Volgens staatssecretaris Jansen is vuurwerkverbod dit jaar niet mogelijk, Kamer verwijt hem ‘dogmatische opstelling’

Een vuurwerkverbod is deze jaarwisseling niet haalbaar, zei staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Chris Jansen (PVV) donderdagnacht tot chagrijn van een deel van de Tweede Kamer. Dat deed hij tijdens het laatste debat over de initiatiefwet van Jesse Klaver (GroenLinks-PvdA) en Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren), waarin zij een algeheel vuurwerkverbod voor consumenten hebben opgesteld. Ook ziet Jansen problemen in het compenseren van ondernemers, dat zou door Europese staatssteunregels ingewikkeld liggen.

Mirjam Bikker van de ChristenUnie zei dat de „komende jaarwisseling een soort armageddon wordt waarin iedereen nog één keer zal losgaan en ontsporen” als er wél een verbod is aangekondigd, maar dat niet direct van kracht is.

Uit haar hoek kwam een belangrijk amendement, waarin zij voorstelt een vrijstellingsregeling te maken voor verenigingen zodat die met vergunningen wel vuurwerk kunnen blijven afsteken. Zonder dat amendement willen VVD en NSC, die nodig zijn voor een meerderheid, het vuurwerkverbod niet steunen.

Onder meer door die voorwaarde duurt het volgens Jansen anderhalf jaar om het verbod ingevoerd te krijgen. Volgens Jansen zou het nodig zijn om eerst de wet door de senaat te krijgen, en zou hij daarna pas aan de uitwerking kunnen beginnen in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).

‘Stuitend’

Bikker, die erop wees dat ze zelf jarenlang in de senaat heeft gezeten, zegt dat „het niet nodig is om het hele traject af te wachten”, maar dat de ambtenaren van zijn ministerie alvast „alles in gereedheid” kunnen brengen wat betreft de AMvB. Jansen bleef bij zijn punt. Bikker: „De staatssecretaris moet niet doen alsof hij blanco moet beginnen. Dit is een kwestie van niet willen, in plaats van niet kunnen.” Ze verweet Jansen een „dogmatische stellingname”. Ook coalitiekamerleden Ingrid Michon-Derkzen (VVD) en Faith Bruyning (PVV) vroegen zich af waarom de staatssecretaris niet voor een versnelling kiest.

Ook stuitend vonden Kamerleden dat Jansen van de initiatiefnemers verwacht dat zijzelf met dekking komen, hetgeen volgens Bikker „initiatiefwetten onmogelijk maakt” omdat de Kamer niet beschikt over het ambtenarenapparaat dat bewindspersonen wel hebben. Michon-Derkzen vroeg zich af of Jansen zich realiseerde dat, als de wet wordt aangenomen híj verantwoordelijk is voor de wet. „Wat is ervoor nodig om te laten doordringen dat de uitdaging aan hém is?”

De indruk van de Kamerleden was dat Jansen vooral op zoek was naar problemen met het voorstel, zonder bezig te zijn met oplossingen. Door de oppositie werd gesuggereerd dat Jansen zélf tegen een vuurwerkverbod zou zijn, en daarom het invoeren van het verbod zou traineren.

BBB hint op kabinetscrisis

Onder de Kamerleden zelf leidde coalitiepartij BBB het verzet tegen het vuurwerkverbod. BBB-leider Caroline van der Plas: „Heel veel mensen genieten van vuurwerk, 45 procent geeft aan ervan te genieten. Die brave burger wil gewoon met zijn kind een sierpotje aansteken.” Ze vroeg zich af wat GroenLinks-PvdA zegt tegen déze mensen. Toen Ines Kostic van de Partij voor de Dieren zei dat de jaarwisseling weer leuk zal worden voor iedereen, stapte Van der Plas naar de interruptiemicrofoon. „Er zijn ongeveer 800 ondernemers” die „helemáál geen leuke jaarwisseling hebben” als er een vuurwerkverbod komt. „Mensen die misschien wel tonnen hebben geïnvesteerd” omdat ze aan veiligheidseisen moesten voldoen. Op de publiekstribune zat een drietal vuurwerklobbyisten en -ondernemers druk te knikken.

Van der Plas speelde de verschillen met de eigen coalitiegenoten hoog op, toen zij een motie indiende waarin ze stelde dat NSC en VVD breken met het hoofdlijnenakkoord als zij voor het vuurwerkverbod stemmen. „Omdat vuurwerk niet overal in Europa wordt verboden”, zei Van der Plas, gaat het om nationale wetgeving bovenop Europese wetgeving. Daar zijn inderdaad afspraken over gemaakt in het Hoofdlijnenakkoord, maar doorgaans interpreteren coalitiepartijen die als geldend voor specifieke thema’s, zoals landbouw. Toch hintte Van der Plas op een kabinetscrisis als haar coalitiegenoten zouden meestemmen. Uiteindelijk leek Van der Plas toch weer te willen sussen, maar niet voordat ongeveer de voltallige oppositie én Michon-Derkzen haar hadden aangesproken op het opblazen van het probleem.


Geen overleg, vluchtend in oneliners: minister Faber vaart stoïcijns haar eigen koers

Als minister zou Marjolein Faber „geen partijpoliticus” meer zijn, beloofde ze afgelopen zomer, als kandidaat-minister van Asiel en Migratie namens de PVV. „Ik wil dat er iets gaat veranderen, en veranderen kan ik alleen maar door samen te werken”, zei ze tijdens haar hoorzitting met de Tweede Kamer. Samenwerking was volgens haar niet alleen nodig met Kamerleden, maar ook „met mijn toekomstige collega’s binnen het kabinet”.

De minister lag deze week, opnieuw, overhoop met Kamer en kabinet, omdat ze had geweigerd te tekenen voor de koninklijke onderscheiding van vijf vrijwilligers die zich jarenlang inzetten voor asielzoekers en erkende vluchtelingen. In haar plaats besloten premier Dick Schoof en minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) het Koninklijk Besluit te ondertekenen.

Ik denk dat ze een heel goed oog heeft voor wat ze uiteindelijk wil

Eduard Nazarski
voormalig directeur van Vluchtelingenwerk

Het gedoe rond de lintjes laat zien hoe Faber in haar ministerschap staat. „Hun werk staat haaks op mijn beleid”, verklaarde ze over de vrijwilligers. „Ik sta voor streng asielbeleid.” Het asieldossier was voor de PVV, groot winnaar van de verkiezingen, de belangrijkste reden om in het kabinet te stappen. In het hoofdlijnenakkoord spraken PVV, VVD, NSC en BBB af dat ze het „strengste asielbeleid” ooit zouden voeren. Het belonen van „mensen die meewerken aan het pamperen van asielzoekers” past daar niet bij, vindt ook partijleider Geert Wilders.

Strenger asielbeleid

Waar wil Faber naartoe? „Ik denk dat ze een heel goed oog heeft voor wat ze uiteindelijk wil”, zegt Eduard Nazarski, voormalig directeur van Vluchtelingenwerk. Ze moet weten dat haar beleid „bepaald niet zal helpen om alles soepeler te laten lopen”, zegt hij. Faber weet volgens hem dat „een groot deel van de bevolking” haar steunt „in haar wens tot een strenger asielbeleid te komen”.

Lees ook

Minister Faber komt opnieuw weg met een blunder

Minister Faber komt opnieuw weg met een blunder

Vorig jaar bleek uit een onderzoek dat ze een van de bekendste kabinetsleden is, met een sterk polarisende werking („enthousiasme en afkeuring”. Het is moeilijk om géén mening over haar te hebben. Zeker bij PVV-kiezers kan zij op veel waardering rekenen. Woensdag bleek uit een panelonderzoek dat tweederde van de PVV-stemmers achter haar keuze staat om niet te tekenen voor de lintjes.

Faber laat zien dat ze „onvoldoende in de gaten heeft wat het ministerschap behelst”, zegt een oud-bewindspersoon op het asieldossier. Weliswaar speelt „partijpolitiek een rol bij het maken van beleid”, maar bewindspersonen die hun beleid doorgevoerd willen zien worden moeten ook bereid zijn om te „luisteren”. De minister is degene die bepaalt, legt de oud-bewindspersoon uit, maar „ik wilde alle argumenten voor en tegen horen”.

Al voor haar aantreden als minister baarde Faber opzien met controversiële uitspraken.

Foto Bart Maat

‘Niet onomstreden’

Ze was tweede keus voor het asielministerschap. Wilders had eerst PVV-Kamerlid Gidi Markuszower voorgedragen, maar die was niet door de veiligheidscheck van de inlichtingendienst gekomen.

Ook zij was „niet een onomstreden kandidaat”, vond VVD-leider Dilan Yesilgöz. NSC had ook bezwaren. Na een crisisoverleg met Wilders bonden deze partijen afgelopen zomer in. Met Faber kreeg het kabinet een duidelijk PVV-signatuur.

Ze was sinds 2011 actief voor de PVV, als Statenlid in Gelderland en als senator. Ze deed in het verleden verschillende controversiële uitspraken. Zo noemde ze Tweede Kamerleden „nep-volksvertegenwoordigers”. Ze suggereerde dat de kabinetten-Rutte opereerden als „vijfde colonne”. Ze verkondigde de radicaal-rechtse complottheorie rond omvolking. En bleef volhouden dat haar tweet over de afkomst van een vermeende dader van een steekincident klopte, zelfs nadat het slachtoffer het tegendeel had verklaard.

Dat was het verleden. Met haar voordracht als minister is „een nieuwe situatie” ontstaan, zei ze tijdens de hoorzitting in de Kamer. Ze zou het allemaal anders doen, beloofde ze. „Een bewindspersoon dient zich natuurlijk te gedragen zoals een bewindspersoon betaamt”, zei ze plechtig. Dat is niet gelukt.

Controverses

Inmiddels geldt ze als een omstreden minister, met meerdere controverses op haar naam. Ze opperde het plaatsen van terugkeerborden bij de ingang van asielzoekerscentra, naar niet-bestaand Deens voorbeeld. Liet terugkeerflyers maken voor Syriërs, met de boodschap dat ze het Suikerfeest weer in eigen land kunnen vieren. Zei dat de Oekraïense president Volodymyr Zelensky „niet democratisch gekozen” is. En ze viel premier Schoof openlijk aan, omdat hij haar intrekkingsplannen voor de spreidingswet nog niet op de agenda van de ministerraad wilde zetten.

Inhoudelijk trekt ze met twee asielwetten haar eigen pad, doof en blind voor waarschuwingen en noodkreten van uitvoeringsorganisaties als de IND en COA, de rechtspraak, de Raad van State, de politie, de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Nationale Ombudsman.

Bestuurders die gewend zijn om inhoudelijk over problemen te praten, zien dat Faber kritische vragen vaak als persoonlijke aanvallen opvat.

