Coalitie verdeeld over noodzaak extra klimaatmaatregelen. Oppositie voorspelt nieuwe crisis

In het hoofdlijnenakkoord stond het nog zo duidelijk. Als Nederland de klimaatdoelen niet haalt, is „alternatief beleid” nodig. Maar in het begrotingsdebat woensdag bleek de coalitie van PVV, BBB, VVD en NSC verdeeld over de precieze noodzaak van extra klimaatmaatregelen, waartoe ook het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs opriep. Een nieuwe crisis is aanstaande, voorspelde de oppositie.

De coalitiepartijen zitten allemaal op een ander spoor, bleek in het debat. De PVV gaat „zeker niet bij voorbaat akkoord” met aanvullende maatregelen. „Als je constateert dat het beleid vastloopt, niet haalbaar, draagbaar en uitvoerbaar is, dan is herbezinning nodig”, aldus Kamerlid Alexander Kops (PVV). „Moeten we dit wel doen? Zo nee, dan niet.” Ook de BBB wil zien of het huidige klimaatbeleid wel uitvoerbaar is en ambieert „een pas op de plaats”.

De VVD verkondigt juist een optimistische boodschap en zegt dat met bestaande, onuitgevoerde plannen „die op de plank liggen” al een heel eind te komen is, zoals regelgeving over het bijmengen van groen gas (uit groen restafval) in het gasnetwerk. NSC wil dat Nederland weer koerst op de klimaatdoelen zoals „in de periode-Jetten [klimaatminister tijdens Rutte IV]”.

Zo opperde Kamerlid Wytske Postma nog eens naar de krimp van Schiphol te kijken, een plan dat juist deze zomer door minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) is teruggedraaid.

Nu het moment voor extra maatregelen daar is, houden de regeringspartijen zich in het debat op de vlakte. Ze spraken elkaar niet aan op hun uiteenlopende visies en beperkten zich tot plannen over het wegnemen van „belemmeringen” in de energietransitie, zoals hoge elektriciteitsprijzen en problemen op het stroomnet.

Tot oplopende frustratie van de oppositie. Het onuitgevoerde beleid dat nog op de plank ligt, levert nauwelijks extra reductie op, wierp GroenLinks-PvdA tegen. Zonder geschrapte maatregelen te heroverwegen, zoals de warmtepompverplichting, komt er geen overtuigend aanvullend pakket aan maatregelen in het voorjaar, zeiden CDA en CU.

PVV-Kamerlid Alexander Kops en klimaatminister Sophie Hermans in de Tweede Kamer tijdens het debat over de klimaatbegroting.
Foto Remko de Waal / ANP

Een enkele keer liet de coalitie wat van hun denkrichtingen doorschemeren. Zo zei Kamerlid Silvio Erkens (VVD) dat zijn partij de geschrapte warmtepompverplichting tijdens de coalitieonderhandelingen „verloren” had. Zijn handtekening „staat eronder”, maar hij stond positief tegenover het stimuleren van een vrijwillige aanschaf van een warmtepomp. „De minister staat aan de lat om daar duidelijkheid te bieden.”

‘Minister aan zet’

Het is helder dat er weinig enthousiasme is bij BBB en PVV voor nog meer klimaatmaatregelen. De oppositie wijst erop dat deze partijen wel in woorden zeggen zich te willen houden aan de klimaatafspraken, maar concrete maatregelen om daar te komen, afhouden. Welke extra maatregelen de coalitie dan overwoog, vroeg de oppositie. Daar is de minister aan zet, antwoorden de partijen.

„U kunt niet van de PVV verwachten met klimaatmaatregelen te komen”, zei PVV-Kamerlid Kops daarover. „Het is aan de minister. We moeten daarover praten en over onderhandelen. De PVV kijkt per maatregel: gaan we dat doen of niet?” Die toon liet de BBB ook horen. „Een slecht voorstel wordt niet automatisch goed als het gedaan wordt door het kabinet”.

Klimaatminister Sophie Hermans tijdens het debat over de klimaatbegroting.
Foto Remko de Waal / ANP

Wel erkende BBB-Kamerlid Henk Vermeer in het debat dat „bijsturing” nodig is om de klimaatdoelen dichterbij te halen. „We hebben nooit anders gezegd dan dat we ons conformeren aan de klimaatdoelen.” Tegelijkertijd wil hij plannen die volgens hem slecht uitpakken, zoals de moeizame uitrol van gemeentelijke warmtenetten, heroverwegen. „We moeten kijken wat echt werkt. Als we allerlei eisen op tafel gaan leggen in de verduurzaming, zoals publiek eigendom van warmtenetten, dan heb ik er een hard hoofd in dat we het gaan halen.”

Bouw windparken op zee

Dat „maximale koersen op gezond verstand”, waar Vermeer het over had, leidde bij groene partijen en christen-democraten weer tot irritatie. Op het landbouwdossier waar BBB-minister Femke Wiersma de scepter zwaait, is de stikstofcrisis nog verre van opgelost. „Wat gaat u tegen uw eigen bewindspersoon zeggen?”, vroeg D66. Toekomstperspectief voor de agrarische sector moest juist uit het geschrapte fonds van 25 miljard euro komen, zeiden CDA en CU.

„Er wordt volop ingezet op innovatie”, zei Vermeer daarover. „We laten de sector niet tegen de muur lopen.” Ook pleitte hij voor een „integrale aanpak” van klimaatplannen tussen de ministeries. „Het kan niet zo zijn dat als er iets vastloopt bij Infrastructuur en Waterstaat het klimaatbeleid niet doorgaat” – doelend op stikstofregels die een verduurzamingsafspraak bij industriebedrijf Dow Chemical verhinderden.

Tegelijkertijd wilde NSC-Kamerlid Postma dat de minister haast maakt met dit soort ‘maatwerkafspraken’ met de grootste industriële bedrijven (subsidie in ruil voor extra verduurzaming). „Het is heel belangrijk voor onze fractie dat we de klimaatdoelen voor 2030 halen.” Dus, zei Postma, moet het kabinet opschieten met de bouw van windparken op zee en moeten de afspraken met de industrie „dit jaar of uiterlijk volgend jaar” klaar zijn. Hoe haalbaar dat is moet blijken.

Toch is het exemplarisch voor contrasterende perspectieven op verduurzaming binnen deze coalitie. Sommige oppositiepartijen hadden, zeiden ze, „bijna medelijden” met de opdracht van klimaatminister Hermans die de komende maanden extra maatregelen moet vinden die zowel effectief zijn als politiek te dragen. Het lijkt al gauw het een of het ander.

Lees ook

Landbouwminister Wiersma steekt miljarden in innovatie om stikstof te verlagen

Femke Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (BBB), tijdens het debat over de begroting van haar ministerie op 16 oktober.


Landbouwminister Wiersma steekt miljarden in innovatie om stikstof te verlagen

Om de uitstoot van stikstof te verminderen, wil landbouwminister Femke Wiersma (BBB) 2,25 miljard euro – bijna de helft van het landbouwbudget van 5 miljard euro – steken in technische innovatie en een nieuw uitstootbeleid met meer regie voor boeren zelf. Ook moet er 1 miljard euro komen voor een nieuwe brede en vrijwillige opkoopregeling voor boeren die willen stoppen.

