Demissionair minister-president Dick Schoof probeerde woensdagochtend te redden wat er te redden viel. Wat hem betreft was de kabinetsval onnodig. Nu dat een feit is, deed Schoof een verzoek aan de Tweede Kamer om vier belangrijke thema’s niet controversieel te verklaren – zodat het demissionaire kabinet hier nog mee aan de slag kan.
Wat hem betreft waren dat: de handelsoorlog, de rijksbegroting, nationale en internationale veiligheid en de hersteloperaties van Groningen en de Toeslagen. „Het laatste wat we nu kunnen gebruiken is uitstel en toch zal dit nu op sommige onderwerpen onvermijdelijk zijn.”
Aan coalitiepartijen VVD en BBB ligt het niet, benadrukten ze zelf. VVD-leider Dilan Yesilgöz zei deze woensdag in het debat over de kabinetsval dat ze hoopt dat de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord overeind blijven. „Nederland moet door”, zei ook Caroline van der Plas.
Dick Schoof bij aankomst in de Tweede Kamer, voorafgaand aan het debat over de val van zijn kabinet.
Foto Bart Maat
Maar nu de PVV uit het kabinet is gestapt en het kabinet demissionair is, is allerminst zeker in welke mate het kan doorregeren. Gebruikelijk is dat een gevallen kabinet terughoudend is en vooral ‘op de winkel past’. Alleen met problemen die niet kunnen wachten, kan een demissionair kabinet doorgaans door.
Asielwetten
Officieel moet de Tweede Kamer in commissiedebatten de komende weken vaststellen welke onderwerpen controversieel worden verklaard of niet. Maar op een aantal grote onderwerpen lijkt deze woensdag al genoeg steun, allereerst dankzij de „constructieve” christelijke partijen SGP, CU en CDA.
Deze partijen zijn extra belangrijk, nu deze week een BBB-senator overstapte naar D66. Daardoor zijn voor een rechtse meerderheid of voor een christelijke meerderheid in de Eerste Kamer het CDA en de SGP nodig.
Het meest besproken onderwerp in het debat woensdag: de asielwetten van voormalig minister Marjolein Faber (PVV), die straks door een ander bewindspersoon door het parlement geloodst moeten worden. Hoewel dit een van de meest controversiële wetsvoorstellen betreft, kan het rekenen op genoeg steun voor behandeling. SGP’er Chris Stoffer maakte er zijn missie van om meerderheden te vergaren voor de asielwetten van voormalig minister Faber. Wilders zei ook toe de wetten te blijven steunen.
Ook het CDA wil de wetten van Faber behandelen. CDA-partijleider Henri Bontenbal zei dat zijn partij „constructief in de wedstrijd” zit. Maar dat betekent geen automatische steun, waarschuwde hij. De Raad van State had forse kritiek op de wetsvoorstellen. De partij is mede daarom van plan om verbetervoorstellen voor de asielwetten in te dienen. CDA wil „de populistische route” niet op.
CDA en SGP zien ook graag dat het kabinet verder gaat met defensie, woningbouw en stikstof. „Het demissionaire kabinet moet de ruimte krijgen om deze urgente problemen aan te pakken”, aldus Stoffer. Ook de ChristenUnie benadrukte dat zij defensie-uitgaven graag steunen, en deel uitmaken van de „vrolijke christelijke coalitie”.
Dat de partijen defensie noemen, heeft te maken met de NAVO-top die deze maand wordt gehouden in Den Haag. Daar besluiten NAVO-lidstaten hoeveel aan defensie uitgegeven moet worden. Dat ligt ingewikkelder bij Geert Wilders (PVV) dan de asielwetten. Naar verwachting zal Nederland de komende jaren flink extra moeten uitgeven aan Defensie, op termijn 16 tot 19 miljard euro per jaar. Wilders wilde dat het kabinet evenveel geld zou uitgeven aan mensen met een laag inkomen.
Maar voor het onderwerp defensie heeft het kabinet brede steun in de Kamer, onder andere van oppositiepartij GroenLinks-PvdA. Wat partijleider Frans Timmermans betreft moet dit kabinet verder met onderwerpen van nationale en internationale veiligheid. „We willen vooruit, snel vooruit.”
Lees ook
Burgemeesters hopen na de kabinetsval nu weer verder te kunnen ‘met een nieuw kabinet dat niet voortdurend met zichzelf bezig is’
Campagne
Zo bleek woensdag de kans groot dat de Tweede Kamer besluit de meeste onderwerpen open te laten voor debat. Zo ging dat ook onder Rutte IV, waar het kabinet de facto nog flink doorregeerde tijdens de demissionaire periode. De oude traditie van ‘op de winkel passen’ als demissionair kabinet lijkt de afgelopen jaren al doorbroken, nu steeds meer kabinetten niet hun volledige tijd uitzitten en formatieperiodes lang duren.
Na de val van Rutte IV, bijna twee jaar geleden, heerste in de samenleving een breed gevoel dat het kabinet moest doorgaan, omdat het land al geruime tijd stil leek te staan.
Een andere verklaring die in 2023 na de vorige val genoemd werd: veel politieke partijen willen zich in campagnetijd profileren. Dan is het handig om die onderwerpen op de agenda te houden. Ook nu lijkt dat het geval.
De traditie van ‘op de winkel passen’ als demissionair kabinet lijkt doorbroken, nu steeds meer kabinetten niet hun tijd uitzitten
Het komt de partijen in ieder geval goed uit om te laten zien dat zij dingen voor elkaar willen krijgen. Het verwijt van de oppositie luidt dat Nederland de afgelopen maanden stilstond. Om belangrijke onderwerpen dan controversieel te verklaren, druist lijnrecht in tegen het punt dat veel oppositiepartijen willen maken: laat ons maar regeren, wij lossen wél de problemen op.
Een eerste moment waarop oppositiepartijen hun stempel kunnen drukken op het beleid (of ongewenste plannen aan te passen) is de behandeling van de Voorjaarsnota, volgende week. De Tweede Kamer kan zoeken naar mogelijkheden om de plannen aan te passen en alvast een voorschotje nemen op de te maken Miljoenennota in augustus en september.
Ook de overige coalitiepartijen NSC, BBB en VVD benadrukken dat de kabinetsval aan hén niet gelegen heeft. Zij maken graag een punt van het voorkomen van bestuurlijke „stilstand”.
De huidige samenstelling van de Tweede Kamer kan ook voelen als een laatste kans. Zo verkondigde Yesilgöz de periode tot de verkiezingen te willen gebruiken om „rechts beleid” door te zetten, zei ze dinsdag in verschillende tv-programma’s.
Lees ook
De dag dat het kabinet viel: Wil je mij weg hebben, vraagt Fleur Agema aan Dick Schoof
Met grote ambities en grote woorden presenteerden PVV, NSC, VVD en BBB in mei vorig jaar hun hoofdlijnenakkoord Hoop, Lef en Trots. „Dames en heren, we schrijven geschiedenis vandaag”, begon PVV-leider Geert Wilders tijdens de persconferentie. „En de zon gaat weer schijnen in Nederland.”
De rechtse coalitiepartijen wilden „een nieuwe weg inslaan”, zeiden ze. Ze beloofden het strengste migratiebeleid ooit, wilden boeren en vissers baas in eigen bedrijf maken. Ze wilden een betrouwbare overheid worden, met goed bestuur en rechtszekerheid. Er moest lastenverlichting komen, veiligheid op straat.
Hoever is het kabinet van PVV, NSC, VVD en BBB met al die ambities gekomen in elf maanden tijd?
Asiel
Minister Marjolein Faber moest hét speerpunt van de PVV vormgeven en had daar draagvlak voor onder kiezers en in de Tweede Kamer. Maar met haar stuurse optreden werd de asielminister juist het gezicht van falend bestuur.
Ze werkte aan een asielnoodmaatregelenwet om onder meer de permanente verblijfsvergunning te kunnen afschaffen. Ook de afschaffing van de spreidingswet – waarmee asielzoekers worden verdeeld over Nederland – maakte deel uit van het pakket. Daarnaast wilde het kabinet een tweestatusstelsel invoeren om onderscheid te maken tussen mensen die vluchten voor oorlog of geweld en mensen die beschermd moeten worden tegen mensenrechtenschending. De eerste groep zou meer rechten krijgen.
Het grootste deel van de voorstellen stuitte op ernstige juridische bezwaren en praktische problemen in de uitvoering. Maar Faber was niet van plan haar wetsvoorstellen aan te passen. Ze wilde opschieten.
En hoewel Faber haast had, zocht ze voor haar plannen ook geen meerderheden in het parlement. De voorstellen werden ook nog niet behandeld – net als het plan van minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting, BBB) om de voorrang van statushouders bij sociale huur te schrappen.
De wél ingevoerde grenscontroles stuitten op problemen. Aangehouden vreemdelingen mochten niet worden weggestuurd, volgens de rechtbank. Daarbij had de marechaussee onvoldoende middelen om goed te controleren. De grenscontroles leiden bovendien niet tot minder migratie, bleek uit een onderzoek van de Rekenkamer dat gepubliceerd werd op de dag van de kabinetsval.
Faber zelf zal vooral worden herinnerd om relletjes. Zo weigerde ze een koninklijke onderscheiding te ondertekenen voor vijf voormalige medewerkers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en blokkeerde ze een uitje voor minderjarige asielzoekers naar de Efteling.
