft genoemd. „Het aanpakken van staartbijten vergt in veel gevallen een fundamentele aanpassing van de bedrijfsvoering, de nodige investeringen, en een markt om de extra kosten hiervoor terug te kunnen verdienen”, licht Wiersma toe.

De vraag is of het uitbannen van het amputeren van varkensstaarten per 2030 haalbaar is. In 2007 zei het ministerie al dat alle stallen in vijftien jaar (2022) moesten zijn aangepast aan dieren, in plaats van dieren aan stallen. De Wet dieren, in mei van dit jaar aangepast, richt zich op diervriendelijke stallen in heel Nederland in 2040 – tenzij veehouders meer tijd nodig hebben hun investeringen terug te verdienen.

„In 2030 stoppen duurt ons te lang”, zegt Schouten van Varkens in Nood. „We zeggen niet: stop morgen direct met couperen, laat het maar een bloedbad onder varkens worden. We zeggen wel: begin als NVWA met handhaven, en als veehouderij met stallen verbeteren. Onze procedure is een aanzet tot een systeemverandering. Er moet gewoon een keer iets geforceerd worden zodat het ook gebeurt.”


Conflict bij Ongehoord Nederland lijkt vooral politiek

All in the family”, schreef Gertjan Mulder. Het was zaterdagavond, een dag nadat de raad van toezicht van omroep Ongehoord Nederland voorzitter en mede-oprichter Arnold Karskens op non-actief had gesteld. Gertjan Mulder, lid van de raad, plaatste een groepsfoto met lachende gezichten op X. Op de foto staan niet alleen leden van de raad van toezicht, maar ook de eerder vertrokken ON-presentatrice Raisa Blommestijn én de FVD-politici Thierry Baudet en Ralf Dekker.

Was dit een coup, zoals Karskens zei? Welnee, zegt Ralf Dekker. „De foto en begeleidende tekst zijn wat verwarrend. Het lijkt alsof wij een soort comité ter ondersteuning van de raad van toezicht zijn, maar dat is niet het geval. Er zijn geen banden tussen FVD en Ongehoord Nederland, behalve persoonlijke.”

Er zijn geen banden met de FVD, behalve persoonlijke

Ralf Dekker
FVD-politicus

Het gonsde volgens aanwezigen van de opwinding, op de barbecue in Lunteren voor „gezond rechts Nederland”, die Mulder traditiegetrouw organiseert. Mulder, een econoom die in Uruguay woont, laat zichzelf graag „de Godfather van rechts Nederland” noemen. Hij was lange tijd close met PVV-leider Geert Wilders, maar gaf bij de laatste verkiezingen een stemadvies voor Forum voor Democratie.

De raad van toezicht had Arnold Karskens op non-actief gesteld na een anonieme brief van medewerkers van de omroep. De medewerkers schreven in de brief, in handen van GeenStijl, dat ze een onveilige werksfeer ervaren en bang zijn hun mening te uiten. Karskens verweerde zich tegen de „coup” van de raad van toezicht met een eigen brief, die hij op X plaatste. „De coupplegers tolereren bagatellisering van de Holocaust en staan racistische uitingen binnen de omroep toe.”

Lees ook

Ongehoord Nederland stelt voorzitter Arnold Karskens op non-actief

Ongehoord Nederland stelt voorzitter Arnold Karskens op non-actief

Waterscheiding

In de kern gaat het conflict tussen Karskens en raad van toezicht ook, misschien wel vooral, over politiek. In de omroep, vertellen betrokkenen, zijn twee groepen ontstaan. De groepen werkten lange tijd samen, maar raakten steeds meer in conflict. Ze worden vaak vergeleken met de PVV en FVD. En zoals die twee partijen elkaar in Den Haag steeds vaker dwars zitten, zo is er ook bij ON een waterscheiding ontstaan.

Arnold Karskens staat volgens betrokkenen voor de PVV-vleugel. Hij is scherp op onderwerpen als migratie en Zwarte Piet. Hij houdt zich naar eigen zeggen verre van complottheorieën en antisemitisme. De anonieme medewerkers schrijven in de brandbrief dat hij kritiek op Geert Wilders niet toestaat. „De ‘vermildering’ van Wilders schiet bij veel kijkers en leden van de omroep in het verkeerde keelgat. Een omroep als de onze zou hem op het ‘draaien’ kritisch moeten benaderen, maar dat werd verboden door Karskens.” Toenmalig ON-bestuurder Reinette Klever trad namens de PVV toe tot het kabinet-Schoof, als minister voor Ontwikelingshulp en Buitenlandse Handel. Karskens zei in Ongehoord Nieuws: „We mogen heel trots zijn dat we haar mogen afvaardigen naar het kabinet.” Karskens is niet bereikbaar voor commentaar, en schrijft op X zich later uitgebreid te verweren.

Lees ook

OM vervolgt influencer Raisa Blommestijn voor groepsbelediging

Raisa Blommenstijn in haar tijd bij omroep ON!

Onder medewerkers is de radicalere FVD-school dominant. Ook de raad van toezicht zit volgens betrokkenen in dit kamp. De medewerkers schrijven in hun brief dat „vrije gedachten” over de maanlanding en de aanslagen op 11 september 2001 niet door Karskens getolereerd worden. Baudet zaait over beide onderwerpen twijfel. De briefschrijvers zijn boos dat complotdenker David Icke, die antisemitische ideeën verspreidt, door toedoen van Karskens niet welkom was bij ON. Ook is kritiek op Israël verboden door Karskens. „Pro-Israëlgasten mogen altijd komen.” Baudet heeft vaak bewonderend gesproken over Icke. Karskens noemt in zijn brief één medewerker bij naam die hij weg wilde hebben, maar die volgens hem beschermd wordt door de raad van toezicht: George Woodham, oud-lijsttrekker van FVD in Utrecht.

Ongehoord Nederland heeft altijd korte lijntjes met (radicaal)-rechts gehad. Wilders én Baudet steunden Ongehoord Nederland ten tijde van de oprichting, en zeiden dat de omroep als rechtse stem in een links publiek bestel hard nodig was.

Het interne conflict bij ON lijkt sterk op de groeiende verwijdering in Den Haag tussen PVV en FVD. Lange tijd gold er, vooral op initiatief van Wilders, een informeel niet-aanvalspact. De inhoudelijke verschillen zijn meestal klein, en ook PVV’ers verspreiden complottheorieën, zoals die over ‘omvolking’.

Sinds vorig jaar, toen Wilders Baudet aanviel op zijn standpunt over de maanlandingen (‘U bent al vrij ver op weg naar de maan’), is de sfeer tussen beide partijen omgeslagen

Verwijdering sinds vorig jaar

Sinds de Algemene Politieke Beschouwingen van een jaar geleden, toen Wilders Baudet aanviel op zijn standpunt over de maanlandingen („U bent al vrij ver op weg naar de maan”), is de sfeer tussen beide partijen omgeslagen. En sinds vlak voor de zomer de PVV een regeringspartij werd, is daar een dynamiek aan toegevoegd. FVD valt de PVV sindsdien aan als ‘kartelpartij’, die niet wezenlijk verschilt van andere partijen. „Het programma van GroenLinks-PvdA is bijna hetzelfde als dat van de PVV”, zei Baudet onlangs in zijn YouTube-talkshow Forum Inside. Kamerlid Gideon van Meijeren zei daar: „De PVV is de PVV niet meer. Het systeem weet dat ze geen fundamentele kritiek van de PVV zullen krijgen. Ze versterken het systeem dat wij willen bestrijden.”

Precies dit schisma verdeelt nu ook Ongehoord Nederland. De FVD-vleugel heeft daar gewonnen van de PVV – voorlopig althans. Blommestijn, die na een conflict met Karskens over haar gedrag op sociale media vertrok, keert terug bij de omroep. Ze wordt vervolgd door het Openbaar Ministerie wegens groepsbelediging, omdat ze het op X had over „negroïde primaten”.

De barbecue van Gertjan Mulder is bedoeld om eenheid te bevorderen in rechts Nederland. Maar aanwezigen zagen dit jaar maar weinig PVV’ers. Wie er wel was, en ook op de groepsfoto kwam, was oud-PVV’er Harm Beertema. Hij was weggelopen bij de PVV na een conflict met Wilders over zijn plek op de kandidatenlijst. Maandag maakte de raadvan toezicht bekend dat hij de nieuwe interim-voorzitter van Ongehoord Nederland wordt.

Lees ook

Hoe Arnold Karskens de NPO tot het uiterste dreef

Arnold Karskens, voorzitter van Ongehoord Nederland.


Het nieuwe kabinet trekt landbouwmaatregelen in. Wat betekent dat voor boeren? En voor de natuur?

De provincie Zuid-Holland had bollenkweker Simon Pennings in de duin- en bollenstreek gevraagd mee te denken. Hoe verminderen we stikstof? Zeker honderd uur had hij erin gestopt, met collega’s in de omgeving. Pratend met bestuurders zag hij het wantrouwen bij de boeren wegsmelten. De grote opgaven in hun regio werden behapbare brokjes. En zo ging het in alle provincies.

Maar het nieuwe kabinet heeft alles op de lange baan geschoven. Minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft de deadline van 1 oktober voor het inleveren van de uitgewerkte plannen geschrapt. De deadline hoorde bij het Nationaal Programma Landelijk Gebied dat begin dit jaar werd ingevoerd. Daarin staat hoe Nederland moet voldoen aan internationale wetten over stikstof, water en klimaat. In 2027 moet het grond- en oppervlaktewater bijvoorbeeld weer in goede staat zijn, en de stikstofuitstoot moet in 2035 drastisch verminderd zijn. Provincies moesten de landelijke plannen concretiseren.