Dat bevestigen bronnen na berichtgeving door RTL Nieuws. Het nieuws is naar buiten gekomen voor een Kamerdebat over de aanpak van de mestcrisis, dat plaats zal vinden op donderdag.

Lees ook

Een innovatie die het stikstofprobleem oplost, is die er wel?

Een innovatie die het stikstofprobleem oplost, is die er wel?

Voor welke groep boeren deze nieuwe opkoopregeling zal gelden, moet Wiersma nog verder uitwerken. Ongeveer de helft van de veehouderijen in Nederland heeft nog geen aanspraak kunnen maken op een beëindigingsregeling, en de minister wil met name deze groep bereiken, schrijft zij woensdag zelf aan de Tweede Kamer. De twee bestaande opkoopregelingen waren voor grote uitstoters van stikstof (piekbelasters) en voor houders van varkens, melkvee, kippen of kalkoenen in de buurt van kwetsbare natuurgebieden.

Innovatieve stallen

Regeringspartij BBB, die het ministerie van landbouw (LVVN) bestuurt, geeft de voorkeur aan technische innovatie om stikstof terug te dringen, boven inkrimping van de veestapel. Ook moeten boeren via een nieuw systeem zelf kunnen sturen op de schadelijke stoffen die ze uitstoten.

Het nu beoogde bedrag van 2,25 miljard euro voor innovatie en stikstofmanagement door boeren lijkt relatief hoog: het vorige kabinet, Rutte-IV, zette in op een transitiefonds van 25 miljard euro voor het landelijk gebied, waarbij aanvankelijk 1 miljard euro voor „innovatieve stalsystemen en managementmaatregelen” werd gereserveerd.

Het kabinet-Schoof heeft dit Transitiefonds geschrapt en erop bezuinigd. Het bestaat nu uit, eenmalig, 5 miljard voor landbouw, plus 500 miljoen euro per jaar voor agrarisch natuurbeheer door boeren.

Voor het tegengaan van ‘verslechtering van de natuur’ wil het kabinet 50 miljoen euro uittrekken, volgens een tabel die RTL Nieuws toont.

Het kabinet zou de verdeling van de landbouwgelden komende maandag bespreken, mede omdat er dinsdag een gerechtelijke stikstofprocedure van Greenpeace tegen de Staat is. Met de nieuwe maatregelen zou het kabinet willen aantonen dat het zich inspant om stikstof terug te dringen.

Luchtwassers

Hoe realistisch het is om met innovaties als luchtwassers, emissiearme stalvloeren of afzuigsystemen stikstof terug te dringen, is vaker onderwerp van debat in politiek Den Haag. Vaakgehoorde kritiek is dat het maar één van de methoden is, en dat boeren nieuwe leningen voor de apparatuur moeten aangaan, terwijl het niet zeker is dat deze resultaat hebben.

Ook het nut van vrijwillige opkoopregelingen voor boeren om uitstoot terug te dringen, wordt betwist. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) analyseerde eerder dat uitkoopregelingen over 25 jaar tijd maar tot een kleine krimp van de veestapel hebben geleid. Voor de huidige uitkoopregelingen hebben zich tot nu toe ruim 1.460 veehouders aangemeld; ongeveer 65 procent van de aanvragers wordt uiteindelijk daadwerkelijk uitgekocht, volgens het ministerie van LVVN.

Lees ook

Hoeveel speelruimte heeft minister Femke Wiersma in Brussel? Het schrappen van de huidige regels kan wrevel wekken

Minister Femke Wiersma, (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur - BBB) voorafgaand aan een Kamer-debat.Foto Bart Maat


Om Syriërs terug te sturen moet Nederland waarschijnlijk de betrekkingen herstellen: ‘Dit zal Assad politiek uitmelken’

Het zou een ommekeer zijn in meer dan tien jaar Nederlands buitenlandbeleid: het herstellen van de diplomatieke banden met het Assad-regime in Syrië. Nu het kabinet Syrische vluchtelingen terug wil sturen, is dat een reële mogelijkheid. Coalitiepartijen geven voor het eerst aan weer met Damascus te willen praten.

Er wonen 165.000 Syriërs in Nederland. Zij vormen daarmee nog steeds de grootste groep asielzoekers in Nederland.

Vorige maand sloten de partijen in de regering een nieuwe asieldeal. Daarin staat onder meer het voornemen om vluchtelingen terug te sturen naar Syrië indien gebieden in het land veilig genoeg zijn. Hoe het kabinet dit precies wil gaan doen – in Europees verband of op eigen houtje – is nog niet duidelijk. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken is er momenteel nog geen diplomatiek contact met de regering in Damascus.

Zwaaiende vinger

Als het aan coalitiepartijen NSC en BBB ligt, kunnen de banden met het Assad-regime worden hersteld. De PVV wilde niet reageren op vragen. Het is logisch om in gesprek te gaan met „de lokale autoriteiten” als je vluchtelingen terug wilt sturen, zegt Kamerlid Henk Vermeer (BBB). Daarbij is het volgens Isa Kahraman (NSC) wellicht mogelijk om Syrië via diplomatieke wegen „de goede kant op te sturen.”

Zowel Vermeer als Kahraman wijzen naar China en diens onderdrukking van de Oeigoeren. In China houdt Nederland desondanks zijn ambassade open; wat is dan de reden om dat niet in Syrië te doen, vragen de Kamerleden zich af. Daarbij vindt Vermeer dat we de afgelopen jaren te veel „de dominee” hebben uitgehangen, de reflex was altijd om meteen „met de vinger te zwaaien.” Dat Nederland daar nu mogelijk op terugkomt zou volgens hem een „waarschuwing” moeten zijn voor de Tweede Kamer. Hoe „moreler” je je aanvankelijk opstelt, hoe „hoger de drempel” wordt om even later toch met een regime in gesprek te gaan.

Lees ook

‘PVV weigert de problemen op te lossen’, klonk het vanuit de oppositie in het begrotingsdebat over asiel

PVV’ers Marina Vondeling en Marjolein Faber, tijdens het debat over de begroting van het ministerie van Asiel en Migratie.

Tijdens het begrotingsdebat over asiel en migratie afgelopen dinsdag zei Kamerlid Queeny Rajkowski dat de VVD niet automatisch een voorstander is van het herstellen van diplomatieke relaties met Syrië als gebieden in het land volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken veilig blijken te zijn. Wel zegt ze tegen NRC samenwerking met het Syrische regime „onder bepaalde voorwaarden” niet uit te sluiten.

