Het kabinet weet tot nu toe vooral heel goed wat het níét wil

Het nieuwe kabinet weet heel goed wat het niet wil. Na de aankondiging dat de spreidingswet zal worden ingetrokken, zette minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) deze week ook een streep door de subsidie voor de bed-bad-brood-opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Woensdag lekte het nieuws uit dat minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB) een einde wil maken aan de natuur- en stikstofaanpak van het vorige kabinet, terwijl provincies soms al jaren bezig waren met het maken van plannen. „Bestuurlijk vandalisme”, foeterde GroenLinks-PvdA-Kamerlid Laura Bromet. „Wat maakt u ons nou?”, was de kop boven een brief van bezorgde Utrechtse Statenleden aan Wiersma.

Natuurlijk, het is logisch dat het kabinet-Schoof na de verkiezingsuitslag van afgelopen november andere accenten wil zetten. De manier waarop dat gebeurt wekt alleen verbazing in de Tweede Kamer en op lokaal niveau. Het zijn de gemeenten en provincies die elke dag te maken hebben met problemen rond de overvolle asielopvang en de onzekere toekomst van de landbouw. En waar zij nu vooral horen dat het kabinet zaken anders wil, of niet meer, beklagen ze zich over een gebrek aan serieuze alternatieven. „Het betekent nog meer vertraging en nog meer onduidelijkheid”, schreven de Utrechtse Statenleden over het plotsklaps stopzetten van de provinciale stikstofplannen.

Op vrijdag 13 september presenteert kabinet-Schoof het regeerprogramma, een uitwerking van de plannen uit het hoofdlijnenakkoord. Dan kan meer duidelijk worden over alternatief beleid, maar de strategie van radicaal willen breken met het beleid van Rutte IV heeft risico’s. De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB is al vanaf het begin een wankel bouwwerk, zoals ook weer bleek tijdens de moeizame nachtelijke onderhandelingen over de begroting, waarin de spanningen met NSC-leider Pieter Omtzigt hoog opliepen. Daaruit bleek: iedere kleine beleidswijziging kan gevoelig liggen.

Wat gesprekspartners en deskundigen allemaal opvalt: een gebrek aan samenhang tussen de ambities van het kabinet

De profileringsdrang van ministers als Faber en Wiersma maakt nu dat er ook direct spanning ontstaat tussen het kabinet en lagere overheden, samenwerkingspartners die het kabinet-Schoof nog heel hard nodig zal hebben. Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht en voorzitter van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG), ziet dat de lokale overheden op het gebied van asiel en stikstof „heel eenzijdig worden geconfronteerd met beslissingen die in potentie grote gevolgen hebben”.

Dijksma heeft „een dubbel gevoel” bij de start van het nieuwe kabinet. Tijdens een kennismaking vorige maand merkte zij dat bijvoorbeeld premier Dick Schoof en minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC) „het belang van goede samenwerking” zien. „De contacten zijn goed, nu de daden nog.” Daarover heeft Dijksma serieuze zorgen, bijvoorbeeld over het asieldossier. Het besluit van minister Faber om de gelden voor bed-bad-brood-opvang te stoppen, zadelt gemeenten volgens haar op met een probleem. „Deze mensen gaan, ook al zijn ze uitgeprocedeerd, niet zomaar weg. De kans is groot dat ze gaan zwerven door onze steden, met allerlei overlast voor burgers tot gevolg.”

Lees ook

Sommige NSC’ers willen de partij nu al ‘ontpieteren’

Partijleider Pieter Omtzigt (NSC) en toehoorders tijdens de HJ Schoo-lezing in de Rode Hoed.

Over de spreidingswet, die asielzoekers eerlijk over gemeenten moet verdelen, zegt Dijksma dat een overgrote meerderheid van de gemeenten deze steunt. „De wet biedt ruimte voor samenwerking in de opvang en geeft een gevoel van basissolidariteit”, aldus Dijksma. Dat het nieuwe kabinet de spreidingswet, die begin dit jaar werd aangenomen, alweer wil afschaffen voordat deze überhaupt is toegepast, leidt tot frustratie, zegt Dijksma. „Het kabinet wil de instroom van asielzoekers beperken, maar heb je niet zomaar voor elkaar. Trek die wet in als het huis op orde is, maar wij zijn nog dagelijks aan het leuren met mensen door het land voor opvang. De praktijk waar wij bikkelhard tegenaan lopen, is in Den Haag aan dovemansoren gericht.”

‘Heel veel tijd ingestoken’

In de stikstofdiscussie speelt bij provincies een andere frustratie. Daar dreigt jarenlang voorbereidend werk verloren te gaan omdat landbouwminister Wiersma een einde wil maken aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). In dit beleidsprogramma staan doelen geformuleerd voor onder meer het verminderen van de stikstofuitstoot en het verbeteren van de waterkwaliteit. Omdat het vorige kabinet van lokaal maatwerk wilde uitgaan, kregen de provincies de afgelopen jaren de taak om gesprekken te voeren met onder meer boeren om hun bedrijven te verduurzamen. Gedeputeerde in Gelderland Harold Zoet (Stikstof, BBB) zegt dat zijn provincie „heel veel tijd” in het NPLG heeft gestoken. „We waren twee jaar bezig en hadden al een plan bij de minister ingeleverd voor wat we de komende twaalf jaar wilden gaan doen. Daar is nu geen geld voor beschikbaar. Dus het nieuws deze week deed wel wat met de ambtenaren die er hard aan gewerkt hebben.”

Dat zijn BBB nu in het kabinet een programma beëindigt waar hij als gedeputeerde hard aan werkte deert hem niet, zegt Zoet. „Dit was gezien het hoofdlijnenakkoord geen verrassing, en ik heb er vertrouwen dat minister Wiersma met een goede andere aanpak komt.” Zoet benadrukt overigens dat Gelderland, ook als het NPLG wordt geschrapt, nog voldoende geld overhoudt om de komende jaren door te gaan met het reduceren van stikstof en het helpen van boeren. „We kunnen door met innoveren, en ruim 400 boeren hebben zich al aangemeld om vrijwillig te stoppen, dat loopt door. En daar komt nu de mogelijkheid om bedrijven te verplaatsen nog bij.”

Deskundigen zijn minder optimistisch. Uit een PBL-studie naar de provinciale plannen bleek eerder dit jaar dat daarin al onvoldoende scherpe keuzes werden gemaakt, zegt Tonny Nijmeijer, hoogleraar omgevingsrecht (Radboud Universiteit). „In plaats van de kaders voor de provincies te verduidelijken of aan te scherpen, gooit het kabinet met het NPLG het vehikel weg waarin al miljoenen is geïnvesteerd. Dat is enorme kapitaalvernietiging.” Bovendien staan de wettelijke doelen voor de komende jaren, vaak gebaseerd op Europese wetgeving, gewoon overeind, zegt Nijmeijer. „De suggestie is nu dat we met het reduceren van stikstof en het verbeteren van de waterkwaliteit wel even op adem kunnen komen, maar dat is dus niet zo.”

Het nieuwe kabinet kan door de ingeslagen koers ook problemen in Brussel verwachten, denkt Ralph Frins, universitair hoofddocent omgevingsrecht (Tilburg University). „Als het om stikstof en de natuur gaat, raakt in Europa al een paar jaar lang het geduld met Nederland op. Als je dan financiële investeringen en beleidsprogramma’s die daarvoor bestemd zijn ook nog weggooit, heb je steeds meer de schijn tegen.” Frins sluit niet uit dat de Europese Commissie de komende jaren een inbreukprocedure start, wat uiteindelijk tot een boete voor Nederland zou kunnen leiden. Nijmeijer denkt dat Wiersma in elk geval de kansen op een nieuwe derogatie, de uitzondering die Nederland had voor het uitrijden van meer mest, verkleint door de natuur- en stikstofaanpak af te zwakken.

Lees ook

De landbouwdeal van Cees Veerman in 2004: Nederlandse mest in ruil voor Italiaanse melkboetes

Landbouwgebied bij het Brabantse Esbeek.