Foto Bart Maat

Haar asielwetten, specifiek de ‘asielnoodmaatregelenwet’ en het wetsvoorstel over de invoering van een tweestatusstelsel, betekenen een ingrijpende verbouwing van het asielsysteem. Gevreesd wordt voor grotere werkdruk bij de IND en de rechtspraak, maar ook voor de rechtsbescherming van asielzoekers en vluchtelingen. Toch besloot Faber een beperkt aantal uitvoeringsorganisaties slechts een week de tijd te geven om te reageren op de wetten. Vervolgens adviseerde de Raad van State haar dringend om de wetten pas naar de Kamer te sturen als deze op belangrijke punten zouden zijn aangepast en verduidelijkt. Faber legde ook dat advies volledig naast zich neer.

Nog geen kennis gemaakt

Ze lijkt veel vertrouwen te hebben in de meerderheid die de coalitie in de Tweede Kamer heeft. Dat vertrouwen lijkt zo groot dat ze tot zeker eind vorige maand nog geen kennis had gemaakt met Kamerleden die het woord voeren over asiel, zelfs niet die van VVD en NSC. Evenmin heeft ze haar oor te luisteren gelegd bij senatoren wier instemming van cruciaal belang is voor de doorgang van haar wetten.

De coalitie heeft immers geen meerderheid in de Eerste Kamer, de partijen komen acht zetels tekort. De asielminister is aangewezen op rechtse oppositiepartijen als CDA, SGP en JA21 – samen goed voor elf senaatzetels. Handreikingen van deze partijen slaat ze weg. „De wetten zijn goed”, zei ze vorige maand tijdens een asieldebat toen haar werd gevraagd of ze openstaat voor aanpassingen van haar wetten.

De rechtse oppositie is niet ongevoelig voor de grote zorgen bij uitvoeringsorganisaties en de rechtspraak. Die doet Faber echter af als „onzekerheden” die horen bij grote veranderingen. Op vragen van Kamerleden geeft ze nauwelijks inhoudelijk antwoord. „Dit is gewoon hoe het in elk migratie- en asieldebat gaat. Als de vraag één slagje dieper gaat, dan komt er niks. Dan wordt er lucht verplaatst”, verzuchtte CDA-leider Henri Bontenbal woensdag in de Kamer.

Ook buiten de Tweede Kamer wordt het zelden inhoudelijk. Lokale bestuurders vinden haar nog altijd te weinig betrokken. Er is nauwelijks contact. Bijvoorbeeld waar het gaat om de crisis in de asielopvang. Verzoeken om naar Ter Apel te komen, om met eigen ogen te zien hoe het ervoor staat, sloeg ze steeds in de wind. Pas in februari stapte ze in de auto om met de burgemeesters van de gemeentes Westerwolde en Groningen te praten.

Begin december ging Faber kijken bij het begin van de grenscontroles, op de A2 net over de grens bij Eijsden.

Foto Chris Keulen

Bestuurders die gewend zijn om inhoudelijk over problemen te praten, zien dat Faber kritische vragen als persoonlijke aanvallen opvat. Net als in de Tweede Kamer reageert ze dan met oneliners: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”. Of zoals een commissaris het eerder samenvatte: „De minister heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”.

Steun

„In de geschiedenis is het hobbelen van crisis naar incident naar crisis, en dat heeft voortdurend geleid tot strenger asielbeleid”, zegt Nazarski. Problemen en incidenten met asielzoekers hebben vanaf de tweede helft van de jaren tachtig (met de komst van Tamil-vluchtelingen uit Sri Lanka) „steeds weer opnieuw” tot maatschappelijke discussies geleid, en vervolgens tot „aanscherping van asielbeleid”.

Nazarski denkt dat Faber en Wilders zich bewust zijn van die dynamiek. Hij heeft „geen enkele minister meegemaakt” die niet voor strenger asielbeleid was. Maar niemand was zo duidelijk uit op chaos en mislukking als Marjolein Faber, die met haar eigengereidheid en controverses een „rechtvaardiging voor strenger asielbeleid” aan het creëren is, zegt hij.

De lintjesaffaire van eerder deze week had óók een kans kunnen zijn voor de asielminister om zich iets toegeeflijker op te stellen, om aan Kamer en kabinet te laten zien dat ze wel degelijk wil samenwerken. Ze maakte geen excuses, en kon evenmin beloven dat ze het voortaan anders zou aanpakken. Maar ze moest wel iets kwijt. „Weet u, ik doe enorm mijn best op het ministerie, om het beleid om te zetten. En natúúrlijk maak ik fouten. We maken allemaal fouten. Ik ben ook maar een mens. Maar ik ga nog steeds iedere dag met plezier naar mijn werk.”

Lees ook

Ongrijpbaar voor haar ambtenaren, onbereikbaar voor de buitenwereld: minister Faber opereert ‘volstrekt ongebruikelijk’

Marjolein Faber tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.


Signalgate? Het kabinet in Den Haag zit nog gewoon op WhatsApp

Met „verbazing” keek premier Dick Schoof vorige week naar het Signal-lek in de Verenigde Staten. Journalist Jeffrey Goldberg bleek daar per ongeluk toegevoegd aan een besloten chatgroep met onder anderen vicepresident JD Vance, minister van Defensie Pete Hegseth en de Nationaal Veiligheidsadviseur Mike Waltz. Gisteren bleek uit onderzoek van het Amerikaanse nieuwsplatform Politico dat Waltz meer dan twintig werkgerelateerde groepsgesprekken op Signal heeft opgezet.

De richtlijnen voor de digitale communicatie van het Nederlandse kabinet zijn „volstrekt helder”, volgens Schoof, oud-directeur bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Maar wat zijn die richtlijnen, en hoe goed is het onderlinge overleg van ministers en staatssecretarissen beveiligd? Vier vragen.

1. Communiceert het Nederlandse kabinet met gewone appjes?

Ja, onder meer. Het kabinet-Schoof heeft een gezamenlijke WhatsApp-groep. Maar landbouwminister Femke Wiersma (BBB) zegt dat hierin „geen diepgravende inhoudelijke dingen” worden besproken. De groepschat is voornamelijk bedoeld om elkaar „op de hoogte” te houden.

Minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel (VVD) zit zelf in „een stuk of acht” werkgerelateerde groepschats, zegt hij. Een communicatiegroepsapp bijvoorbeeld, waarin persberichten worden doorgestuurd en ‘reactielijnen’ van de minister worden besproken. „Daar is niks geheims aan”, zegt Van Weel.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Judith Uitermark (NSC) noemt Whatsapp „ook handig”. Uitermark zegt dat het communicatiemiddel door bewindspersonen gebruikt mag worden, maar niet voor „vertrouwelijke informatie”, noch voor „besluitvorming”.

2. Mogen kabinetsleden onderling appen volgens de richtlijnen?

Ja, onder voorwaarden. De integriteitscode voor digitale middelen (2022) uit het Handboek voor bewindspersonen schrijft voor dat bewindspersonen terughoudend moeten zijn met gebruik van hun privé-mail of commerciële berichtenapps voor werkgerelateerde doeleinden. Over het algemeen wordt het bewindspersonen „ernstig ontraden”.

Maar daarbij wordt ruimte gelaten voor praktijksituaties waarbij „afgeweken” mag worden als een bewindspersoon dit noodzakelijk acht. Landbouwminister Wiersma bijvoorbeeld noemt het gebruik van commerciële berichtenapps „onvermijdelijk in dit soort functies”– zolang er daarbij „geen ongewenste deelnemers” aan groepschats worden toegevoegd, zoals in de VS.

Begin vorig jaar nam de Tweede Kamer wel een motie van NSC-Kamerlid Sandra Palmen aan voor het gebruik van speciale, veilige chatapplicaties door bewindspersonen en ambtenaren. Die oproep was geïnspireerd op Frankrijk, waar de regering al gebruik maakt van de speciaal ontworpen chatsapps Olvid en Tchap. Met die laatste wordt momenteel geëxperimenteerd, zo blijkt uit een Kamerbrief van staatssecretaris Zsolt Szabó (PVV) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De invoering van zo’n app is een langdurig traject. Het Rijk heeft in november van 2024 de opdracht gekregen om dit nieuwe beveiligde communicatiemiddel binnen Rijksoverheid in gebruik te nemen. Met de toekomstige implementatie kan het zakelijke chatverkeer tussen bewindspersonen en geselecteerde Rijksambtenaren beter worden beveiligd en automatisch worden gearchiveerd.

3. Worden de appjes van bewindspersonen wel bewaard?

Ja, de archiefwetgeving uit 1995, aangescherpt in 2021, verplicht bewindspersonen hun werkgerelateerde berichten te bewaren – dus ook appjes, sms’jes en mailtjes.

Oud-premier Mark Rutte kwam in 2022 bijvoorbeeld in politieke problemen, toen bleek dat hij jarenlang sms’jes had verwijderd vanwege „beperkte opslagruimte” op zijn oude Nokia-telefoon. Hij overleefde een motie van wantrouwen.

Minister Uitermark omschrijft werkgerelateerde appjes als een „bron van informatie” die via een aanspraak op de Archiefwet ook kunnen worden „teruggelezen”.

Minister Van Weel gebruikt zijn privémail naar eigen zeggen overigens alleen voor „protocollaire dingen” zoals een uitnodiging voor „een kerkdienst”. Minister Wiersma zegt dat privémail „gedoe” kan opleveren en zegt het daarom niet te gebruiken.

4. Hoe kan het kabinet over gevoelige informatie communiceren?

Bewindspersonen hebben de mogelijkheid om via een beveiligde lijn te communiceren. Minister Uitermark gebruikt de beveiligde telefoon, genaamd Tiger, „elke week”, zegt ze. Van Weel legt zijn beveiligde telefoon altijd in zijn dienstauto. „De auto is vaak dichtbij” en heeft „een kluis,” verklaart van Weel.

Voor eigen telefoons van bewindspersonen gelden soms ook speciale veiligheidsmaatregelen. Zo is onder premier Schoof afgesproken dat iedereen voor de ministerraad in het Catshuis zijn of haar telefoon opbergt in een kluisje. De besluitvorming in het overleg is dan ook strikt vertrouwelijk, totdat deze schriftelijk wordt vrijgegeven aan de Eerste of Tweede Kamer. De notulen van de ministerraad worden pas na twintig jaar vrijgegeven.

Het opbergen van de telefoons heeft nog een voordeel, zegt minister Uitermark. Iedereen zit ook „meer gefocust” aan de vergadertafel.

Lees ook

Bewindspersonen nog steeds slordig met opslaan appjes en sms’jes

PVV'ers Fleur Agema, Gidi Markuszower en Geert Wilders tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer.


VVD-Kamerlid Thom van Campen: ‘Je kunt Hongarije nauwelijks nog democratisch noemen’

Tweede Kamerleden worden in het buitenland ontvangen zoals zijzelf hun gasten uit het buitenland ontvangen: vriendelijk, beleefd, gastvrij. In Boedapest, eind vorige week, gaat het helemaal anders. „Wat komt u hier in vredesnaam dóén?” vraagt Zsolt Németh, de voorzitter van de Buitenlandcommissie van het Hongaarse parlement aan Tweede Kamerlid Thom van Campen van de VVD.