Erkennen van Assad zou een signaal dat Nederland nóóit zou mogen uitzenden, zei toenmalig minister Blok in 2019

De vraag is hoe je diplomatieke relaties precies definieert. Sinds 2012 erkent Nederland het Assad-regime niet meer als de vertegenwoordiger van het Syrische volk en is er geen diplomatiek contact. In februari van dat jaar riep toenmalig minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken, VVD) de Nederlandse ambassadeur terug uit Damascus in reactie op het geweld van Assad tegen de eigen bevolking. Na de massa-executie van burgers door het Syrische regime in de plaats Houla later dat jaar, verklaarde het kabinet de Syrische ambassadeur voor Nederland tot ongewenst persoon. „Met een land met zo’n president aan het hoofd valt niet langer samen te werken,” zei minister Rosenthal destijds. Hoewel Nederland officieel de diplomatieke banden met Syrië nooit verbrak, zijn de relaties in de praktijk sindsdien opgeschort.

Praten met Damascus

Volgens Huub Verbaten, migratie-expert bij Instituut Clingendael, zijn er twee redenen waarom diplomatieke banden met Syrië nodig zijn om mensen terug te sturen. Ten eerste is er „Syrische diplomatieke vertegenwoordiging” in Nederland nodig om documenten te verstrekken aan Syriërs die geen geldig Syrisch paspoort hebben. Ten tweede moet via diplomatiek contact zeker gesteld worden dat het land daadwerkelijk vluchten met terugkerende Syriërs toelaat.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken komt later dit jaar met een versneld ambtsbericht over de vraag of delen van Syrië veilig zijn. Eerder verklaarde Denemarken gedeelten van het land veilig. Dat waren allemaal gebieden waar Assad de controle over heeft. Het is dus aannemelijk dat er voor mogelijke terugkeer met het regime in Damascus zal moeten worden gesproken.

Nederland altijd fel tegen Assad

De bereidheid om betrekkingen met Assad te herstellen staat haaks op het Nederlands beleid van het afgelopen decennium. In 2019 noemde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) het erkennen van Assad nog „een signaal dat Nederland nóóit zou mogen uitzenden”. De inzet van Nederland was juist om Assad in het „beklaagdenbankje” te krijgen. Vorig jaar nog stapte Nederland samen met Canada naar het Internationaal Gerechtshof om Syrië aansprakelijk te stellen onder het VN-folteringsverdrag.

Als Nederland op zijn schreden terugkeert zal Assad dat politiek uitmelken

Marcel Kurpershoek
oud-diplomaat en arabist

Het aanknopen van banden zou een „afgang” zijn voor Nederland, zegt oud-diplomaat en arabist Marcel Kurpershoek. „Je kunt niet zomaar meer dan tien jaar beleid op zo’n cruciale kwestie overboord gooien zonder daar op zijn minst diepgaande debatten over te voeren.”

Als voormalig Syrië-gezant voor Nederland documenteerde Kurpershoek de daden van het Assad-regime: „Een half miljoen mensen zijn in de burgeroorlog vermoord, waarvan 90 procent door het Assad-regime.” Hij noemt de gevangenissen van Assad berucht: „Daar werden de gruwelijkste martelingen toegepast, zoals het verkrachten van vrouwen voor de ogen van mannen en kinderen.”

Als Nederland op zijn schreden terugkeert zal Assad dat politiek uitmelken, denkt Kurpershoek. De Syrische leider zal het presenteren alsof het Westen toegeeft een fout te hebben gemaakt. Bovendien heeft de internationale gemeenschap geen enkele garantie dat het regime geen nieuwe misdaden zal begaan, aldus Kurpershoek.

Ook als de coalitie geen moreel bezwaar heeft tegen het terugsturen van Syrische vluchtelingen, blijft de vraag van juridische haalbaarheid. Recentelijk oordeelde het Europese Hof van Justitie dat een land pas veilig kan worden verklaard als dit voor het hele land geldt. Niet alleen voor enkele regio’s.

Lees ook

Opinie: ‘Er zijn in Syrië geen ‘veilige’ gebieden, en dat weten we’

 Een door Israël verwoeste brug bij Al-Qusayr in Syrië, niet ver van de Libanese grens.


Wat kan minister Hermans nog doen om de klimaatdoelen te halen? ‘Alleen de pijn compenseren leidt niet tot minder CO2-uitstoot’

Alle opties liggen al klaar, doorgerekend en wel. Het ministerie van Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) heeft stapels aan rapporten, adviezen en middelen beschikbaar om de verduurzaming van Nederland mee te versnellen. Maar de VVD-minister, die aanstaande woensdag in een Tweede Kamer-debat haar begroting verdedigt, bevindt zich in een spagaat tussen de noodzaak van méér klimaatbeleid en de huidige politieke constellatie. In de coalitie met BBB, PVV en NSC is namelijk weinig animo voor aanvullende klimaatmaatregelen.

En toch moet Hermans die de komende maanden zoeken. Twee weken geleden maande het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de minister tot haast. De jaarlijkse PBL-doorrekening maakte duidelijk dat Nederland achterloopt op de klimaatdoelen voor 2030, dat het tempo van verduurzamen vertraagt en dat extra maatregelen moeten worden getroffen. „Inconsistent” klimaatbeleid draagt bovendien niet bij aan groene investeringen van burgers en bedrijven, schreef de Raad van State op basis van die berekening.

Je kan het niet mooier maken

Frans Rooijers
klimaatexpert

Feit is dat het kabinet de opdracht voor zichzelf ingewikkelder heeft gemaakt door bepaalde klimaatmaatregelen af te schaffen (zoals rekeningrijden, warmtepompverplichting) en andere maatregelen voor te stellen (harder rijden op snelwegen, mestuitzonderingen in Brussel, lagere belasting op gas) die juist bijdragen aan de CO2-uitstoot.

Zulke terugtrekkende bewegingen creëren niet alleen onzekerheid over de koers van het klimaatbeleid, maar versterken ook „het sentiment” dat het wel meevalt met de noodzaak, zegt Frans Rooijers, klimaatexpert en tot voor kort directeur van onderzoeksbureau CE Delft.

Ook staan „de mogelijkheden die Hermans heeft, haaks op wat dit kabinet wil. Afgelopen jaren bleek dat je moet ‘normeren en beprijzen’ om stappen te kunnen zetten. Je kan het niet mooier maken”.

Lees ook

‘Alles wat we doen, zullen mensen voelen. Het laaghangend fruit is wel geplukt’

Sophie Hermans: „Deze drie maanden waren wel heel wispelturig.”

Megaton

Toen in 2023 Rutte IV door ambtenaren van diverse ministeries liet onderzoeken welke van dat soort regels en belastingen konden bijdragen aan het halen van de klimaatdoelen, opperden die bijvoorbeeld: minder hard rijden op snelwegen of gas duurder maken dan elektriciteit. Precies het tegenovergestelde van de denkrichting van dit kabinet. Zulke maatregelen zouden voor een afname van enkele megatonnen CO2-uitstoot kunnen zorgen. En Hermans moet – los van het optimaal uitvoeren van de bestaande plannen – op zoek naar maatregelen die zorgen dat de jaarlijkse CO2-uitstoot 16 tot 24 megaton omlaaggaat, zodat Nederland het klimaatdoel voor 2030 kan halen.