Met het schrappen van de deadline voor de gebiedsplannen is weer een onderdeel van het landbouwbeleid van Rutte IV van tafel. Eerst verdween de stikstofkaart van voormalig minister Christianne van der Wal (VVD), waarop stikstofreductiedoelen per gebied te zien waren. Toen klapte het Landbouwakkoord, waarin het kabinet met de agrarische sector afspraken probeerde te maken voor een rendabele en duurzame toekomst. De ambitie van Rutte IV al in 2030 de stikstofdoelen te halen verdween, werd weer 2035 en het stikstoffonds van 24,3 miljard euro werd geschrapt.

Onlogisch

Een aantal provincies had het ministerie al eerder om uitstel gevraagd, omdat ze nog aan het sleutelen waren aan hun plannen. Het ministerie gaf een andere reden voor het schrappen van de deadline. „Nu er gewerkt wordt aan de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord, en dit van invloed kan zijn op de gebiedsprogramma’s, zijn de provincies geïnformeerd dat we de deadline voor nu niet hanteren.” Met een BBB-minister op het departement laat het kabinet-Schoof er geen misverstand over bestaan: op landbouw wordt een radicaal andere koers ingezet.

Onverstandig, vindt bollenkweker Pennings. Als hij ’s morgens een oogstplan maakt voor zijn tulpen- en narcissenbollen, voert hij dat plan uit en is in de avond alles binnen. „Halverwege het plan veranderen kost klauwen geld.”

Simon Pennings en collega’s ontwikkelden een plan waarmee alle kwekers in de regio biologisch zouden gaan kweken. Zij wilden daarvoor een beroep doen op het zogenaamde transitiefonds, een potje waaruit de plannen voor een duurzamer landbouw zouden worden ondersteund. De provincies stelden vorig jaar à 2,7 miljard aan maatregelen voor, variërend van het uitroepen van weidevogelbiotopen tot het verleggen van fietspaden in de duinen en de aanleg van houtwallen.

Pennings merkte al bij de val van het kabinet in juli vorig jaar dat de boel op de lange baan werd geschoven. „Het werd afwachtend.” Toen de nieuwe coalitie in mei dit jaar haar Hoofdlijnenakkoord presenteerde, bleek dat het transitiefonds van 24,3 miljard is geschrapt. De agrarische sector krijgt er 5 miljard voor terug, voor innovatie, een opkoopregeling en de aanpak van de mestmarkt. Hoe het verder moet is voor de provincies onduidelijk, zegt gedeputeerde Berend Potjer (Zuid-Holland). Hij spreekt namens een overleg tussen provincies over de gebiedsprogramma’s.

Is het niet meer dan redelijk om te pauzeren als je nieuwe plannen schrijft? Nee, het is onlogisch, zegt stikstofhoogleraar Jan Willem Erisman, verbonden aan de Universiteit Leiden. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied is nog altijd de wet en totdat de minister een nieuwe wet door het parlement loodst moet die worden uitgevoerd. „Het is belangrijk continuïteit in beleid aan te brengen en richting te geven”, zegt Erisman.

Brussel

Het nieuwe kabinet heeft laten weten dat het wil inzetten op een diplomatiek offensief in Brussel om voor Nederland binnen de Europese Unie een uitzonderingspositie te bedingen. Het lijkt erop dat het schrappen van de deadline voor provinciale plannen daarvoor is bedoeld: tijdwinst om ruimte te scheppen voor de lobby.

Maar de kansen van slagen van die lobby is klein, zegt Erisman. De stikstofhoogleraar kent geen enkele deskundige die denkt dat Wiersma kansrijk zal zijn in Brussel met de vraag om een uitzondering. Zijn zorg is dat het signaal aan de boer is: doe maar even niets. Wij gaan het regelen. „Als over een half jaar blijkt dat het ze niet lukt in Brussel, en ze alsnog kosten moeten maken, dan is het geld al weg.”

De Europese Commissie is juist strenger aan het worden. Nederland zorgt te slecht voor de weidevogels, vooral de grutto, en de waterkwaliteit is niet op orde – en het kabinet is daarop vanuit Brussel aangesproken. Nederland moet binnen twee maanden met een herstelplan komen. Beide onderwerpen raken aan de landbouwsector. Hierdoor staat Wiersma voor een extra grote opgave bij het schrijven van het regeerprogramma.

Daar komt bij dat er nog geen oplossing is voor het mestprobleem. Nederlandse veehouders konden altijd meer mest uitrijden dan andere Europese boeren, maar die uitzondering stopt. Het kost boeren daarom veel geld om van hun mest af te komen. De angst is dat het zoveel geld kost, dat sommige boeren het niet meer kunnen betalen en moeten stoppen. Plannen van Rutte IV zijn door Wiersma aan de kant geschoven. Maar wat wil ze wel? Daar moet ze deze zomer ook aan werken.

„De tijd is op”, zegt hoogleraar Erisman. De deadlines voor de problemen met mest zijn heel dichtbij, en ook die voor de vogels. Maar ook om de waterkwaliteit in 2027 op orde te hebben, moeten nú keuzes worden gemaakt. Dat is precies waar de provincies mee bezig waren in samenwerking met kwekers als Pennings en alle andere betrokkenen. Zij gaan door met het uitvoeren en ontwikkelen van de plannen voor verduurzaming, verzekert gedeputeerde Potjer. En hoe gaan ze dat zonder geld betalen? „Tsja… Dat is de grote vraag.” Maar als je zou stoppen met de gebiedsprogramma’s, zegt hij, zouden we onbetrouwbaar zijn en mooie plannen vernietigen.


Zelfs bolwerk Oss stemt geen SP meer, maar hun nieuwe leider geeft de socialisten hoop

Altijd stemde Harold van der Heijden SP, net als zijn vader. Maar de SP, vindt hij, „is niet meer wat ze geweest is”. Van der Heijden zit in de betegelde voortuin van zijn rijtjeshuis in Oss, een glas cola voor hem op tafel. „Ze hebben niks meer in te brengen, met zo weinig zetels.”

Nu stemt hij PVV. De magazijnmedewerker is het niet eens met álles wat Geert Wilders zegt. „Maar hij durft als enige in Den Haag ballen te tonen.” Het steekt Van der Heijden (46) dat Ossenaren naar de voedselbank moeten vanwege „knetterdure” boodschappen en dat de huizen „niet te betalen” zijn. „Buitenlanders gaan voor”, stelt hij, „terwijl wij ons kapot moeten zwoegen om rond te komen.”

In Oss was er de laatste 25 jaar één zekerheid bij iedere verkiezing: de SP wordt een van de drie grootste partijen. De oude industriestad bracht partij-icoon Jan Marijnissen voort, en zijn dochter Lilian Marijnissen, die in december opstapte als partijleider. Oss was een socialistisch bolwerk.

Lees ook

Binnen de SP kwam steeds meer druk op Marijnissen, die nu zelf zegt dat er ‘behoefte is aan een nieuw gezicht’

Lilian Marijnissen bij het partijcongres van de SP in september.

Zorgbuurthuis

Tot de Tweede Kamerverkiezingen in november. De SP eindigde voor het eerst veel lager in Oss, als vijfde partij. Bij de Europese verkiezingen van vorige maand zelfs als zesde. Op diezelfde manier werd de partij gemarginaliseerd in Heerlen en Oost-Groningen. Landelijk krimpt de SP al jaren: van 15 Tweede Kamerzetels in 2012 naar 5 in november. Nu is ze ook haar laatste bolwerken kwijt.

Vanuit een tuinstoel kijkt Van der Heijden uit op zorgbuurthuis ’t Hageltje, een SP-initiatief. Daar kunnen ouderen uit de buurt terecht als ze niet meer thuis kunnen of willen wonen, maar geen indicatie hebben voor een verpleeghuis. Er werken veel vrijwilligers. „Dat is toch helemaal super”, zegt Van der Heijden.

Marijnissen noemde het zorgbuurthuis in een verkiezingsdebat van RTL. Maar haar poging hiermee een discussie over de ouderenzorg te beginnen, werd onschadelijk gemaakt door haar concurrenten Dilan Yesilgöz (VVD) en Rob Jetten (D66). Die overlaadden Marijnissen met complimenten voor het initiatief.

Het was symbolisch voor het probleem van de SP: kiezers hebben sympathie voor de partij, maar stemmen er niet op. Waardoor de SP ook geen gevaar vormt voor andere partijen. Zoals de nieuwe partijleider Jimmy Dijk het eens verwoordde: de SP is als die jongen op het schoolfeest die door iedereen aardig wordt gevonden, maar waar niemand mee wil dansen.

Lees ook

Fel, volks en activistisch: nieuwe SP-leider Jimmy Dijk mikt op de proteststem. ‘Ik wil al die mensen terug’

Jimmy Dijk is sinds woensdag de nieuwe fractievoorzitter van de SP, als opvolger van Lilian Marijnissen.

Dijk hoopt daar verandering in te brengen: hij wil allesbehalve lief zijn. Afgelopen maanden trok hij de aandacht met meerdere harde aanvallen op Geert Wilders. Niet met morele argumenten. Dijk richtte zich op thema’s waar hij Wilders pijn mee kan doen. Zoals de verwachte stijging van kinderarmoede in 2025 en de keuze van de coalitie het eigen risico in de zorg niet direct af te schaffen, wat de PVV wel had beloofd.