Wat de gesprekspartners en deskundigen allemaal opvalt: een gebrek aan samenhang tussen de ambities die het kabinet heeft geformuleerd. Volgens VNG-voorzitter Sharon Dijksma raken dossiers als stikstof, asiel en woningbouw allemaal aan elkaar. „Te veel stikstof belemmert de woningbouw, en krapte daar geeft problemen bij de opvang van asielzoekers. De ambitie van minister Keijzer (Volkshuisvesting, BBB) om 100.000 nieuwe woningen te bouwen steunen wij van harte, maar dat is de afgelopen jaren mede door stikstof ook niet gelukt. Een visie op de samenhang van die dossiers, hoe je tot coherent beleid kan komen, die mis ik nog wel.”

Hoogleraar Nijmeijer snapt ook niet dat minister Wiersma niet meer met haar BBB-collega Keijzer optrekt als het om de ruimtelijke opgaven gaat. „In de provinciale plannen werd ook nagedacht over op welke landbouwgrond kon worden gebouwd, en welke infrastructuur daarvoor nodig is. Je hoeft geen jurist te zijn om te snappen dat je een probleem hebt als je die programma’s zomaar schrapt.”


De eerste week in de Tweede Kamer is voor iedereen wennen: ‘Het is nieuw voor me, hè?’

Kort voor zijn entree in de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer staat PVV-minister Dirk Beljaarts van Economische Zaken ietwat gespannen in de brede gang voor de ministerskamer. Dat is een plek waar journalisten en fotografen geacht worden bewindslieden met rust laten. Een legertje aan beleidsmedewerkers van zijn departement staat om Beljaarts heen, net als zijn politiek adviseur en zijn persvoorlichter.

Zijn staf praat rustig op hem in, ter voorbereiding op wat hem te wachten staat. Beljaarts moet een wetsvoorstel van het vorige kabinet verdedigen, over de rol die toezichthouder ACM krijgt bij de grip op grote internationale techbedrijven. Politiek gezien bepaald niet controversieel, iedereen is voor.

Beljaarts krijgt ook praktische aanwijzingen over de werkwijze in de Kamer. Waar moet hij straks gaan zitten? Wat is de volgorde van sprekers? Wanneer moet de minister het woord nemen? Hoe werkt het met de beoordeling van Kamermoties?

Lees ook

alle nieuwe bewindslieden

Van Zuidas-advocaat tot ‘Boer zoekt Vrouw’-kandidaat: deze staatssecretarissen en ministers vormen de regering

Zo verging het wel meer bewindslieden uit het nieuwe kabinet-Schoof, dat kort voor de zomervakantie aantrad. Dertien bewindslieden hadden deze eerste week van het parlementaire jaar meteen al een afspraak in de Tweede Kamer. Ze hadden in juni al wat kunnen oefenen bij de openbare hoorzittingen die de Kamer met alle kandidaat-bewindslieden hield. Nu was het écht. Sommigen van hen hadden meteen een plenair debat in de grote vergaderzaal, anderen moesten zich melden in kleinere zaaltjes voor een vergadering over één bepaald onderwerp.

‘Ik ben de blokjes kwijt’

Die laatste bijeenkomsten zijn politiek gezien niet per se minder spannend. Zo sprak Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC) over het controversiële onderwerp arbeidsmigratie. En de nieuwe landbouwminister van BBB, Femke Wiersma, maakte zonder omhaal duidelijk dat het kabinet het mes gaat zetten in het huidige stikstofbeleid.

Van Hijum (52) had het niet al te moeilijk. Als oud-gedeputeerde in Overijssel en met zijn jarenlange ervaring als Kamerlid (van 2003 tot 2014 voor het CDA, het laatste half jaar voor NSC) kent het parlement voor hem weinig geheimen. Wel had hij de nodige moeite met het navigeren door alle mapjes die zijn ambtenaren zorgvuldig voor hem hadden klaargelegd – mapjes met verschillende kleuren, in specifieke volgorde om soepel en gestructureerd te kunnen antwoorden op alle gestelde vragen.

Rond kwart over een, het debat is dan al ruim drie uur bezig, ziet Van Hijum het even niet meer. Hij zegt: „Ik ben de blokjes een beetje kwijt, om heel eerlijk te zijn. Maar ik zal maar losse vragen gaan doen nu.” De ambtenaar die naast hem zit begint te souffleren. Af en toe legt ze haar wijsvinger op het spiekbriefje van de minister. Dat punt, lijkt ze te zeggen, moet je nog wel even noemen nu.

Femke Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur met een zakje snoep, na afloop van het debat over Stikstof.
Foto BART MAAT

Wiersma (39) kreeg het lastiger bij haar eerste landbouwdebat. Zij heeft nauwelijks politieke ervaring. Ze was een tijdje beleidsmedewerker voor de BBB-fractie en slechts een jaar gedeputeerde in de provincie Friesland – ook met landbouw in haar portefeuille. De oppositie reageerde boos en verbijsterd op het rigoureuze einde van het onder Rutte IV ingezette beleid om snel tot stikstofreductie te komen.

Ook haar eigen coalitiepartners VVD en NSC kwamen met kritische vragen. Toch sloeg Wiersma zich er onvermurwbaar doorheen. Lastige vragen negeerde ze. Wel deed ze haar best een verbindende toon aan te slaan, toen ze zag dat haar partijleider Caroline van der Plas hard botste met CDA-Kamerlid Derk Boswijk over het landbouwbeleid van het vorige kabinet. Wiersma sprak over „goede intenties” en „het harde werken” van haar voorgangers.

De rituelen van de Kamer

Dan had Dirk Beljaarts (46) het nogal gemakkelijk bij zijn eerste debat. Veel belangstelling was er niet voor zijn wetsvoorstel. Er waren vijf Kamerleden op afgekomen, waarvan maar twee uit oppositiepartijen. De tribune voor pers en publiek was nagenoeg leeg. Hij vond zijn eerste debat „vooral erg mooi”, zegt hij na afloop.

Een beetje wennen moest hij wel, aan wat hij „de rituelen van de Kamer” noemt – al maakte hij ogenschijnlijk geen procedurele foutjes. Beljaarts luisterde steeds aandachtig naar de sprekers, maakte af en toe een kleine aantekening op zijn iPad, maar zat nooit – zoals oud-premier Rutte zo vaak deed – op zijn telefoon te kijken. Kort voor het debat begon, nam hij uitgebreid de tijd om de aanwezige Kamerleden de hand te schudden – sommigen zag hij voor het eerst. Ook begroette hij de medewerkers van de griffie bij de tafel van de voorzitter – daar hebben veel bewindslieden bij debatten doorgaans nooit oog voor.

Dirk Beljaarts, minister van Economische Zaken maakt kennis met Claire Martens (VVD).
Foto BART MAAT

„Je kunt wel zien dat hij uit de hospitality industry komt”, zegt D66-Kamerlid Joost Sneller. „Goed in relatiemanagement”. Beljaarts werkte bijna zijn hele leven in de horeca, onder meer als hotelmanager en lobbyist. Al voor de zomervakantie maakte hij kennis met Sneller en andere leden van de commissie Economische Zaken, zowel van oppositie- als coalitiepartijen. Beljaarts: „Ik wilde bij iedereen even voelen en proeven wat zij belangrijke thema’s vinden de komende jaren. Ook al zullen we het niet over alles eens zijn. Dat vind ik het minste respect dat ik kan opbrengen.”

Microfoon zonder knopje

Hoewel de nieuwe staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, preventie en sport) de landspolitiek al jaren op de voet volgt had hij zich nog niet verdiept in alle vaste gebruiken van de Tweede Kamer. De VVD’er, eerder gemeenteraadslid en wethouder in Rotterdam, wist niet dat de Kamervoorzitter pas op dinsdagochtend bekend maakt welke bewindslieden moeten opdraven voor het wekelijkse vragenuur. Dat is de opening van de parlementaire week, waarvoor Kamerleden allerhande vragen over actuele, prangende kwesties kunnen aanmelden. De voorzitter pikt er twee of drie uit en gebiedt de betrokken bewindspersoon om zich tussen 14 en 15 uur te melden. Het Blauwe Boek, de dikke handleiding voor bewindspersonen, instrueert ministers en staatssecretarissen om zich op dat uurtje beschikbaar te houden – met slechts drie geldige redenen voor verhindering: ziekte, een buitenlandse dienstreis of een afspraak met de koning.