De vraag is nu: wat is nog mogelijk met dit kabinet? De minister is grotendeels afhankelijk van haar collega’s op Infrastructuur en Waterstaat (PVV), Landbouw (BBB) en Volkshuisvesting (BBB).

Haar eigen portefeuille (met onder meer industrie en de elektriciteitssector) heeft Hermans meer zelf in de hand. Zo kijkt ze naar het verduurzamen van afvalbedrijven. Het kabinet wil met hen een-op-een afspraken maken, zodat de bedrijven CO2 kunnen afvangen en opslaan. Bedrijven krijgen de financiering voor die opslag zelf niet rond en hebben gerichte subsidies nodig, zodat ze de oplopende kosten van de CO2-uitstoot niet doorberekenen aan consumenten, zo schreef adviesbureau PwC in september.

Om de verduurzaming van de industrie – een van de sectoren die de CO2-uitstoot sterk moet verminderen – goed te laten verlopen, is een oplossing voor het vastgelopen stroomnet nodig. Bovendien is de industrie ontevreden over de hoge elektriciteitsprijzen in vergelijking met het buitenland. Bedrijven in de sector wijzen erop dat stevige(re), aanvullende regels vooral in Europa geregeld moeten worden, zodat hun concurrentiepositie niet verslechtert.

De vraag is wel in hoeverre dat tijdig bijdraagt aan de Nederlandse doelen. Hermans heeft telkens benadrukt voor de industrie de „randvoorwaarden” op orde te willen krijgen, door onder meer te onderzoeken hoe de hoge nettarieven verlaagd kunnen worden. „Dat is nodig”, zegt klimaatexpert Rooijers, „maar dat compenseert alleen de pijn. Het leidt nog niet tot verduurzaming en minder CO2-uitstoot”.

Verbrandingsmotoren

Waar is dan nog ruimte? Een van de relatief pijnloze opties is energiebesparing. Wat niet aan fossiele brandstoffen wordt gebruikt, wordt ook niet uitgestoten . Daarnaast loopt Nederland achter bij de Europese energiebesparingsdoelstellingen voor 2030. Weliswaar zorgde de energiecrisis van 2022 kortstondig voor veel minder gasverbruik, maar inmiddels neemt het verbruik weer toe.

De gasprijzen gingen weer naar beneden en ook heeft het kabinet de energiebelasting op gas verlaagd. Zo worden in de glastuinbouw door de huidige gasprijzen en wanneer duurzame elektriciteit schaars wordt, de warmte-installaties met verbrandingsmotoren weer aangezet. Daardoor neemt de CO2-uitstoot in die sector minder snel af dan verwacht.

Hermans moet – los van het optimaal uitvoeren van de bestaande plannen – op zoek naar een mindering van 16 tot 24 megaton CO2

Mocht het kabinet energie willen besparen, dan zal het zowel zuinigheid met fossiele brandstoffen als elektrificeren aantrekkelijk moeten maken.

Maar dit kabinet laat juist weer twijfel bestaan over de uitstootvrije zones in gemeenten (geen benzinebestelbusjes), bouwt een aantal fiscale voordelen voor elektrisch rijden af en schrapt de regel dat een cv-ketel moet worden vervangen door een warmtepomp.

Wel liggen hier nog kansen. Het kabinet kan het stimuleren van elektrische zakelijke leaseauto’s bevorderen, energiebesparing bij kantoorpanden beter handhaven en de terugverdientijd voor verduurzamingsmaatregelen (zoals isolatie) verminderen. Al die zaken besparen energie.

Lees ook

Mogen busjes met een verbrandingsmotor de binnenstad nog in? Nee, zeggen gemeenten. Ja, zegt de Kamer

Bestelbusje in Lelystad. Mag het straks de stad nog in?  Foto Ruchama van der Tas

BBB

Toch moet Hermans, ook als ze alle voornoemde opties invoert, intensief onderhandelen met haar collega’s. Zo blijft de landbouw achter in de verduurzaming en dat maakt het halen van de klimaatdoelen ingewikkeld gezien de grote methaanuitstoot van die sector. Maatregelen, zoals een hoger waterpeil in veengronden (zodat bij verdroging geen methaan vrijkomt) of een kleinere veestapel gelden als vrijwel onbespreekbaar voor de BBB.

„Als Hermans serieus de doelen wil halen, moet ze zich hardmaken voor maatregelen die in dit kabinet moeilijk liggen”, zegt Rooijers. „Ze moet duidelijk maken: we gaan door met de aanpak van de klimaattransitie. Als ze meegaat in het huidige sentiment en de strijd niet aangaat, gaat ze het niet halen.”


Afgetreden staatssecretaris Idsinga maakt alsnog zijn beleggingen openbaar

Twee dagen na zijn onverwachte aftreden als staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst (NSC) heeft Folkert Idsinga zondag alsnog zijn financiële belangen openbaar gemaakt. Niet omdat een Kamermeerderheid of PVV-leider Geert Wilders erop aandrongen, maar omdat Idsinga iedere twijfel over zijn persoon wil wegnemen.

Het gaat om aandelen in 65 beursgenoteerde bedrijven, die als pakket door een vermogensbeheerder worden beheerd: van American Express en Chevron, tot Microsoft en Pepsico. Zijn belang in de enige twee Nederlandse bedrijven die ertussen zitten, ASML en ING, is minder dan 25.000 euro, zegt Idsinga.

Verder: een vakantiehuis in Zeeland en leningen aan en obligaties in mkb-bedrijven via externe beheerders. Ook heeft Idsinga bijvoorbeeld minderheidsbelangen in winkels- en woningen via een vastgoedinvesteerder, en in bedrijven in voedselverkoopmachines en algen.

Om hoeveel geld het gaat, staat er niet bij, maar RTL Nieuws meldde eerder deze week dat het ging om een beleggingsportefeuille ter waarde van ruim 6 miljoen euro, geld dat Idsinga onder meer verdiende als fiscaal adviseur aan de Zuidas.

Moreel besluit

Met het openbaar maken van zijn beleggingen onderstreept Idsinga nog eens dat zijn aftreden een persoonlijk, moreel besluit was.

Na het bericht van RTL Nieuws wilde een Kamermeerderheid van oppositiepartijen GL-PvdA, D66 en SP én coalitiepartij PVV, dat hij uiterlijk maandag transparantie zou geven wegens mogelijke belangenverstrengeling. Dat weigerde Idsinga, omdat hij zijn belangen eerder had besproken met formateur Richard van Zwol en de landsadvocaat, én omdat hij zijn beleggingen als privékwestie beschouwt.

PVV-leider Geert Wilders deelde daarop op X een tik uit: „Lijkt me geen goed bestuur en niet dragend gemotiveerd, dus maar beter openbaar maken die miljoenenbelangen.” Een pesterijtje richting coalitiegenoot NSC, die een „dragende motivering” eiste voor Wilders’ asielnoodwet, en campagne voerde met de belofte van „goed bestuur”.