Honden uitlaten in een parkje in Oss. „Je moet eerst goed voor jezelf zorgen, dan pas kun je goed voor een ander zijn.”
Foto Merlin Daleman

Authentiek imago

Sinds hij in december aantrad als partijleider is de stemming in de partij optimistisch. Dijk kan beter improviseren dan zijn voorganger, vinden de mensen om hem heen, wat hem een authentiek imago geeft. En ze zijn blij dat hij felheid combineert met luchtigheid.

Het eerste verkiezingsresultaat onder Dijk viel tegen. De SP haalde bij de Europese verkiezingen 2,2 procent van de stemmen: de slechtste SP-uitslag in bijna dertig jaar tijd en te weinig voor een zetel in Brussel.

Maar dat rekent niemand Dijk aan. Na de verloren Tweede Kamerverkiezingen was er chagrijn over Lilian Marijnissen, die eerst wilde aanblijven als leider. Dijk is nog maar net begonnen; als íemand ons uit het dal kan halen, is hij het, zeggen SP’ers.

Ook over de omstandigheden heerst optimisme. Regeren kan de PVV weleens pijn gaan doen, verwacht de SP. Zeker als de coalitie tegenvallers wil blijven opvangen met bezuinigingen. En misschien, zeggen SP’ers, kan Dijk met zijn volkse uitstraling ook oud-PvdA-stemmers aanspreken.

Maar is een nieuwe partijleider genoeg om de SP weer groot te maken? Zijn kiezers nog warm te maken voor het socialisme, en voor klassieke SP-standpunten als herverdeling van rijk naar arm?

Zijn kiezers nog warm te maken voor het socialisme en voor de herverdeling van rijk naar arm?

Rond het zorgbuurthuis in Oss klinkt daar weinig enthousiasme over. „Rijke mensen werken er ook hard voor”, zegt een man die op een muurtje voor het buurthuis zit, met twee honden aan de riem. De 63-jarige schilder woont in het zorgbuurthuis en doet er ook klusjes. Hij vindt het een „goed project”, maar wil verhuizen: hij kan het niet goed vinden met het personeel.

In zijn Amsterdamse krakerstijd stemde hij SP, zegt de man. Nu spreken de PVV en BBB hem meer aan, vooral door hun standpunten over asiel. „Je moet eerst goed voor jezelf zorgen, dan pas kun je goed voor een ander zijn. Dit land draait het om.”

Speeltuin in Oss. „In mijn flat hoor ik amper nog Nederlands.”
Foto Merlin Daleman

Asiel is moeilijk thema

Andere Ossenaren zeggen hetzelfde: migratie is het belangrijkste thema voor hen. „Voor wat Lilian allemaal gedaan heeft voor het zorgbuurthuis neem ik mijn petje af”, zegt een gepensioneerde vrouw. Maar haar stem ging naar NSC, dat een scherper migratiestandpunt heeft. „In mijn flat hoor ik amper nog Nederlands.”

„Er komen er elke dag zóveel binnen”, zegt Gerrit van Orsouw (65), een arbeidsongeschikt geraakte timmerman. „En de jeugd hier krijgt geen huis.”

De SP probeerde de afgelopen jaren niet te veel aandacht te geven aan asielmigratie

De SP probeerde de laatste jaren niet te veel aandacht te besteden aan asielmigratie. Liever had de partij het over arbeidsmigratie, als uitwas van het kapitalisme. Asiel is een moeilijk thema voor de partij. In de achterban leven daar zeer verschillend meningen over, is bekend uit kiezersonderzoeken. En dan kan een partij met iedere uitspraak kiezers van zich vervreemden.

Die aanpak had ook een nadeel: voor kiezers is vaak onduidelijk hoe de SP over asiel denkt. Dat is niet vol te houden, vindt de nieuwe partijtop. Voor het kabinet-Schoof zal migratie een van de belangrijkste thema’s zijn. Daar wil de SP een duidelijker verhaal tegenover zetten.

Dijk werkt deze zomer aan nieuwe „analyses” over migratie, zoals het in de partij genoemd wordt. Hij gaat opnieuw op papier zetten hoe de SP hiernaar kijkt. Daar kunnen ook nieuwe standpunten uit voortkomen.

Vluchtelingen voor oorlog en geweld blijven welkom voor de SP. Wel zou de partij met voorstellen kunnen komen om asielprocedures te verkorten en de volle opvanglocaties te ontlasten.

Ook andere onderwerpen wil de SP de komende tijd tegen het licht houden. Want de partijtop weet: een nieuwe leider is niet genoeg. Het moet ook duidelijker worden waar de SP voor staat.

Een man werkt in zijn tuin in Oss.
Foto Merlin Daleman

Spijt

Maar dat een opvallende partijleider helpt, blijkt wel in Oss. Een vrouw bij winkelcentrum De Ruwert, in het zuidwesten van Oss, heeft door Dijk zelfs spijt gekregen van haar stem op de PVV, zegt ze.

De 52-jarige doktersassistente is de boodschappen in haar terreinwagen aan het zetten. Bij de Tweede Kamerverkiezingen verruilde ze de SP voor de PVV, om „tegengas” te geven. Ze vond dat Nederland „te ver doordraait” met hulp aan asielzoekers. En dat de SP te weinig aandacht heeft voor mensen zoals zij: de middenklasse.

Maar begin deze maand hoorde ze Jimmy Dijk oppositie voeren in het debat over de regeringsverklaring. Dat ontspoorde na een tweet van PVV-vicepremier Fleur Agema over hoofddoeken. Waarna Dijk het nieuwe kabinet „een kleuterklas” noemde.

„Hij had helemaal gelijk”, zegt de vrouw. „Shit, wat heb ik gedaan, dacht ik. Fleur Agema is niet te vertrouwen met haar twittergedrag.”

Lees ook

Fel, volks en activistisch: nieuwe SP-leider Jimmy Dijk mikt op de proteststem. ‘Ik wil al die mensen terug’

Jimmy Dijk is sinds woensdag de nieuwe fractievoorzitter van de SP, als opvolger van Lilian Marijnissen.


Bij asielaanvragen moeten persoonlijke omstandigheden altijd meewegen, besluit Raad van State

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) moet voortaan de individuele omstandigheden van asielzoekers beter meewegen in het beoordelen van asielaanvragen, zo heeft de Raad van State woensdag besloten.

Als een asielzoeker in zijn of haar thuisland gevaar loopt door persoonlijke omstandigheden , dan maakt diegene vanaf nu meer kans op een asielstatus. Het kan gaan om mensen die vanwege een handicap of hun werk als arts of journalist, meer kans maken getroffen te worden door willekeurig geweld van bijvoorbeeld een burgeroorlog.

De afgelopen vijftien jaar toetste de IND bij een asielaanvraag eerst de individuele omstandigheden van de asielzoeker, en vervolgens de situatie in het land van herkomst. Vreemdelingen konden een asielstatus krijgen vanwege persoonlijke omstandigheden waardoor zij het gevaar lopen vervolgd te worden, zoals geaardheid, etniciteit of lidmaatschap van de politieke oppositie.

Waren er geen heel specifieke omstandigheden van de persoon zelf, dan keek de IND of de situatie in het land van herkomst dusdanig gevaarlijk was dat een asielstatus sowieso gerechtvaardigd was. Bijvoorbeeld door een hevige (burger-)oorlog. . Maar bij de beoordeling of dat land van herkomst in het algemeen te gevaarlijk is voor de asielzoeker, woog de IND niet mee hoe iemands individuele omstandigheden zijn veiligheid beïnvloeden.

De uitspraak van de Raad van State kwam tot stand in een zaak over een Libisch gezin met zes minderjarige kinderen, van wie de vader als persoonsbewaker van verschillende hooggeplaatste politici had gewerkt. Volgens het gezin liepen zij in Libië gevaar door de uiterst instabiele en gewelddadige politieke situatie in het land, én vanwege het voormalige werk van de vader en de kwetsbaarheid van de kinderen. De IND had het gezin geen asielstatus toegekend. De Raad van State ging mee in die beslissing, omdat het gezin onvoldoende had gemotiveerd waarom het in aanmerking kwam voor bescherming.

Ondanks de tegenvaller voor het gezin is de uitspraak volgens asieladvocaat Flip Schüller, die het gezin bijstond, goed nieuws. De Raad van State heeft volgens Schüller met deze uitspraak een helder beoordelingskader gecreëerd dat met name belangrijk zal zijn voor mensen uit Irak, Afghanistan, Soedan en ook Libië. Daar vindt veel willekeurig geweld plaats, maar niet in zo’n mate dat asielzoekers uit deze landen automatisch bescherming krijgen. „Voorheen kregen veel asielzoekers uit deze landen geen vluchtelingenstatus, terwijl ze wel gevaar liepen vanwege de combinatie van algemeen (oorlogs)geweld en individuele risicofactoren”, zegt de advocaat.

Voor de pas aangetreden minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber (PVV) kan de uitspraak van de Raad van State een tegenvaller zijn: zij is juist aangesteld om „het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit” uit te voeren, zoals het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie het stelt. Het Nederlandse toelatingsregime kan door de uitspraak juist minder streng worden. .

De IND, die kampt met hoge werkdruk en grote personeelstekorten, laat weten de uitspraak te bestuderen.

Andere EU-lidstaten nemen zowel het land van herkomst als de individuele omstandigheden al lange tijd mee in het beoordelen van asielaanvragen. Over de strikte Nederlandse methode is de afgelopen jaren veel juridische discussie geweest. Dat terwijl het logisch is, aldus hoogleraar asielrecht Carolus Grütters van de Radboud Universiteit, dat persoonlijke- én omgevingsomstandigheden allebei een rol spelen in de veiligheid van een asielzoeker. „Er is natuurlijk een groot grijs gebied hierin – of iemand gevaar loopt in zijn thuisland hangt vaak af van zijn individuele omstandigheden én van de algemene veiligheidssituatie.”