Eddy van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Joost Eerdmans (JA21), Anne Marijke Podt (D66), en Thierry Aartsen (VVD), voorafgaand aan een debat over arbeidsmigratie.
Foto BART MAAT

Karremans (36) was dinsdag net op zijn ministerie aangekomen om de agenda voor die dag door te nemen. „Ik had allemaal afspraken staan, zag ik meteen.” Toen hoorde hij dat een vraag aan zijn adres was gehonoreerd – hij was als derde aan de beurt. „Fuck, dacht ik even”, zegt Karremans na afloop weinig parlementair, „Maar ook wel mooi eigenlijk, een nieuwe ervaring.” Eenmaal in de Kamer aarzelde hij even of hij moest gaan zitten in het ministersvak of meteen al achter het spreekgestoelte moest gaan staan. En toen hij aan zijn antwoord mocht beginnen zocht hij naar het knopje van de microfoon. Die blijkt te worden bediend door de Kamervoorzitter. „Het is nieuw voor me, hè?”, erkent hij na afloop van zijn vuurdoop. „Ik moet er nog een beetje inkomen.”

Het zijn niet alleen de nieuwe bewindslieden die nog in hun optreden in de Kamer moeten groeien, ook Kamerleden moeten soms weer wennen. Lisa Westerveld, al zeven jaar Kamerlid voor GroenLinks-PvdA, voerde woensdag een onderwijsdebat met Mariëlle Paul. Ze bleef het oud-VVD-Kamerlid hardnekkig ‘minister’ noemen. „De staatssecretaris”, verbeterde de voorzitter haar.

In het laatste jaar van het vorige kabinet was Mariëlle Paul ingevallen als minister voor Primair en voortgezet onderwijs. Dit keer heeft ze dezelfde portefeuille (uitgebreid nog met Emancipatie) maar ze degradeerde in rang tot staatssecretaris. Lisa Westerveld corrigeerde zich meteen: „De staatssecretaris, excuus! De staatssecretaris, de vorige minister en daarvoor ons collega-Kamerlid, heeft aan die discussie meegedaan.”

Met medewerking van Christiaan Pelgrim, Hugo Schiffers en Rosa Uijtewaal.

Lees ook

Mobieltjes en laptops bij kabinetsvergaderingen voortaan in de kluis

Het kabinet-Schoof tijdens de eerste ministerraad.


Timmermans wil alleen kabinetsvoorstellen steunen die ‘bijdragen aan socialer beleid’

Verhoging van het minimumloon tot zestien euro, een verplichte sociale verzekering voor flexwerkers, versneld overstappen op schone energie, een hogere belasting voor miljonairs en landbouwgrond inzetten voor woningbouw. Waar de uitwerking van het regeerprogramma van het nieuwe kabinet nog even op zich laat wachten, heeft Frans Timmermans al de contouren van zijn linkse tegenbegroting geschetst. De leider van de grootste oppositiefractie GroenLinks-PvdA hield woensdagmiddag de Binnenhof-lezing in perscentrum Nieuwspoort.

Daarin zet hij zich, zoals te verwachten, aan het begin van het nieuwe politieke seizoen af tegen de voorgenomen plannen van de rechtse coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. Timmermans noemt het „onbegrijpelijk” dat het kabinet vooruitgang gedeeltelijk weer terugdraait . Hij noemt onder meer de voorgenomen bezuinigingen op onderwijs en duurzame energie, het afschaffen van het Nationaal Groeifonds en het minimumloon, dat „ineens weer wordt laag gehouden”.

Timmermans ergert zich eraan dat de nieuwe coalitie de belastingen voor de allerrijksten en aandeelhouders wil verlagen en zo de lasten volgens hem niet eerlijk wil verdelen. En daardoor juist de illusie biedt dat, zonder lastige en pijnlijke maatregelen, iedereen het beter krijgt. Hij refereert aan de politieke slogan van Jacobse en Van Es, de befaamde typetjes van Koot & Bie uit de jaren zeventig: ‘Geen gezeik, iedereen rijk’. „Het is”, zegt Timmermans, „de ultieme populistische karikatuur.” „Dat is fundamenteel oneerlijk. Het belooft mensen gouden bergen zonder duidelijk te zijn over welke keuzen er gemaakt worden. […] Het is niet eerlijk om te doen alsof je cadeautjes uit kunt delen zonder een eerlijke bijdrage te vragen van de allerrijksten.”

Niet per definitie obstructie

Ondanks zijn kritiek op de nieuwe regeringscoalitie, zegt de linkse oppositieleider niet per definitie obstructie te gaan bieden. Dinsdag, toen de Tweede Kamer voor het eerst na het zomerreces weer bijeenkwam, zei Timmermans bereid te zijn mee te werken aan kabinetsvoorstellen die ervoor zorgen dat „gewone mensen meer te besteden krijgen”. Ook wil hij steun geven aan een vroegpensioenregeling voor mensen met zware beroepen, waarvoor de politiebonden de afgelopen weken actie voerden. In zijn Binnenhof-lezing stelde Timmermans wel een nadrukkelijke voorwaarde aan mogelijke steun aan kabinetsbeleid. „GroenLinks-PvdA zal voorstellen alleen steunen als die bijdragen aan een socialer beleid dat vooruitgang mogelijk maakt.”

Over twee weken debatteert het nieuwe kabinet met de Tweede Kamer over de Miljoenennota die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd en het regeerprogramma, dat de nieuwe bewindslieden in de afgelopen weken hebben opgesteld. Dat programma wordt naar verwachting eind volgende week naar de Kamer gestuurd.

Lees ook

Binnenhoflezing Frans Timmermans: ‘Geef mensen weer vertrouwen dat vooruitgang mogelijk is’

 Een demonstratie voorafgaand aan de bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos, Zwitserland.


De landmacht juicht: het Nederlandse leger krijgt weer eigen tanks

Het Nederlandse leger krijgt weer eigen gevechtstanks. In de nieuwe Defensienota, zo bevestigen bronnen aan NRC, wordt gekozen voor de oprichting van een Nederlands tankbataljon (dat komt te bestaan uit een kleine vijftig tanks).

Aanstaande donderdag wordt de Defensienota 2024 gepresenteerd door minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD) en staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB). In het hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet afgesproken dat de Nederlandse defensieuitgaven moeten voldoen aan de NAVO-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Om dat doel te halen, wordt de Defensiebegroting (21,4 miljard, of 1,95 procent van het bbp) structureel verhoogd met 2,4 miljard euro. In de nieuwe Defensienota hebben Brekelmans en Tuinman enkele knopen doorgehakt over de besteding van dit bedrag.

Het wegbezuinigen van de tanks in 2011 is de Koninklijke Landmacht altijd een doorn in het oog geweest

De oprichting van een tankbataljon, zo becijferde toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) al eerder, zal jaarlijks tussen de 260 en 315 miljoen euro kosten. Dat bedrag voorziet in de aankoop van nieuwe tanks, de exploitatie- en personeelskosten (350 militairen) en bijkomende kosten (zoals onderhoud van opslagloodsen en andere infrastructuur) over een periode van vijftien jaar. Binnen de bestaande Defensiebegroting was hier geen financiële ruimte voor.

Nu wel. Met het tankbesluit komt het kabinet tegemoet aan de wens van een meerderheid in de Tweede Kamer en de eisen die de NAVO stelt. Afgelopen juni schreef het bondgenootschap nog in zijn tweejaarlijkse Nato Defense Capability Review dat de Nederlandse landstrijdkrachten te weinig vuurkracht hebben om te voldoen aan de doelstelling om een ‘zware’ en een ‘medium’ infanteriebrigade te kunnen leveren in tijden van oorlog. Om hieraan tegemoet te komen, krijgt de landmacht nu een eigen tankbataljon. Met het besluit maakt de ‘koning van het slagveld’, dertien jaar nadat de laatste Leopard 2’s werden wegbezuinigd, een definitieve comeback.