Dat bleek voor Idsinga de grens. Bij zijn aftreden schreef hij vrijdag dat hij is „geraakt door de omgangsvormen en de toon in het politieke debat”. Tijdens een persconferentie wees hij naar Wilders: „Als de grootste regeringspartij mij met het mes op de keel onnodig dwingt om zomaar alles te publiceren […], is dat voor mij een streep in het zand.”

Maar waar Idsinga wijst naar Wilders, kijken zijn coalitiegenoten eerder naar Idsinga zelf. BBB-leider Caroline van der Plas zei vrijdagavond bij de talkshow Café Kockelmann dat ze het „niet netjes” vond wat Wilders had getweet. Maar: „De kunst is juist om je dat niet persoonlijk aan te rekenen”, zei ze ook. „Ik denk dan: we hebben ook een land te besturen.”

VVD-leider Dilan Yesilgöz schreef op haar beurt op X het besluit van Idsinga te respecteren, met een kanttekening erbij: „Jammer dat het zo moet eindigen. Wat mij betreft hadden we hier gewoon als volwassenen onder elkaar in de Kamer over kunnen debatteren.”

Zelfs zijn eigen partij NSC gaat niet mee in het narratief van Idsinga – in elk geval niet naar de buitenwereld. Interim NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven schreef dat ze het „echt enorm jammer” vond dat Idsinga vertrokken is. Ook vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum betreurt zijn vertrek zeer. NSC toont medeleven, maar wrijft het Wilders – openlijk – niet aan.

En Wilders zelf? Die houdt zich vooralsnog stil over het vertrek van de eerste bewindspersoon uit het eerste PVV-kabinet.

Hoog opspelen

Geen van de vier coalitiepartijen wil het plotselinge vertrek van Idsinga hoog opspelen. In tegenstelling tot sommige oppositiepartijen: SP-leider Jimmy Dijk heeft schriftelijke vragen ingediend om ook andere bewindspersonen met beleggingen om transparantie te vragen.

Saillant is dat die vragen onder meer zijn gericht aan drie PVV’ers: minister Marjolein Faber, plus staatssecretarissen Zsolt Szabó en Vicky Maeijer. Er zit ook een andere NSC’er tussen: staatssecretaris Teun Struycken, plus minister Mona Keijzer (BBB) en staatssecretaris Vincent Karremans (VVD).

Zo verbreedt SP’er Dijk de discussie over transparantie behendig naar het gehele kabinet.

Acuut probleem

Ondertussen is Idsinga’s aftreden niet alleen politiek pijnlijk, maar zorgt het ook voor een acuut probleem. Idsinga zou maandag namelijk de belastingplannen van het kabinet voor 2025 voorleggen aan de Tweede Kamer. En zonder Idsinga lukt dat niet, schreef minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) zondag in een brief, minder dan een etmaal voordat de Kamercommissie Financiën bij elkaar zou komen.

Heinen vraagt de Kamercommissie Financiën, die over de agenda gaat, om uitstel, en „begrip en flexibliteit”. Zelf kan hij niet invallen vanwege een vergadering van de Eurogroep. Hij hoopt op een „zorgvuldige en spoedige behandeling” van de belastingplannen, maar wanneer is nog niet duidelijk. Het voorstel is dat de rest van het overleg maandag wel doorgaat; dat is met andere ministers en gaat onder meer over de koopkrachtontwikkeling, de huurtoeslag en het klimaatbeleid.

De belastingplannen moeten snel worden behandeld, want nog voor het politieke kerstreces moeten de Tweede én de Eerste Kamer hierover hebben gestemd.

Vanaf 1 januari gelden namelijk nieuwe belastingtarieven, en bedrijven en burgers moeten daarvan tijdig op de hoogte zijn. Bovendien liggen de plannen gevoelig, met name de omstreden verhoging van de btw op sport, cultuur, media en boeken van 9 naar 21 procent. D66-Kamerlid Hans Vijlbrief, oud-staatssecretaris van Financiën, heeft de afgelopen maanden gewerkt aan een tegenvoorstel om deze btw-verhoging te voorkomen, maar hij kon de coalitie niet overtuigen.

Lees ook

Staatssecretaris Idsinga treedt af om toon Wilders en laat de coalitie iets wankeler achter

Folkert Idsinga (NSC) vrijdag na zijn ontslag. Foto  Bart Maat/ANP

Op afstand

Of de discussie over Idsinga’s financiële belangen hiermee ten einde is, is afwachten. Idsinga had zijn beleggingen tijdens zijn ambtstermijn al „op afstand” gezet: hij had er zelf geen toegang toe of zeggenschap over, anderen kregen er een volmacht en stemrecht over.

Zo hoort het ook: bewindslieden die meer dan 25.000 euro aan belangen in bedrijven hebben, moeten bijvoorbeeld tijdelijk afstand nemen om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen.

De NOS berichtte vrijdag wel hoe Idsinga in 2019, vóór hij politiek actief werd, een meerderheidsbelang nam in algenbedrijf Algaerator 906 BV. Idsinga zou zichzelf toen hebben aangemerkt als ondernemer en niet als belegger, om zo belastingvoordelen te krijgen. Experts omschreven dat tegenover de NOS als ‘agressieve belastingontwijking’.

Zelf schrijft Idsinga nu dat hierover in 2019 al „afspraken” zijn gemaakt met de belastingdienst, die nadien zouden zijn gecontroleerd met „positieve uitkomst”.


Lokale bestuurders missen betrokkenheid bij asielminister Faber

Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen.

Bij het verstrijken van de eerste deadline van de spreidingswet bleek vrijdag dat slechts vijf provincies (Drenthe, Flevoland, Gelderland, Groningen en Zeeland) met voldoende opvangplekken kunnen komen.

De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige spreiding van asielzoekers over het land op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken kunnen doorstromen.

Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de provincieplannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij toen steevast ‘dwangwet’ noemde.

Meer duurzame opvangplekken

In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. Het besluit om de spreidingswet in te trekken is „helemaal niet voorgelegd” aan provincies en gemeenten, vertelde de Drentse commissaris van de koning Jetta Klijnsma vrijdag. Ze roept Faber op om in contact te treden met de medeoverheden en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

Alle commissarissen van de koning „staan onverkort achter de spreidingswet”, schreven zij in een vrijdag gepubliceerde brief aan Faber. Zij doen opnieuw een beroep op het kabinet om af te zien van intrekking en wijzen Faber op de effectiviteit van de wet. Uit de plannen blijkt dat „de komende twee jaar meer gemeenten dan voorheen asielopvang bieden”, met een „beweging van noodopvang naar duurzame opvang”.

De afspraak om de wet in te trekken heeft de opdracht aan provincies en gemeenten niet geholpen, schrijven de commissarissen. Zo kwamen lokale bestuurders „regelmatig” in een moeilijke situatie met gemeenteraden en omwonenden van beoogde opvanglocaties. Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten ernaar handelen.

Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het COA vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot spoedoverleg over de prangende situatie in Ter Apel in de wind geslagen.

Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zij zou daar hebben medegedeeld dat ze ervoor wil zorgen dat er minder asielzoekers naar Nederland komen, zonder toe te lichten hoe ze dat wil bereiken. Ook zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.

Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder die anoniem wil blijven. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.

‘Politiek geeft geen richting’

Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden moet dus van het ministerie van Justitie en Veiligheid moet hij permanente asielplekken creëren, terwijl het ministerie van Defensie de komst van een groot azc dwarszit. Buma: „De politiek geeft geen richting.”

Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt de lokale bestuurders een fout. „En daarmee, zegt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.


Staatssecretaris Idsinga (NSC) stapt op na kritiek over niet-openbaren zakelijke belangen

Folkert Idsinga (NSC) treedt af als staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst. Dat meldt de Rijksvoorlichtingsdienst vrijdagmiddag. Hij is de eerste vertrekkende bewindspersoon van kabinet-Schoof.

Transparantie over Idsinga’s zakelijke belangen vormen de aanleiding voor zijn aftreden. De Tweede Kamer wilde in meerderheid weten waar Idsinga zijn pensioen van ruim zes miljoen euro in investeerde, maar de staatssecretaris was van mening dat dergelijke beleggingen privé moesten blijven.

Het parlement gaf Idsinga een ultimatum om zijn belangen voor maandag vrij te geven, maar dat wacht hij met een voortijdig vertrek niet af. Idsinga’s partij NSC hecht grote waarde aan transparantie en integer bestuur.

Om 16.00 uur geeft Idsinga een toelichting op zijn vertrek.

Dit bericht wordt uitgebreid.


Lokale bestuurders wanhopig over asielminister Faber: ‘Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee’

Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen. Fabers betrokkenheid op het asieldossier zou in schril contrast staan met haar voorganger Eric van der Burg (VVD), die vaak zelf aan de telefoon hing met lokale bestuurders voor het regelen van noodopvang, en desnoods zelf in de auto stapte naar gemeenten in nood.

De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige asielspreiding op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken in het land kunnen doorstromen. Vrijdag moeten alle provincies bekend hebben gemaakt hoeveel permanente plekken gemeenten beschikbaar willen stellen. Het staat zo goed als vast dat niet alle benodigde 96.000 plekken ingevuld zullen zijn. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland moeten gezamenlijk bijna 36.000 plekken vrijmaken, maar hebben eerder deze week laten weten dat ze daar op 1 november niet aan kunnen voldoen.

Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de plannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij steevast ‘dwangwet’ noemde.

Intrekken

In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is hoogst ontstemd over het voornemen en voorziet „chaos”. Het kabinetsbesluit helpt volgens de belangenorganisatie bepaald niet met het creëren van draagvlak voor opvangplekken onder inwoners van gemeenten. Maar liefst 96 procent van de VNG-leden vindt intrekking van de wet pas op z’n plaats op het moment dat de problemen in de asielopvang zijn opgelost.

Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten er naar handelen. Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had de Drentse commissaris Jetta Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot een spoedoverleg over de prangende situatie bij Ter Apel in de wind had geslagen.

Er waait een nieuwe wind

Marjolein Faber
Minister van Asiel en Migratie, PVV

Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zo zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet steeds als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij kritische vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.

Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder, die anoniem wil blijven om het kleine beetje contact dat hij met Faber heeft niet op het spel te zetten. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.

Geen richting

Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Als burgemeester moet Sybrand Buma van het ministerie van Justitie en Veiligheid permanente asielplekken creëren, vertelt hij. Tegelijkertijd zit Defensie de komst van een groot azc dwars. Hij zit dus met zijn handen in het haar. „De politiek geeft geen richting”, vat hij samen.

In juli schreef hij Faber en staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman (BBB) een „dringende” brief over dat hij duidelijkheid nodig heeft. Van minister Faber heeft hij nog altijd niets gehoord. „Er volgt op zeer korte termijn een antwoord op de brief”, aldus een woordvoerder van de minister na vragen van NRC.

De Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink kent „geen wethouder die is benaderd door Faber”. Zelf was hij één keer digitaal aanwezig bij „een bestuurlijk overleg” met de minister. Dat overleg duurde „heel kort”, waarbij Faber aan wethouders meedeelde dat ze zou stoppen met het financieren van de bed-bad-brood-regeling voor ongedocumenteerde vreemdelingen. Faber kreeg toen te horen dat de bestuurders dit „zéér onverstandig” vinden, zo vertelde de Utrechtse wethouder Rachel Streefland vorige maand in het radioprogramma Spijkers met Koppen. „En toen was het gesprek zo ongeveer klaar.”

Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt hen een denkfout. „En daarmee, vermoedt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.

Lees ook

Terwijl Ter Apel overvol is, zijn er in 40 procent van de gemeenten nog altijd geen opvangplekken

De opvanglocatie voor asielzoekers in Ter Apel is zo vol dat er alleen kwetsbare vluchtelingen worden binnen gelaten. Een groep mannen wacht 's avonds laat buiten op een oplossing.


Opnieuw dingt Janarthanan Sundaram als underdog mee naar het partijvoorzitterschap van D66: ‘De partij wordt steeds meer speelbal van de politieke top’

Drie jaar geleden verloor hij van een oud-wethouder. Dan is winnen van een oud-staatssecretaris een kansloze missie, zou je kunnen denken. Waarom doet Janarthanan Sundaram (43) toch mee in de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap van D66, waarvoor de strijd dinsdagavond losbarst?

Sundaram, die raadslid was in zijn woonplaats Enschede en tot drie jaar geleden voorzitter van het diversiteitsnetwerk van D66, neemt het op tegen Alexandra van Huffelen, staatssecretaris in de kabinetten Rutte III en IV. Van Huffelen heeft in een brief aan de leden laten weten dat ze „vertrouwen” bij Nederlanders wil terugwinnen door meer het land in te gaan en de partij „sterker” wil maken.

Een van de twee krijgt de verantwoordelijkheid over een zoekende partij. D66 verloor bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2023 vijftien van de 24 zetels. Uit een eigen evaluatie bleek: de partij moet minder belerend en minder technocratisch worden. Het nieuwe leiderschap dat Sigrid Kaag beloofde, kon D66 niet waarmaken, schreef het wetenschappelijk bureau. En het ontbrak de partij aan kleur in de regeringsjaren.

Boeren

D66, dat in peilingen nog altijd op ongeveer tien zetels staat, moet nu de weg terug omhoog vinden. Ondanks dat deze radicaal-rechtse coalitie in de ogen van D66 een gruwel is, kiest partijleider Rob Jetten er sinds de zomervakantie voor om in debatten niet constant grote woorden te gebruiken over normen die worden overschreden. Hij klinkt constructief en wil zich in het midden positioneren. Kandidaat-voorzitter Sundaram, die dinsdagavond samen met Van Huffelen in gesprek gaat met D66’ers in Den Haag over het voorzitterschap, vindt dat het contact met leden en de maatschappij beter kan.

Wat vindt u van de politieke koers van de partij?