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in 2009 voor het eerst expliciet gemaakt dat zowel land van herkomst als persoonlijke omstandigheden moeten worden meegewogen, maar de Raad van State vond de uitspraak onduidelijk. Afgelopen december heeft het Europees Hof naar aanleiding van een uitlegverzoek van de rechtbank Den Bosch nogmaals duidelijk gemaakt dat de Nederlandse beoordelingsmethode te strikt is. Met de uitspraak van woensdag voegt de Raad van State zich na vijftien jaar bij de zienswijze van het Europees Hof.

Asieladvocaat Schüller is niet helemaal tevreden met het nieuwe kader. „Vandaag is geen mooie dag voor kinderen in oorlogsgebied”, zegt hij. „Wij hebben aangedragen dat in delen van Libië zoveel landmijnen liggen dat het onverantwoord is om kinderen daarheen te sturen.” Kinderen worden disproportioneel vaak het slachtoffer van landmijnen omdat ze denken dat de explosieven speelgoed zijn. „Volgens de Raad van State kunnen ouders of de gemeenschap kinderen prima beschermen tegen dat gevaar. Wij vinden dat een overspannen verwachting in een quasi-oorlogssituatie. Dan zijn ouders niet bij machte om altijd zicht op hun kinderen te houden.”


CDA wil het aantal moties sterk inperken: ‘Met zo’n motie doe je vooral de groeten aan je achterban’

In Den Haag wordt al zoveel jaren zonder resultaat gediscussieerd over het terugdringen van het aantal moties dat het CDA vindt dat de Tweede Kamer nu echt moet ingrijpen. „De tijd van praten is voorbij”, zegt CDA-fractievoorzitter Henri Bontenbal, die vlak na het begin van het zomerreces zijn eerder ingediende voorstel voor een motiequotum verder heeft uitgewerkt. Als het aan Bontenbal ligt mogen fracties straks, afhankelijk van hun grootte, nog maar een beperkt aantal moties per jaar indienen. „Er wordt al zo lang gezegd: we gaan er vrijwillig wat aan doen, maar dat lukt maar niet.”

De statistieken geven Bontenbal grotendeels gelijk. In ruim tien jaar tijd is het aantal ingediende moties (voorstellen waarmee de Kamer het regeringsbeleid kan bijsturen of meer in het algemeen een uitspraak te doen) fors toegenomen. Waren het er in 2009 nog ruim 2.600, in recordjaar 2022 passeerde de Kamer voor het eerst de grens van de 5.000. Vorig jaar viel het aantal terug naar circa 3.500, maar 2023 is niet representatief omdat het een verkiezingsjaar met veel minder Kamerdebatten was. De vier jaar voor 2023 lag het aantal steeds ruim boven de 4.000. In de eerste helft van dit jaar dienden partijen de Kamer al ruim 2.000 moties in. „In dit tempo zitten we over vijf jaar op 8.000 moties, ik geloof niet dat de Kamer daar beter van wordt”, zegt Bontenbal.

De CDA-leider vindt dat de Kamer het instrument van de motie „bot” maakt door „overbodige” of „ongedekte” moties in te dienen. Zo ergert Bontenbal zich al langer aan de vele ‘spreekt uit’-moties, die geen oproep aan de regering bevatten en daarom volgens hem eigenlijk geen waarde hebben. „Ze worden vaak alleen maar ingediend om andere partijen kleur te laten bekennen, en de groene en rode bolletjes van de stemming op X te kunnen zetten.”

Veel andere moties hebben geen financiële dekking, bijvoorbeeld voorstellen om het eigen risico in de zorg te schrappen. „Dan staat er niet bij waar het geld op de zorgbegroting vandaan moet komen. Dan doe je met zo’n motie vooral de groeten aan je achterban.”

Kritische vragen

Andere fracties hebben veel kritische vragen ingediend over het voorstel van Bontenbal, die hij afgelopen week schriftelijk heeft beantwoord. De SP noemt het „staatsrechtelijk en principieel onjuist” dat Bontenbal ,,andere leden het recht wil ontzeggen gebruik te maken van een parlementair middel”. Volgens de CDA-leider is daar helemaal geen sprake van. „Ik wil niks voor anderen beperken, als mijn voorstel het haalt is het gewoon een democratische beslissing van de Kamer zelf.” Bontenbal wijst erop dat de SP relatief veel moties indient. „Als de SP minder moties indient, kan dat bijdragen aan het minder hijgerig en activistisch maken van de politiek.”

Het CDA zelf probeert al langer minder moties in te dienen, en diende er tot nu toe dit jaar 78 in. GroenLinks-PvdA – in de eerste helft van 2024 koploper met 344 moties, gevolgd door de SP (259) – zegt in de vragen aan Bontenbal bezorgd te zijn dat met een maximum aan moties „de diepgang en de breedte van de discussie” in de Kamer wordt beperkt. Bontenbal ziet dat risico niet. „In het debat heb je volgens mij nog steeds alle mogelijkheden om je punt te maken.” Nieuw Sociaal Contract (NSC) is bezorgd dat een quotum de grondwettelijke vrijheid van individuele Kamerleden aantast. Volgens Bontenbal speelt dat niet omdat het in Reglement van Orde, waarin de CDA’er het quotum wil regelen, ook andere beperkingen aan Kamerleden of -fracties worden opgelegd, zoals een maximale spreektijd in debatten.

Rekenformule

Naast principiële vragen heeft de Tweede Kamer ook veel praktische vragen over het voorstel. Bontenbal heeft ervoor gekozen om iedere fractie jaarlijks 150 moties te geven, plus een per Tweede Kamerzetel. Dat betekent in de huidige samenstelling dat de PVV, met 37 zetels, op 187 moties per jaar zou komen, en Denk (drie zetels) op 153. Verder stelt Bontenbal een maximum van twee moties per fractie per debat voor, behalve bij wetgevingsdebatten. Daar geldt geen maximum, maar de moties tellen wel mee voor het totaal.

Met deze rekenformule zijn kleine fracties relatief in het voordeel ten opzichte van grote fracties, want de PVV krijgt ‘maar’ 35 moties per jaar meer dan Denk. Is dat wel eerlijk, en waarom is niet gekozen voor een maximum per Kamerlid, vragen meerdere fracties zich af. Bontenbal heeft veel varianten afgewogen, maar een maximum per Kamerlid is voor kleine fracties juist niet eerlijk, legt hij uit. „Dat is onrechtvaardig omdat kleine fracties dan in heel veel debatten geen moties meer kunnen indienen.”

Met de huidige formule kunnen leden van grote fracties als de PVV ieder jaar een paar moties per Kamerlid indienen. Dat is voldoende, denkt Bontenbal. „In een fractie van meer dan 30 leden doe je ook veel minder debatten.” De CDA-leider geeft toe dat hij met de aantallen per fractie „scherp” inzet, omdat hij het aantal Kamermoties per jaar hoopt te halveren naar ongeveer 2.500. Bontenbal zegt open staan voor aanpassingen aan zijn voorstel, waarover na de zomer wordt gedebatteerd.

Na alle kritische vragen van andere fracties wil Bontenbal benadrukken dat hij niets tegen de motie an sich heeft. „Er zijn heel veel zinnige moties.” Maar minder moties maken het werk van de Kamer alleen maar beter, denkt hij. D66, dat sympathiek lijkt te staan tegenover het quotum, vroeg Bontenbal te reageren op een citaat van de Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe, die schreef: „In de beperking toont zich de meester, en alleen de wet kan ons vrijheid geven.” Dat citaat past perfect bij het motiequotum, vindt Bontenbal. „Ongebondenheid leidt niet tot ware vrijheid, schrijft Goethe terecht. Wie hoge dingen wil, moet zich beperken. Dat is precies de kern van ons voorstel.”


De leider van het onderzoek kijkt terug, tien jaar na de ramp: ‘Ik zeg altijd: MH17 is van iedereen, van alle Nederlanders’

Voormalig rechercheur Gerrit Thiry herinnert zich hoe hij tijdens de wintersportvakantie omhoog keek, naar de verkeersvliegtuigen die lange witte strepen trokken langs de strakblauwe Alpenhemel.

Op zulke momenten gingen zijn gedachten naar het oosten van Oekraïne. „Vanaf de lancering tot het exploderen van de Boek-raket zat 42 seconden. Op het moment dat iemand de beslissing nam om op de knop te drukken, was er geen ontsnappen aan.”

Op 17 juli 2014 was vlucht MH17, een Boeing 777 van Malaysia Airlines, onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur toen het toestel om 15.20 uur Nederlandse tijd boven Oost-Oekraïne werd geraakt door een luchtafweerraket die was afgevuurd door een Russische Boek-lanceerinrichting. Het vliegtuig viel in stukken uiteen, alle 298 inzittenden – onder wie 196 Nederlanders – kwamen om het leven.

225 rechercheurs

Gerrit Thiry (67) werkte bij de Landelijke Recherche in Amsterdam, maar had een paar dagen vrij. Na zijn vakantie zou hij beginnen aan onderzoek naar een enorm wapenarsenaal dat was aangetroffen in twee opslagboxen in Nieuwegein. Onderzoek ‘26Koper’ zou uiteindelijk uitmonden in het liquidatieproces tegen Ridouan Taghi, maar Gerrit Thiry zou daar nooit aan meedoen. Op 18 juli werd hij gebeld of hij het onderzoek naar de vliegramp met Malaysia Airlines zou willen leiden. „In al mijn onnozelheid heb ik toen ja gezegd, niet wetende dat ik acht jaar van mijn leven bezig zou zijn met MH17. Ik ben nog één keer terug geweest naar Amsterdam om mijn kastje leeg te halen.”