Lees ook
Op zoek naar de roots van Marjolein Faber: ‘Ze was altijd al stronteigenwijs’
Bestaanszekerheid
Nederlanders moeten meer geld overhouden en de inkomensondersteuning voor kwetsbare mensen moet eenvoudiger, schreven PVV, VVD, NSC en BBB in hun hoofdlijnenakkoord.
Is dat gelukt? Het eerste wel. Het kabinet heeft belastingverlagingen doorgevoerd en toeslagen verhoogd – met prioriteit voor de werkende middenklasse. Verder had het de mazzel dat de lonen harder stijgen dan de prijzen. Daardoor krijgen Nederlanders over de volle breedte meer te besteden.
Simpelere inkomensregelingen bleven uit. Het kabinet heeft bijvoorbeeld de toeslagen niet versimpeld of afgeschaft, ook al is het voorbereidende werk al lang gedaan, zeggen experts. Vereenvoudiging van de arbeidsongeschiktheidsuitkering is ook nog ver weg.
Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC) was vooral druk met het optuigen van een hersteloperatie voor fouten van uitkeringsinstantie UWV. En met een omstreden voorstel voor inspraak in de pensioenhervorming.
Verder werkte hij vooral aan wetsvoorstellen die Rutte IV al had voorbereid. Een wet met strengere regels voor uitzendbureaus ligt nu in de Eerste Kamer. Voor het inperken van flexwerk stuurde Van Hijum vorige maand een voorstel naar de Tweede Kamer. De minister werkte nog aan een wet die moet verduidelijken welk werk zzp’ers mogen doen. Die had hij nog voor de zomer naar het parlement willen sturen.
Lees ook
Opeens heeft iedereen in Den Haag het over zekerheid van bestaan
Wonen
Alle neuzen dezelfde kant op: dat was de boodschap van minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, BBB) eind vorig jaar op haar woontop in Nieuwegein. Minder regels moesten de bouw versnellen, meer geld de investeringen in nieuwbouw aanjagen. Keijzer wees grootschalige nieuwe bouwlocaties in Nederland aan.
Een halfjaar later is van die afspraken op de woontop nog weinig terechtgekomen. Om de regeldruk in de bouw te verlagen, begon Keijzer met het schrappen van de ‘nestkastjesverplichting’ bij nieuwbouw, wat de Tweede Kamer vervolgens weer terugdraaide. Ze stelde vervolgens de werkgroep ‘STOER’ in: Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving. Onder meer waterschappen zijn uitgesproken kritisch op voorstellen om in uiterwaarden en in overstromingsrisicogebieden te bouwen – de Tweede Kamer moet zich hier nog over uitspreken.
Verhuurders hadden hun hoop op Keijzer gevestigd om de Wet betaalbare huur, die de maximumhuur voor middenhuurwoningen begrenst, (deels) terug te draaien. Maar ook dat heeft de Tweede Kamer geblokkeerd. Woningcorporaties dreigden naar de rechter te stappen toen de coalitie de huren twee jaar wilde bevriezen: dat wetsvoorstel heeft Keijzer dinsdag zélf ingetrokken.
De besluitvorming over de geplande Nota Ruimte, de blauwdruk voor Nederland in de komende decennia, zou eigenlijk vóór de zomer zijn. Als de Tweede Kamer dit thema niet controversieel verklaart, kan Keijzer hier als demissionair minister nog mee doorgaan.
Lees ook
Woonminister Mona Keijzer wil ‘alles’ aangrijpen om te versnellen, maar komt nog met weinig concreets
Bestuur
Goed bestuur en een sterke rechtsstaat, luidde de belofte uit het hoofdlijnenakkoord. Ofwel een antwoord op de vertrouwensbreuk door de toeslagenaffaire en de schade door de gaswinning in Groningen.
De voorstellen kwamen vooral van NSC en Pieter Omtzigt, voorvechter van gedupeerde burgers. Denk aan meer sociaal advocaten, eenvoudiger wetgeving, een meer regionaal kiesstelsel, versterking van de ‘rechtsketen’ en opsplitsing van de Raad van State, die afscheid zou moeten nemen van z’n bestuursrechters.
Het kabinet-Schoof heeft voorzichtige stappen gezet, maar nog weinig of geen concrete resultaten bereikt. Ook zijn er voorstellen gedaan die de rechtsbescherming juist verzwakken. Over de instelling van een apart ‘constitutioneel hof’ verscheen een ‘hoofdlijnenbrief’, waarin vooral werd aangeduid wélke grondrechten hiervoor in aanmerking zouden moeten komen. Een concreet wetsvoorstel werd voor dit jaar aangekondigd, maar is nog niet verschenen.
Het kabinet zou zijn gevorderd met een voorstel voor een kiesstelsel waarin 125 van de 150 kandidaten op regiobasis verkiesbaar moeten zijn. Ingediend is er nog niets. Ook extra financiering voor sociale advocaten is nog uitgebleven. Toegang tot rechtshulp voor vreemdelingen wil het kabinet intussen juist inperken. Ook stelde het kabinet voor om belangenorganisaties juist minder gemakkelijk procedures bij de rechter aan te laten spannen.
Het kabinet bleek in de praktijk geen voorstander van de Wet Open Overheid. Minister Wiersma greep in een procedure onverwacht in om openbaarmaking van uitstootgegevens van boeren alsnog te verbieden. Over de voorgenomen splitsing van de Raad van State bleef het kabinet stil. Wel is de invoering van het correctief referendum dichterbij gekomen. Maar dat was een initiatiefvoorstel van de Kamer, in het bijzonder van de SP.
Lees ook
Wiersma wil stikstofberekeningen versoepelen, ondanks kritisch advies van de Raad van State
Zorg
Nog net op tijd stond oud-minister Fleur Agema (Zorg, PVV) afgelopen maandagmiddag, tijdens de eerste zorgtop ooit, voor een volle zaal zorgverleners om haar ‘platform afwenden arbeidsmarkttekort’ te presenteren. Die website moet een plek worden waar zorgaanbieders hun eigen oplossingen daarvoor kunnen delen.
Het oplopende personeelstekort bestrijden zag Agema als haar belangrijkste taak als minister. Het platform is tegelijkertijd een van haar weinige bereikte doelen. De twee duurste (en omstreden) voorstellen – de terugkeer van het bejaardenhuis en het halveren van het eigen risico – verkeren nog in de onderzoeksfase of liggen ter beoordeling bij de Raad van State.
Datzelfde geldt voor een ander plan om geld te zoeken om elk streekziekenhuis in elk geval een eigen spoedeisendehulppost te laten behouden. Bij het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen, waar dit speelt, lukte dat in ieder geval niet. Staatssecretaris Vincent Karremans (Preventie, VVD) presenteerde dit voorjaar een actieplan tegen vapen, zijn collega Vicky Maeijer (Langdurige zorg, PVV) kwam juist deze dinsdagochtend, alsof het kabinet nog niet gevallen was, met een hoofdlijnenakkoord ouderen.
De grootste zorgen zijn er bij vele zorgpartijen, die deze dinsdag samen met gemeenten en Rijk eindelijk het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord zouden sluiten. Hun overleg werd afgeblazen, onduidelijk is hoe het verder gaat.
Lees ook
Agema haalt bakzeil in conflict met Heinen over zorgakkoord
Klimaat
De klimaatdoelen bleven overeind, maar de focus werd verlegd, zei de rechtse coalitie. Dat betekende meer kernenergie en meer CO2-opslag en gaswinning in de Noordzee. Gereserveerd klimaatgeld moest lagere inkomens helpen bij de verduurzaming; De energietransitie mocht niet ten koste gaan van mensen met een „kleine beurs” en mkb’ers.
Uiteindelijk heeft het kabinet Schoof wel een paar stappen gezet rond kernenergie (zoals haalbaarheidsonderzoeken), maar stuiten de plannen voor meer kernenergie, gaswinning en CO2-opslag op grote tegenvallers. Zonder serieuze staatssteun blijven de nodige investeringen vanuit de markt uit.
Het kabinet voerde opnieuw een compensatieregeling voor de industrie in, na kritiek uit die sector op de energiekosten. Voor huishoudens kwam er een tijdelijk lagere energiebelasting die twee tientjes per jaar opleverde: geen structurele hulp voor lagere inkomens in de energietransitie.
Algemeen bleven de klimaatambities van dit kabinet steken in een onwerkbaar compromis. De klimaatdoelen moesten worden gehaald, maar tegelijkertijd werden concrete (verplichtende) maatregelen ingetrokken, zoals de aanschaf van warmtepompen per 2026.
De extra klimaatmaatregelen die minister Sophie Hermans (VVD) onlangs presenteerde, zijn vermoedelijk onvoldoende om de doelstellingen voor 2030 alsnog te halen.
Lees ook
‘De energietransitie is niet meer te stoppen. Ook niet door Donald Trump’
Onderwijs
Het gaat al jaren niet goed met de lees- en rekenvaardigheid van leerlingen. Het kabinet Schoof beloofde daarom met een ‘Herstelplan kwaliteit onderwijs’ te komen. In het najaar presenteerde staatssecretaris Mariëlle Paul (VVD) de hoofdlijnen, maar op het volledige plan wordt in de Kamer nog gewacht.
Minister Eppo Bruins (NSC) maakte vooral werk van bezuinigingen die het kabinet wilde doorvoeren op onderwijs, met name op universiteiten. Tweede en Eerste Kamer zijn inmiddels akkoord gegaan met een half miljard euro aan bezuinigingen in 2025. Het kabinet kreeg daarbij steun van een ‘monsterverbond’ van oppositiepartijen CDA, ChristenUnie, JA21 en SGP. In ruil matigde het kabinet de plannen. Zo zou in 2028 niet 2 miljard maar 1,2 miljard moeten worden bezuinigd. Belangenorganisaties in het onderwijs hopen dat een nieuw kabinet dit terugdraait.