Snelvuurkanon

Bovendien worden de Boxer-pantserwielvoertuigen van de 13e Lichte Brigade uit Oirschot (die nu alleen beschikken over een mitrailleur) uitgerust met een snelvuurkanon, zodat de Boxers het gevecht kunnen aangaan met vijandelijk gepantserd materieel.

Daarmee voldoet Nederland overigens nog steeds niet aan de eisen van de NAVO, die stelt dat een brigade bij voorkeur uit vier gevechtsbataljons moet bestaan. De 43ste Gemechaniseerde Brigade uit Havelte en de 13e Brigade uit Oirschot tellen op dit moment slechts elk twee bataljons. Om de problemen op te vangen hebben Nederland en Duitsland eenheden in elkaar geschoven, maar deze oplossing ontslaat landen niet van hun nationale verplichtingen, vindt de NAVO.

Niettemin is de terugkeer van de tank een belangrijke stap in de goede richting, zo zeggen bronnen bij Defensie. Het wegbezuinigen van de tanks in 2011 is de Koninklijke Landmacht immer een doorn in het oog geweest. In 2015 werd opnieuw een kleine tankeenheid in het leven geroepen, met achttien van de Duitsers geleasete Leopards. Dit tankeskadron maakt echter deel uit van een Duitse eenheid en is gestationeerd in de Bondsrepubliek. De aanschaf van eigen, Nederlandse tanks werd daarom bij de landmacht met gejuich begroet.

Lees ook

De tank was een strijdwagen met aanvankelijk vooral een psychologisch effect

De tank was een strijdwagen met aanvankelijk vooral een psychologisch effect

Contracten

Over wélke tank moet worden aangeschaft, bestaat geen discussie. De landmacht heeft ruim veertig jaar ervaring met de Leopard 2 en is inmiddels vrijwel gefuseerd met het Duitse Heer (leger). Vorig jaar nodigde Berlijn Nederland uit om deel te nemen aan het zogenoemde Leopard 2A8 Procurement Initiative. Doel hiervan is om de vraag van verschillende NAVO-landen zo veel mogelijk te bundelen, waardoor de kosten zo laag mogelijk kunnen worden gehouden.

De 2A8 (de laatste versie van de Leopard 2) zal voor iedereen hetzelfde zijn – een breuk met het verleden, toen klanten steevast eigen eisen formuleerden. Verschillende landen, waaronder Noorwegen en Tsjechië, hebben al ingeschreven. Volgens bronnen bij Defensie kunnen de eerste contracten binnen enkele maanden worden getekend.

Het ministerie van Defensie laat in een reactie weten „niet vooruit te willen lopen” op de inhoud van de Defensienota 2024, die komende donderdag wordt gepresenteerd.

Lees ook

Defensie gaat op de schop zodat de krijgsmacht sneller kan reageren op crises en conflicten

Militaire oefening in de kazerne van Oirschot.


De docu ‘RUTTE’ is op z’n mooist als Rutte niet verklaard wordt

Hij had lang geaarzeld of hij mee zou doen aan een „fly on the wall-documentaire”. Mark Rutte besloot het in zijn laatste maanden als minister-president toch te doen, om twee redenen: vriend Jort Kelder „bestookte” hem met het advies aan zo’n project mee te werken. En: „Ik kijk zelf graag naar dit soort documentaires. En het is een beetje lullig om er wel naar te kijken en er niet aan mee te werken”, aldus de oud-premier in de Videoland-documentaire RUTTE, die deze woensdag verschijnt.

Meestal zeggen (wereld)leiders uiteindelijk ja op documentaires omdat ze hun plek in de geschiedenis willen veroveren. Bill Clinton deed het tijdens zijn gewonnen verkiezingscampagne van 1992 (The War Room), de Franse president Emmanuel Macron liet zich in 2022 maandenlang achter de schermen filmen voor de documentaire A President, Europe and War. Beide documentaires waren cruciaal voor de beeldvorming van beide presidenten.

Begin maart kregen producent en regisseur Mattias Schut en politiek journalist Leonard Ornstein groen licht van de Rijksvoorlichtingsdienst. De laatste drie maanden van Ruttes premierschap mochten ze in zijn nabijheid verkeren. Het resultaat, het tweedelige RUTTE, wordt dus met hoofdletters gepresenteerd. Misschien omdat Mark Rutte nog iets aan zijn naamsbekendheid moest doen, misschien omdat de makers het uitbundige karakter van de hoofdpersoon wilden benadrukken.

Beeld uit de documentaire RUTTE van Leonard Ornstein.

Imagostrategie

Mark Rutte was veertien jaar premier, en in die jaren wist hij zijn imago nauwgezet te definiëren. De kracht van Ruttes imagostrategie is de nauwgezette herhaling van woord en beeld. Nooit liep Rutte als premier uit de pas. Hij hield zich aan zijn zelfgekozen conventies. Het slimme was altijd dat de beelden die Rutte koos, een beeld bevestigden dat dicht bij hem leek te staan. De man die van vaste gewoontes houdt, laat zich ook graag op die manier kennen. Dus weet het grote publiek alles over zijn vaste rituelen: de fiets, de appel, het appartement, de vakanties met vrienden. Er is bijna geen Rutte-anekdote te vinden die hier niet over gaat.

Door íéts te geven, en verder helemaal niets, heeft Rutte zijn beeld in de publieke beeldvorming goed in de hand gehouden. Interessant is daarom de vraag of een documentaire die dicht op de huid van Rutte zit, een ander of rijker beeld geeft. Maar ook hier lijkt hij de controle geen moment uit handen te gegeven. Rutte laat zich interviewen, en laat zich filmen in overleg met zijn staf, op reis naar Kazachstan, in gesprek met de koning, aan de telefoon met Volodymyr Zelensky en de Jordaanse koning Abdullah II. Die momenten geven een indruk van de soepelheid waarmee Rutte zich door het sociale verkeer en diplomatieke en protocollaire moeilijkheden beweegt.

De beelden van Rutte worden afgewisseld met oud-collega’s en vrienden, die vertellen over hun ervaringen met Rutte. De vrienden vertellen hoe zij omgaan met de eigenaardigheden van Rutte. Het zijn vermakelijke verhalen, die overigens grotendeels ook te lezen zijn in het boek Mark Rutte van NRC-redacteur Petra de Koning.

Beeld uit de documentaire RUTTE van Leonard Ornstein.

Inzicht

Jort Kelder, die zo had aangedrongen op de documentaire, is veelvuldig in beeld. De scènes met Kelder zijn wel de beste, en misschien wel de enige scènes die inzicht geven in de manier waarop Rutte in de privésfeer is. Rutte laat zich filmen op de boot van Kelder, waarbij hij het aandurft via een steil trapje naar beneden te klimmen, een herhaling van het skateboard-incident van Jan Peter Balkenende riskerend. En we zien Rutte bij Jort Kelder thuis met thee en een schaal koekjes achter de laptop kruipen om op YouTube naar historische documentaires te zoeken. Ze komen uit bij de begrafenis van Sovjet-leider Yuri Andropov, in 1984. Rutte oogt zielsgelukkig met deze vondst.

De parade aan vrienden en collega’s ontneemt de kijker wel het zicht op Rutte. In de eerste plaats omdat ze vooral veel anekdotes vertellen, over zijn ideeën gaat het veel minder vaak.

Daarbij: de voormalig premier is ook voor mensen die nauw met hem hebben samengewerkt een raadsel gebleven. Vaak hebben ze maar een deel van hem leren kennen, en bevestigen ze een beeld van Rutte dat al bestaat. Echt diep graaft het niet. Zo vertelt Rutte over de (inmiddels vertrokken) RVD-directeur-generaal Stephan Schrover dat je „heerlijk met hem kan roddelen”. Leuke anekote, denk je als kijker. Tot je je realiseert dat hij precies hetzelfde zegt over vrijwel iedereen in zijn ruime entourage, van Angela Merkel tot Kees van der Staaij.