De keuze voor Thiry lag voor de hand. De Amsterdamse rechercheur had niet alleen jarenlange ervaring met liquidatiezaken, maar had ook internationale ervaring. In 2002 onderzocht hij in opdracht van de VN de moord op de Nederlandse journalist Sander Thoenes op Oost-Timor – en vond de daders. Daarna speelde hij een rol in het opsporen van oorlogsmisdadigers in Liberia.

De cockpit van de Boeing toen Nederlandse en Australische experts de crashplaats bezochten.
Foto Pierre Crom/ANP

Maar MH17 was anders – al was het maar omdat in die eerste dagen, toen bijna 225 rechercheurs bijeen waren geroepen, het nog niet duidelijk werd wát er precies moest worden onderzocht. „We wisten alleen dat er een groot aantal Nederlanders aan boord zaten. Daarom was er behoefte om alvast zo goed mogelijk vast te leggen wat er was gebeurd.”

Thiry herinnert zich de werkdagen van „zestien, achttien uur”. „Er was natuurlijk grote druk van bovenaf en er kwamen veel vragen. Vragen die wij niet konden beantwoorden.”

In al mijn onnozelheid heb ik toen ja gezegd op de vraag om het onderzoek te leiden

Thiry stelde alvast een aantal hypotheses op: een ongeluk, een terroristische aanslag. Het zou nog drie weken duren voordat het Joint Investigation Team (JIT) werd geformeerd. Nederland, Australië (27 slachtoffers), Oekraïne en Maleisië maakten vanzelfsprekend deel uit van de internationale samenwerking, de keuze voor België was een pragmatische. „Voor een JIT zijn twee EU-lidstaten nodig. Groot-Brittannië zei: wij willen jullie onderzoek niet belasten, wij hebben een heel slechte relatie met de Russen vanwege Litvinenko [de Russische ex-spion Aleksandr Litvinenko werd in 2006 door de Russische dienst FSB in Londen vergiftigd met het radioactieve polonium, red.]. Duitsland wilde niet aansluiten. België was een plezierige partner, omdat we elkaar goed kennen.” Maleisië waseerst alleen ‘waarnemer’ en trad pas toe tot het JIT nadat het beloofd had dat eventuele daders niet de doodstraf zouden kunnen krijgen – dat de verdachten in Nederland zouden worden vervolgd, zou pas in 2019 worden besloten.

Om enigszins „grip te krijgen” op de materie knipte Thiry het onderzoek op in verschillende ‘projecten’: luchtvaart, het gebruikte wapen, getuigen, sociale media, hightech-crime (hackoperaties), forensische opsporing, slachtoffers. Hij zette verschillende disciplines van het recherche-vak bij elkaar aan één tafel – een aanpak die inmiddels een blauwdruk is geworden voor grote onderzoeken.

Spanningen met OVV-onderzoek

Niet alles ging van een leien dakje.

Meteen na de ramp had ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) een onderzoek ingesteld. Dat leidde soms tot spanningen met het recherche-team, vertelt Thiry. „Op persoonlijke titel: ze gingen vrij ver om niet alleen onderzoek te doen naar de oorzaak van de crash, maar ook naar het gebruikte wapen en de afvuurlocatie.” Experts die door de OVV waren geraadpleegd in het kader van onafhankelijk onderzoek konden daarna niet meer worden gehoord door het JIT. „Daar hebben we soms best last van gehad.”

Dat het acht jaar zou duren voordat drie van de vier verdachten zouden worden veroordeeld, kon niemand bevroeden. „Als de Russische Federatie had gezegd: het was een fout, dan was een onderzoek van deze omvang niet opgestart”, zegt Thiry. In 2020 schoot de Iraanse luchtafweer per ongeluk een Oekraïense Airbus uit de lucht. Teheran nam snel de verantwoordelijkheid op zich. „Geleerd hebbende van MH17 is er waarschijnlijk besloten met de billen bloot te gaan, om de angel eruit te halen.”

Moskou ontkent echter tot op de dag van vandaag verantwoordelijk te zijn voor de ramp. Sterker nog: het Kremlin heeft de afgelopen jaren een enorme hoeveelheid desinformatie de wereld in gebracht. Zo zou MH17 zijn neergehaald door een Oekraïense Soechoj Soe-25, een jachtvliegtuig dat veelvuldig werd ingezet in de dagen voor de ramp. Probleem van deze theorie: de Soe-25 is een grondaanvalsvliegtuig dat niet erg hoog kan vliegen. Maar toen rechercheurs nog eens Wikipedia raadpleegden, was het vliegplafond ineens verhoogd tot 10 kilometer – de kruishoogte van een Boeing 777. „Toen we uitzochten wie de pagina had aangepast, kwamen we uit op een IP-adres in het Kremlin”, grijnst Thiry. Omdat Moskou de geloofwaardigheid van het JIT in twijfel trok, werd al het bewijs drie, vier keer geverifieerd – waardoor het onderzoek uiteindelijk zes jaar in beslag zou nemen. „Als ze mij vragen wat de kern is geweest, dan zeg ik: validatie. We hebben niets zo maar aangenomen.”

De reconstructie van het toestel op vliegbasis Gilze-Rijen, als onderdeel van het strafproces.
Foto Sem van der Wal/ANP

Thiry herinnert zich nog een bezoek aan Moskou in 2015, in gezelschap van Fred Westerbeke, de toenmalige hoofdofficier van het Landelijk Parket. „We werden uitgenodigd voor een diner, op het menu stond korhoen, en beer. Zélf geschoten, zei de leider van de Russische delegatie. Dat is nou jammer, zei ik tegen hem: ‘we are all vegetarians’. Die grap werd niet echt begrepen. ‘Als ik ga jagen’, vervolgde die man, ‘dan zit ik negen uur in het vliegtuig en dan ben ik nog steeds in Rusland!’ Daarop zei ik: ‘als ik negen uur in het vliegtuig zit, dan land ik op Curaçao, het Caribisch gebied. Dan ben ik nog steeds in The Kingdom of The Netherlands’.” Onderkoeld: „Ze proberen je natuurlijk toch een beetje te imponeren.”

Ik merk dat er ontzettend veel bewondering en waardering is voor ons onderzoek

Aan Thiry hadden de Russen wat dat aanging een verkeerde. ‘Een gesprek met Gerrit is nooit wazig’, zei het oud-hoofd van de Nationale Recherche Wilbert Paulissen op Thiry’s afscheidsreceptie. En de voormalige onderzoeksleider is nogal vasthoudend. Thiry had bedacht dat het een goed idee zou zijn om zélf een Boek-raket te laten ontploffen, om te kijken wat de effecten zouden zijn. „Die is knettergek dachten ze. Maar een pistool dat mogelijk is gebruikt bij een moord laat je toch ook nog een keertje afvuren bij het NFI?”

Duizenden telefoongesprekken

Sommige collega’s zeiden: Gerrit, waar ben je aan begonnen. Maar zelf heeft Thiry nooit getwijfeld aan de goede afloop. Van het onderzoek naar de moord op journalist Sander Thoenes had hij geleerd dat waarheidsvinding minstens even belangrijk is als het opsluiten van de daders. Het JIT kon beschikken over duizenden telefoongesprekken van pro-Russische separatisten, opgenomen door de Oekraïense geheime dienst SBOe. Verschillende belangrijke getuigen meldden zich. Een voormalige strijder had de lancering vanaf een landbouwveld bij Snizjne gezien. Een separatist in Oekraïense krijgsgevangenschap was betrokken bij het transport van de Boek-installatie terug naar Rusland. En soms had het JIT zeldzaam geluk. De SBOe had vlak na de vliegramp al verschillende tapgesprekken op YouTube gezet – bepaald niet tot genoegen van het JIT. In één daarvan belt een rebel met commandant Igor Bezler in Horlivka, ten noordwesten van de rampplek. „Er vliegt een vogeltje in uw richting”, krijgt Bezler te horen. Het leek een belangrijke aanwijzing, maar het JIT concludeerde na onderzoek dat het telefoontje geen rol heeft gespeeld. Daarbij kregen de rechercheurs hulp van Bezler zélf. „We dachten dat we benaderd werden door zijn vrouw”, vertelt Thiry. „Maar toen ik de telefoon opnam was het tot mijn verbazing meneer Bezler die belde.” Volgens Thiry heeft de rebellencommandant de nodige nuttige informatie verstrekt – zoals de namen van krijgsgevangenen die meer wisten van de ramp.

In 2018 besloot het Openbaar Ministerie dat het onderzoek zich zou richten op vier leidinggevenden van de separatisten: de Russen Igor Girkin (ex-FSB), Sergej Doebinski en Oleg Poelatov (voormalige medewerkers van de Russische militaire inlichtingendienst GROe) en de rebellencommandant Leonid Chartsjenko, een Oekraïner. Voorafgaand aan de bekendmaking van het JIT – met foto’s – belde Thiry zelf met Doebinski om hem in kennis te stellen. De voormalige GROe-commandant reageerde verbaasd, maar was niet in paniek. Geen van de vier verdachten is ooit verschenen voor de rechtbank Den Haag, die vanaf het voorjaar van 2020 zich op het Justitieel Complex Schiphol over de zaak boog. Girkin, Doebinski en Chartsjenko werden in november 2022 bij verstek veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf – Poelatov werd vrijgesproken.