In Den Haag heeft de Tweede Kamer net met een grote meerderheid een motie van Van Campen aangenomen om Hongarije onder druk te zetten: als daar de rechtsstaat geschonden blíjft worden, moet het kabinet er in Brussel op aandringen dat er minder Europees geld naar dat land gaat. Aanleiding: premier Viktor Orbán die de Gay Pride van 28 juni in Boedepast onmogelijk heeft gemaakt.

Zsolt Németh wil ook van Van Campen weten: „Wanneer stóppen jullie hier eens mee?” Met de moties, bedoelt hij, met het bemoeien.

Van Campen, die het werkbezoek van de Kamerleden leidde, vertelt erover in zijn werkkamer in Den Haag. Hij leunt achterover en lacht. Het was „heftig” geweest ja. Bijna ruzie. „Ik zei: ik zou er wel mee willen stoppen, maar dat kan niet zolang jullie wetten blijven aannemen die minderheden treiteren. En waarom ik hier ben? Júllie hebben ons uitgenodigd.”

Lees ook

Verbod op Budapest Pride, juist nu Hongaarse economie slecht draait: ‘Niet voor het eerst probeert Orbán de aandacht af te leiden’

Leden van de liberale partij Momentum protesteren met gekleurde rook tijdens de stemming over het Pride-verbod in het Hongaarse parlement, 18 maart.

Voor Orbáns partij is Nederland misschien vooral het land van Geert Wilders, die zich een vriend noemt van Orbán? En dan komt er zo’n motie.

„Daar begon die voorzitter over, ja. Hij was blij, zei hij, dat de grootste partij in Nederland de motie níet had gesteund. Ik zei dat ik heel blij was met de 106 stemmen vóór, van de 150. Een meerderheid van twee derde.” Hij had ook verteld dat de PVV-minister die erover gaat, Dirk Beljaarts van Economische Zaken, de motie wel prima leek te vinden, hij gaat die uitvoeren. „Ik denk dat ze dat in Hongarije niet snappen.”

Had u verwacht dat een motie van het Nederlandse parlement Hongaren zo boos kon maken?

„Niet toen ik net begon als Kamerlid, nee. Het klinkt als: ‘Nederland waarschuwt een land nog één keer.’ Maar nu: we stonden nog op Schiphol toen we hoorden dat leden van de oppositie waren weggehouden bij het gesprek met ons. In Boedapest wilde de onderminister voor Europese Zaken na de motie niet meer met ons praten.”

U had ook een gesprek met lhbtqi+-organisaties. Wat zag u?

„Ze worden geïntimideerd, vernederd. Vooral trans personen hebben het moeilijk. Op scholen wordt niet meer gesproken over homoseksualiteit, homoseksuele docenten mogen niet meer over hun partner praten. Ze worden ‘bedwantsen’ genoemd. Net als journalisten, de oppositie. De Fidesz-partij van Orbán voert een strijd tegen de liberale wereldorde.”

De Nederlandse Kamerleden hadden ook een ontmoeting met journalisten. „Eentje vertelde dat zij zichzelf elke ochtend weer moet aanmoedigen om door te gaan. Er is mond- en klauwzeer uitgebroken [een zeer besmettelijke ziekte voor vee, red.], en de overheid geeft journalisten géén informatie. En dan het kiesstelsel: je kunt al met 42 procent van de stemmen een twee derde meerderheid halen in het parlement, waarmee je de grondwet kunt veranderen. Wat in Orbáns tijd nu al vijftien keer is gebeurd. Zoiets verwacht je misschien onder de Sahara, maar dit land hoort bij de Europese Unie. Daar gaat Nederlands belastinggeld naartoe. Dat verdwijnt door corruptie in de zakken van Orbáns vrienden.”

Is Hongarije in uw ogen nog een democratie?

„Je kunt dat land bijna niet meer democratisch noemen. Democratie gaat over veel meer dan alleen hoe het bestuur werkt. Het gaat er ook om dat rechters niet afhankelijk zijn van de politiek voor hun carrière. De Hongaarse regering nam een wet aan dat alle rechters vanaf hun 62ste met pensioen moesten. Toen kwamen heel veel rechters thuis te zitten. Daarna kwamen er nieuwe, jonge rechters, getraind door organisaties die zijn gelieerd aan Orbáns partij Fidesz. En nu gaat het weer naar zeventig jaar. Echt ranzig. Het zit heel diep in het systeem.”

U bent zelf homoseksueel, maakt dat het nog anders om zo’n werkbezoek te doen en te zien hoe lhbtqi+’ers worden onderdrukt?

„Je moet je als Kamerlid professioneel opstellen. Maar als ik naar die actiegroepen kijk denk ik wel: jeetjemina, als ik aan hun kant van de tafel had gezeten, mag ik hopen dat ik net zo dapper zou zijn. Dat je de Pride organiseert en moet hopen dat je niet wordt neergeslagen. Ik had vijf van die lieve mensen tegenover me die niets anders doen dan voorlichting geven over seksualiteit, en bijeenkomsten organiseren. Waarom moet je als overheid zo pesten, wat doen die mensen voor kwaad?”

De wet waardoor de Pride wordt verboden, gaat over ‘het recht op vrijheid van vergadering’ dat ondergeschikt wordt gemaakt aan ‘de bescherming van kinderen’. Van Campen zegt dat hij aan de voorzitter van de Europacommissie had gevraagd: „Wat is er zo schadelijk voor kinderen aan mensen die met regenboogvlaggen over straat lopen en muziek draaien?” Die voorzitter pakte zijn telefoon. „Hij zei: weet u hoe die mensen erbij lopen, wilt u het zien? Ik heb ervoor bedankt, maar ik weet: de Pride in Boedapest is heel keurig.”

De PVV was niet mee en steunde uw motie niet. Wilders is een vriend van Orbán. Wat vindt u daarvan?

„Dat is ingewikkeld, maar ik kan er niet veel aan doen. Voor ons draait dit om de fundamentals, principes die niet bevestigd zouden moeten hoeven worden. Maar iedere partij maakt daar zijn eigen afweging in.”

U kunt er niet zoveel aan doen, zegt u. Uw partij zit wel met de PVV in een coalitie.

„Omdat we op andere thema’s met deze Kamermeerderheid hopen stappen te kunnen zetten. En dit is blijkbaar wat 37 zetels aan Nederlanders wil. Dan dealen we daarmee.”

Lees ook

Kamercommissie stuurt brief aan Orbán: herroep wetgeving die Pride-mars verbiedt

Een protest in Boedapest tegen het verbieden van de Pride.


In de prikkelarme omgeving van de ‘Skaeve Huse’ in Utrecht kunnen voormalig overlastgevers hun leven weer oppakken

In de Utrechtse wijk Leidsche Rijn, tussen de bouwkranen en verrijzende woningen, staat al zeven jaar een klein en opvallend woonproject: Skaeve Huse. Op een afgesloten terrein met zeven containerwoningen verblijven mensen die zoveel overlast hebben veroorzaakt door verslavingen of andere complexe problemen, dat reguliere opvang of huisvesting niet meer mogelijk is. Voor hen is de keuze simpel: hier wonen of op straat leven.

Hoewel de Skaeve Huse (Deens voor ‘scheve huizen’) in de loop der jaren de bijnaam ‘aso-woningen’ hebben gekregen, heerst er rust. Het enige geluid komt van de heipalen van de bouwplaats verderop.

Elke containerwoning heeft een klein tuintje, dat sommige bewoners volledig hebben volgebouwd met hun ‘parels’. Unitmanager Ingrid Verkerk legt uit: „Veel bewoners zijn verzamelaars, of zelfs hoarders, die het moeilijk vinden om spullen weg te doen. Eén bewoner huurt een extra opslagruimte, een ander woonde samen met veertig katten voordat ze naar Skaeve Huse verhuisde.”

In deze prikkelarme omgeving kunnen bewoners hun leven leiden zonder overlast voor omwonenden.

Jeroen: „Omdat ik hier mijn rust vind en een dak boven mijn hoofd heb, gebruik ik minder drugs.”
Foto Bram Petraeus

Eerdmans

Skaeve Huse bieden onderdak aan mensen die herhaaldelijk uit huis werden gezet, langdurig in instellingen verbleven of op straat hebben geleefd. „Ze zijn ongeschikt voor groepswonen”, zegt Verkerk. De opvang is bedoeld voor mensen die niet „gek genoeg zijn voor de kliniek, maar ook niet strafbaar genoeg voor de gevangenis”, zoals Tweede Kamerlid Joost Eerdmans (JA21) het verwoordt aan NRC.

Inmiddels maken de Skaeve Huse deel uit van het Haagse politieke debat over ‘verwarde personen’. Als wethouder van Leefbaar Rotterdam pleitte Eerdmans in 2017 al voor uitbreiding van het concept, omdat hij het ziet als een oplossing voor de mensen die onbegrepen gedrag vertonen en overlast veroorzaken. Nu vraagt hij als Tweede Kamerlid om landelijke uitbreiding van het Skaeve Huse-project.

Het aantal incidenten met verwarde personen wordt steeds groter. In 2024 registreerde de politie 149.827 incidenten met personen met verward gedrag – een stijging van 6 procent ten opzichte van 2023. Tijdens een debat in de Tweede Kamer in februari, naar aanleiding van een dodelijk steekincident in Nieuwegein, benadrukten zowel linkse als rechtse Kamerleden het belang van een structurele oplossing. SP-Kamerlid Jimmy Dijk stelde: „Jarenlange bezuinigingen op woningbouw, ggz en politie hebben dit probleem verergerd. Wanneer gaat het kabinet investeren in klinieken, ggz en politie?”

Ze mogen hier alcohol en drugs gebruiken en hun leven grotendeels zelf inrichten. Dit is geen doorstroomplek

Ingrid Verkerk
unitmanager

Het beleid voor mensen met verward gedrag is afgelopen decennia sterk veranderd. Waar ze vroeger langdurig werden opgenomen in psychiatrische instellingen, verschoof de focus met de Wet maatschappelijke ondersteuning in 2007 naar participatie en zelfstandig wonen. Ambulante zorg werd de norm en mensen met psychische kwetsbaarheden moesten zo veel mogelijk meedraaien in de maatschappij. Dit leidde ertoe dat sommigen, die niet in reguliere woonwijken konden aarden, tussen wal en schip vielen. In die zin zijn Skaeve Huse een tegenbeweging: een erkenning dat een kleine groep niet zelfstandig kan wonen.

Het doel van Skaeve Huse is niet om bewoners terug te laten keren in de samenleving, zoals bij veel andere opvanginitiatieven. „Onze bewoners zijn uitbehandeld”, zegt Verkerk. „Ze mogen hier alcohol en drugs gebruiken en hun leven grotendeels zelf inrichten. Dit is geen doorstroomplek. Het idee is dat mensen hier uiteindelijk overlijden.”

Dat standpunt verschilt van de ambitie van Eerdmans, die juist wil dat bewoners ooit weer hun plek in de maatschappij vinden. „Maar in de praktijk lukt dat nauwelijks”, erkent de politicus.