Onbegrepen

Naasten vertellen over Rutte die uit zijn slof kan schieten, Rutte die niet van de snoeppot kan afblijven, en Rutte die geen visie zou hebben. Dat laatste wordt onder meer verteld door oud-minister en -ambtenaar Kajsa Ollongren (D66). Het is een beeld dat Rutte ook zelf verspreid heeft. Maar hier was een correctie op zijn plaats geweest. Rutte is geïnspireerd op het neoliberale gedachtegoed van Friedrich Hayek, en zijn wereldvisie is een rode draad in zijn werk geweest.

De mooiste beelden in RUTTE zijn de beelden waarin Rutte niet verklaard wordt. De verklaringen zijn al vaak verteld, en elke verklaring schiet tekort. De momenten waarop Rutte aan het werk te zien is, en waarin niemand commentaar geeft, geven het beste beeld van één van de meest onbegrepen Nederlandse politici van de 21ste eeuw.


Burgers hebben weer weinig vertrouwen in de politiek: ‘Ze zitten er ter meerdere eer en glorie van zichzelf’

Het vertrouwen van de burger in de politiek is onverminderd laag. Na een kleine opleving rond de val van het vorige kabinet in juli 2023 en de Tweede Kamerverkiezingen in november van datzelfde jaar is het vertrouwen weer op hetzelfde lage niveau als in juli 2022. Nog geen 51 procent van de Nederlanders geeft de Tweede Kamer een 6 of hoger. Als het gaat om vertrouwen in de regering ligt dat nog een fractie lager: 49 procent.

Dat blijkt uit de nieuwe uitkomsten van het permanente onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar het sociaal en politiek vertrouwen van inwoners van Nederland. Het ‘Continu Onderzoek Burgerperspectieven’ werd uitgevoerd tussen november 2023 en februari 2024, gevolgd door een meer actuele enquête in april, toen de stroeve formatie van het nieuwe kabinet nog liep. Het SCP ondervroeg in eerste instantie bijna 2.600 Nederlanders, bij het tweede onderzoek ruim 1.300.

Ik denk dat mensen met geld en een grote mond meer gedaan krijgen dan mensen zoals wij

Een ondervraagde
uit het SCP-onderzoek

Kernprobleem achter het gebrek aan vertrouwen is dat de burger zich niet serieus genomen voelt. 43 procent van de ondervraagden vindt dat „de politiek onvoldoende naar burgers luistert” en 57 procent is van mening dat politici te weinig opkomen „voor mensen zoals zij”. Een ruime meerderheid, stelt het SCP, meent dat de landelijke politiek onvoldoende aandacht heeft voor de problemen van mensen met lagere inkomens, jongeren, ouderen, mensen met een beperking, mensen met alleen basis- of mbo-onderwijs en mensen die buiten de Randstad wonen.

Mensen die zich niet gehoord voelen, geloven dat de politiek vooral aandacht heeft voor „rijke mensen”; mensen in de Randstad, hogeropgeleiden, grote bedrijven en voor politici zelf. „De politiek zit er meer ter meerdere eer en glorie van zichzelf. [Niet voor] mensen zoals ik, de doorsnee Nederlander”, reageerde een 71-jarige man met een mbo-opleiding.

Een vrouwelijke generatiegenoot met een vmbo-opleiding zei: „Ik denk dat mensen met geld en een grote mond meer gedaan krijgen dan mensen zoals wij. Ikzelf ben best tevreden met mijn leven, maar dat neemt het gevoel niet weg dat het soms wel een beetje oneerlijk is gesteld in ons land.”

Lees ook

Wie vertrouwen Nederlanders? Wel elkaar, niet de politiek

Wie vertrouwen Nederlanders? Wel elkaar, niet de politiek

Wat leeft in het land

Paradoxaal genoeg constateert het SCP ook dat de Nederlandse burgers hoge verwachtingen hebben van de politiek. Ze vinden dat politici bij het nemen van besluiten beter moeten luisteren naar wat leeft in het land, bijvoorbeeld door „meer het land in te gaan”, door (partij)bijeenkomsten te organiseren en meer inspraak te realiseren. Veelgenoemde problemen waar de burger oplossingen voor verwacht, zijn precies de thema’s waar het nieuwe kabinet-Schoof zegt zich hard voor te willen maken: immigratie, woningnood, het klimaat en de hoge kosten van het levensonderhoud.

Het SCP geeft in het rapport, dat deze dinsdag verschijnt, ook een advies aan de nieuwe regering: politici, of ze nu in de Tweede Kamer zitten of in het kabinet, zullen beter moeten uitleggen wat hun dilemma’s zijn en welke afwegingen zij maken bij hun besluitvorming. Laat ze „ook aangeven dat er grenzen zijn aan wat ze kunnen bereiken”, bijvoorbeeld door Europese afspraken en financiële kaders. Niet alle gewenste oplossingen zijn mogelijk.


Geert Wilders wordt soms ‘knettergek’ van de dreiging, zegt hij in de rechtbank

Geert Wilders mag van de rechter blijven zitten, maar hij wil staan en drukt op een knop waardoor zijn tafel omhooggaat. Alsof hij in de Tweede Kamer achter de katheder staat, in de grote debatzaal. Maar deze maandagochtend staat hij in zaal C van de extra beveiligde rechtbank naast Schiphol. Hij maakt gebruik van zijn spreekrecht als slachtoffer van een lange rij doodsbedreigingen door een religieus leider uit Pakistan, Muhammed Ashraf Jalali. Hij beschrijft heel precies hoe het leven van hem en zijn vrouw eruitziet onder de voortdurende dreiging. Elke dag wordt hij wakker, zegt hij, met het besef dat het zijn laatste dag kan zijn. „Soms word je er knettergek van.”

De rechter heeft dan al tweet na tweet voorgelezen van Jalali, die zijn volgelingen in fatwa’s heeft opgeroepen om Wilders te vermoorden. Zijn keel moest worden doorgesneden, hij moest worden opgehangen „aan de nek”. De rechter beschrijft ook de video’s van Jalali, die vindt dat Wilders wegens „godslastering” aan Pakistan moet worden overgedragen om daar „publiekelijk” te worden terechtgesteld. „Wie de eer van de profeet aantast, moet worden onthoofd”, zegt Jalali in een van die video’s.

Jalali is niet komen opdagen in de rechtszaal en laat zich ook niet vertegenwoordigen door een advocaat. De officier van justitie heeft van alles geprobeerd, zegt hij in de rechtbank, maar kreeg hem niet naar Nederland, dat geen uitleveringsverdrag heeft met Pakistan. Wilders kan dus geen verdachte aankijken als hij schetst wat de gevolgen zijn van de doodsbedreigingen.

Lees ook

In Pakistan is blasfemie een zaak van leven of dood – ook voor de oud-cricketer die Geert Wilders wilde laten vermoorden

Een oproep voor een cartoonwedstrijd met de profeet Mohammed als onderwerp, leidde  tot felle protesten tegen intitiatiefnemer en PVV-leider Geert Wilders, zoals hier in Peshawar, Pakistan (2018)

Plaksnorren en pruiken

Er zijn wel camera’s in de zaal, van NOS en RTL en ook van het internationale persbureau AFP. Het is in oktober twintig jaar geleden dat Wilders onder strenge beveiliging werd geplaatst. „Twintig jaar is een hele lange tijd, weet u. Ik ben nu zestig, ik ben sinds mijn veertigste onvrij.” In die jaren heeft Wilders „in safehouses, gevangenissen, kazernes en politiebureaus” gewoond. Hij vertelt de rechters dat hij „plaksnorren en pruiken” heeft gedragen om onherkenbaar te zijn. Als zijn vrouw en hij Kerst vierden in Hongarije, „dan vlogen we met beveiligers in een verder leeg vrachttoestel van de Koninklijke Luchtmacht”.

Wilders beschrijft dat alles in zijn leven moet worden „gepland, gepland, gepland”. Als hij zijn huwelijksdag viert, „of als je rouwt bij de begrafenis van je moeder”, hij is „nooit, maar dan ook nooit alleen”. Hij zegt ook dat hij soms een week lang niet weet wat voor weer het is, omdat hij de buitenlucht bijna nooit ziet, en in verkiezingscampagnes nooit echt met kiezers kan praten. Als je wordt beveiligd, legt hij uit, moet je „in beweging blijven” om geen doelwit te zijn.