Daarnaast werkte Bruins aan een wet om de verengelsing van het hoger onderwijs tegen te gaan en de toestroom van internationale studenten in te dammen. Zijn voorganger Robbert Dijkgraaf (D66) had soortgelijke plannen, maar Bruins wilde harder ingrijpen. De Wet internationalisering in balans (Wib) is nog niet behandeld door de Tweede Kamer. Wel hebben universiteiten en hogescholen inmiddels eigen plannen bekendgemaakt, om te voorkomen dat zij dwingende maatregelen krijgen opgelegd.
Lees ook
Geen hamerstuk: veel vragen in Eerste Kamer over de bezuinigingen op onderwijs
Landbouw
Het was de droom van de BoerBurgerBeweging. Als jonge partij doorstoten naar het kabinet, een minister en een staatssecretaris leveren, en zelf grotendeels het landbouwbeleid sturen. Maar BBB stuitte op juridische grenzen en een kritische meerderheid in de Tweede Kamer, waaronder coalitiepartners VVD en NSC.
Wat het kabinet wel heeft gedaan, is het schrappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied van Rutte IV. Ook ging er een streep door het bijbehorende fonds van 25 miljard euro, wat BBB vooral zag als geld voor verplichte uitkoop van boeren. Gedwongen krimp van de veestapel was er al niet, en is er ook niet gekomen. Wel heeft minister Femke Wiersma krimp bij doorverkoop van boerenbedrijven ingevoerd.
Maar het versoepelen van regels in Brussel, voor bijvoorbeeld stikstof en waterkwaliteit en Natura 2000-gebieden, is niet of nauwelijks gelukt. Ook met een oplossing voor de mestcrisis en het stikstofprobleem heeft het kabinet geen grote stappen gezet. Er is wel een ministeriële commissie opgetuigd, die met een ‘startpakket’ van 2,2 miljard euro is gekomen voor vrijwillige uitkoop en een regionale aanpak voor de Veluwe en de Peel. Een nieuw uitstootsysteem, met normen per veehouderij, kan nog járen duren.
Een volgend kabinet zal weer de oplossing moeten vinden, voor zowel het terugbrengen van mest en stikstof, als het op gang brengen van de vergunningverlening in Nederland.
Lees ook
Het kabinet dat zou opkomen voor de burger ging ten onder aan amateurisme en onvermogen
Om negen uur, dinsdagochtend, zit premier Dick Schoof in het Catshuis. Zoals elke dinsdag heeft hij overleg met zijn vier vicepremiers: Fleur Agema van de PVV, Sophie Hermans van de VVD, Eddy van Hijum van NSC en Mona Keijzer van BBB. Er zijn ook medewerkers bij. Dat een kabinetscrisis dreigt, weten ze. En dus is het overleg nog niet echt begonnen, ze wachten. Fleur Agema komt wat later binnen, dat valt de anderen op. Ze denken: zíj weet het al wel.
Het is nog niet helemaal zeker, toch begint Schoof alvast over het scenario dat PVV-leider Wilders niet verder wil met het kabinet. Ambtenaren hebben voor hem uitgezocht hoe dat in het verleden ging: de ministers en staatssecretarissen van de partij die het kabinet ten val bracht, stapten dan zelf ook op. Hij vraagt aan Agema: „Wat doen jullie?” Agema heeft geen idee.
Om tien over negen horen ook Hermans, Van Hijum en Keijzer dat Geert Wilders het kabinet niet meer steunt. Ze horen ook dat Wilders Schoof erover zal bellen, en daar wachten ze op. Om kwart over negen ziet een van hen het bericht van Wilders op X: ‘PVV verlaat de coalitie’. Aan tafel is er irritatie over, verontwaardiging: éérst X, dan pas de premier. Meteen daarna gaat de telefoon van Schoof. „Daar zul je ’m hebben”, zegt hij. Hij staat op om met Wilders te bellen.
Verbijsterd en boos
Schoof begint tegen Wilders ook over voorbeelden uit het verleden en vraagt aan hem hetzelfde als aan Agema: wat is de PVV van plan met de eigen bewindslieden? Wilders heeft er nog niet over nagedacht, hij belooft om erover terug te bellen.
Voorbeelden uit het verleden: in juni 2006 liet D66 het kabinet-Balkenende II vallen en alle D66’ers verlieten het kabinet. In 2010 viel Balkenende IV omdat de PvdA niet verder wilde en vertrokken ook de ministers en staatssecretarissen van de PvdA.
Wilders belt er niet veel later over terug, hij heeft het nagevraagd en hij heeft er een beslissing over genomen: al zijn bewindslieden stoppen. Agema, zien de anderen, kan het eerst niet geloven. Ze denkt dat Schoof dit heeft bedacht. Wil hij haar weg hebben? Nee, zegt Schoof. Hij weet, maar dat zegt hij niet, dat de andere partijen al klaar zijn met de PVV. Politiek is het nu niet meer te doen, met z’n allen in één kabinet blijven zitten, al is dat demissionair.
Yesilgöz had op de kamer van Wilders nog willen redden wat er te redden viel
In de Tweede Kamer staan VVD-leider Dilan Yesilgöz, NSC’er Nicolien van Vroonhoven en Caroline van der Plas van BBB om kwart over negen op de gang van de PVV, net buiten het beveiligde deel. Ze zijn verbijsterd en boos. Van Vroonhoven had ’s ochtends vroeg nog „een klein sprankje hoop” gehad. Van der Plas nauwelijks, bij BBB lag het persbericht over de kabinetsval al klaar. Yesilgöz had op de kamer van Wilders nog willen redden wat er te redden viel. Ze had willen voorstellen om namens de vier partijen met een motie te komen over de extra asielplannen van Wilders, waaruit de steun van de hele coalitie zou blijken voor een nóg strenger asielbeleid. Maar Wilders had haar niet laten uitpraten. Hij eiste een handtekening van alle drie, en die kwam er niet. Voor hem was het klaar.
In de gang zegt Yesilgöz: „We staan voor schut.” Nu gebeurde waar de VVD al een tijdje bang voor is: een kabinetscrisis net voor de NAVO-top in Den Haag, eind juni, met de leiders van alle NAVO-landen en Mark Rutte als gastheer.
In Parijs
De ministers en staatssecretarissen van de PVV zien het nieuws van hun onmiddellijke vertrek uit het kabinet op hun telefoon, niemand van hen had dáárop gerekend. Minister Reinette Klever voor Buitenlandse Handel ziet het bericht in Parijs, ze loopt op straat, onderweg naar een bijeenkomst van de OESO met andere ministers. Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Zsolt Szabó is op zijn ministerie. Hij had veel zin in de presentatie van de Nederlandse digitaliseringsstrategie, deze vrijdag in de ministerraad en op dinsdag hoopt hij de hele ochtend nog dat hij misschien toch in het kabinet kan blijven zitten, om zijn werk af te maken. Dirk Beljaarts, minister van Economische Zaken, wil dat ook.
Het is vooral Ingrid Coenradie, PVV-staatssecretaris van Justitie, die er in de extra ministerraad van dinsdagmiddag, in het Catshuis, een punt van maakt. Zij voelt zich al een tijdje geen PVV’er meer, ze heeft geen contact meer met Wilders sinds hun ruzie over de overvolle gevangenissen en het eerder vrijlaten van gevangenen, omdat er te weinig personeel is. Ook Coenradie wil in het kabinet blijven. Maar daarvoor heeft ze de steun nodig van VVD, NSC en BBB.
Ze krijgt van de vicepremiers van die partijen te horen dat er dan over gestemd zou moeten worden. Ze hopen, zeggen ze, dat het zover niet hoeft te komen. Ze bedoelen: je maakt geen kans. Coenradie huilt.
Lees ook
Coenradie wilde liever aanblijven als staatssecretaris: ‘Ik zie mezelf niet meer als PVV’er’
‘Onverantwoord’
Bij de deur van het Catshuis staat om half vier een katheder klaar, en een microfoon. Er is ook speciale belichting. Schoof, die is geschminkt, pakt een papier uit zijn binnenzak. Hij zegt dat hij de vier partijleiders de dagen ervoor een paar keer heeft laten weten dat de val van het kabinet wat hem betreft „onnodig en onverantwoord” was. Er was „daadkracht” nodig, geen „uitstel”. Hij begint ook nog over zichzelf: hij blijft aan als demissionair premier, totdat er een nieuw kabinet is, met een nieuwe premier.
Ik doe een korte broek aan, neem een glas witte wijn. En ga doen wat ik nooit doe: talkshows kijken, een beetje zappen
’s Avonds belt hij met fractievoorzitters in de Tweede Kamer: hoe willen ze nu verder? Op woensdagochtend om kwart over tien is daar een debat over. PVV’er Barry Madlener, tot dinsdagmiddag minister van Infrastructuur en Waterstaat, is van plan om lang uit te slapen. „Dat heb ik net in de ministerraad bedacht”, zegt hij bij het Catshuis, net voordat hij voor de laatste keer in zijn dienstauto stapt. „Ik zet géén wekker.” En als hij straks thuis is: „Ik doe een korte broek aan en neem een glas witte wijn. En dan ga ik doen wat ik nooit doe: talkshows kijken, een beetje zappen.” Hij zal zijn werk gaan missen, zegt hij, en ook de ambtenaren op zijn ministerie. „Ik ben een emotioneel mens.”