Lees ook

Alle noodsignalen over verwarde mensen bij elkaar brengen is best ingewikkeld, zeggen zorgverleners

Jongeren zoeken zondag troost bij elkaar op de plek in Nieuwegein waar het 11-jarig meisje Sohani is neergestoken. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Signalen

Op het terrein heerst een informele sfeer. Er hangen wel camera’s, maar de poort staat open. Jeroen (43, wil niet met achternaam in de krant), een van de eerste bewoners, studeerde ooit voor sociaal werker en werkte met jongeren. Totdat hij vijftien jaar geleden in een psychose belandde en zijn woning kwijtraakte. „Dat begint met me terugtrekken, in een isolement raken, contact vermijden”, vertelt hij. „Maar hier gebeurt dat minder snel. Er is altijd iemand aanwezig.”

De dagelijkse begeleiding speelt een cruciale rol. Begeleider Wim Aantjes: „Soms zeggen bewoners niet direct wat er mis is, maar komen ze zes keer op een dag naar ons kantoortje. Dat zijn signalen.”

Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken. „Bij een bewoner was een keukenkastje kapot. Eerst dacht ik: wacht een paar dagen. Maar hij werd zo onrustig dat hij ging drinken en overlast veroorzaakte. Toen ik het kastje repareerde, keerde de rust direct terug.”

Voor Jeroen bieden de Skaeve Huse stabiliteit: „Omdat ik hier mijn rust vind en een dak boven mijn hoofd heb, gebruik ik minder drugs.”

Stigma

Ondanks de bewezen waarde van het project, is de toekomst van Skaeve Huse in Leidsche Rijn onzeker. In 2029 moeten de huisjes plaatsmaken voor een park in een nieuwe woonwijk en de zoektocht naar een andere locatie verloopt moeizaam. „De gemeente is bereid om subsidie te verstrekken, maar het stigma is het grootste probleem”, zegt Verkerk. „Veel locaties worden afgewezen omdat buurtbewoners er tegen zijn.”

Dat stigma is voelbaar. „Toen hier een middelbare school naast werd gebouwd, besloten sommige ouders hun kinderen daar niet naartoe te sturen vanwege ons. Onbegrijpelijk”, zegt Aantjes. Jeroen: „Als ik langsloop, zeggen ze weleens ‘kooi-terror’ tegen me.” Waarmee ze verwijzen naar dat verwarde mensen in een gesloten inrichting zouden moeten zitten.

Toch ervaren buurtbewoners de aanwezigheid van Skaeve Huse niet per se als negatief. Een vrouw (31) die vlakbij woont, zegt: „Soms zet iemand midden in de nacht keiharde muziek op, maar het zijn incidenten, echt niet elke avond.”

Het probleem groeit, maar de oplossing niet

Joost Eerdmans
fractievoorzitter JA21

Skaeve Huse Leidsche Rijn is niet het enige project dat lastig een nieuwe locatie vindt. In Haarlem werd al sinds 2018 gezocht. „Het grootste probleem is dat de buurtbewoners ertegen zijn”, zegt ook Wendy Dieben, procesmanager van Skaeve Huse Haarlem. Het verzet is afgenomen nadat een aantal tegenstanders een bezoek heeft gebracht aan de Skaeve Huse in Hilversum. Dat hielp hen het plan voor Haarlem beter te begrijpen.

Inmiddels is een locatie gevonden en wordt de vergunningaanvraag voorbereid. De bouw van de Skaeve Huse in Haarlem begint naar verwachting aankomend najaar.

Jeroen met coördinator Wim Aantjes: „Toen hier een school werd gebouwd, besloten sommige ouders hun kinderen daar niet naartoe te sturen vanwege ons. Onbegrijpelijk”,
Foto Bram Petraeus

Dakloosheid

Eerdmans benadrukt de noodzaak van uitbreiding: „Skaeve Huse is een goed initiatief, maar een druppel op de gloeiende plaat. Het probleem groeit, maar de oplossing niet.” In januari 2024 diende hij samen met Mirjam Bikker (ChristenUnie) een motie in om Skaeve Huse als landelijk programma vorm te geven. Ze pleitten ook voor extra subsidies, aangezien vaak onvoldoende geld beschikbaar is om kwetsbare mensen te huisvesten. Daarnaast streven ze ernaar gemeenten te ondersteunen bij het verkrijgen van vergunningen en het betrekken van omwonenden.

Hoewel de motie werd aangenomen, werden vooralsnog weinig concrete stappen ondernomen. In juni 2024 liet voormalig staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie) de Tweede Kamer weten dat de financiële middelen ontbraken om Skaeve Huse landelijk uit te breiden. Hij verwees naar bestaande fondsen, zoals de jaarlijkse 55 miljoen euro uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid, die gemeenten kunnen gebruiken voor alternatieve woonvormen. Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid gaf daarnaast aan dat in het najaar een publicatie volgt van ‘praktijkvoorbeelden’ om gemeenten te ondersteunen bij hun Skaeve Huse-projecten.

Intussen blijft de toekomst van de Skaeve Huse bewoners in Leidsche Rijn onzeker. „Wat gebeurt er met ons als deze plek verdwijnt?” vraagt Jeroen zich af.

Lees ook

In Utrecht kunnen ex-daklozen terecht in negen nieuwe woningen

De nieuwbouwflat van De Tussenvoorziening, waar 30 procent van de sociale huur voor  speciale opvang bestemd is. Onder meer voor voormalig daklozen zoals Mark.


‘Migratiediscussie dreigt een dovemansdebat te worden’, zegt het SCP in een nieuw onderzoek

Wie zich meer zorgen maakt over migratie, heeft ook minder vertrouwen in de overheid en is somberder over de samenleving. Dat staat in het rapport Migratie als spiegel van maatschappijbeelden, dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dinsdag publiceert. De uiteenlopende opvattingen over migratie lijken ook steeds meer bij te dragen aan polarisatie, met meer wantrouwen en onderlinge afkeer in de samenleving als gevolg. Hierdoor dreigt het migratiedebat een „dovemansgesprek” te worden, zegt het SCP.

Terwijl het juist essentieel is dat Nederland een structurele discussie blijft voeren over het migratiebeleid, zegt migratie-onderzoeker Jaco Dagevos van het SCP. „We moeten de fundamentele vraag durven stellen: wat voor migratieland willen we zijn? Welke omvang en vormen van migratie passen bij Nederland? Hoe kan migratie bijdragen aan grote vraagstukken, zoals de energietransitie of tekorten in de zorg?”

Onder meer de Adviesraad Migratie en de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen pleitten eerder voor een duidelijke visie op het migratiebeleid. Het kabinet-Schoof – met PVV, VVD, NSC en BBB – wil asiel nu „drastisch” beperken met het „omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit”.

Een omvangrijke groep burgers vindt echter dat regeringen in Nederland door de jaren heen niet in staat lijken het migratievraagstuk op te lossen. Zo kan migratie geleidelijk een „een symbool van falend overheidsbeleid” worden, staat in het SCP-rapport.

‘Uitlaatklep’

Het SCP-onderzoek analyseert opvattingen over migratie. Anders dan vaak wordt gedacht, zijn veel mensen in Nederland in vergelijking met begin deze eeuw niet negatiever gaan denken over de gevolgen van migratie voor de economie, cultuur en leefbaarheid. Mogelijke verklaring is dat de bevolking veranderde, waardoor nieuwe generaties meer gewend raakten aan diversiteit.

Wel is het politieke debat over migratie belangrijker geworden, waardoor onvrede over migratie een „duidelijke uitlaatklep” heeft gekregen, volgens het rapport. Slechts 9 procent van de bevolking steunt het opnemen van meer asielzoekers. Een derde vindt dat Nederland de grenzen moet sluiten voor asielzoekers, zelfs als dit niet strookt met internationale afspraken.

Als je denkt dat de overheid weinig aandacht heeft voor jouw belangen, wordt migratie iets waarop dat sentiment zich kan richten

Jaco Dagevos
SCP-onderzoeker

Een grote groep (58 procent) vindt tegelijkertijd wel dat Nederland een morele plicht heeft om mensen op te vangen die vluchten voor oorlog en geweld, vaak aangeduid als ‘echte’ vluchtelingen. „In het politieke debat lijkt het vaak alsof er alleen maar voor- en tegenstanders zijn,” zegt Dagevos. „In werkelijkheid denkt een grote groep Nederlanders genuanceerd over migratie. Die combineren voor- en nadelen van migratie met elkaar, ze zijn niet zonder meer tegen restrictief beleid, maar zien ook dat er ruimte moet zijn voor bepaalde groepen migranten.”

De opvattingen over migratie worden onder meer beïnvloed door het vertrouwen in de overheid. „Mensen projecteren hun bredere ontevredenheid over de politiek op migratie. Als je het gevoel hebt dat de overheid weinig aandacht heeft voor jouw opvattingen en belangen, dan wordt migratie een onderwerp waarop dat sentiment zich kan richten.”

Oorlog

Een andere factor is opleidingsniveau. „Praktisch opgeleiden ervaren waarschijnlijk vaker de nadelen van migratie, bijvoorbeeld door druk op de woningmarkt en sociale voorzieningen”, zegt Dagevos.

Ook speelt mee hoe mensen de Nederlandse identiteit definiëren. Mensen die identiteit voornamelijk in culturele of etnische termen zien (zoals geboorteland, huidskleur, religie), zijn vaak negatiever over migratie. Jongeren en hbo-/wo-opgeleiden koppelen nationale identiteit minder aan etnische kenmerken.

Daarnaast verschilt de houding afhankelijk van het type migratie. Nederlanders staan positiever tegenover migranten die helpen bij tekorten op de arbeidsmarkt en tegenover asielzoekers die vluchten voor oorlog en geweld.

Het migratiedebat kan constructiever worden, als de brede, genuanceerdere middengroep meer ruimte zou krijgen in het maatschappelijke en politieke debat, zegt Dagevos.

Daarbij zou de overheid helder en realistisch over het migratiebeleid moeten zijn. „Migratiebeleid kun je deels sturen, maar je bent ook ingebed in internationale verdragen en regelgeving”, legt Dagevos uit. „Wees eerlijk over de invloed die je als nationale overheid kunt hebben, over de snelheid waarmee je resultaten kunt boeken. Als door het beleid gestelde hoge verwachtingen uiteindelijk loze beloftes blijken, kan dit het gebrek aan vertrouwen en zelfs cynisme richting de politiek alleen maar verder aanjagen.”

Lees ook

Faber weigerde, maar Schoof en Uitermark blijken wel bereid om COA-vrijwilligers te onderscheiden met een lintje

Lintjes tijdens de jaarlijkse lintjesregen in Amsterdam.


Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp: ‘Wees voorbereid op verdere schokken’

Caspar Veldkamp (NSC) ziet er vermoeid uit, maar hij praat energiek en gedreven. Als hij niet aan het woord kan zijn, tekent de minister van Buitenlandse Zaken met een balpen op een stuk papier: rechthoeken, pijlen, van punt naar punt.