„Wat er in de politieke arena gebeurt is de verantwoordelijkheid van de politiek leider: Rob Jetten. Hij moet van de voorzitter alle vrijheid krijgen om te doen wat hij politiek gezien nodig acht. Ik zal er als voorzitter op letten dat leden meegenomen worden in de keuzes en dat de leden meer en de partijbonzen minder invloed hebben op de koers.”

Volgens Sundaram verloor D66 de Tweede Kamerverkiezingen mede doordat de partijtop te weinig te rade ging bij de leden, en daarmee de rest van de maatschappij. Hij noemt de oproep van Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot om de veestapel te halveren. „Boeren die ik sprak voelden zich door die uitspraak in een hoek gezet. Ze hadden het gevoel dat hun leven niet begrepen werd. D66 moet mensen weer mee kunnen nemen en niet op afstand zetten. Door vaker gesprekken tussen de partijtop en leden te organiseren.”

In zijn campagne drie jaar geleden zei Sundaram dat de partij meer open moet staan voor „atypische” mensen. Prominente posities worden verdeeld onder een te kleine club die ook de koers bepaalt, zei hij. En hij maakte zich zorgen om de veiligheid in de partij. Hij verloor van oud-wethouder Victor Everhardt die de voorkeur had van de Landelijke Talentencommissie, maar kreeg wel 44 procent van de stemmen.

Dat u 44 procent van de stemmen kreeg, was volgens u een signaal. Wat gebeurde daarmee?

„Ik heb twee keer uitgebreid koffie gedronken met Everhardt. Er was een aantal dingen aan de hand in de partij op het gebied van sociale veiligheid, die later ook openbaar zijn geworden. Daar heb ik het uitgebreid met Everhardt over gehad.”

Sundaram noemt voormalig partijstrateeg Frans van Drimmelen. Hij werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag.

„Ik wilde geen gedoe als wij in een machtspositie zaten, ik baal er flink van dat dat mislukt is. Dat heeft de partij beschadigd.”

Wat had u anders gedaan?

„Wat mij betreft zijn zulke incidenten partij-interne kwesties. De partijvoorzitter had Sigrid Kaag, toen de politiek leider, uit de wind moeten houden. In plaats daarvan moest zij zich uiteindelijk na een lange internationale dienstreis voor de camera’s verantwoorden.”

„De partij moet bovendien, om een veilige plek te zijn, net als bij een bedrijf een HR-afdeling krijgen. Bij een HR-afdeling kunnen werknemers aankloppen als ze ergens mee zitten, het zorgt ervoor dat er op een gestandaardiseerde manier voortgangs- en ontslaggesprekken gevoerd worden. Dat voorkomt onnodige escalatie en gedoe.”

Op de gangen van de Tweede Kamerfractie van D66 hoor ik: we kunnen ons niet voorstellen dat de leden níét voor Van Huffelen gaan.

„Tsja… Dat is vanuit Den Haag gedacht. Mensen willen hun partijdemocratie weer terug, dat hoor ik van iedereen. Terwijl de partij een tegenovergestelde beweging maakt.”

Waaraan kun je dat zien?

„Een voorbeeld. D66 streeft naar diverse kieslijsten, maar dat lukt nog niet goed. Komend congres ligt een plan voor waarin wordt omschreven: we hebben geconstateerd dat kieslijsten minder divers worden als leden zich ermee gaan bemoeien. Daarom is het voorstel dat de conceptlijst van de lijstadviescommissie meer gewicht krijgt, en hoe leden over de lijst stemmen minder. Dat is niet goed. We moeten besluiten van leden niet wegmanagen.”

U heeft al drie jaar geen partijfunctie. Heeft u rancuneuze gevoelens jegens D66?

„Ik ben niet rancuneus. Ik hoef geen betaalde functie en ben zeer comfortabel met mijn bedrijf. Ik ben wel boos, omdat de partij steeds meer speelbal wordt van de politieke top.”


‘Alles wat we doen, zullen mensen voelen. Het laaghangend fruit is wel geplukt’

Sophie Hermans heeft een probleem. Deze week kreeg de klimaatminister een dikke onvoldoende van de rekenmeesters van het Planbureau voor de Leefomgeving. Nederland maakt minder dan 5 procent kans dat het de eigen klimaatdoelstelling haalt voor 2030. Daarmee raakt ook het doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn, steeds meer in het geding. Het regeerprogramma van het kabinet-Schoof helpt niet.

Maar Sophie Hermans heeft ook een oplossing. Of preciezer: iets wat een oplossing mogelijk zou kunnen maken. PVV, VVD, NSC en BBB hebben afgesproken dat er „alternatief” klimaatbeleid komt als de doelen niet gehaald worden. „Dat is een afspraak waar ik mijn collega’s aan houd”, zegt Hermans (VVD) in haar werkkamer op het ministerie van Klimaat en Groene Groei.

Hermans moet de komende tijd haar collega’s bij Infrastructuur, Landbouw en Volkshuisvesting bewegen hun bijdrage aan het klimaat te leveren. In het voorjaar wil ze plannen presenteren die ervoor moeten zorgen dat de doelstelling – 55 procent minder uitstoot in 2030 – toch gehaald kan worden.

Het PBL stelt vast dat vrijwel alle concrete klimaatplannen van het kabinet-Schoof de doelstellingen verder uit zicht brengen, zoals het terugdraaien van de verplichte warmtepomp en een hogere CO2-heffing voor de industrie. Ook nieuwe plannen, zoals de wens om opnieuw een Europese uitzondering te krijgen op mestregels, zorgen, als het lukt, voor méér uitstoot.

Dus je zou kunnen denken: daar valt winst te halen. Maar Hermans zit klem tussen haar eigen doelstelling en de politieke wensen van haar coalitiegenoten. Ze is dan ook uiterst voorzichtig om te zeggen wáár ze wil ingrijpen.

„Er staan maatregelen in het regeerprogramma die niet goed zijn voor het klimaatdoel, voor het terugdringen van de uitstoot. Denk aan de rode diesel. Ik sta voor die afspraken. Maar de kans dat we het doel in 2030 gaan halen is heel klein. We liggen niet op koers.”

Lees ook

‘Heel erg onwaarschijnlijk’ dat Nederland klimaatplannen van 2030 haalt: eerder meer dan minder CO2-uitstoot onder nieuwe kabinet

In de van Pallandtpolder is een zonnepark gebouwd met zes windmolens, 115.000 zonnepanelen en twaalf zeecontainers met batterijen om de opgewekte stroom op te slaan.

Gaat u uw collega’s vragen om plannen met een negatief klimaateffect uit het regeerprogramma te heroverwegen?

„Die maken de maatregelen die ik dan nog wel kan nemen lastiger, ja. Mijn boodschap aan hen is: we staan er slecht voor en er zijn alternatieven nodig. Wees bereid om álles te bekijken, kijk er ópen naar.”

U spreekt vaak over draagvlak, dat mensen ‘het moeten kunnen meemaken’. Tegelijkertijd heeft u nog maar vijf jaar. Zijn er makkelijke keuzes of heeft u alleen nog moeilijke?