Het verdriet dat niemand ziet, zit bij de partners van de PVV-ministers en staatssecretarissen. In het kabinet-Schoof organiseerden de ‘partners van’ om de paar maanden etentjes in het Catshuis, soms met een quiz. Ze kookten samen, ze deelden lief en leed, zíj begrepen elkaar. De partners van de PVV’ers deden daar voluit aan mee, ze vonden het geweldig. Ook dat is nu voorbij.
Lees ook
Het kabinet dat zou opkomen voor de burger ging ten onder aan amateurisme en onvermogen
De PVV heeft dinsdagochtend het kabinet verlaten. Dat meldt PVV-leider Geert Wilders dinsdagochtend op X. „Geen handtekening voor onze asielplannen. Geen aanpassing Hoofdlijnenakkoord. PVV verlaat de coalitie”, schrijft hij.
De gesprekken over de asieleisen van Wilders waren dinsdag nog maar enkele minuten bezig, nadat het overleg maandagavond uitliep op een impasse. Volgens VVD-leider Yesilgöz deed premier Dick Schoof dinsdagochtend nog een beroep op de fractieleiders om er samen uit te komen.
Afgelopen zondag dreigde Wilders op X dat zijn partij uit het kabinet stapt als het merendeel van zijn tien migratievoorstellen niet wordt opgenomen in het hoofdlijnenakkoord. Het tienpuntenplan presenteerde hij vorige week tijdens een speciaal ingelaste persconferentie.
Wilders wil onder meer de grenzen sluiten voor asielzoekers met behulp van het leger. Verder moeten alleenstaanden met een verblijfsvergunning, als het aan de PVV-leider ligt, na veertien weken in een asielzoekerscentra zelf naar onderdak te zoeken. Volgens asieladvocaten zijn de tien eisen juridisch onhaalbaar. Daarbij stonden de meeste ideeën al in het verkiezingsprogramma van de partij.
Asielminister Faber
Wilders’ coalitiepartners weigerden vooralsnog in te stemmen met de asieleisen. Volgens hen moest de PVV-voorman eerst de plannen uitwerken of minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) aanschieten. De coalitiepartners wilden dat Faber haast maakte met de asielpunten uit het Hoofdlijnenakkoord.
In de Tweede Kamer is Wilders’ partij momenteel nog de grootste met 37 zetels, maar in de peilingen zakte de PVV de laatste weken naar circa 29 zetels. Daarmee zou de partij even groot zijn als de VVD en GroenLinks-PvdA. Ook vinden coalitie- en oppositiepartijen dat minister Faber tot op heden weinig klaarspeelt.
Liveblog Kabinetscrisis
Geert Wilders trekt PVV terug uit het kabinet-Schoof
Is het deze keer dan echt menens? Maandagavond om 18.00 zijn de fractievoorzitters bijeengekomen voor een overleg dat pas sinds kort op de agenda staat. Tijdens het gesprek gaan de leiders van de NSC, BBB en de VVD in op de eisen van de PVV voor een verscherping van het asielbeleid.
„Als er niets of onvoldoende verandert, is de PVV weg”, waarschuwde Geert Wilders een week geleden. Op de zelf aangekondigde persconferentie trok de PVV-leider een grens; hij publiceerde ook meteen een document met tien eisen voor een strenger asiel- en migratiebeleid.
De eisen — die veelal ook in het verkiezingsprogramma van de partij waren te vinden — omvatten onder meer het sluiten van de grenzen met Duitsland en België en het tijdelijk stopzetten van gezinshereniging. Ook wil de PVV dat het kabinet direct het bijbouwen van azc’s stopzet, en juist een aantal opvanglocaties sluit.
Niet gehoeven
Voor VVD-leider Dilan Yesilgöz had een spoedoverleg niet gehoeven, vertelt ze maandag bij aankomst bij de werkkamer van Wilders, waar het gesprek plaatsvindt. „Een aantal [van de punten] doen we al, een aantal hadden we kunnen doen als Faber meer vaart had gemaakt. Politiek blokkeert niemand je. Stel je doel is de boel te laten klappen, zeg dat dan gewoon”.
Ook Caroline van der Plas noemt het overleg „onnodig” en uit haar ongenoegen over het dreigement van de PVV-leider de coalitie uit te stappen: „Nederland houdt niet van weglopers”, aldus de BBB-leider.
De kersverse NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven laat weten niet te weten wat ze moet verwachten van het gesprek, maar zegt „dit soort taferelen eerder te hebben gezien. Het is geen verrassing, we weten inmiddels hoe we moeten reageren”.
Handschoenen uit
Volgens Wilders is het document „geen dictaat, maar ook niet vrijblijvend”. Wat hem betreft had de PVV „zich het afgelopen jaar zeer redelijk en geduldig opgesteld”, maar gingen nu „de handschoenen uit”.
Het is nog niet duidelijk hoe de VVD, NSC en BBB zich tot de standpunten verhouden. Ondanks dat ook deze partijen staan voor een strenger asielbeleid, moeten er voor sommige punten verdragen worden opengebroken.
In eerste instantie reageerden de leiders ietwat laconiek op het dreigement van de PVV-leider. Ze wezen er onder meer op dat zijn partij met Marjolein Faber zelf de verantwoordelijk minister heeft geleverd.
Niet de eerste keer
Bovendien is het niet de eerste keer dat de PVV dreigt met een kabinetsval om diens asielbeleid door te voeren. In februari zei Wilders ook al uit de coalitie te zullen stappen als de concept-asielwetten van minister Faber zouden worden aangepast. Wilders trok het dreigement uiteindelijk in.
Toch sloeg de stemming bij de leiders van de andere coalitiepartijen om toen Wilders vrijdag op een een rechtsradicaal congres in Boedapest uitriep: „Mijn partij wil meer en we willen het nu!” Zondag herhaalde hij in een aantal berichten op X dat indien het merendeel van de eisen niet wordt aangenomen, de PVV uit de coalitie stapt.
Lees ook
Hoe Wilders zijn kiezers bedient met onhaalbare asielplannen
Het nieuwe inzicht, die „heerlijke, verruimende gedachte”, kwam op een zaterdagochtend in april. Dominee Kersten Bijleveld (61) had in zijn kerkgebouw in het Friese Boornbergum de synode van de voortgezette gereformeerde kerken in Nederland te gast. Het is maar een kleine stroming, van enkele gereformeerde kerken. De dag begon met een lezing van Albert Groothedde, een theoloog die in Jeruzalem heeft gewoond. Het onderwerp: ‘Kerk en Israël.’ „Het zal een spannend verhaal worden”, had broeder Groothedde al bij zijn inleiding gezegd. Want er rust „een enorm taboe op Israël, ook in de kerk”. Bijleveld snapte wat de spreker bedoelde: als je in de kerk felle reacties wil krijgen, moet je over Israël en Gaza beginnen.
Broeder Groothedde had uitgelegd, met citaten uit de Bijbel, hoe God het Heilige Land had beloofd aan Abraham en zijn nakomelingen. Bijleveld vertelt het na. „God zei: jullie mogen daar wonen. Maar het blijft van Mij, ook als jullie het land bewerken. Jullie zijn vreemdelingen, jullie zijn bijwoners. God gaf ze geen vrijbrief om maar met het land te doen wat ze willen.”
Kersten Bijleveld heeft altijd „sympathie” voor Israël gevoeld. „In de Bijbel staat duidelijk dat de Here God het Joodse volk heeft uitverkoren.” Hij gelooft dat er, ook nu nog, een „geestelijke strijd” tussen goed en kwaad is, en dat de duivel Israël wil vernietigen.
Interieur van de Hervormde Kerk van Boornbergum.Exterieur van de Gereformeerde Kerk van Boornbergum.
Foto’s Kees van de Veen
Maar hij kon de onvoorwaardelijke steun voor Israël steeds minder rijmen met wat hij in Gaza ziet gebeuren. Dat is het inzicht dat hij die zaterdag kreeg. Hij mag naast liefde voor Israël, besefte dominee Bijleveld, óók kritiek hebben op de regering-Netanyahu, of het Palestijnse leed onder burgers in Gaza benoemen. Bijleveld pauzeert even. „Dát was zo’n opluchting. Want het knelde, het oude idee dat ik had, dat er geen kritiek op Israël mag zijn en de Palestijnen als het grote kwaad worden neergezet. Het knelde zo erg.”
Davidster
Het dorp Boornbergum (ongeveer 1.750 inwoners), dicht bij Drachten, telt één snackbar, één sportclub, één dorpshuis en één fanfare, Looft Den Heer. Maar er zijn twee kerken, aan beide zijden van het dorp. Aan de ene kant, aan de Easterbuorren, staat de Gereformeerde Kerk uit 1911, met ongeveer 450 leden. Dat is de kerk van Kersten Bijleveld. In de diensten zingen ze psalmen en gezangen, maar ook liederen uit de evangelische bundel Opwekking, soms met band. De vorm is relatief los, maar de boodschap is behoudend. Zo worden hier geen homohuwelijken gesloten. In 2004 gingen de Nederlands hervormde, gereformeerde en evangelisch-lutherse kerken samen in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), maar de gereformeerden van Boornbergum wilden niet meedoen.
Aan de andere kant, aan de Westerbuorren, staat de Hervormde Kerk uit 1871. Daar komt de PKN-gemeente samen, een relatief vrijzinnige kerk. Carola Dahmen (39) is predikant van deze PKN-gemeente (210 leden). Dahmen omschrijft haar gemeente als maatschappijbewust, links van het midden. Veel Trouw-lezers, veel CDA- en GroenLinks-PvdA-stemmers.