Het is spitsuur in Europa. De donderdagmiddag dat we hem spreken is premier Dick Schoof in Parijs voor een nieuwe vergadering van de ‘coalition of the willing’, de landen die bereid zijn om een veiligheidsmacht voor Oekraïne te vormen. Volgende week vergadert Veldkamp met zijn NAVO-collega’s over het versterken van de Europese defensie. Zonet had hij nog EU-buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas aan de telefoon. „De inhaalslag is in gang gezet”, zegt Veldkamp. „Men beseft in de Europese hoofdsteden dat we nu razendsnel een sterke Europese pijler binnen de NAVO moeten bouwen. Ook vorige Amerikaanse regeringen gaven aan dat de Europeanen meer verantwoordelijkheid moesten nemen voor hun veiligheid. Maar nu laten de VS merken dat het hen menens is, dat ze het beu zijn. In dat opzicht is de regering-Trump een versneller.”

U bent wel erg positief.

„Er zitten rauwe kanten aan de opstelling van de regering-Trump. Ik zie het gedrag van een ouderwetse grootmacht, die niet verdragen en vrijhandel als uitgangspunt neemt, maar machtsuitoefening, invloedssferen. Ik zie een regering die daarbij letterlijk over de grenzen heen denkt.”

Trump wil Groenland en Canada annexeren.

„Dat is wat ik bedoelde, letterlijk zonder grenzen. Waarbij je telkens moet onderscheiden wat er wordt gezegd en wat er wordt gedáán. Soms gooit Trump een knuppel in het hoenderhok en is het onverstandig om daar meteen op te reageren.”

U neemt die uitspraken van Trump niet serieus?

„Ik neem het heel serieus. Ik kijk heel nuchter naar wat er nu gebeurt. Dit is de eerste Amerikaanse regering die onvriendelijk staat tegenover de EU. Tegelijkertijd krijgen wij telkens de verzekering dat de NAVO stáát als politiek en militair robuust bondgenootschap.”

Groenland hoort bij het Koninkrijk van Denemarken, Trump wil gebied van een NAVO-bondgenoot inlijven.

„Wij zullen moeten aangeven dat wij het daar niet mee eens zijn. Als Europeanen zullen wij weer de taal van de macht moeten leren spreken. In de afgelopen tientallen jaren zijn we gaan praten in termen van wenselijkheden, in plaats van feitelijkheden. Europese diplomaten vinden het fijn om in VN-verband mooie verklaringen af te geven. Maar het blijkt dat de wereld zich niet automatisch naar onze visie richt. We moeten dus de taal van de macht leren spreken en militair onze eigen boontjes doppen. En dat zullen we in een hoog tempo moeten doen.”

Is het gedaan met de oude wereldorde die, in naam althans, was gebaseerd op internationaal recht?

„We bevinden ons in een overgangsperiode. In de 35 jaar na de val van de Muur zaten we in een fase van globalisering en economische integratie. Conflicten waren slechts geruis op de achtergrond. Nu zie je veel donkere wolken zich samenpakken. Frans Timmermans (fractieleider van GroenLinks-PvdA, red.) zei in de Tweede Kamer dat hij zich nooit zo veel zorgen heeft gemaakt als nu. Dat geldt voor mij precies zo. Tegelijkertijd zie ik dat we ook verder moeten. Ik leer veel van mijn Aziatische gesprekspartners. Landen als Indonesië en Singapore zeggen: jongens, jullie kunnen dit. In de jaren zestig en zeventig was jullie afschrikking op orde én bouwden jullie aan de verzorgingsstaat. Dat kan Europa nu weer, want de tegenstander is ‘slechts’ Poetin. Een man die zijn eigen mensen niet vertrouwt, wiens economie barsten vertoont. De leider van een leger dat na drie jaar oorlog nog altijd niet Oekraïne onder de voet kan lopen. Jullie Europeanen kunnen Rusland aan, zeggen de Aziatische landen tegen ons. Dat geeft mij vertrouwen.”

De VS lijken intussen vooral bezig om het Rusland naar de zin te maken.

„Ik heb daar ook vraagtekens bij. Misschien is het bedoeld om Moskou van Beijing af te pellen. Maar in mijn contacten met een aantal Amerikaanse gesprekspartners merk ik ook dat ze geloven in een multipolaire wereld, met China, Rusland, maar ook landen in het mondiale zuiden, zoals Brazilië en India als grote spelers.”

‘Multipolaire wereld’ is een lievelingsterm van Poetin. Een hoofdrol voor Rusland, bedoelt hij daarmee.

„Het is ook een woord dat deskundigen op het gebied van internationale betrekkingen gebruiken om de huidige wereld te beschrijven. Als ik spreek met Indonesië of India heeft het voor mij ook geen negatieve connotaties. Maar de VS hebben die term nooit willen omhelzen, dus het valt mij op dat adviseurs van Trump dit als uitgangspunt nemen.”

De regering-Trump geeft de wereldorde die gebaseerd was op Amerikaanse hegemonie nu vrijwillig uit handen.

„Ik denk dat ze de indruk hebben dat de internationale arrangementen die de afgelopen 35 jaar de wereld hebben bepaald, de Wereldhandelsorganisatie, internationale organisaties, de VN, zich tégen het Amerikaanse belang hebben gekeerd. En dat ze de boel nu moeten opschudden om opnieuw een plaats te veroveren in de multipolaire wereld. En dat gaat op een enorm rauwe manier.”

U zegt dat de VS achter de NAVO zullen blijven staan. Maar wat is het plan B als dat niet gebeurt?

„Het is niet in ons belang om een transatlantische breuk te gaan organiseren. En op dit moment kunnen we het ook niet zonder de Amerikanen.”

Dus je kunt er beter niet over praten?

„Het is niet in ons belang. Kijk, de mensen hoeven niet bang te zijn dat de Russen morgen bij Hengelo staan, maar we moeten als Europa onze afschrikking versneld in orde brengen zodat Poetin niet op het idee komt om het bondgenootschap te gaan testen. Ik vind dat we als Nederland nu al het gesprek aan moeten gaan over het stap voor stap verder verhogen van de defensieuitgaven en dat we daar niet mee wachten tot de NAVO-top in Den Haag (eind juni, red.).”

VVD-leider Yesilgöz wil naar 3,5 procent van het bbp. Wat denkt u?

„Minister Brekelmans van Defensie is op dit moment aan het doorrekenen wat de capaciteitseisen van de NAVO betekenen voor Nederland en welk prijskaartje daaraan hangt.”

De Europese Commissie kwam met een ambitieus plan om meer defensie-uitgaven mogelijk te maken, maar het kabinet ruziede over Europese leningen. Uiteindelijk kwam er een lange brief aan de Kamer waarin eigenlijk niets stond.

„Ik heb geholpen die brief te schrijven, omdat we moeten voorkomen dat we in een nieuwe eurocrisis tuimelen, want dan zijn we nog verder van huis.”

Het was toch een achterhoedegevecht? Het plan gaat gewoon door.

„Ik denk dat het wel belangrijk is dat we aan het tijdelijk oprekken van de Europese begrotingsregels het woordje ‘schuldhoudbaarheid’ hebben genageld. Ik zie dat dit soort woordjes nu terugkomen in de Europese teksten.”

De wereld staat in brand, maar Den Haag praat vooral over het opdraaien voor Europese schulden en de portemonnee van de gewone Nederlander.

„Nou, dat zie ik anders. Ik zie van links tot rechts het besef dat er iets groots aan de hand is. Van Frans Timmermans tot en met Geert Wilders. Iedereen vindt dat we onze Europese weerbaarheid moeten versterken. We moeten onze defensie opkrikken. Maar er is ook een grotere opdracht. In Nederland, maar ook in andere Europese landen, hebben veel mensen het gevoel dat de overheid er niet voor hen is. Talloze statistieken laten zien dat het reëel inkomen van de lagere middengroepen de afgelopen jaren relatief én absoluut is gedaald. Dat moeten we repareren. Maar dat niet alleen: mensen moeten weer gezíen worden. Dat is essentieel om onze weerbaarheid te versterken. Om in de woorden van staatssecretaris Tuinman van Defensie te spreken: voor een sterke defensie en afschrikking heb je ook een ronkende economie nodig, anders kun je het niet financieren. Maar ook een samenleving die sterk staat, met bestaanszekerheid voor iedereen. Geopolitiek is niet alleen defensie, het is ook economie, onderwijs, energie, landbouw.”

Iets anders: kunnen we de Israëlische premier Benjamin Netanyahu een autoritaire leider noemen?

„Er is in de Israëlische samenleving veel discussie en zorg over hem, al vóór 7 oktober 2023 en de oorlog in Gaza.”

Wat vindt u?

„Er is veel discussie over in Israël.”

Is het niet zijn lange-termijnstrategie om alle Palestijnen te verjagen?

„Dat vind ik veel te kort door de bocht. Ik ben er echt van overtuigd dat er in Israël nog de denkrichting bestaat dat hun veiligheid uiteindelijk het meest gebaat is bij een vergelijk met de Palestijnen.”

Kunt u wel kritisch zijn op Israël zolang u in een coalitie met Wilders zit?

„In het Regeerprogramma staat dat het kabinet streeft naar een Tweestatenoplossing voor Israëliërs en Palestijnen. En ik heb de humanitaire blokkade van Gaza veroordeeld in de Kamer. Maar zolang er nog een kleine kans is om Israël en Hamas weer aan de onderhandelingstafel te krijgen, is dat de beste manier om het geweld te beëindigen en de gijzelaars vrij te krijgen. Vorige week (toen Israël weer begon te bombarderen, red.) had ik kunnen kiezen voor een verontwaardigd bericht op X, maar heb ik gebeld met mijn Israëlische collega, en met Egypte, Qatar en Turkije, die in contact staan met Hamas.”

Wat vindt u het meest alarmerend sinds het aantreden van Trump?

„De manier waarop de VS de huidige arrangementen in de wereld wil openbreken. Daar ben ik bezorgd over. En ik zeg u: wees voorbereid op verdere schokken.”


Geen voorkeurstemmen, machtige grote provincies: hervorming van het kiesstelsel kan ook nadelig uitpakken

Om de gevoelsafstand – de ‘kloof’ – tussen kiezer en gekozen politici te overbruggen is al veel bedacht, van een correctief referendum en een lagere kiesgerechtigde leeftijd tot een ander kiesstelsel. Van dat laatste maakt het kabinet-Schoof nu werk.

Minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) bereidt een wijziging voor waarbij 125 van de 150 Tweede Kamerleden niet langer worden gekozen via een landelijke lijst, maar uit een lijst die per provincie andere kandidaten bevat. Daardoor wordt „de worteling van de volksvertegenwoordiging in de samenleving vergroot”, aldus een nog ongepubliceerd plan waaruit RTL Nieuws woensdag citeerde.