Thiry is tevreden met dat resultaat – al zullen de veroordeelden waarschijnlijk nimmer een Nederlandse cel van binnen zien. „Ik zeg altijd: MH17 is van iedereen, van het Openbaar Ministerie tot de chauffeurs van de lijkwagens die de lichamen hebben vervoerd, tot alle Nederlanders die zich betrokken voelen bij de ramp. Als je ziet hoe duidelijk het vonnis is van de rechtbank, dan denk ik dat we met de bv Nederland een internationale prestatie hebben neergezet. Als je er middenin zit, merk je dat niet direct. Maar elke keer als ik een buitenstaander vertel over wat we hebben gedaan, dan merk ik dat er ontzettend veel bewondering en waardering is.”

Eén vraag blijft: waaróm?

Eén vraag blijft onopgehelderd: waaróm de Russische militairen in het lanceervoertuig op de knop hebben gedrukt. Een vergissing?

„Die vraag kunnen we pas beantwoorden als we de bemanning van de Boek hebben kunnen spreken. Objectief kun je vaststellen: die lanceerinrichting stond récht onder een doorgaande luchtvaartroute, een soort ‘snelweg’ voor internationaal vliegverkeer. En MH17 kwam in een rechte lijn, met een constante snelheid aanvliegen.”

Dus toch opzet? „Soms gaat iets ons voorstellingsvermogen te boven. En ik denk dat we intussen wel kunnen vaststellen dat de Russische regering nogal cynisch te werk gaat – om het zachtjes uit te drukken.”

Het JIT is inmiddels opgeheven, maar het onderzoek is niet officieel beëindigd, het is ‘slapende’. Gerrit Thiry geniet – na een politiecarrière van 48 jaar – van zijn pensioen. „Maar je weet nooit wat er gebeurt. Internationale misdrijven worden soms pas 25 jaar na dato opgelost. Stel: er wordt ineens een toenmalig bemanningslid van de Boek aangehouden bij de gevechten in Oekraïne.”

Thiry pauzeert even. „Dan mogen ze mij bellen.”


Oud-stikstofminister Christianne van der Wal: ‘Ik hóóp dat het kabinet slaagt in Brussel, voor de boeren en de natuur. Ik zit niet in de politiek vanuit cynisme’

Het interview met oud-minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof, VVD) is pas anderhalve minuut bezig, en dan is er verwarring. Ze hééft na de val van Rutte IV toch haar hand opgestoken om opnieuw minister te worden, in een volgend kabinet?

„Nee, ik heb niet gezegd: ik ben beschikbaar als minister”, zegt Van der Wal, in haar nieuwe, nog wat kale werkkamer met één plant. Ze gaat onder het kabinet-Schoof door als VVD-Kamerlid, met de portefeuille defensie en cultuur.

Ik heb het echt in een eerder interview met u gelezen.

„Lijkt mij stug. Ik ben wel heel benieuwd waar je dat dan gelezen hebt.”

We spreken af het later terug te zoeken. Het was een AD-interview van 12 november 2023, kort voor de Tweede Kamer-verkiezingen. Met in de kop: „Ben absoluut weer in voor een ministerspost”.

„Aha”, zeg Van der Wal. Ze heeft na de verkiezingen, toen haar partij ging formeren met PVV, BBB en NSC, alsnog besloten zich niet beschikbaar te stellen, licht ze achteraf aan de telefoon toe. Als VVD-fractielid heeft ze het hoofdlijnenakkoord ondertekend, als minister zou ze het moeilijk kunnen uitdragen, zegt ze: „Ik zou het, ook gezien de stikstofparagraaf, heel ingewikkeld vinden om minister te zijn, omdat het kabinet met één mond spreekt.”

Wij moeten niet naar Brussel of rechters wijzen

Of heeft de VVD, of een andere coalitiepartij, gezegd: Van der Wal ligt niet goed bij de boeren, die kan beter niet in het nieuwe kabinet? Nee, zegt ze, het was haar besluit.

„Het zit bij mij niet zozeer in morele bezwaren tegen de PVV of BBB. Volgens mij voelen we ons daar allemaal ongemakkelijk bij, dat heb ik ook. Maar wat voor mij de voornaamste reden is, als je kijkt naar: wie is Christianne? Dan ben ik enorm van de transities, de vooruitgang. Je moet iedere keer kijken: wat past bij jou? En dan past dit gewoon minder.”

Lees ook

Minister Christianne van der Wal: een standvastig bestuurder op een alles-of-niets-missie

Minister Van der Wal praat in juni met boeren die voor haar woning protesteren. In donkerblauw overhemd: haar man Piet van der Wal.

Van der Wal was een van de meest zichtbare ministers in het kabinet-Rutte IV. Ze werd het mikpunt van boze boeren na het beruchte ‘stikstofkaartje’ (2022). Ze stond in het debat lijnrecht tegenover de BBB en PVV, met wie ze nu in een coalitie zit. Ze werd soms genoemd als premierskandidaat van haar partij, en gaat nu door als een van de 24 VVD-Kamerleden.

Als minister bent u omschreven als ambitieus, voortvarend. Maar ook als te star en te weinig invoelend.

„Als er iemand met veel liefde en warmte continu in gesprek is geweest met de boeren, ben ik het. Star, ja. Het was een race tegen de klok. Ik zag meteen wat op ons afkwam vanuit Brussel, via rechtszaken. Wat het betekende voor vergunningverlening voor boeren en bouwers. De luxe voor langzaam aan doen was er niet.”

U werd thuis belaagd door boze boeren. Wat deed dat met uw leven?

„Het is natuurlijk echt niet oké dat je een minister thuis opzoekt. Maar ik ben wel in gesprek gegaan met deze mensen, omdat ik hun emoties begreep. Daarna zijn er nog een paar keer boeren langsgeweest, en toen was het dorp een oorlogsgebied. Met brandende hooibalen, hakselaars, een politieauto die omver werd gegooid, 25 ME-busjes. Ik was niet thuis, maar zag het op tv gebeuren.”

Uw gezin was wel thuis?

„Ja, die stonden op het punt te vluchten, omdat de politie het bijna niet kon houden. Er kwamen veel dreigementen. Er heeft ook eens een man met een hakbijl op de oprit gestaan. Dat heeft ontzettend veel met ons gedaan. Maar we hadden ook iets van: we laten ons niet intimideren.”

VVD-Kamerlid Christianne van der Wal: „Ik zit niet in de politiek voor of vanuit cynisme.”
foto Lars van den Brink

Heeft u ooit overwogen te stoppen?

„Nee. Waar ik wel last van had: ik was ook in Brussel aan het knokken voor een goede uitkoopregeling voor boeren. Het openingsbod van Brussel was 65 procent van de bedrijfswaarde, vanwege staatssteunregels. We hebben heel hard geknokt voor de boeren, om de vergoedingen naar 100 en 120 procent te krijgen. Tegelijkertijd krijg je dan bedreigingen vanuit diezelfde sector. Dat maakte het soms ingewikkeld in je hoofd.”

De stikstofaanpak is niet heel ver gekomen. We zijn 100 kilometer per uur gaan rijden, dat wordt misschien weer 130. Er zijn zo’n duizend boeren uitgekocht, van de vijftigduizend. Klopt dat beeld?

„We lagen goed op koers richting de doelen. Totdat onderzoek vorig jaar aantoonde dat onze natuur nóg gevoeliger voor stikstof bleek. Dan moet je nog meer doen, om diezelfde doelen te halen. Het kabinet was al demissionair, anders was ik met aanvullende maatregelen gekomen.”

Maar het regent rapporten die zeggen: die wettelijke stikstofdoelen in Nederland liggen nog héél ver weg.

„Die doelen zijn ook een stip op de horizon. Mijn lijn is steeds geweest: laten we vooral begínnen. Als ik kijk wat we in tweeënhalf jaar hebben opgetuigd, samen met de boeren en de provincies, is dat echt heel veel. Een Nationaal Programma Landelijk Gebied voor natuur, klimaat, bodem en water. Een Ecologische Autoriteit, die adviseert over vraagstukken voor natuur en milieu. Er was een fonds met 25 miljard euro voor de boeren voor een ‘warme transitie’. En een piekbelastersregeling om uit te kopen, waar drieduizend boeren onder vielen, en waarvoor zich er vijftienhonderd hebben ingeschreven.”

Van wie tot nu toe pas vijfhonderd piekbelasters zijn uitgekocht.

„Wel vijftienhonderd aanmeldingen. De rest zal ook een vervolg krijgen.”

Het nieuwe kabinet heeft die 25 miljard euro grotendeels geschrapt. En provincies bleken juist meer dan het dubbele nodig te hebben voor herstel van landelijk gebied. Nu wachten zij af en ligt de aanpak stil, toch?

„Dat is echt aan mijn opvolgers, minister Femke Wiersma en staatssecretaris Jean Rummenie. Het goede nieuws is dat Femke gedeputeerde is geweest in Friesland. Ze komt zelf uit de sector en weet heel goed wat de problematiek is. Ik denk dat zij als geen ander in staat is, om met de provincies weer beweging te krijgen.”

Dat zijn een heleboel lovende woorden, maar Wiersma wil een heel ander beleid. De stikstofaanpak en natuurherstel gaan op een laag pitje.

„In het hoofdlijnenakkoord zie ik de doelen staan. We willen hetzelfde.”

Waar is dat vertrouwen in uw opvolgers van BBB op gebaseerd?

„Ik zie de internationale verplichtingen. Ik zie de rechtelijke uitspraken. Ik zie ook de rechtszaken die eraan komen. En dat maakt ook dat er weinig keuze is of we het gaan doen.”

Moet de regering niet zeggen: wij hebben die dwang niet nodig, en gaan zelf die natuurdoelen halen?

„Ja, dat is wat ik steeds heb gezegd. Wij moeten niet naar Brussel of rechters wijzen, zolang Nederland zelf niet doet wat het moet doen.”