Als mensen ook maar één keer achter hun oor krabben voordat ze weer gaan bedreigen, is dat al winst

Geert Wilders
PVV-leider

In 2022 had hij zo’n duizend keer aangifte gedaan wegens doodsbedreigingen, maar vanaf die tijd was hij het gaan „afbouwen”, zegt hij. „Niet omdat die bedreigingen niet meer komen, want ze komen nog iedere dag, maar omdat het er zoveel zijn dat ik anders niet meer aan mijn werk toekom.”

„Je probeert het te relativeren”, zegt hij ook, „want je moet dóór. Maar dat lukt je natuurlijk niet altijd. Want je bent ook maar een mens van vlees en bloed.” Wilders praat vijftien minuten en verheft zijn stem niet één keer. Hij praat beheerst, maar ziet er gespannen uit.

‘Stevige eis’

In 2018 organiseerde Wilders een wedstrijd van cartoons over de profeet Mohammed. Dat leidde wereldwijd tot demonstraties, vooral in Pakistan. En tot veel extra doodsbedreigingen tegen Wilders, aangewakkerd door de religieuze leider Jalali tegen wie de officier van justitie op maandag aan het eind van de ochtend veertien jaar gevangenisstraf eist. Wilders zegt tegen de rechter dat hij blij is „met deze stevige eis”. „Al kan het voor mij persoonlijk niet zo snel lang genoeg zijn.”

’s Middags is er nóg een rechtszaak waar Wilders spreekt, tegen nóg een Pakistaanse verdachte die er niet is: Saad Hussain Rizvi, leider van een politieke partij. Ook hij had opgeroepen tot het vermoorden van Wilders, na de cartoonwedstrijd van 2018 – die uiteindelijk niet was doorgegaan. De PVV-leider had tegen Rizvi twee keer aangifte gedaan. In de rechtszaal citeert Wilders Rizvi, die hem „een varken” had genoemd. Hij had moslims in Nederland „direct aangesproken” om Wilders om te brengen. „Ik heb daar een niet te beschrijven last van. Zijn aanhang is ontzettend groot, veel groter nog dan die van Jalali. Het heeft tot duizenden, zo niet tienduizenden walgelijke bedreigingen geleid. Soms honderden per uur.”

Wilders vraagt de rechter om Rizvi „niet weg te laten komen met zijn gedrag”, om niet „het signaal af te geven dat ik vogelvrij ben”. „Als mensen ook maar één keer achter hun oor krabben voordat ze weer gaan bedreigen, is dat al winst.” De officier van justitie eist tegen Rizvi, die hij „een invloedrijk politicus” noemt, zes jaar gevangenisstraf.

De rechtbank doet naar verwachting uitspraak op maandag 9 september. Wilders noemt de twee verdachten na afloop „grote jongens” en als ze worden veroordeeld, verwacht hij dat het kabinet-Schoof „tot het uiterste” zal gaan om hen uitgeleverd of in de gevangenis in Pakistan te krijgen. „Het zal niet makkelijk zijn.”

Lees ook

Bedreiger van Wilders bij verstek veroordeeld tot twaalf jaar cel

PVV-leider Geert Wilders tijdens de strafzaak tegen de Pakistaanse cricketspeler Khalid Latif, die in een video ruim twintigduizend euro uitloofde voor de moord op het Tweede Kamerlid.


Het kabinet-Schoof een bezuinigingskabinet? Welnee. Het geeft eerst geld uit en gaat later pas besparen

Het kabinet-Schoof (PVV, VVD, NSC en BBB) regeerde tot nu toe vooral met woorden. Het échte regeren, het verdelen van geld, gaat nu pas beginnen. In de nacht van donderdag op vrijdag bereikte het kabinet een akkoord over zijn eerste begroting, die van 2025 – in nauwe samenspraak met de vier partijleiders in de Tweede Kamer, dus zó extraparlementair ging het er ook niet aan toe.

Voor het begin van de wekelijkse ministerraad op het Catshuis in Den Haag, op vrijdagochtend, vertelde minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) wat hij de afgelopen weken voortdurend zei: de tijd van met geld smijten is voorbij. „In heel Den Haag moet de knop om. Het ging de afgelopen jaren met miljarden tegelijk, de begrotingsdiscipline moet terug. Het zal wel even wennen zijn, uitgeven is makkelijk.” Kennelijk was de kritiek op de makkelijke manier van uitgeven ook aan het adres van zijn eigen VVD gericht, de partij die sinds 2010 onafgebroken regeert.

De begroting wordt op Prinsjesdag gepresenteerd. Vlak daarvoor, waarschijnlijk op vrijdag 13 september, komt het kabinet met een regeerprogramma voor de komende jaren. Dat is een (waarschijnlijk niet al te gedetailleerde) uitwerking van het hoofdlijnenakkoord dat de vier partijleiders eerder sloten.

Veel is dus nog niet bekend, maar Heinen zet alvast de toon. Hij presenteert het kabinet-Schoof als een klassiek bezuinigingskabinet, in de sfeer van Lubbers I (1982-1986), Rutte I (2010-2012) en de eerste jaren van Rutte II (2012-2017). Het verschil met toen is alleen dat dit kabinet niet in een economische crisis zit, en dat de vooruitzichten nog redelijk gunstig zijn.

Harde financiële keuzes

In het hoofdlijnenakkoord van eerder deze zomer zijn al genoeg voorbeelden te zien van harde financiële keuzes. Er gaan, zo is het voornemen, de komende jaren miljarden weg bij bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking, de afdracht aan de Europese Unie, de Rijksoverheid en bij asielopvang en migratie.

Kijk je iets beter, zegt hoogleraar economie Dirk Bezemer (Rijksuniversiteit Groningen), dan zie je dat van veel van die aangekondigde besparingen nog maar de vraag is of ze echt iets gaan opleveren. „Wat ik echt bijzonder vind aan het kabinet-Schoof, is dat ze met zo veel voorstellen zijn gekomen waarvan eigenlijk al duidelijk is dat ze onhaalbaar zijn. Toch worden ze doorgezet. Onzekerheid over beleid is er altijd, maar ik heb nooit eerder gezien dat onhaalbare plannen zo serieus werden gepresenteerd.”

Ik heb nooit eerder gezien dat onduidelijke plannen zo serieus werden gepresenteerdhoogleraar economie

Dirk Bezemer
hoogleraar economie

Zo boekten de coalitiepartijen alvast in dat „inzet op lagere EU-afdrachten” vanaf 2028 jaarlijks 1,6 miljard euro zal opleveren, zonder de garantie dat Brussel dat goed vindt. Het „beperken van de asielinstroom” moet in dat jaar een miljard opleveren. Opnieuw: zonder dat iemand weet hoe de wereld er dan uitziet. Dirk Bezemer noemt deze manier van begroten „fictief bezuinigen”. „De manier waarop het geld binnen moet komen, blijft onduidelijk.” Het lijkt er dus op dat het geen serieuze bezuinigingsposten zijn, maar eerder een uitdrukking van de politieke kleur van de coalitiepartijen.”

Minister Eelco Heinen (VVD) van Financiën
Premier Dick Schoof
Minister Agema (Volksgezondheid, PVV)

Foto’s Bart Maat

Veel ruimte voor nieuw beleid

Met name voor de PVV is deze vorm van negatief begroten aantrekkelijk: de partij kan haar standpunten over migratie, ontwikkelingssamenwerking en Europa uitdrukken in minder geld daarvoor.

Tegelijk hebben alle vier de partijen de ruimte gekregen voor veel nieuw beleid, zegt Wimar Bolhuis, econoom aan de Universiteit Leiden. „Het hoofdlijnenakkoord bevatte al meerdere veranderingen met veel symbolische waarde. Ze willen laten zien dat ze er zijn, dat er nieuwe dingen gaan gebeuren. Alle partijen hebben daarom maatregelen gekregen die van belang zijn voor hun achterban.”