Deze coalitie ziet vooral een (sociaal-)geografische kloof: tussen Randstad en de regio, tussen de stad en een platteland dat geen gehoor vindt voor zijn zorgen. Zie de protesten van boeren of aardgasgedupeerden. Een nieuw kiesstelsel moet „de regionale band” tussen kiezer en volksvertegenwoordiging versterken, kondigde het Hoofdlijnenakkoord al aan.

BBB en NSC, de grootste voorstanders van kiesstelselhervorming, lieten zich voor de verkiezingen inspireren door buitenlandse voorbeelden. In zijn Nieuw Sociaal Contract rekende Pieter Omtzigt op basis van het Zweedse model, BBB flirtte met het Deense. In beide stelsels wordt gestemd per district. Zo worden de meeste zetels verdeeld, waarna via verschillende berekeningen ‘compensatiezetels’ worden toegekend.

In 2012 werd Pieter Omtzigt met voorkeursstemmen gekozen. De kans onder het nieuwe stelsel daarop zou nagenoeg nul zijn

Henk van der Kolk
hoogleraar electorale politiek (UvA)

Uitermarks plan voor een „evenredig regionaal kiesstelsel” gaat ook uit van zo’n tweede verdeling van 25 zetels, waardoor elke partij een eerlijk aantal zetels krijgt. Het plan is volgens RTL met andere bewindspersonen besproken. Nu moet zij „de boer op” voor steun in de coalitie.

Lijsttrekker

Omdat kandidaten zich in dit plan nog maar in één provincie verkiesbaar mogen stellen, denkt de minister dat ze dat zullen doen in de provincie waar ze vandaan komen of waar ze wonen, maar verplicht is het niet. In deze vorm komt voor partijen een eind aan het landelijk lijsttrekkerschap; de lijsttrekker moet als kandidaat ook één provincie kiezen.

Daar zit vermoedelijk niet elke lijsttrekker op te wachten, zelfs niet als ze actief hervorming bepleiten. „In 2012 werd Pieter Omtzigt met voorkeursstemmen gekozen. De kans onder het nieuwe stelsel daarop zou nagenoeg nul zijn”, zegt Henk van der Kolk, hoogleraar electorale politiek aan de Universiteit van Amsterdam die met twee andere academici Uitermarks plan doorrekende.

Grote vraag is daarom „hoe zo’n systeem, als het er eenmaal is, bespeeld gaat worden”, zegt Tom van der Meer, UvA-hoogleraar politicologie. Het zou er bijvoorbeeld toe kunnen leiden dat „politici zich tactisch kandideren, zoals we ook zien in andere landen [met een districtenstelsel]. Dan stelt de partijtop zich kandidaat in Zuid- of Noord-Holland, grote provincies met veel kiezers en dus relatief veel zetels. De ironie is dat grote provincies politiek dan juist machtiger worden”.

Dat raakt ook aan een wezenlijk aspect van het huidige stelsel: de meeste mensen stemmen op de lijsttrekker omdat die hen nu eenmaal het meest aanspreekt. Het is als het ware de belangrijkste ‘voorkeurstem’. „In het nieuwe stelsel wordt het regionale geoptimaliseerd ten koste van al het andere”, zegt Van der Kolk. Als je bijvoorbeeld in Utrecht woont en een Groninger uit de landelijke politiek wilt belonen met je stem, kan het niet. „Zo daalt het belang van voorkeursstemmen én andere waarden, zoals man/vrouw, deskundigheid, etniciteit.”

Duizenden trechters

Er moeten nog wel veel keuzes worden gemaakt, zoals over het aantal vereffingszetels, de kiesdrempel daarbij en bijvoorbeeld de vraag of kiezers in het Caribisch gebied gegarandeerde zetels krijgen. Als je aan alle wieltjes kunt draaien zijn er in theorie ruim 12.000 varianten van dit stelsel, blijkt uit de doorrekening.

Belangrijkste vragen van de onderzoekers: hoe kun je partijpolitieke proportionaliteit behouden (de verhouding tussen aantal stemmen en zetels) en hoe is de geografische vertegenwoordiging te verbeteren?

Daartoe hebben ze alle verkiezingsuitslagen sinds 1998 „door duizenden trechters gegooid”. Conclusie: als je het goed inricht lijkt de politieke evenredigheid van nu goeddeels bereikbaar. Maar niet altijd: bij 30 vereffeningszetels kun je niet uitsluiten dat vijf of meer zetels „terecht komen bij politieke partijen die er in het huidige stelsel geen recht op zouden hebben”. Of een partij die nu net één zetel haalt, kan er in het nieuwe stelsel net géén krijgen.

Is dat acceptabel? „Volgens de Grondwet moet de Tweede Kamer ‘evenredig’ worden verkozen”, zegt Van der Meer. „Als je acht zetels scheef uitkomt, is dat nog evenredig? Wat is de kans? Dat zijn politieke en juridische vragen in een grijs gebied.”

Ook bij regionale spreiding kun je vragen stellen. Is de Randstad echt oververtegenwoordigd? Ja, met dertig zetels. Maar ook andere regio’s hebben relatief veel Kamerleden ten opzichte van het aantal inwoners (Groningen, Zuid-Limburg, Twente). Die zijn bovendien „vocaal”, zoals uit eerder onderzoek bleek, terwijl de politieke onvrede er groot is.

Ook de vraag wie op de ‘vereffeningslijst’ komt, doet ertoe. Als die allemaal uit Zuid-Holland komen, beïnvloedt dat ook de spreiding. Dat is nu volgens de onderzoekers „een black box in het kiesstelsel”. En dan nog: zelfs een perfecte geografische afspiegeling lost het vermeend ontbreken van een regionale band niet op als politici nauwelijks „als regiovertegenwoordigers herkenbaar en aanspreekbaar” zijn, zoals nu.

Haagse politici die lokale belangen behartigen, dat mag niet van de Grondwet. Maar, zegt Van der Kolk, vroeger hanteerden partijen in verschillende kieskringen verschillende kieslijsten. „In de jaren zeventig is het afgeschaft. Nu lijkt het dus verplicht te worden. Maar dat hoeft helemaal niet: als NSC en BBB regionaal met eigen lijsten willen komen, kan het ook binnen het huidige stelsel.”

Lees ook

Voer een regionaal kiesstelsel in

De plenaire zaal in het tijdelijke Tweede Kamergebouw.


Eerste Kamer maakt het kabinet-Schoof het lastig, maar huivert voor politiek drama

Eddy Hartog, Eerste Kamerlid namens Volt, heeft het er de afgelopen dagen moeilijk mee gehad. „Ik zit hier best emotioneel in”, zegt hij. Door een raar toeval heeft de tweekoppige fractie indirect het lot van een begroting mede in handen, die van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHOS), waar de Eerste Kamer deze dinsdag over stemt. En dat besef brengt Hartog in gewetensnood.

Hartog zit met, zoals ze het in de speltheorie noemen, het prisoner’s dilemma. Stel: twee gevangenen worden verdacht van een misdrijf. Als de ene gevangene de ander beschuldigt en de ander zwijgt, dan krijgt alleen die ander een celstraf van tien jaar. Die ene gevangene komt dan vrij. Als ze elkaar beschuldigen, krijgen ze allebei een celstraf van vijf jaar. Zeggen ze allebei niets, dan krijgen ze een paar maanden celstraf. Wat is de beste strategie? Geredeneerd vanuit eigenbelang moet je bijna wel de ander beschuldigen. Maar de gunstigste uitkomst voor het collectief is zwijgen.

Ik ga ervan uit dat deze Kamer verstandig is en de begroting goedkeurt. Als dat onverhoopt niet gebeurt… Dat hoop ik echt niet

Reinette Klever
minister Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp

Vertaald naar de Eerste Kamer zit het zo: de ChristenUnie heeft tijdens de behandeling van de begroting van BHOS, twee weken geleden, een motie ingediend die een deel van de voorgenomen bezuinigingen van minister Reinette Klever (PVV) kan verzachten. De oppositie hoopt dat het met deze motie blijft bij de 2,4 miljard die al waren aangekondigd, want Klever wil daarbovenop ook éxtra bezuinigen, door een norm los te laten die de uitgaven aan ontwikkelingshulp koppelt aan de grootte van de economie.

Tijdens de behandeling van de begroting in de Eerste Kamer was het verzet enorm, zeker ook van de christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP. De ChristenUnie zal tegen de begroting stemmen, CDA en SGP dreigden dat ook te doen als die norm – in Haags jargon de ‘koppeling’ genoemd – verdwijnt.

Lees ook

Geen hamerstuk: veel vragen in Eerste Kamer over de bezuinigingen op onderwijs

Studenten en docenten van de Universiteit Leiden protesteren tegen de bezuinigingen op het onderwijs.

Welwillendheid

Daarmee dreigt groot politiek drama: het zou voor het eerst zijn sinds 1907 dat de Eerste Kamer een begroting afwijst. De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB heeft hier maar 30 van de 75 zetels, lang geen meerderheid. Ieder wetsvoorstel en iedere begroting is afhankelijk van de welwillendheid van oppositiepartijen. En die ontbrak.

Onbedoeld kan deze situatie veranderen door een motie van Tineke Huizinga-Heringa, van de ChristenUnie. Deze motie „verzoekt” het kabinet de norm in stand te houden. De linkse oppositie en de christelijke partijen ondertekenden de motie meteen. Maar om een meerderheid te halen, heeft de ChristenUnie de steun van Volt nodig.

Dit is het dilemma van Eddy Hartog: hij is het ééns met de motie, maar hij is tégen de hele begroting. En stemt hij voor de motie en krijgt die dankzij de Volt-fractie dus een meerderheid, dan hebben CDA en SGP een argument om toch de hele begroting aan een meerderheid te helpen. De pijn van de bezuinigingen is verzacht, kunnen ze dan zeggen. En dat wil hij ook niet.

Afgelopen dagen hebben Huizinga-Heringa en Hartog contact gehad. Ze heeft, zegt ze, de tekst aangepast om de twee stemmen van Volt binnen te halen. Er staat nu in dat het verzoek al geldt voor het liefst dit jaar, anders volgend jaar. Dat wilde Volt graag.

Volt is alsnog voor en Huizinga-Heringa heeft een meerderheid. Hartog: „Ik was van plan tegen te stemmen om de druk op de begroting te houden. Die is niet solidair, niet rechtvaardig. Eigenlijk zou je het kabinet niet zo’n uitweg moeten bieden. Maar ik wil ook niet tot elke prijs tegenwerken. Er was in de oppositie veel teleurstelling dat we niet meededen.”

‘Mensenlevens’

De begroting van minister Klever is nu veilig. CDA en SGP zullen voor stemmen. De ChristenUnie stemt tegen. In het CDA wordt gezegd dat het niet alleen om deze motie ging – al erkennen ze dat het in stand houden van de norm heel zwaar weegt.

Klever wilde geen enkele belofte doen over behoud van de koppeling. Ze dreigde tijdens het debat ook met grote gevolgen mocht de Eerste Kamer de begroting wegstemmen. „Dat kost mensenlevens.”