„Er komen onherroepelijk lastige keuzes aan. Want het laaghangend fruit is nu wel geplukt. Dus alles wat we nu gaan doen, zullen mensen voelen. We kunnen niet meer zeggen: dat doen we later wel.”

Het vorige kabinet heeft al laten onderzoeken hoe er nog meer klimaatwinst te halen valt. Dat komt neer op gedragsverandering. Ook de Raad van State zegt: daar zit veel potentiële winst.

„Ik ben daar op voorhand niet tegen. De vliegbelasting gaat omhoog. Dat is niet leuk, want je ticket wordt er duurder van. Maar het helpt wel om de goede keuzes te maken. Moet ik nu echt vliegen of zou ik dit ook met de trein kunnen? Of kan ik ook een andere bestemming dichterbij kiezen waar je met de auto heen kan, bij voorkeur met een elektrische auto?

„Maar het moet wel te doen zijn voor mensen. Daarom heb ik tijd nodig om met goede maatregelen te komen, waarmee ik kan normeren en subsidiëren.”

De grootste winst valt te halen bij de industrie en landbouw. Laten we bij dat laatste beginnen. Uitstoot kan vooral omlaag door minder dieren, schrijft het PBL. Iets dat de BBB absoluut niet wil. Kan het kabinet zich nog taboes permitteren?

„Ik vind dat je te allen tijde bereid moet zijn om met een open vizier te kijken naar wat er nodig is voor het land, als je bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid neemt en problemen wil oplossen. Dus dat geldt ook voor klimaat.

„Ik begrijp dat iedereen daar wel een eigen weging in maakt door zich af te vragen: wat doe ik dan liever wel of liever niet? Maar we hebben wel een afspraak gemaakt, deze doelstelling staat. Nu moeten de partijen boter bij de vis leveren.

„Dat is waar ik mijn collega’s toe uitnodig. Er zijn ook dingen waar ík vijf jaar geleden anders over dacht.”

U bedoelt: de VVD heeft zelf óók een move gemaakt in klimaat de afgelopen jaren.

„Zeker, de VVD heeft best lang op de rem gestaan met klimaat. Veel maatregelen de afgelopen jaren hadden wij niet als eerste bedacht. Bijvoorbeeld een hogere, nationale CO2-heffing voor de industrie [uit Rutte III]. Ik snap nu wel waarom we hem hebben.”

Maar dit kabinet schrapt een geplande, nieuwe verhoging van die CO2-heffing industrie. Waarom dan?

„We waren heffing op belasting aan het stapelen in de industrie. En dan nog een bedrag daar bovenop leggen? Ik wil dat de industrie vergroent, daar hebben we afspraken over. Maar je zag dat het water de industrie aan de lippen stond. We moeten het investeringsklimaat in de gaten houden.

U bent zelf verantwoordelijk voor de verduurzamingsafspraken met grote industriële bedrijven. Die zijn vastgelopen. Hoe gaat u dat vlottrekken?

„Ik hoop dit jaar de eerste maatwerkafspraak af te sluiten. Het blijkt best een klus om het zo vorm te geven dat de Europese Commissie het niet als staatssteun ziet. Ik ga kijken welke bedrijven concrete plannen hebben om die extra stap te zetten, en als die er niet zijn, stoppen we. Ik ga niet eindeloos doorpraten. Daarvoor is de tijd ook te kort. En ik wil met de bestuurders van de grote uitstoters om tafel om hun duidelijk te maken waarom het belangrijk is dat ze hun groene investeringen in Nederland doen.”

Goedkope en overvloedige stroom is belangrijk om de industrie te verduurzamen, maar windparken op zee zijn vertraagd. Dat het kabinet ook rekening wil houden met de visserij maakt dat niet makkelijker.

„Het is belangrijk dat vissers kunnen blijven vissen. Maar, zeg ik dan, het is óók belangrijk dat we die windmolenparken kunnen aanleggen. Uiteindelijk zul je allemaal een beetje moeten inschikken en moeten geven. Maar ik sta voor wat ik sta. En dat is dat we wind op zee nodig hebben.”

Het PBL ziet veel freeriders bij de subsidies voor het verduurzamen van je huis. Is de klimaattransitie te veel ten goede gekomen van de groep die het eigenlijk wel kon betalen?

„Ik wil niet zeggen dat het hiervoor niet goed was. Je wilt een beweging op gang krijgen en dat is de afgelopen jaren goed gelukt. Alleen als ik naar de volgende fase kijk, vraag ik me af of de knoppen nog goed staan afgesteld.”

U bent óók vicepremier in het eerste radicaal-rechtse kabinet van Nederland. Waarom wilde u daarin minister worden?

„Het is het eerste rechtsere kabinet zou ik willen zeggen. Ik onderschrijf niet de benaming die u eraan geeft. Omdat daar een toon, of een connotatie, misschien is dat beter, aan zit waar ik het niet mee eens ben.”

De PVV is de grootste regeringspartij. Dat vindt u geen radicaal-rechtse partij?

„Ik vind de PVV een rechtse partij, overigens links op sociaal-economisch gebied. Dit is voor mij een centrumrechts kabinet. Ik ben het niet eens met heel veel standpunten of dingen die in het verkiezingsprogramma staan. Maar die staan niet in het regeerprogramma.

„Met de coalitie hebben we goede afspraken gemaakt. Hoe we onze rechtsstaat respecteren. Hoe iedereen gelijk is in dit land. Maar deze samenwerking kent haar ingewikkeldheden, laten we daar geen doekjes om winden.”

Deze week besloot het kabinet om in plaats van het noodrecht toch de parlementaire route te bewandelen voor asielmaatregelen. Is dat volgens u beter?

„Het doel is belangrijker dan het middel, vind ik. En over dit middel was zo veel discussie ontstaan, dat ik het goed vind dat we dit nu hebben afgesproken.

Premier Dick Schoof is gaan onderhandelen met de fractievoorzitters van de coalitiepartijen. Het kabinet is buitenspel gezet.

Nee, de vier partijleiders hebben hun handtekening onder het hoofdlijnenakkoord gezet. Migratie is echt heel belangrijk voor sommige partijen in deze coalitie. En het is niet dat we er de afgelopen weken niet over hebben gesproken in het kabinet. Maar het klopt dat we vandaag [vrijdag] pas te zien kregen wat de aanvullende maatregelen zijn.

BBB-Kamerlid Henk Vermeer zei na de presentatie van de cijfers van het PBL tegen NRC dat het tijd is voor „bezinning of de doelstellingen nog wel bij de jaartallen passen”. Discussie daarover moet volgens hem „geen taboe” zijn. Voordat u het weet is Schoof híerover aan het onderhandelen met de fractievoorzitters.

„Ik weet wat ik wil en wat we afgesproken hebben over klimaatbeleid. Dat proces is nu net gestart. Er zal ongetwijfeld politieke discussie komen. In de Klimaatwet staat 2030 als een belangrijk tussendoel voor 2050. Dat is afgesproken, dus daar komen we niet aan.

U loopt al tien jaar rond in Den Haag. Heeft u het ooit zo meegemaakt?

„Deze drie maanden waren wel heel wispelturig.”