Dus keert de goedkope ‘rode diesel’ voor boeren terug (een BBB-punt), komt er extra geld voor armoedebestrijding (NSC), wordt het eigen risico in de zorg in 2027 gehalveerd (PVV) en worden de belastingen voor werkenden met een middeninkomen verlaagd (VVD). Bolhuis: „Opvallend is bovendien dat de meeste bezuinigingen pas na een paar jaar zijn ingeboekt, en dat het extra geld meteen al wordt uitgegeven. De meeste kabinetten redeneren in de trant van ‘eerst het zuur, dan het zoet’, maar dit kabinet doet het juist andersom: het geeft eerst uit, en gaat dan pas besparen.”

Een bezuinigingskabinet? Dat valt, kortom, enorm mee. Het kabinet-Schoof doet niet zozeer aan Lubbers I of Rutte I denken, maar eerder aan een rechtse variant van het kabinet-Den Uyl (1973-1977), dat met „leuke dingen voor linkse mensen” beleid maakte.

Wimar Bolhuis ziet de vier coalitiepartijen doen wat ze sinds hun aantreden doen. Ze geven, en nemen, de ruimte om elk hun eigen verhaal te vertellen. En dus kan Eelco Heinen het – in de VVD geliefde – verhaal vertellen dat dit een ‘hand op de knip’-kabinet is, dat breekt met jaren van verkwisting. Tegelijk kan hij wijzen op de lagere belastingen voor werkende mensen, waar de VVD campagne op voerde. De andere partijen kunnen wijzen op het beleid dat juist hún achterban belangrijk vindt, en zo heeft iedereen wat.

‘Visie op vele crises ontbreekt’

Het ontbreekt volgens hoogleraar Dirk Bezemer in het kabinet aan een gemeenschappelijk idee. „Ze geven geld uit aan van alles, maar hoe bereiken ze daarmee wat ze tijdens de verkiezingen beloofden? De gewone Nederlander zou weer aan de beurt komen, maar dat zie ik niet terug in de financiële keuzes die het kabinet maakt. Er wordt niet geïnvesteerd in onderwijs en cultuur, en veel te weinig in armoedebestrijding. De crisis op de woningmarkt blijft onopgelost, net als de onzekerheid op de arbeidsmarkt en de stikstofcrisis.”

Er wordt niet geïnvesteerd in onderwijs en cultuur, en veel te weinig in bestrijding armoede

Bezemer ziet dat „jaren van VVD-beleid” gewoon worden doorgezet. „PVV en BBB zijn te veel one-issuepartijen om daar iets tegenover te stellen, en NSC heeft kennelijk te weinig politiek gewicht.”

De komende begroting wordt naar verwachting de eenvoudigste voor het kabinet-Schoof. Er komen volgens het Centraal Planbureau (CPB) financiële tegenvallers aan die de speelruimte de komende jaren een stuk kleiner maken. Dat gaat onder meer over de compensatie van slachtoffers van het Toeslagenschandaal, herstelbetalingen aan mensen die te veel belasting hebben betaald over hun vermogen in box 3, en de oorlog in Oekraïne.

Als de kosten uit de hand lopen, zo heeft met name de VVD bedongen, dan zal er fors worden ingegrepen in de uitgaven van de overheid. Het begrotingstekort mag niet oplopen boven 3 procent van het bruto binnenlands product. Dan is de tijd van fictief bezuinigen voorbij.


Vervroegde pensionering voor mensen met zware beroepen is bespreekbaar voor kabinet

Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC) mag namens het kabinet onderhandelen over een nieuwe vervroegde pensioenregeling voor mensen met zware beroepen. Het kabinet maakte daar geld voor beschikbaar tijdens de begrotingsonderhandelingen in de afgelopen weken. Dat zei Van Hijum vrijdagmiddag na de minsterraad.

Vakbonden demonstreerden de afgelopen weken voor een nieuwe regeling. De politie was bijvoorbeeld niet aanwezig bij voetbalwedstrijden en een klimaatmars van Extinction Rebellion. De Klassieker, de voetbalwedstrijd tussen Feyenoord en Ajax, kan door de afwezigheid van de politie niet doorgaan.

Sinds in 2012 is besloten dat de AOW-leeftijd hoger werd dan 65 jaar, was er discussie wat dat betekent voor mensen met zware beroepen. Zij kunnen vaak niet zo lang doorwerken. Sinds 2021 is er voor hen een tijdelijke regeling, die volgend jaar afloopt en volgens het ministerie jaarlijks 70 miljoen euro kost.

Dat Van Hijum van het kabinet mag praten over de zware beroepen, is het eerste plan dat het kabinet aankondigt nu de onderhandelingen over een begroting voor 2025 zijn afgerond.

Portemonnee

Wat verder in de begroting staat, wil het kabinet niet zeggen. Wel doet premier Schoof vrijdagmiddag een algemene belofte: „Iedereen gaat er in de portemonnee op vooruit.” Dat wil het kabinet betalen door bezuinigingen op onder andere ontwikkelingssamenwerking en het ambtenarenapparaat, zei Schoof. Die voornemens uit het in mei gesloten Hoofdlijnenakkoord gaat het kabinet uitvoeren.

Andere plannen lekten uit in de uren nadat de onderhandelingen over de begroting waren afgerond. Allemaal plannen waar het kabinet mensen blij mee verwacht te maken. RTL Nieuws meldt bijvoorbeeld dat scholen volgend jaar gratis maaltijden kunnen blijven uitdelen. Dit jaar kost dat ongeveer 166 miljoen euro.

Ook wil het kabinet extra geld uitgeven aan defensie, schrijft De Telegraaf. Plannen om het fiscale voordeel voor werknemers uit het buitenland aan te pakken zijn geschrapt, meldt de krant, en de overdrachtsbelasting wordt voor sommige mensen teruggeschroefd. Hoe de volledige begroting eruitziet en waar het mogelijk pijn gaat doen, wordt officieel op 17 september, Prinsjesdag, bekend.

Nachtwerk

De onderhandelingen leken lang voorspoedig te gaan met kabinetsoverleggen op het Catshuis die flink korter duurden dan ingepland. Het werd pas nachtwerk toen het kabinet de fractievoorzitters en financieel specialisten opzocht van de partijen die meeschreven aan het hoofdlijnenakkoord: BBB, VVD, NSC en BBB. Van donderdag- op vrijdagnacht zaten premier Dick Schoof en minister van Financiën Eelco Heinen tot 4:00 uur in de ochtend met hen om tafel op het ministerie van Financiën.

Was dat niet gek, voor een kabinet dat zichzelf extraparlementair noemt? Met die titel kwam ook de belofte: meer afstand tot de Tweede Kamer, zodat niet alles en achter gesloten deuren zou worden afgesproken. Die nachtelijke overleggen met Kamerleden komen juist over als een heel normáál kabinet.

Schoof vond zo’n overleg met fractievoorzitters logisch. De premier wilde de vier partijen spreken om te controleren of de begroting „in de geest van het hoofdlijnenakkoord” was. De fractievoorzitters, zei de premier, wilden met name in de gaten houden of werken zou blijven lonen, of (kinder)armoede zou worden teruggedrongen, dat inkomens niet gelijker zouden worden en dat de begroting solide zou zijn.


‘Actievoeren is een kwestie van kleine stapjes en van doorgaan, doorgaan, dóórgaan’

Er is genoeg reden voor links Nederland om de straat op te gaan: een rechts kabinet, een klimaatcrisis, woningnood, oorlog in Gaza. Tegelijk bevindt de linkse beweging zich in het defensief. Zijn het gouden tijden voor activistisch links, of is het juist heel zwaar? Die vraag houdt Wijnand Duyvendak (66) bezig. Het voormalig Tweede Kamerlid namens GroenLinks (2002-2008) is al sinds de jaren zeventig actief als activist, tegenwoordig als projectdirecteur bij Milieudefensie.

Duyvendak schreef een boek over actievoeren en over hoe links het publieke debat kan winnen: Recept voor maatschappelijke verandering (2024). Hij zat nog driftig te schrijven toen de radicaal-rechtse PVV in november de grootste partij werd bij de Tweede Kamerverkiezingen. „Ik schrok, maar ik werd ook strijdbaar. We moeten er tegenáán, dat gevoel. Alleen: hoe doe je dat? Actievoeren is een vak, een ambacht. Maar er is geen handleiding, zoals een timmerman die heeft. De maatschappelijke context verandert steeds. Wat eerst wel werkte, werkt nu misschien helemaal niet meer.”