Dit is het dilemma van Eddy Hartog: hij is het ééns met de motie, maar hij is tégen de hele begroting

Klever zei dat ze met een afgekeurde begroting geen nieuw beleid kan beginnen. „Ik ga ervan uit dat deze Kamer verstandig is en de begroting goedkeurt. Als dat onverhoopt niet gebeurt… Dat hoop ik echt niet.”

Veel debat

De Eerste Kamer zit in een nieuwe situatie en heeft het daar moeilijk mee. In voorgaande jaren waren begrotingen van het kabinet meestal hamerstukken: de Tweede Kamer debatteerde erover, de Eerste Kamer nam ze zonder probleem aan. Maar de begrotingen van het kabinet-Schoof leiden tot veel debat. Deze dinsdag moet de Kamer stemmen over twee begrotingen, die van BHOS en Asiel en Migratie. Daarbij wacht minister Eppo Bruins (Onderwijs, NSC) een zwaar debat over zijn begroting.

Maar hoe kritisch het grootste deel van de Eerste Kamer ook is, ze weet niet wat ze aanricht als ze een begroting afwijst. Dat maakt partijen – zeker CDA en SGP – voorzichtig. Tijdens schorsingen zochten senatoren elkaar afgelopen weken veel op. Sommigen vroegen wie verstand had van staatsrecht, en wie kon vertellen wat gebeurt als een begroting wordt afgewezen: geldt dan de oude begroting van het jaar ervoor, of mag een minister niets meer?

De Eerste Kamer zal daarom deze dinsdag waarschijnlijk de Raad van State om voorlichting vragen over het staatsrecht. Sommige oppositiepartijen willen de nog liggende stemmingen over begrotingen het liefst uitstellen tot ze die voorlichting hebben gehad.

Lees ook

Klever maakt bezuinigingsplannen ontwikkelingshulp bekend: alleen nog hulp in Nederlands belang

Klever maakt bezuinigingsplannen ontwikkelingshulp bekend: alleen nog hulp in Nederlands belang


Frans Timmermans: ‘Vandaag ben je de gebraden haan, morgen weer een krielkip’

De vrouw van Frans Timmermans, Irene, zegt soms: „Jij bedoelt het altijd goed, Frans.” Maar, zegt ze ook, dan komt het níet zo over. „Dan wil jij iets rechtzetten of uitleggen, en de toehoorder denkt: daar heb je die betweter weer.”

Timmermans vertelt het woensdagochtend, in zijn werkkamer in de Tweede Kamer. Hij lacht, maar niet heel vrolijk. Hij probeert het ánders te doen, zegt hij. Minder betweterig. Hij vindt ook dat dat steeds beter gaat. „Maar soms heb ik mezelf niet onder controle. Dan denk ik: waarom zíén jullie dit nu niet?”

Hoe probeert u het anders te doen?

„Ik moet het me elke keer weer realiseren: tone it down. Ik denk wel dat ik al wat rustiger ben geworden door mijn leeftijd. Al is dat misschien ook weer niet verstandig om te zeggen, dat het met mijn leeftijd te maken heeft.”

Waarom niet?

„Sinds mijn maagoperatie, in het najaar, voel ik me gezonder en fitter dan ooit. Maar je ziet: zodra er sprake is van een nieuwe linkse beweging, zijn er mensen die zeggen: dan moet een jong iemand die leiden. Mijn zoon zegt: ‘Pa, je moet niet zelf steeds over je leeftijd beginnen.’ Hij zegt dat vanuit communicatieperspectief. Dingen die waar zijn, hoef je niet altijd te zeggen als ze je kwetsbaar maken.”

Frans Timmermans liet in oktober zijn maag verkleinen, sinds die tijd is hij flink afgevallen. „Ik zeg tegen mijn zoon: Waaróm ligt mijn leeftijd gevoelig? Dan zegt hij: ‘Ja, dat is nu eenmaal zo. Mensen die mooi zijn, krijgen ook meer betaald. Dat is dat lizard brain-spul, het zit diep in onze hersenen. In ons reptielenbrein.’ Maar ik doe de dingen toch maar op mijn eigen manier, ook als het soms niet verstandig is. Zoals Job Cohen al zei: probeer het eens met de waarheid.”

En die waarheid is?

„Dat ik dit jaar 64 word.”

Op dinsdagavond, deze week, doet Timmermans mee aan een debat met premier Dick Schoof. Het gaat over Oekraïne, de Europese defensieplannen, en over Gaza. Israël is opnieuw begonnen met bombardementen op Gaza, er zijn zeker vierhonderd Palestijnen gedood. Timmermans vraagt Schoof om de aanval te veroordelen. Het is dan al laat, bijna elf uur. Schoof zegt dat het „de lijn van het kabinet is” om „langs diplomatieke weg” een nieuw staakt-het-vuren „te effectueren”. Bij elke nieuwe poging, bij de interruptiemicrofoon, praat Timmermans nét iets hoger en sneller. Hij zegt dat Schoof „ieder moreel gezag verspeelt” als hij „wat fout is niet fout wil noemen”.

Schoof kijkt Timmermans niet aan, hij begint opnieuw over „de kabinetslijn”. „En dat blijf ik herha…”

Timmermans praat door Schoof heen. Nu helemaal met een hoge, gespannen stem, hij spreidt zijn handen voor zich uit. „Waarom krijgt de minister-president niet gewoon over zijn lippen: ik ver-oor-deel wat Netanyahu heeft gedaan? Het is toch zo simpel als wat?”

Schoof: „Ik heb gezegd wat de lijn van het kabinet is.” Hij geeft Timmermans een kort knikje. Die draait zich om en loopt de grote debatzaal uit, hij is een tijdje weg.

De premier van dit land is zo gegijzeld door Wilders, dat hij niet eens meer een evidente misstand durft te veroordelen

„Ik kreeg het te kwaad”, zegt hij woensdagochtend. „Ik was niet boos, maar verdrietig. Dat we op een punt zijn aanbeland dat de premier van dit land zo gegijzeld is door Wilders, dat hij niet eens meer een evidente misstand durft te veroordelen. Wat zijn collega’s in de andere Europese landen allemaal wél doen.”

Frans Timmermans kent Dick Schoof „al heel lang”, nog uit de tijd dat hijzelf staatssecretaris was van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV (2007-2010) en Schoof „een heel ambitieuze ambtenaar”. „Dat wisten alle bewindslieden: Dick Schoof is Dick Vooruit. Hij ging van de ene belangrijke functie naar de andere. Die man heeft ook heel veel kwaliteiten. Alleen: het zijn de kwaliteiten van een topambtenaar. Hij is geen toppoliticus.”

Schoof heeft nu wel de positie van een toppoliticus.

„Ja, maar daarom zit hij in Brussel ook altijd in zijn eentje aan tafel. Iedereen denkt: ‘Wie is die man? We kennen hem niet, we kennen hem niet uit onze politieke familie.’ De meeste mensen die daar aan tafel zitten, kennen elkaar al heel lang omdat ze in het Europees Parlement hebben gezeten, of samen in politieke partijen. Of omdat ze bestuurlijke functies hebben gehad. Niemand kent een ambtenaar uit zomaar een land.”

Wat voor indruk maakt Schoof op u? Oogt hij angstig?

„Nee, wel onzeker.”

Lange tijd liep Frans Timmermans zelf óók onzeker, zelfs „doodongelukkig” rond in Den Haag. Hij was in de zomer van 2023 teruggekeerd uit Brussel om van de nieuwe lijstcombinatie GroenLinks-PvdA de grootste partij te maken. Hij zou met al zijn ervaring de logische opvolger moeten worden van premier Mark Rutte, en tegelijk de fusie van de twee linkse partijen begeleiden.

Maar de PVV werd met 37 zetels de grootste en Geert Wilders nam de leiding in de formatie van een rechts kabinet, dat Schoof mocht leiden. GroenLinks-PvdA haalde 25 zetels en bleef in peilingen lange tijd rond dat aantal hangen. Dat hij zich zo ongelukkig voelde, noemt Timmermans zelf „een combinatie van werk, mijn gezondheid, mijn gezin”. „Ik vroeg me steeds af: wat heb ik ze aangedaan? We waren heel gelukkig in Brussel.”

In Den Haag stonden er voor Timmermans „allemaal heel getalenteerde mensen” klaar, die hem „volstopten met dingen die ik moest weten, moest zeggen. Je moet dit, je moet dat. En ik raakte er steeds meer door geblokkeerd.” En „natúúrlijk” vroeg Timmermans zich af: „Ben ik wel de geschikte persoon?” De kiezer beloonde anti-establishmentpartijen en GroenLinks-PvdA kwam met Timmermans, oud-Eurocommissaris, oud-minister van Buitenlandse Zaken, oud-Kamerlid. Hij wás het establishment.

Maar nu het in Den Haag bijna alleen nog maar over wereldpolitiek gaat, ziet iedereen, Timmermans zelf ook, hoe de stemming rond hem verandert. Ineens is zijn buitenlandse ervaring een voordeel. Hij wordt veel gevraagd om op televisie de geopolitiek te duiden. In de Tweede Kamer leek het er eerst nauwelijks toe te doen wat hij zei, nu wordt er naar hem geluisterd, ook door Wilders.

„Het is een rare ervaring”, zegt Timmermans. „Ik leef altijd in beelden uit de Klassieke Oudheid. Als iemand in Rome iets won, kreeg hij een lauwerkrans op zijn hoofd. En dan ging altijd wel iemand achter hem staan…” Timmermans stopt en zegt: „sic transit gloria mundi.” Zo vergaat de roem van de wereld. „Het is heel vergankelijk. Want zo is de politiek. Dat zeg ik ook voortdurend tegen mezelf. Vandaag ben je de gebraden haan, morgen weer een krielkip.”

Het is warm in het zaaltje in Utrecht, zondagmiddag 9 maart. Buiten schijnt de zon, de terrassen zitten vol. „Jullie zitten hier maar in dit stinkende, donkere hol”, zegt schrijver Tommy Wieringa tegen een paar honderd leden van GroenLinks-PvdA. Veel zijn wat ouder, sommige komen van ver: Zuid-Holland, Drenthe, Zeeland. Het gaat die middag over Oekraïne, Wieringa heeft een stichting voor Oekraïne. Maar de meeste partijleden komen niet voor hem, ze wachten op Timmermans. Die komt vragen beantwoorden.

Het is zo druk dat Tommy Wieringa nauwelijks te zien is op het podium. Mensen spreken af om op de grond te gaan zitten, zodat iedereen hem kan zien. Na een tijdje gaan er toch weer mensen staan, er ontstaat irritatie. „De organisatiegraad is nog steeds heel laag bij links”, zegt Wieringa. Een man in de zaal roept terug: „Maar de solidariteit is hoog!”

Frans Timmermans houdt een kort praatje, waarin hij de wereldpolitiek uitlegt. Daarna gaat hij aan de rand van het podium staan, hij buigt zich naar voren, zijn vuisten gebald tegen elkaar aan, en zegt: „Mensen, houd de empathie vast.”