Op maandagochtend loopt dominee Kersten Bijleveld door het lege gebouw van de Gereformeerde Kerk. Op een tafel bij de ingang liggen folders: Israël Aktueel van de lobbyorganisatie Christenen voor Israël, Vrede voor Jeruzalem en een catalogus van het Israël Producten Centrum, met zeepjes, wijn en armbanden met Bijbelse teksten uit Israël. In de kerkzaal staat een groot houten kruis met davidster. Onder de gemeenteleden vind je sympathisanten van de PVV, SGP en ChristenUnie.
De liefde voor Israël zit diep. Bijleveld: „We hebben regelmatig Israël-avonden, en dan zit de grote zaal vol. Mensen komen uit de hele regio.” Eén van zijn voorgangers, dominee Kees Kant, was een prominent gezicht van Christenen voor Israël. Israël heeft een Bijbelse opdracht zich te verdedigen tegen het kwaad, zegt Kees Kant vaak in publieke optredens. Hij zei onlangs: „Bij Joden wordt al snel gedacht: het is hun bestemming om met de handen over elkaar te zitten, om zondebok te zijn, geslacht te worden als een lam.”
Foto Kees van de Veen
We hebben regelmatig Israël-avonden en dan zit de grote zaal vol
PKN-dominee Carola Dahmen zit in de woonkamer van de pastorie. Ze noemt zichzelf „behoorlijk uitgesproken over politiek, ik neem geen blad voor de mond”. In de hoek ligt een kartonnen bord: Ik wil ook een toekomst. Dat was van de keer dat ze met haar dochtertje van zes meedeed aan een solidariteitsdemonstratie voor de bezetting van de A12 door actiegroep Extinction Rebellion. Ze zegt: „Ik voel het als mijn plicht om me uit te spreken over maatschappelijke thema’s, ook over Israël en Gaza. Ik probeer altijd leed te benoemen. En solidair te zijn met de zwakkeren.”
Wel is ze op haar hoede. Dahmen komt uit Duitsland, en ze kent de gevoeligheden rondom Israël. „De Holocaust in de eerste plaats. De kerken hebben zich in het verleden schuldig gemaakt aan antisemitisme, en doen dat nog. Maar het is nu zo duidelijk dat er sprake is van etnische zuivering en genocide in Gaza. Dat moeten we als kerken durven benoemen.”
Palestijnse vlaggen
Niemand weet precies hoe protestants-christelijke Nederlanders denken over het extreme Israëlische geweld in Gaza, dat al ruim anderhalf jaar duurt. Er is geen betrouwbaar onderzoek naar gedaan. De kerken, waar 1,4 miljoen Nederlanders lid van zijn, hebben zich na de Tweede Wereldoorlog sterk solidair verklaard met Israël. Dat geldt vooral voor orthodoxe en evangelische kerken, maar ook de PKN, de grote middenkerk, heeft het over „de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël”.
Meestal krijgt Christenen voor Israël (CvI), dat actie voert voor Israël en waartegen fel geprotesteerd wordt door pro-Palestijnse organisaties, de meeste aandacht. Maar buiten het zicht is er veel discussie over Israël, sinds de terroristische aanslagen door Hamas op 7 oktober 2023, met zeker 1.300 Israëlische doden, en de Israëlische reactie in Gaza, ruim 50.000 Palestijnse doden. Het gaat vaak stilletjes, vertellen protestantse christenen, aan de keukentafel, of in de beslotenheid van de kerkeraad. En soms woedt het in alle hevigheid, bijvoorbeeld op de opiniepagina’s van het Reformatorisch Dagblad.
De 22-jarige student geneeskunde Matthijs Klaassen stuurde een opiniestuk naar die krant. Hij groeide op in Zeeland in de orthodoxe Gereformeerde Gemeente – die sterk pro-Israël is. Het Reformatorisch Dagblad is in die geloofsgemeenschap de meestgelezen krant. „Ik kon het lijden in Gaza niet langer aanzien”, vertelt hij op een terras in Rotterdam, waar hij aan een promotieonderzoek werkt. „Zeker niet toen ik de beelden zag van de moord op vijftien hulpverleners door het Israëlische leger, en het liegen daarover. Maar net zo erg vond ik het zwijgen van de reformatorische gemeenschap.”
Begin mei werd zijn stuk geplaatst, tot zijn eigen verbazing. Hij schreef: „‘Nooddruftigen [berooiden], vergeet God niet’, zongen we op paaszondag in de kerk, maar wij lijken de Palestijnen wel vergeten. Diezelfde zondag kleurden Palestijnse vlaggen de Erasmusbrug om zich tegen de situatie in Gaza uit te spreken. De demonstranten leken de boodschap van de opgestane Christus beter begrepen te hebben: geen uitroeiing, maar vergeving voor Jood én heiden.”
Hij kreeg tientallen aanmoedigende, maar ook enkele woedende reacties, zegt hij. Hij beantwoordde de meeste beleefd. Ook in het Reformatorisch Dagblad wordt hij in het ene na het andere opiniestuk terechtgewezen. Opvallender was de enorme, onverwachte bijval, zegt hij. Een 72-jarige lezer wilde hem in een ingezonden brief „hartelijk bedanken voor de spiegel die hij ons voorhoudt”. De hoofdredacteur van de krant, Steef de Bruijn, schreef dat Klaassen „terecht” op het zwijgen binnen de reformatorische zuil had gewezen, als het ging om Israëlische schendingen van het oorlogsrecht. Dat is een grote stap voor deze krant.
Matthijs Klaassen mocht een reactiestuk schrijven, dat inmiddels ook geplaatst is. Hij wil geen opiniemaker zijn voor christelijk Nederland, zegt hij. „Ik ergerde me alleen al lang aan de ongeïnformeerdheid en eenzijdigheid in reformatorische kring over Israël en Gaza. Het wantrouwen tegen media is daar heel groot, met als gevolg dat mensen niet goed weten wat er in Gaza gebeurt, behalve wat ze in het Reformatorisch Dagblad lezen of op zondag in de kerk horen. Dat wilde ik óók aan de orde stellen.”
Torens van Babel
In Boornbergum preekte dominee Kersten Bijleveld zondag over de brief van apostel Paulus aan de Hebreeën, een vroege christelijke gemeente. Daarin staat: „Wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.”
Bijleveld preekt niet graag over Israël, Gaza, of over politiek in het algemeen. Maar wie goed oplet, hoort subtiele verwijzingen. Ook afgelopen zondag, toen het over de Hebreeën ging. Want zó ziet hij die Bijbelpassage, zei hij in de preek: iedereen is te gast op aarde, iedereen is voor God een vreemdeling.
De mens, hovaardig en ijdel, bouwt torens van Babel, of grote legers om zich veilig te voelen. Maar échte vrede is er pas als God weer regeert, in de ‘toekomstige stad’. Bijleveld zegt: „Dat geldt voor christenen en Joden. Dus hoef je niet alles goed te keuren wat er in Israël gebeurt. Ook de profeten in het Oude Testament hadden al kritiek op Israël.”
Bijleveld had daarna gebeden voor Israël én de Palestijnen.
Foto Kees van de Veen
Ik voel het als mijn plicht om me uit te spreken, ook over Israël en Gaza
Carola Dahmen preekte drie weken geleden over de profeet Ezechiël. Ze leidde het verhaal in met een waarschuwing: „Het wordt er nooit gezelliger op als het vanaf de kansel over politiek gaat. Maar toch is het nodig.”
Ezechiël, zei ze, was een profeet die de machthebbers van zijn tijd, de leiders van Israël, goed de waarheid vertelde. Ezechiël riep uit: „Wee jullie, herders van Israël, want jullie hebben alleen jezelf geweid!” Dahmen vergeleek hem met Israëlische critici van het geweld in Gaza nu, hoogleraren bijvoorbeeld die het over genocide hebben.
„Interne kritiek” komt altijd harder aan dan kritiek van buiten, dat was voor Carola Dahmen de les van Ezechiël. Ze richtte zich in haar preek daarom op „de herders in de Eerste en Tweede Kamer, de gemeenteraden en het Torentje”, die Israël blijven steunen. „Wij moeten onze leiders op de vingers tikken wanneer ze zich openbaren als wolven in een schapenvel.”
Dahmen bad daarna voor Trump, Poetin en Netanyahu, „de herders van deze wereld die bloed aan hun handen hebben”. Ze bad „juist voor hen, opdat zij met nachtmerries geslagen worden”.
Koning Herodes
In de pastorie vertelt Carola Dahmen dat ze zich „heel boos maakt” over het zwijgen van de PKN. „De kerk laveert diplomatiek tussen Israël en Gaza. Alsof het leed daar gelijk verdeeld is. In mijn gemeente hebben veel mensen daar grote moeite mee. Mensen lezen de krant, zien de beelden. Je kan niet langer afzijdig blijven.”
Debat over Gaza is er nauwelijks in haar kerk, zegt Carola Dahmen. De consensus is vrij groot dat er sprake is van onaanvaardbaar Israëlisch geweld. De predikant krijgt soms wel de vraag wat die „onopgeefbare verbondenheid” met het volk Israël eigenlijk betekent. „Ik leg dan uit dat ik het zie het als solidariteit met mensen die geen plek hebben, die onderdrukt worden. Het Bijbelse volk Israël bestond uit weggelopen slaven. Maar het begrip geldt niet logischerwijs voor de regering-Netanyahu.”