De nieuwe coalitie wil juist naar Brussel om alsnog soepelere regels voor mest en stikstof te krijgen, om de kwetsbare Natura 2000-gebieden te herzien. Hoe schat u die kansen in?

„Ik hóóp dat het lukt. Juist voor de boeren, en ook voor de natuur.”

Maar hoe schat u het in?

„Het is echt heel ingewikkeld. Dat weet ik als geen ander. Het is mij niet gelukt. Maar ik hóóp oprecht wel dat het lukt. Want anders zou het cynisch zijn. En ik zit niet in de politiek voor of vanuit cynisme.”

Terug naar uw eigen ministerschap. Bij de formatie van Rutte IV kwam er een minister van Landbouw die met boeren kon dealen, en een minister voor Natuur en Stikstof: good cop, bad cop. Was dat een weeffout?

„Ik vind dat dat goed gewerkt heeft. Heel rolzuiver. Omdat ik breder keek dan alleen landbouw, ook naar industrie, mobiliteit en wonen. Dus naast Piet Adema van Landbouw kon ik ook andere collega-ministers vragen om stikstofmaatregelen te nemen.”

Oud-minister Christianne van der Wal (VVD): „Als er iemand met veel liefde en warmte continu in gesprek is geweest met de boeren, ben ik het”
foto Lars van den Brink

De kritiek was: Adema zat als landbouwminister zonder geld. En u beheerde dat fonds met 25 miljard.

„Technisch klopt dat, alleen wilden we qua doelen hetzelfde. Dus dat is nooit een strijd geweest. Ik heb oprecht met Piet Adema op een hele goede, fijne manier samengewerkt.”

Wat je hoorde in politiek Den Haag, is dat u botsende karakters had. Kon u met Adema door één deur?

„Ja. Ja. Op de avond van ons afscheid als ministers hebben we samen nog de eerste helft van Nederland-Turkije zitten kijken op mijn kamer.”

Waar komen die verhalen vandaan?

„Geen idee. Ik kijk met plezier terug op een fijne samenwerking, ieder vanuit zijn eigen rol. Een vragende partij, en een partij die levert, kan natuurlijk af en toe op inhoud discussies opleveren. Dat betekent niet dat je niet met elkaar overweg kunt.”

Was uw succes als minister afhankelijk van het succes van Adema?

„En vice versa. We waren afhankelijk van elkaars succes. Dat maakte het heel mooi. En dat maakte dat we er allebei heel chagrijnig van waren dat het Landbouwakkoord niet lukte.”

Wás Adema succesvol? Het Landbouwakkoord over de toekomst van de sector klapte. We zitten in een grote mestcrisis. Van meer dierenwelzijn is het nog niet gekomen.

„Maar dat het Landbouwakkoord is geklapt, kun je Piet Adama niet kwalijk nemen. Dat doe ik ook niet.”

Hij was verantwoordelijk minister.

„Ja, maar kom op. Het was de agrarische sector die niet durfde te springen. Er lag een heel mooi pakket van dertien miljard euro, wat ik voor een groot deel vanuit het fonds wilde financieren. Met goede maatregelen en een balans tussen zoet en zuur.”

Lees ook

Stikstof is nog maar één van de natuurproblemen die het kabinet moet aanpakken

In Markelo boeren veehouders dicht bij het Natura 2000-gebied de Borkeld. Stikstofneerslag veroorzaakt daar verzuring van de bodem, waardoor het heidegebied onder druk staat.

Had u niet eerder betrokken willen zijn bij het Landbouwakkoord? Pas in de laatste week, toen boerenorganisatie LTO eigenlijk al was weggelopen, bent u met Mark Rutte en Hugo de Jonge alsnog opgetrommeld.

„Ja, maar dat is achteruitkijken. We hebben met zijn allen geprobeerd om het te redden, en dat is niet gelukt.”

Hoe kijkt u terug op de Europese Natuurherstelwet? Afgelopen maart stemde u als Kamerlid heel braaf met uw partij mee voor een motie van BBB en NSC tégen die wet, tégen uw eigen natuurbeleid in. Waarom?

„We hebben als Nederland bijna een jaar lang onderhandeld in Brussel, en heel veel ellende uit die strenge natuurwet gesloopt. Als je zoveel hebt binnengehaald, kun je eigenlijk niet meer tegenstemmen, dat doet iets met je draagvlak als lidstaat. Dus we wilden vóór stemmen, maar wel met een stemverklaring om onze zorgen te uiten. Toen kwam die motie van BBB en NSC, die de VVD wilde steunen, en daar ben ik als Kamerlid onderdeel van. Ik vind het dan laf om niet mee te doen aan zo’n stemming. Dat heet duiken. Daarom heb ik er gewoon voor gekozen om met opgeheven hoofd, net zoals de hele fractie, vóór de motie te stemmen.”

Kreeg u van de VVD-fractie niet de ruimte om tegen te stemmen?

„Is niet eens ter sprake gekomen.”

U had zelf ook met opgeheven hoofd tégen de motie kunnen stemmen. Zoals de Oostenrijkse minister van Milieu deed. Waardoor die Natuurherstelwet er alsnog is gekomen.

„Ik ben een teamspeler, ik ben loyaal. En dan doe je gewoon mee.”


Op het wereldtoneel kijkt Wilders altijd mee over de schouder van het kabinet-Schoof

Het regeringsvliegtuig waarmee premier Dick Schoof na de NAVO-top terugvloog uit Washington was krap een uur geland toen Geert Wilders zijn eerste bericht van de dag op X plaatste. „En dan nu snel aan het werk voor de noden van onze eigen Nederlandse bevolking: minder asiel, meer koopkracht, meer woningen!”

Het was geen sneer van het kaliber „slappe hap”, waarmee de PVV-leider het optreden van Schoof tijdens het debat over de regeringsverklaring recenseerde. Voor de zekerheid sloot Wilders zijn X-bericht zelfs af met een positieve noot: „Succes, onze steun heb je daarbij!” Hij sprak zich evenmin uit tegen Schoofs pleidooi voor een Oekraïens NAVO-lidmaatschap en voor extra defensiegeld.

Toch was de boodschap helder: ook in het buitenland zullen de leden van het kabinet-Schoof, de premier voorop, merken dat voortdurend vanuit de coalitie over hun schouder wordt meegekeken. Kritiek vanuit de coalitiebankjes is voor dit kabinet geen taboe. Sterker nog: de ruimte voor de vier partijen om kritiek op elkaar en de ministersploeg te uiten, is juist het bindmiddel van dit kabinet.

Het is wat Schoof afgelopen week na Wilders’ felle optreden tegenover hem „een bijzondere vertaling van het dualisme” noemde. Wat in het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd is heilig, verder is het ieder voor zich. Als het kabinet daardoor wankel oogt, zij het maar zo. Dat is gunstig voor de vier afzonderlijke partijen: zij kunnen met een vleugje bewijsdrang laten zien dat ze niet besmet zijn geraakt, ofwel door het regeren (PVV en BBB) ofwel door het regeren met de PVV (VVD en NSC).

Want ook de andere drie coalitiepartijen zijn niet immuun voor deze profileringsdrang. „Voor de nationale veiligheid is internationale samenwerking in NAVO-verband harder nodig dan ooit”, schreef NSC-leider Pieter Omtzigt in een reactie op Wilders. „Dit is essentieel voor meer bestaanszekerheid.”

Maar voor de ministersploeg is dit heikel, zeker op het wereldtoneel. Met het vertrek van Mark Rutte naar de NAVO is Wilders, en niet Schoof, de bekendste naam in de Nederlandse politiek. De verdedigingslinie dat de PVV-leider formeel niet de baas is, maar slechts steun verleent aan een ‘extraparlementair kabinet’, zal in het buitenland nog meer glazige ogen opleveren dan thuis.

Ongebruikelijke bestemming

In Washington maakte Schoof duidelijk dat hij zich bij zijn internationale optredens niet laat dicteren. Hij had tijdens de NAVO-top geen contact met de fractievoorzitters gehad en zag daar ook „geen enkele reden voor”, zei hij donderdag. „Want de positie van Nederland op het internationale domein, waar het gaat over Oekraïne, waar het gaat om de NAVO, waar het gaat om Brussel kan vanuit het hoofdlijnenakkoord geen punt van discussie zijn.”

Met name Oekraïne is van de buitenlandthema’s binnen de coalitie een splijtzwam. De PVV voerde een jaar geleden campagne tegen wapenleveringen aan Oekraïne en strenge sancties voor Rusland. VVD, NSC en in iets mindere mate ook BBB zijn juist voorstander van die koers. Met zijn X-bericht op vrijdag maakte Wilders opnieuw duidelijk dat tijd, geld en energie die naar Oekraïne gaat wat hem betreft ondergeschikt moet zijn aan binnenlandse prioriteiten.

Daar kwam bij dat de kersverse fractie van de PVV in het Europese Parlement zich deze week aansloot bij de Patriotten voor Europa, de nieuwe politieke groep van de Hongaarse premier Viktor Orbán. Als er iets is dat de Patriotten onderscheidt van de andere radicaal-rechtse club in het Europarlement, de Europese Conservatieven en Hervormers waar onder anderen de Italiaanse premier Giorgia Meloni toe behoort, is het de kritische houding richting de westerse steun aan Oekraïne.

In de nieuwe kabinetsfilosofie hoeft Schoof daar niets van te vinden. „Dat is geheel aan de fractie van de PVV”, zei de premier vrijdagmiddag, teruggekeerd in Nederland. „Ik beloof: daar krijgt u van mij nooit uitspraken over.”