Er hangt een bezorgde sfeer in de zaal, over de wereld. Een man van in de twintig zit met een dilemma: Timmermans zegt altijd dat „het recht voor de macht moet gaan”. Maar moet het recht niet geschonden worden als dat Poetin kan stoppen? Een wat oudere man, die in de jaren tachtig actief was in de vredesbeweging, vraagt: „Waar blijft de grote vredesbeweging voor Europa en Oekraïne?” Een vrouw wil weten hoe Timmermans Russische propaganda op internet denkt te bestrijden.

„Ik heb niet alle oplossingen”, zegt Timmermans. Hij beschrijft de geopolitieke situatie. „Trump probeert te doen wat hij in 2020 in Afghanistan heeft gedaan: een vluggertje. Dan kan hij zeggen: ik heb vrede gebracht. Terwijl hij vijfduizend Taliban-strijders vrijliet, met als gevolg dat de Taliban de macht over konden nemen. Dat wil hij in Oekraïne opnieuw doen.” Timmermans’ manier van praten, zijn kennis en ervaring lijken de leden gerust te stellen.

In zijn werkkamer zegt Timmermans dat hij veel angst ziet voor oorlog, en dat zijn eigen kiezers zich extra veel zorgen maken: „Dat er een eind kan komen aan de aandacht voor diversiteit, de rechtsstaat, mensenrechten. Trump en Poetin zijn van de confrontatie, de machtspolitiek. Wie de macht heeft, bepaalt, wie geen macht heeft, ondergaat.”

U bedoelt: mensen hebben alle reden om bang te zijn?

„Er zijn ook mensen die in de René-van-der-Gijp-modus vervallen. Zo van: ah, stel je niet aan, doe alsof er niets aan de hand is, lekker koffie drinken.” Van der Gijp had in Vandaag Inside gezegd dat hij zich ergert aan „bangmakerij over een Derde Wereldoorlog. Laten we daar eens mee stoppen, joh.” Timmermans noemt dat „onverantwoordelijk”. „We moeten realistisch zijn over de bedreigingen, ik voel die verantwoordelijkheid heel sterk.”

Op 13 maart verspreidt GroenLinks-PvdA via sociale media een foto van Frans Timmermans met de tekst: „Een stap vooruit.” Maar Timmermans zit, op de foto. Hij draagt een bruin pak met een donkerbruin gilet. Zijn handen houdt hij gevouwen op schoot. Bij optredens draagt Timmermans nu steeds een spijkerbroek en sneakers.

De foto staat voor de nieuwe beweging die GroenLinks-PvdA wil gaan vormen, veel sneller dan eerder de bedoeling was. De partijbesturen willen fuseren, op het congres van 21 juni beslissen de leden daarover. Timmermans wil de nieuwe partij, die nog geen naam heeft, graag opnieuw leiden.

Frans Timmermans: „In Brussel zit Schoof altijd in zijn eentje aan tafel. Iedereen denkt: ‘Wie is die man? We kennen hem niet uit onze politieke familie’.”
Foto Bart Maat

Het was niet Timmermans, maar het jonge Kamerlid Habtamu de Hoop (26) die eind januari in een lezing in Almelo en een interview in NRC over die ‘nieuwe beweging’ was begonnen. De Hoop zei dat „de paringsdans” lang genoeg had geduurd. GroenLinks en de PvdA moesten zichzelf opheffen, er moest een geheel nieuwe partij komen.

Een week later verscheen Timmermans in Nieuwsuur, hij stond in de koffieruimte van de fractie en zei: „Het is goed is dat De Hoop hiermee naar voren is gestapt.” Timmermans moest reageren, hij had níet het initiatief.

Timmermans zegt nu dat de ophef over De Hoops uitspraken hem had verbaasd. Hij had het idee dat hij zelf al een paar keer hetzelfde had gezegd. Zoals een keer bij een ledenraad. „Dan zou je denken: dáár moet het toch wel opvallen. Maar blijkbaar viel het in het geheel van mijn speech niet op. Jullie weten hoe dat werkt: soms wordt iets een ding, soms niet.”

Het ging Habtamu de Hoop er vooral om dat het niet snel genoeg ging.

„Ik vond het zijn recht om dat te zeggen, en hij heeft het ook keurig van tevoren aan mij gevraagd. Ik zei: jij hebt dat recht. Ik vond het ook wel fijn dat hij vanuit zijn generatie zo nadrukkelijk naar voren stapte. Hij vertegenwoordigt met zijn uitlatingen een gevoel dat heel breed leeft.”

Had u achteraf niet liever zelf met zoiets willen komen?

„Ik leefde echt in de veronderstelling dat ik dat al een aantal keer had gedaan.”

In debatcentrum De Balie, vorige week zondag, is Timmermans gast in het programma Operatie Interview. Er zijn drie interviewers, de gast weet in dat programma vooraf niet wie het zijn. Het publiek krijgt hen al wél te zien: Ad Melkert, oud-partijleider van de PvdA, is er ook bij. Melkert is fel tegen de fusie met GroenLinks. Timmermans zit achter een kamerscherm met een koptelefoon op, luistert naar Bruce Springsteen, beweegt zijn knie op de muziek en zingt zachtjes mee.

Op één moment kan Timmermans op een tv-scherm zien dat Melkert er zit, maar hij kijkt niet. Nu zegt hij: „Ik wilde niet foetelen.” Foetelen is Limburgs voor: je niet aan de regels houden. „Gelukkig maar. Anders had ik bij de eerste twee interviews de hele tijd met Melkert in mijn hoofd gezeten.”

Melkert komt als laatste van achter het scherm tevoorschijn, Timmermans roept: „Ad! Ik wist niet dat jij ook al journalist was.” Melkert en Timmermans hebben elkaar al heel lang niet gesproken, Melkert heeft De Balie laten weten dat hij nooit de kans krijgt om zijn bezwaren tegen de fusie aan Timmermans voor te leggen. Dat is nu zijn doel. De zaal is stil, het publiek wil geen woord missen.

Melkert wijst steeds met zijn vinger naar Timmermans. „Laten we het beestje bij de naam noemen.” De zetels die NSC nu verliest in de peilingen, gaan níet naar GroenLinks-PvdA. Hij zegt: „Jij bent de oppositieleider die er bij de malaise in deze coalitie géén zetel bij krijgt. Ja, nu een beetje met Oekraïne omdat je dat hartstikke goed doet.”

Timmermans zegt dat hij alle linkse partijen sámen wel ziet groeien, „stap voor stap”. Hij noemt de Partij voor de Dieren en Volt. „Het is mijn taak ervoor te zorgen dat er bij nieuwe verkiezingen strategisch wordt gestemd.” En dan dus, hoopt hij, op GroenLinks-PvdA.

Het gesprek wordt venijnig als Melkert GroenLinksers neerzet als mensen die tegen auto’s en tegen vlees eten zijn. Timmermans zegt dat hij ook een „karikatuur” kan maken van de PvdA: „Een links merk van oude mensen die geen afstand kunnen nemen van wat hun grootouders belangrijk vonden.” Het klopt allemaal niet, vindt Timmermans. Ook niet, zegt hij, dat ze bij GroenLinks „allemaal in grotten willen wonen en op gras kauwen”.

Timmermans zegt woensdag dat hij „een boos iemand” tegenover zich had zitten. „Boos over van alles. Ook over mij.”

Zou het kunnen dat Ad Melkert een gevoel verwoordt dat leeft in uw partij?

„Ik denk dat ik dat gevoel veel meer te pakken heb. En ik heb het geprobeerd zondag… Ik schrok heel erg van de enorme haat bij hem tegen GroenLinks. Het is ook een miskenning van de achtergrond van GroenLinks. Uiteindelijk komt die partij, net als de partijen die in 1946 de Partij van de Arbeid hebben gevormd, uit dezelfde bron van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid, broederschap. En vergeet niet dat Ad Melkert zelf uit een van de partijen komt die zijn opgegaan in GroenLinks: de PPR.”

Er was in de zaal van De Balie overduidelijk sympathie voor hem.

„Ik hoorde achteraf dat die sympathie er ook voor mij was. Maar ik begrijp het, dat die er net zo goed voor hem was. Wij zijn natuurlijk een samenleving waarin nostalgie, en dat heb ik zelf ook, af en toe zó lekker kan zijn.”

U denkt dat dat was wat hij losmaakte in de zaal, nostalgische gevoelens?

„Ik denk het wel. Het is nestgeur. Het gevoel dat vroeger alles nog duidelijk en overzichtelijk was. En mensen zijn zó op zoek naar houvast.”

Bent u zelf iemand uit die oude tijd, waarnaar misschien terug wordt verlangd?

„Ja! Ik ben nog met mijn opa langs de deuren gegaan met folders van de Partij van de Arbeid. In het donker, mensen wilden niet dat de buurt zag dat zij een folder van de PvdA in de bus kregen.”

De wereld verandert en als we nog relevant willen zijn, moeten wij mee veranderen

U komt uit die goede oude tijd, en wilt nu zélf die nieuwe linkse partij gaan leiden. Snappen kiezers dat?

„Laat ik het nóg traditioneler maken. Ik ben van de school van Jean Jaurès (leider van de Franse socialisten die net voor de Eerste Wereldoorlog werd vermoord, red.). Die zei: ‘Door naar de zee te stromen, blijft de rivier trouw aan haar bron. Ik vind dat samengaan met GroenLinks stromen naar de zee is. En ik merk iedere dag aan de mails en ingezonden stukken in kranten dat het gevoel bij onze kiezers is: ‘Maak daar nou eens haast mee, want we hebben een fors tegengeluid tegen de PVV nodig.’ De wereld verandert en als we nog relevant willen zijn, moeten wij mee veranderen.”

In zijn werkkamer hangen portretten van sociaal-democratische leiders van vroeger: Willem Drees, Joop den Uyl, Wim Kok. Van Drees hangt ook een groot schilderij aan de muur, dat de PvdA-fractie in 1958 door Drees zelf werd aangeboden.

Hoe kunnen we zien dat u óók GroenLinks leidt?

Timmermans wijst op een glazen kast, waarin bokshandschoenen liggen. „Gekregen van Dwars (de jongeren van GroenLinks, red.). Ze vonden dat ik harder voor ze moest knokken.”

Bent u de leider die het licht uit gaat doen van de sociaaldemocratie?

„Nee, er komt een nieuw licht bij.”

Irene, Timmermans’ vrouw, zei een tijdje geleden tegen hem dat het goed was geweest dat ze waren teruggegaan naar Nederland. Dat vond hij „een enorme bevrijding”. „Ik heb me zó schuldig gevoeld.”

Hij vindt dat hij in de Tweede Kamer „zijn draai” gevonden heeft. Ongelukkig is Frans Timmermans allang niet meer.

Lees ook

Frans Timmermans: ‘Het zou voor iedereen goed zijn als de VVD niet regeert’

Frans Timmermans: „Laat dit nu een catharsis zijn voor de Nederlandse politiek.”