Kerkgangers waren blij dat ze over Netanyahu had gepreekt. Sommigen kwamen in tranen naar haar toe, vertelt ze, omdat het nieuws hen zo aangrijpt. In een eerdere preek had ze Netanyahu vergeleken met koning Herodes, de heerser van het Heilige Land toen Jezus geboren werd. Herodes liet volgens het Nieuwe Testament alle jongetjes van Bethlehem vermoorden, uit angst voor Jezus. Na afloop zei een collega tegen haar dat die de vergelijking te ver ging. Ze vond het zelf ook gewaagd, zegt Dahmen, maar het was bedoeld om de kerk wakker te schudden.
Dominee Kersten Bijleveld zegt dat de protestantse kerken theologisch niet zijn „doorontwikkeld” als het om Israël gaat. Voor de Tweede Wereldoorlog, zegt hij, geloofden protestanten sterk in wat ze de vervangingstheologie noemen. Niet het Joodse volk, maar zíj, de christenen, zijn na de komst van Jezus het nieuwe uitverkoren volk geworden. Na de Tweede Wereldoorlog, toen duidelijk was geworden dat deze kijk op het Jodendom het antisemitisme in de hand had gewerkt, hebben de meeste kerken die theologie verworpen. Daarvoor in de plaats kwam een sterke pro-Israëlische houding. Nu zou het tijd worden voor een nieuwe hervorming, vindt Bijleveld, „waarin we benadrukken dat de barmhartige God Israël verkiest, maar ook eisen haar stelt. Dan is kritiek op het huidige Israël mogelijk.”
Kersten Bijleveld krijgt na een dienst wel eens te horen dat hij wat meer pro-Israël mag zijn. „Maar ze weten ook wel dat ik ook niet in het pro-Palestijnse kamp zit. Er gebeuren daar dingen die God niet wil. Dat blijf ik benadrukken.”
Gereformeerde Bond
Een ruime meerderheid van de bevolking (62 procent) vindt dat Nederland veel kritischer moet zijn op Israël, bleek eerder deze maand uit een peiling van tv-programma EenVandaag. Ook kiezers van twee van de drie christelijke partijen in de Tweede Kamer vinden dat het kabinet hardere maatregelen moet nemen tegen Israël: 70 procent van de CDA-kiezers en 51 procent van de kiezers van de ChristenUnie. Alleen het orthodox-protestantse SGP-electoraat blijft stevig aan de Israëlische kant staan; daar is maar 7 procent voor een harder Israël-beleid.
Ik kon het lijden in Gaza niet langer aanzien. Zeker niet na de moord op vijftien hulpverleners door het Israëlische leger
Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA) gaat naar de kerk in de Gereformeerde Bond binnen de PKN, een orthodoxe stroming die zeer pro-Israël is. „Ik denk dat 90 procent van mijn gemeente Christenen voor Israël sponsort”, zegt hij. Hij groeide er thuis ook mee op. Maar hij, en zijn partij, hebben een „draai” gemaakt. Het CDA mag niet zwijgen over de Israëlische schendingen van het internationaal recht, schreven hij en partijleider Henri Bontenbal eind april in Trouw. Het recht op zelfverdediging „kent grenzen”.
Het stuk was bedoeld om de buitenwereld duidelijk te maken dat het CDA anders over Israël is gaan denken, zegt Boswijk. Veel vaker dan voorheen steunt de partij moties die oproepen tot hardere maatregelen tegen Israël, zoals sancties. Zo steunde het CDA deze maand een motie van D66 die oproept om het Associatieverdrag dat de EU heeft met Israël „direct” op te schorten. Boswijk: „Het was nodig ons nog een keer uit te spreken. Zo konden we de VVD en de ChristenUnie onder druk zetten om ook kritischer te worden.” Boswijk had veel intern debat verwacht, maar dat bleef uit. En uit de hoek van de ChristenUnie en de VVD, twee partijen met een lange pro-Israëlische traditie, kregen hij en Bontenbal vooral bijval.
Hoewel het minder snel gaat dan bij het CDA, verandert ook de houding van de ChristenUnie in Den Haag als het om Israël gaat. Partijleider Mirjam Bikker zei afgelopen weekend in het EO-programma Dit Is Tijs dat ze het „ontzettend moeilijk” vond om de Israëlische moord op hulpverleners in Gaza te zien. Hoewel ze het niet over genocide wil hebben, zei ze wel: „Israël kiest nu eigenlijk de laagte van Hamas.”
Joodse kolonisten
Een reis naar de bezette Westelijke Jordaanoever zette Derk Boswijk begin vorig jaar echt aan het denken. Het zag er daar heel anders uit dan hij zich had voorgesteld. Nederzettingen van Joodse kolonisten waren geen plukjes met caravans hier en daar, maar hele steden, met wegen, elektriciteit en overheidssteun. Hij riep op tot een boycot van producten uit de nederzettingen, en kreeg meteen Christenen voor Israël achter zich aan. Op hun website schreef directeur Frank van Oordt: „Het CDA is werkelijk de schaamte voorbij. Het oude ‘koop niet bij Joden’ is kennelijk weer springlevend.” Later werd het bericht verwijderd.
Derk Boswijk had er last van. Het is al moeilijk je als christen kritisch te uiten over Israël, en deze beschuldiging kwam hard aan. „Ik krijg vaker harde kritiek. Maar dit was iemand uit mijn bubbel, een geloofsgenoot, die ’s zondags ook in de kerk zit. Ik was woest.” Hij vertelde het aan zijn moeder. Zij zegde haar lidmaatschap op.
Derk Boswijk merkt dat de achterban van de christelijke partijen veel kritischer is geworden op Israël. Toch is dat niet de reden dat CDA en CU dat ook zijn geworden, zegt hij. „Maar, anders dan partijen aan de linkerflank hebben wij nooit heel expliciet kritiek geuit, omdat het in onze achterban, of in onze christelijke bubbel, onnodig veel gezeik zou opleveren. Ik zou mezelf heel wat op de hals hebben gehaald als ik dit een paar jaar geleden had gezegd.” Nu het taboe weg is, is kritiek leveren „eenvoudiger”, zegt Boswijk.
In een voorbespreking van de kerkeraad van dominee Bijleveld was het eens gegaan over het gebed. Het idee was om van gastvoorgangers te vragen dat ze voor Israël zouden bidden. Na wat discussie is dat plan niet doorgegaan. Gelukkig maar, vindt dominee Bijleveld. „Een voorganger moet de vrijheid hebben om te bidden wat zijn hart hem ingeeft.” Zondag bidt hij voor Israël en voor de Palestijnen.
Misschien is het wel de belangrijkste vacature van het moment in Nederland: het presidentschap van De Nederlandsche Bank, per 1 juli. Zij of hij geeft leiding aan de belangrijkste toezichthouder op banken, adviseert de overheid op hoog niveau en wordt medebestuurder in de Europese Centrale Bank, die de financiële stabiliteit in de eurozone bewaakt.
Wie neemt deze taken in elk geval de komende zeven jaar op zich? Dat blijft vooralsnog een raadsel, terwijl huidige president Klaas Knot over een maand vertrekt. Zijn maximale termijn van twee keer zeven jaar zit erop. Volgens minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) hoeft niemand zich zorgen te maken over de opvolging van Knot – maar de tijd dringt.
De procedure verloopt als volgt: in februari stelde de raad van commissarissen een profielschets op voor de opvolger van Knot. Deze werd goedgekeurd door Heinen. Volgens de wet is het daarna aan de commissarissen van De Nederlandsche Bank, onder leiding van oud-topambtenaar en oud-PvdA-minister Martin van Rijn. Zij selecteren drie kandidaten. Minister Heinen kiest vervolgens een van de drie, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de ministerraad.
Politieke inmenging
De benoeming van Klaas Knot veertien jaar geleden werd op 20 mei 2011 bekendgemaakt, zes weken voordat hij op 1 juli van dat jaar zijn voorganger Nout Wellink moest opvolgen. Die was graag nog even gebleven, maar moest weg van Den Haag na de bankencrisis. De wet werd er zelfs voor aangepast: sindsdien mag een president van DNB maximaal twee termijnen zitten.
Knots sollicitatieprocedure ging niet zonder slag of stoot. De voorkeurskandidaat van de raad van commissarissen van DNB was Lex Hoogduin, die destijds al bestuurder was bij de bank. Uit een reconstructie van NRC bleek dat premier Mark Rutte zijn aanstelling tegenhield. Hoogduin zou niet de door Den Haag gewenste cultuurverandering na Wellink kunnen doorvoeren, was de analyse. Het werd compromiskandidaat Klaas Knot. Hoogduin vertrok boos bij DNB.
Laat ik het zo zeggen: ik leun niet achterover in dit proces
Politieke bemoeienis
De DNB-benoeming lijkt ook deze keer weer op bemoeienis van het kabinet te kunnen rekenen, bleek uit de podcast Leaders of Finance, waar Eelco Heinen te gast was. De host vroeg de minister van Financiën of hij een belangrijke rol had in de keuze voor de opvolging van Knot. „Laat ik het zo zeggen: ik leun niet achterover in dit proces.”
Voor Heinen kan meespelen dat een nieuwe DNB-president ook politiek gezien op één lijn moet zitten met het ministerie van Financiën. Sinds de handelsoorlog is losgebarsten en Rusland Oekraïne is binnengevallen, staat het debat over gezamenlijke Europese schuldfinanciering weer vol op de agenda. Mario Draghi, voormalig president van de Europese Centrale Bank, pleitte in een invloedrijk rapport over een concurrerende toekomst van de Europese Unie voor gezamenlijke investeringen in innovatie, klimaat en defensie. Nederland is tegen gezamenlijk schulden aangaan en een DNB-president die iets anders zou vinden, ligt daarom uiterst gevoelig.