De realpolitik-analyse is dat het huidige recept het best haalbare resultaat in deze coalitie is. Tijdens de formatie slikte Wilders zijn verzet tegen wapenleveringen aan Oekraïne al in, een harde eis van VVD en NSC. In het hoofdlijnenakkoord staat nog eens onomwonden dat het kabinet Oekraïne „politiek, militair, financieel en moreel steunt tegen de Russische agressie”. Als Wilders af en toe van zich wil laten horen met een boude uitspraak, zonder aan deze onderlinge afspraken te tornen: prima.

De coalitiepartijen spraken in het hoofdlijnenakkoord bovendien af dat eventuele extra uitgaven in de komende jaren zijn uitgezonderd van de strenge begrotingsregels die het kabinet zichzelf oplegt. „Dus als we meer uit willen geven aan Oekraïne, hoeven we niet op iets anders te bezuinigen”, herhaalde Defensieminister Ruben Brekelmans (VVD) deze week in Washington. „En dat is echt wel bijzonder, want dat is een van de weinige dingen waar dat van is gezegd.”

Dat de buitenlandkoers van het kabinet wordt uitgedragen door VVD’er Brekelmans op Defensie en NSC’er Caspar Veldkamp als minister van Buitenlandse Zaken zal het voor beide partijen eveneens makkelijker maken Wilders’ uitspraken te laten voor wat ze zijn. Niet voor niets reisden de twee bewindspersonen vrijwel direct na de kabinetspresentatie af naar Kyiv. Normaliter een ongebruikelijke bestemming voor een eerste buitenlandse reis, nu een belangrijk signaal.

Geen gezichtsverlies

Ook Wilders komt deze hoofdrol voor VVD en NSC overigens niet slecht uit. Hij heeft zich neergelegd bij de Oekraïnekoers, maar die hoeft in ieder geval niet door een PVV-minister enthousiast te worden uitgedragen. Hetzelfde kan gezegd worden van de laatste begroting van het vorige kabinet. In de Voorjaarsnota stelde Steven van Weyenberg (D66) als vertrekkend minister van Financiën op de valreep miljarden euro’s extra beschikbaar voor steun aan Oekraïne, tot in 2026. Wilders maakte zich er destijds boos over, midden in de formatie, maar hoeft er zelf geen gezichtsverlies door te lijden.

Spannender kan het voor Schoof en het kabinet de komende jaren worden in Brussel. Over Oekraïne zijn door de coalitie harde afspraken gemaakt, maar over de Europese Unie spreekt het hoofdlijnenakkoord uitsluitend ambities uit. Het helpt dat de vier coalitiepartijen op dit dossier veel meer eensgezind zijn: allemaal willen ze zoeken naar uitzonderingen op Europees asiel- en landbouwbeleid en willen ze vechten voor een lagere Nederlandse bijdrage aan de EU.

De vraag is wat er gebeurt als Schoof en zijn ministers een blauwtje lopen in Brussel. EU-kenners achten dat waarschijnlijk: het kabinet wil op allerlei fronten een betere behandeling, maar heeft de Europese Commissie en de andere lidstaten als wederdienst weinig te bieden. Deze week bleek bovendien dat ook concrete plannen uit het akkoord, zoals om een asielcrisis uit te roepen die het mogelijk maakt om te stoppen met het behandelen van asielaanvragen, stuiten op Brusselse regels.

„Wij lopen onze eigen weg”, zo reageerde Schoof vrijdag. De premier, die begin deze week voor zijn bezoek aan Washington al naar Brussel was afgereisd, probeerde zich daar vooral van zijn meest constructieve kant te laten zien. En passant temperde hij in Brussel direct een andere ambitie aan het thuisfront: Nederland hoeft in de nieuwe Europese Commissie niet op een vicevoorzitterschap of een commissarispost op het niveau van Frans Timmermans te rekenen.

Omdat de Europese partijfamilies deze functies onderling verdelen, zit Schoof als partijloze premier niet aan tafel. En zonder partij, zal Schoof inmiddels gemerkt hebben, ben je in de politiek van niemands steun verzekerd.

Met medewerking van Michel Kerres


Nieuw kabinet moet deze zomer doorwerken

Judith Uitermark, de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken (NSC), was maandag op werkbezoek bij Prodemos om met scholieren te spreken „over politiek, verkiezingen en meedoen in de democratie”. Minister Femke Wiersma, de minister van Landbouw (BBB), bezocht al twee boerderijen om te praten over het stikstofprobleem. En minister Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, PVV) was donderdag bij een zaadveredelingsbedrijf in het Westland.

De nieuwe bewindslieden van het kabinet-Schoof proberen op hun social media-kanalen te laten zien dat zij voortvarend van start zijn gegaan. Vorige week op het bordes, deze week het land in.

Je zou denken dat nu de Tweede Kamer met reces is ook voor hen de zomervakantie is aangebroken. Deze vrijdag houdt het kabinet zijn laatste ministerraad van het politieke seizoen. Maar de 29 net aangetreden ministers en staatssecretarissen hebben een streep moeten zetten door hun zomerrust.

Vakantieplannen

Omdat de formatie pas in de laatste week van het parlementaire jaar werd afgerond zal de nieuwe regering de komende weken moeten doorwerken. De opdracht is tweeledig. Allereerst zullen de bewindspersonen het hoofdlijnenakkoord van de vier coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB moeten uitwerken tot een ‘regeerprogramma’. Dit proces om tot concreet beleid te komen loopt parallel met de tweede klus: het opstellen van de begroting voor 2025. Daarvoor geldt de strakke deadline van 17 september: Prinsjesdag. Schoof streeft er naar het regeerprogramma rond 6 september naar de Kamer te sturen.

De 29 ministers en staatssecretarissen moesten een streep zetten door hun zomerrust

Om die reden zal de komende periode vooral druk zijn voor minister van Financiën Eelco Heinen (VVD). Hij is verantwoordelijk voor de rijksbegroting en het daarmee verbonden Belastingplan. Hij zal deze stukken uiterlijk 31 augustus klaar moeten hebben. Alle begrotingsplannen moeten dan voor toetsing en doorrekening bij de Raad van State en het Centraal Planbureau worden ingeleverd.

Heinen was zich al goed bewust van een drukke zomer toen hij in juni als kandidaat-minister zijn opwachting maakte bij de formateur. „Ik had nog geen vakantieplannen, nee”, zei hij destijds.

Premier Schoof heeft de bewindspersonen niettemin aangeraden „minimaal een tot twee weken op vakantie te gaan”, zo vertelde hij de Tweede Kamer bij het debat over de regeringsverklaring vorige week.

Vorige week, na de eerste reguliere ministerraad, zei Heinen nog steeds „geen tickets” te hebben geboekt voor zichzelf en zijn gezin, maar wel een weekje vrij te zullen nemen. Hij wil het goede voorbeeld geven voor zijn ambtenaren, die ongetwijfeld ook aan vakantie toe zijn. Maar, riep Heinen stoer, „dat betekent niet dat ik dan geen stukken ga lezen.”

Puzzel

Bij de eerste ministerraad heeft het kabinet werkafspraken gemaakt over de precieze uitwerking van het hoofdlijnenakkoord. Alle bewindslieden hebben een eigen verantwoordelijkheid: ieder stelt op het eigen beleidsterrein een programma voor de komende vier jaar op, plus een departementale begroting voor komend jaar. Concreet: welke maatregelen en wetsvoorstellen willen ze de komende regeerperiode doorvoeren en welke daarvan al in 2025?

Premier Schoof zal het coördineren, bewaker van de schatkist Heinen kijkt mee en de departementen hebben onderling veel overleg. „Er wordt gedurende de hele zomer aan doorgeschreven”, zegt een woordvoerder van Schoof.

Voor Heinen ligt een lastige puzzel op tafel. Het hoofdlijnenakkoord is in financieel opzicht behoorlijk ambitieus. Er zijn veel wensen voor investeringen, koopkrachtverbetering en lastenverlaging voor het bedrijfsleven. Daar staan stevige bezuinigingsplannen tegenover (op het ambtenarenapparaat bijvoorbeeld) en enkele lastenverzwaringen (btw-verhoging op boeken).

Een groot deel van de investeringsagenda moet van de vier coalitiepartijen al in 2025 worden gerealiseerd (ter waarde van 9,6 miljard euro), net als een beperkt deel van de bezuinigingen en lastenverhogingen (2,2 miljard). Maar minister Heinen, die zoals alle ministers van Financiën hamert op begrotingsdiscipline, kampt al met een groot aantal budgettaire tegenvallers. In de afgelopen maanden noteerde zijn ministerie al voor zeker 8 miljard euro aan stroppen bij onder meer de hersteloperatie Toeslagen en de vermogensrendementsheffing (box 3).

Dit zal gevolgen krijgen voor de plannen waarover de coalitie zo moeizaam heeft onderhandeld. Niet alles kan, zal Heinen moeten zeggen.

Het leidt bij de oppositie in de Tweede Kamer tot de vraag wie straks, als het kabinet in augustus de plannen gaat bundelen, het laatste woord over het regeerprogramma en de eerste Miljoenennota krijgt. Het ‘extraparlementaire’ kabinet onder leiding van de partijloze Schoof? Of worden hij en zijn ministers strak gesouffleerd door de partijleiders?

Premier Schoof zei in het debat over de regeringsverklaring dat er bij het uitwerken van het hoofdlijnenakkoord voor zijn nieuwe kabinet „in principe geen rol voor de fractievoorzitters is voorzien”. Hij voegde er meteen aan toe: „Dat er aan het eind van de zomer politiek overleg zal plaatsvinden, is van alle tijden”.