Woordvoerders van het ministerie van Financiën en DNB zeggen niets over de zoektocht naar een opvolger van Klaas Knot, vanwege de gevoeligheid van de procedure en omdat het „over personen” gaat.
Balkenendenorm
In Den Haag wordt erop gewezen dat het kabinet niet alleen de kandidaat moet goedkeuren, maar ook de beloning van die nieuwe kandidaat, omdat deze waarschijnlijk boven de Balkenendenorm ligt. In 2024 lag die norm op 233.000 euro, terwijl Klaas Knot in totaal 500.000 euro per jaar verdiende, blijkt uit het jaarverslag. Overigens met goedvinden van Den Haag: DNB heeft een uitzondering bedongen op de Wet Normering Topinkomens, zoals de norm formeel heet. Maar of de huidige procedure hierop vastloopt, is onbekend.
Hoewel niemand formeel iets wil zeggen, gaan er in de wandelgangen wel een paar namen rond. De oud-staatssecretarissen Menno Snel (D66) en Marnix van Rij (CDA) worden genoemd, net als oud-minister Jeroen Dijsselbloem (PvdA) en huidig DNB-bestuurders Olaf Sleijpen en Gita Salden. Bestuursvoorzitter van de Autoriteit Financiële Markten Laura van Geest voldoet met haar ervaring aan het functieprofiel. Maar zij heeft al gezegd niet beschikbaar te zijn.
Wat een rol kan spelen: de DNB-president is automatisch ook een van de 26 bestuursleden van de Europese Centrale Bank. En van ECB-president Christine Lagarde is bekend dat zij graag meer vrouwelijke collega’s ziet in het bestuur.
Heinen heeft woensdagochtend voorafgaand aan de ministerraad bij het Catshuis in Den Haag gereageerd op het tot dan toe uitblijven van de benoeming. Het komt allemaal goed, zei de minister. Heinen maakt zich „nergens zorgen” over. Er staat straks een opvolger van „uitstekende kwaliteit” klaar, verzekerde hij.
PVV-minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) heeft woensdagochtend hard uitgehaald naar coalitiepartners VVD en NSC, die haar deze week verweten niet snel genoeg te werken aan een strenger asielbeleid. „Laat maar kletsen”, zei Faber over VVD-leider Dilan Yesilgöz. En NSC is volgens Faber een partij „die leeft in een papieren werkelijkheid”.
Met het verwijt richting Faber reageerden VVD en NSC op de asiel- en migratieplannen die PVV-leider Geert Wilders maandag opnieuw lanceerde. Wilders wil heronderhandelen met de coalitie over bijvoorbeeld het sluiten van de grenzen en het blokkeren van gezinshereniging. VVD en NSC op hun beurt vinden dat het eerst aan asielminister Faber is om haar asielnoodmaatregelenwet en tweestatusstelselwet door de Tweede en Eerste Kamer te loodsen.
Lees ook
Wilders’ eisen voor strenger asielbeleid blijken vooral ‘opgewarmde’ en nauwelijks haalbare plannen
‘Grote broek’
„Ik vind dat de VVD en veel te grote broek aan trekt op dit punt”, zei Faber bij de inloop van de wekelijkse ministerraad in het Catshuis tegen aanwezige media. „Zij hebben decennialang de boel uit de hand laten lopen. Ik zie dat ook in het beleid. (…) Ze hebben overal een oogje dichtgeknepen.”
Over haar voorganger, voormalig VVD-staatssecretaris van Asiel en Migratie Eric van der Burg, zei Faber: „We hadden een staatssecretaris die zei: hoe meer asielzoekers hoe, beter. Dat is net zoiets als: Wir schaffen das. Dat is natuurlijk niet echt een afschrikwekkende werking.”
„In 2023 was een op de twaalf inwoners in Nederland een ‘Rutte-migrant’”, zei Faber ook, met een verwijzing naar het boek Migratiemagneet Nederland van Jan van de Beek. „We zitten in feite op de ruïnes van Rutte zo langzamerhand, qua asiel.”
Over de andere coalitiepartner NSC zei Faber: „NSC is een partij die leeft in een papieren werkelijkheid.” Als voorbeeld noemde ze de oproep van negen EU-landen om criminele vreemdelingen makkelijker te kunnen uitzetten, die het Nederlandse kabinet tot haar spijt niet heeft ondertekend. „Dat is door NSC geblokkeerd, daarom wil de minister-president niet ondertekenen.”
‘Vreemde woorden’
NSC-minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken reageerde verrast op de uitspraken van Faber. „Zo”, zei ze tegen de journalisten. „Dat zijn wel een beetje vreemde woorden, ja.” Ook infrastructuurminister Barry Madlener noemde de uitspraken van zijn partijgenoot Faber „ferm”.
Op de vraag of Faber zich nog gesteund voelt door de coalitie, zei ze zelf: „Nou, dat gaat soms wel eens door mijn gedachten, ja. Kijk, ik wil graag gewoon vooruit. Maar als ik dan hoor dat bijvoorbeeld mevrouw Yesilgöz zegt van: Faber die moet aan het werk, en dit en dat en zus en zo, of die begint een beetje te lachen in allerlei praatprogramma’s; dat mag. Maar het is niet bemoedigend, natuurlijk. Nou ja, ik denk: laat maar kletsen. Ik diesel gewoon door.”
Lees ook
Lees de analyse Wilders wil het in Den Haag weer over migratie laten gaan. Maar tegen welke prijs?
Een vals zorgdiploma, valse DUO-uittreksels en valse getuigschriften. De 32-jarige A.R. uit Arnhem, oprichter van bemiddelingsbureau Ann-Zorg, liet uitzendkrachten met valse papieren in de zorg werken. Hij pleegde die fraude binnen anderhalf jaar tijd, tussen februari 2019 en juli 2020. Uiteindelijk werd R. gepakt toen hij onvolledige en vervalste documenten aanleverde bij een instelling voor jeugd- en gehandicaptenzorg.
Meerdere uitzendkrachten verklaarden achteraf dat tijdens sollicitatiegesprekken met Ann-Zorg „niet naar diploma’s of andere papieren werd gevraagd”. R. werd in februari veroordeeld tot zesenhalve maand gevangenisstraf.
Criminelen zouden naar schatting jaarlijks zo’n 10 miljard euro aan zorggeld binnenhalen met valse diploma’s, certificaten en declaraties
Signalen van diploma- en certificaatfraude ontvangen zorgtoezichthouders regelmatig. Dat staat in een vorig jaar gepubliceerd onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie voor het Onderwijs (IvhO). Vooral met de functies van jeugdhulpverlener, sociaal werker en begeleider in de ggz of thuiszorg wordt gefraudeerd.
De Tweede Kamer is bezorgd over het misbruik, bleek vorige week in een Kamerdebat. Dinsdag stemt ze over maatregelen om de fraude harder mee aan te pakken.
Cybercrime
Diplomafraude in de zorg is lastig op te sporen. Volgens een woordvoerder van het Openbaar Ministerie wordt maar „enkele keren per jaar” een fraudeur vervolgd. Vaak moeten talloze transacties worden onderzocht en bijbehorende wet- en regelgeving is complex.
Deze vorm van fraude is ook lucratief. De IGJ vermoedde vorig jaar dat honderden vervalste evc’s (ervaringscertificaten) of vog’s (verklaringen omtrent het gedrag) in omloop zijn waarvoor tussen de 1.000 en 6.000 euro wordt betaald. Er zou zelfs een officiële registratie bij de Dienst Uitvoering Onderwijs geregeld kunnen worden.
Criminelen zouden naar schatting jaarlijks zo’n 10 miljard euro aan zorggeld binnenhalen met valse diploma’s, certificaten en declaraties. Een deel van de zorgaanbieders accepteert bewust of onbewust vervalste diploma’s en vog’s van zzp’ers die ze zelf uitzenden, zoals de 32-jarige R. uit Arnhem. De inspectie heeft signalen ontvangen dat „sommige bureaus en zzp’ers” in verband worden gebracht met criminele activiteiten, zoals oplichting, cybercrime en drugshandel.
Uit een recente steekproef van het beroepsregister voor jeugdprofessionals bleek dat ruim 50 van de 274 medewerkers een ongeldig vakbekwaamheidsbewijs hadden. Het waren ongeldige evc’s. Deze zijn verplicht voor zij-instromers in de complexe jeugdzorg, die bijvoorbeeld hulp verlenen in het geval van huiselijk geweld of uithuisplaatsing. De ruim vijftig fraudeurs werden uit het beroepsregister geschrapt en aangifte wordt overwogen.
Lees ook
Inspecties: onbevoegd personeel in de zorg leidt tot kwaliteits- en veiligheidsrisico’s
Fysieke ingrepen
Jeugdzorg Nederland weet dankzij het IGJ/IvhO-onderzoek van de fraude met de evc’s , maar heeft zelf geen officiële meldingen van misstanden uit de beroepspraktijk ontvangen. „Verschrikkelijk”, noemt een woordvoerder de fraude niettemin. „Het is essentieel dat jeugdzorgmedewerkers goede zorg leveren en betrouwbaar zijn.”
De woordvoerder vindt het terecht dat het beroepsregister voor jeugdprofessionals afgelopen november – na het onderzoek van de IGJ en IvhO – tijdelijk stopte met registraties op basis van evc’s. „Anderzijds was dat frustrerend voor de grote groep die wél te goeder trouw hun verplichte registratie met het certificaat wilde.” Volgens de woordvoerder was de registratiestop ook vervelend voor de branche, die al kampt met personeelstekorten.
Uit een steekproef van het register voor jeugdprofessionals bleek dat ruim 50 van de 274 medewerkers niet de juiste papieren hadden
Daarnaast roepen incidenten de vraag op of de screening voor de beroepsregistratie niet moet worden verbeterd. Een voormalig jeugdzorgmedewerker (30), die anoniem wenst te blijven, wilde bijvoorbeeld niet langer op een gesloten jeugdzorgafdeling werken vanwege haar collega’s. „Er werd onnodig vaak fysiek ingegrepen. Soms werden mensen bij hun keel vastgepakt, terwijl dat helemaal geen gepaste verdedigingsstrategie is.” Ook was volgens deze oud-medewerker geregeld sprake van „machtsmisbruik”, waarbij jongeren te makkelijk in een isoleercel werden gezet. Dat wijt ze aan „een gebrek aan goede gesprekstechnieken”. Ze meldde dit aan een manager, maar werd niet gehoord. „Er ontstonden discussies met collega’s.” Ze stopte met melden en vertrok later vanwege „de onrust”.
Herman Geerdink, directeur van het beroepsregister voor jeugdprofessionals, benadrukte eerder dat „iedereen erop moet kunnen rekenen dat de professionals in het register daar terecht in staan”. Sinds maart behandelt het register weer aanvragen op grond van een evc. Met een nieuwe werkwijze screenen ze voortaan vooraf wie in aanmerking komt voor een evc.
Moties
Minister Fleur Agema (Volksgezondheid, PVV) was vorige week in het Kamerdebat „blij” met de initiatieven van het beroepsregister. Ze vertrouwt erop dat daarmee fraude beter valt te bestrijden.
Maar uit het onderzoek van de IGJ en IvhO bleek al dat sprake is van een ‘toezichtvacuüm’ waarin geen betrokken instantie „voldoende mogelijkheden heeft om op te treden tegen malafide bemiddelingsbureaus”.
In de Tweede Kamer groeit dan ook de kritiek. Judith Tielen (VVD) vindt de oplossing van Agema ontoereikend en diende vorige week verscheidene moties in. Onder meer wil Tielen dat gemeenten zorgprofessionals vaker controleren op basis van de Bibob-wet, waarmee ze zorgaanbieders vóór het inkopen van de zorg grondiger kunnen screenen.
Daarnaast pleit Tielen samen met CDA en NSC voor een zwarte lijst bij de Kamer van Koophandel. Die moet voorkomen dat zorgfraudeurs zich weer opnieuw inschrijven. De Kamer stemt deze dinsdag over de moties.
Lees ook
Hoe één zorgondernemer telkens weer kon wegkomen met nepdeclaraties
De gashaard brandt. Er is koffie met appeltaart. En achter een tafel in een café zitten Rob Wessels en Mark Baggerman. De twee mannen willen een lokale afdeling van Nieuw Sociaal Contract (NSC) oprichten in Zoetermeer. Terwijl de terrassen deze zonnige zaterdagochtend vol zitten, houden zij binnen spreekuur. Er is een Tweede Kamerlid, Willem Koops, en een regionaal coördinator, Mireille Louwerens. Zij zegt: „We dachten vooraf: is deze zaal niet te klein? De vorige keer dat we hier zaten, was het een stuk voller.” Er komen vijf belangstellenden opdagen.
De NSC’ers weten dat hun partij in de hoek zit waar de klappen vallen. Hun partijleider Pieter Omtzigt verliet vorige week dinsdag de politiek. Kiezers lopen massaal weg: in peilingen staat NSC nu op één Kamerzetel (ze hebben er nu twintig). Het leiderschap van Nicolien van Vroonhoven, de opvolger van Omtzigt, staat ter discussie. Zaterdag, op het ledencongres van NSC in Arnhem, komt een partij samen die in grote nood verkeert.
Maar Rob Wessels, de beoogde lokale lijsttrekker, zegt dat NSC in Zoetermeer bij de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar „het verschil kan maken”. „We hebben de afgelopen maanden in de Zoetermeerse samenleving onderwerpen opgehaald die leven. We draaien in de lokale politiek ook al een tijdje mee.” Rob Wessels zat bij het CDA voor hij zich aansloot bij Pieter Omtzigt, Mark Baggerman bij de VVD.
Veel NSC-stemmers lopen volgens kiezersonderzoek over naar het CDA, maar Rob Wessels blijft zijn partij trouw. Het verschil tussen NSC en CDA? „Ik vergelijk Nederland wel eens met een huis. Door de jaren heen is er een mooi dakkapelletje opgezet, er is een balkonnetje aangehangen en een schuur tegenaan gezet. Maar het fundament en de heipalen eronder zijn gaan rotten. Pieter Omtzigt zei ook dat eerst het fundament goed moet zijn.”
Zoetermeer is een van de weinige gemeenten waar NSC wil meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen, zegt Mireille Louwerens. „In februari hadden we in Zuid-Holland 119 aanmeldingen van mensen die lijsttrekker of kandidaat-raadslid wilden worden. Toen we een bijeenkomst organiseerden, kwamen leden uit 21 gemeenten opdagen. Een maand later waren het er negen. En nu zijn er vijf over.”
Die afdelingen hebben al een beoordelingsprogramma doorlopen, pas later in het jaar volgt een definitief besluit.
Schoonheidsfoutje
Mireille Louwerens is actief voor de lokale partij BurgerBelangen in de Hoeksche Waard. Zij had Pieter Omtzigt bij zijn afscheid in Den Haag een cd en een kaart gegeven. Ze is, zegt ze, „nog niet eens een miljoenste van wat Pieter is”. Ze wil daarom actief blijven voor NSC. „Hij is mijn grote voorbeeld. Hij is door de gevestigde politiek weggezet, een beetje zoals ik ook in mijn gemeenteraad werd weggezet. Als je een dossiervreter bent, vinden ze je lastig. Ik wilde stoppen in de lokale politiek, maar hij trok me over de streep om door te gaan.”
Lees ook
Luister ook naar Haagse Zaken: Alles wat je moet weten om NSC te begrijpen
Of onder kiezers in Zoetermeer behoefte bestaat aan NSC, weten Rob Wessels en Mark Baggerman niet. Ze hebben geen overzicht van de Zoetermeerse NSC-leden. Door een administratief „schoonheidsfoutje” met de privacywet mag de landelijke partij ledenbestanden niet delen met afdelingen. Wessels: „We zijn nog een start-up, NSC bestaat nog maar anderhalf jaar. Dan kan dat gebeuren.”
Het is al druk in de lokale politiek van Zoetermeer. In de gemeenteraad (39 zetels) zitten negen landelijke en vier lokale partijen, waaronder de Lijst Hilbrand Nawijn van de voormalige LPF-minister. Rob Wessels: „Maar ik denk dat er zeker behoefte is aan een nieuwe partij. We willen ook niet opeens, boem, alles anders doen.”
Willem Koops vindt „de ouwe” (Wessels) en „het jonkie” (Baggerman) moedig, omdat ze hun plan doorzetten. Hij zegt: „No guts, no glory. Natuurlijk is het moment moeilijk. Pieter is weg. Hij was in zijn eentje verantwoordelijk voor bijna alle twintig Kamerzetels. Maar we moeten ook positief blijven.”
Realistisch
NSC wil de komende verkiezingen „in een beperkt aantal gemeenten meedoen”, zegt landelijk bestuurslid Naomi Yogi-van Loon. „We moeten realistisch blijven als we zien hoe het nu op landelijk niveau gaat. We moeten niet te veel te snel willen.” NSC heeft een concept van een ‘inspirerend raamwerk’ voor lokale afdelingen klaarliggen, waarin standpunten en ideeën van NSC staan die ze kunnen overnemen in hun verkiezingsprogramma. Zo is NSC voor referenda, voor het principe van „eigen inwoners eerst” bij het toewijzen van woningen, en voor begrijpelijke taal in brieven van de gemeente.
In sommige gemeenten zijn, toen NSC nog populair was, lokale initiatieven genomen, die later weer zijn doodgebloed. In maart stopte bijvoorbeeld de Maastrichtse NSC-oprichter Ed Philipsen. „Er is tegenwerking vanuit het partijbestuur”, zei hij tegen lokale media, omdat ook hij geen ledenlijst kreeg. Naomi Yogi-van Loon: „Ed ging wel heel snel. En voor we het wisten, was hij alweer afgehaakt.”
Het gesprek in het Zoetermeerse café met de vijf belangstellenden komt op de peilingen. Mireille Louwerens begint over het CDA. Dat stond bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen heel laag, maar deed het verrassend goed, zegt ze. Dat kan NSC ook overkomen.
Maar waarom zijn de peilingen zo laag? Willem Koops: „We zijn de meest gematigde partij in de coalitie. Dat is niet sexy. De ene helft is teleurgesteld omdat we niet méér op de PVV lijken, de andere helft is boos omdat we met de PVV samenwerken.”
Mireille Louwerens: „NSC houdt de PVV juist in toom.”
Willem Koops: „Het ligt ook aan de communicatie. Daar zijn we niet goed in, en dan zeg ik het beleefd. Ik ben ook niet van de verkoop.”
Mireille Louwerens: „Mensen vragen weleens: die partij van jou, wat heeft die nou bereikt? Wat we goed doen, dat horen mensen niet.”
Lees ook
NSC moet verder zonder Pieter Omtzigt, maar kan dat wel?