En actievoeren is niet langer voorbehouden aan links.

„Het is ook iets van rechts en het politieke midden geworden. De ene keer protesteren boze boeren, dan weer buurtbewoners tegen de bouw van een windmolen in een weiland om de hoek. Dat moet je toejuichen, het betekent dat maatschappelijk protest is gedemocratiseerd. Maar het is voor linkse mensen zoals ik wel lastiger geworden. We moeten het speelveld met veel meer partijen delen.”

Hangt links in de touwen?

„Ach, wat is dat? De Democraten in Amerika hingen twee maanden geleden pas écht in de touwen. En opeens heeft de partij weer nieuwe energie gevonden, valt alles op zijn plek. Bij ons valt het nog niet goed. Dat kan na twee maanden ook weer helemaal anders zijn, als het kabinet een paar moves maakt waar we met de juiste taal en toon op reageren. Maar het kan ook twee jaar duren. Hoelang hebben ze in Polen wel niet gevochten voordat links en het centrum de verkiezingen konden winnen? Of in Brazilië? Politiek activisme is een zaak van geduld.”

Geduld heeft Wijnand Duyvendak niet altijd gehad. Hij heeft het moeten leren. In de jaren tachtig sloot hij zich aan bij de kraakbeweging. Daar zag hij, zoals hij het nu noemt, „de logica van de escalatie”. Acties werden steeds harder naarmate resultaten uitbleven, discussies steeds verbetener. „Het werd gewelddadig, het ging van protest naar stenen gooien, omdat acties niet het gewenste effect hadden. Ik hoorde mensen dingen zeggen als: deze rechtsstaat is de onze niet.”

Duyvendak zelf was ook betrokken bij harde acties. In de tijd van grote demonstraties tegen kruisraketten en vredesdemonstraties brak hij in bij militaire hoofdkantoren en bunkers. Daar stal hij apparatuur en documenten. Toen hij in 1984 bij zo’n inbraak werd betrapt, belandde hij zes weken in de gevangenis. Een jaar later speelde hij „een forse ondersteunende rol” bij een inbraak bij het ministerie van Economische Zaken. Activisten namen zakken vol dossiers mee over nieuwe kerncentrales. Duyvendak analyseerde de documenten, vervolgens werden ze gepubliceerd in het blad Bluf!, waar hij redacteur van was.

Lees ook

Kabinet laat mogelijke beperkingen van demonstratierecht onderzoeken

Politieagenten halen begin februari klimaatactivisten van  Extinction Rebellion van de A12 tijdens een blokkade in Den Haag. De activisten eisen een einde aan subsidies voor fossiele brandstoffen.

Hoe kijkt u nu op die actie terug?

„Ik vond dat toen rechtvaardig. Als dingen geheim blijven, dan moeten ze openbaar worden. Journalisten doen dat ook, geheime stukken openbaren, dus waarom een actiegroep niet? Maar het was een vorm van eigenrichting, hoe nobel en geweldloos ook.”

Bluf! publiceerde ook privéadressen van ambtenaren, die vervolgens werden bedreigd.

„Dat vind ik echt afschuwelijk. Ik was er toen ook al geen voorstander van. Alles wat het privéleven van mensen raakt, daar moet je echt verre van blijven.”

In 2008, Duyvendak was zes jaar Kamerlid, schreef hij over de inbraak en de gevolgen daarvan in het boek Klimaatactivist in de politiek. Na grote ophef, ook in eigen kring, en felle afkeurende reacties van collega-Kamerleden, diende hij zijn ontslag in. Duyvendak: „Ik was niet voorbereid op de reacties, de aanvallen. Ik dacht: het is zo lang geleden, ik ben nu een keurige man. Maar zodra je kwetsbaarheid toont, springen mensen erbovenop.”

Duyvendak sloot zich in de jaren zeventig aan bij de Amsterdamse kraakbeweging omdat die „zo lekker concreet bezig waren”. Hij studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar de linkse scene druk bezig was met ideologische scherpslijperij. „Ik zie nog voor me hoe het eraan toe ging in de universiteitskantine. De CPN’ers, de maoïsten, en maar discussiëren. Ik dacht: wat is dit? Gaan we de wereldrevolutie uitroepen? Ik ging gewoon woningen opknappen, elektra aanleggen, of waterleidingen.”

Maar ook de kraakbeweging werd radicaler en meer naar binnen gekeerd. Het ging bovendien niet langer alleen over woningnood, maar ook over kernwapens, de apartheid in Zuid-Afrika, of het milieu. „De neiging ontstond om een heel ideologisch bouwwerk te maken, om de samenhang tussen alles te verklaren. Het was een ideologische radicalisering.”

Ziet u parallellen met het linkse activisme van nu, bijvoorbeeld bij Extinction Rebellion?

„Een jaar geleden voegden ze echt wat toe aan het debat over de subsidies aan de fossiele industrie. Ik denk dat je wel hetzelfde patroon ziet. Mensen zetten zich in voor één concreet onderwerp, zoals klimaatrechtvaardigheid. Een deel haakt na een tijdje af, of denkt: ik word ambtenaar en ga het systeem van binnenuit proberen te veranderen. En een deel kan ideologisch radicaliseren.”

Ziet u ook de neiging om te escaleren in actievoeren, zoals u die bij de krakers zag?

„Het bijzondere is: de klimaatcrisis is zo groot, maar er wordt tot nu toe niet met geweld tegen geageerd. Dat betekent dat er gezond intern debat is. Wel proberen ze er schepjes bovenop te doen, omdat ze nog geen resultaat hebben geboekt. Zo verliezen ze aan effectiviteit. De snelwegblokkades op de A12 waren lange tijd heel succesvol, fossiele subsidies werden een groot thema. Maar toen ze te lang doorgingen en ook nog eens de A10 gingen blokkeren, verloren ze steun. Het werd te heftig. Toen begrepen veel mensen het niet meer.”

Lees ook

Iedere dag staan er nog ‘voldoende’ mensen op het rooster – hoelang houdt Extinction Rebellion dat vol?

Iedere dag staan er nog ‘voldoende’ mensen op het rooster – hoelang houdt Extinction Rebellion dat vol?

De logica kan zijn: er is iets nieuws nodig om weer op te vallen.

„Ik weet zelf hoe na een paar jaar actievoeren de frustratie toeslaat. Zeker bij een onderwerp als klimaat, dat niet kan wachten. Maar uiteindelijk win je het altijd met kleine stapjes. Doorgaan, doorgaan, dóórgaan.”

Wie heeft dat volgens u goed gedaan?

„Ik vind Kick Out Zwarte Piet een onderschat succes. Die hebben jarenlang gedemonstreerd bij intochten van Sinterklaas en deden dat altijd geweldloos. Werden ze in een vak gezet, dan gingen ze braaf in dat vak staan. Het waren hun tegenstanders die escaleerden. Als ze zich uit de tent hadden laten lokken, dan was het voorbij geweest. Maar heel langzaam wonnen ze de strijd om de publieke opinie.”

Bij Extinction Rebellion zie je een verbreding: er wordt nu ook tegen de oorlog in Gaza gedemonstreerd.

„Het is heel belangrijk om focus te hebben in je strijd. Bij Milieudefensie voeren we die discussie ook: we willen solidair zijn met de Palestijnen, het is hartverscheurend wat daar gebeurt. Maar we zijn geen organisatie voor de bevrijding van Palestina. We voeren in de eerste plaats strijd tegen grote vervuilende bedrijven.”

En dat zou u Extinction Rebellion ook aanraden?

„Ja. Hoe groter de range aan onderwerpen, hoe kleiner de groep wordt. Je verkleint jezelf, je verliest je scherpte. Als je politieke strijd voert, heb je een duidelijk contrast nodig. Je moet niet alles aan elkaar knopen.”

Herkent u in de intersectionele activisten van nu, die juist de samenhang van onrecht willen aantonen, iets terug van de theoretici uit de jaren zeventig?

„Niet in de boeken die ze lezen, maar wel in hun manier van denken. De neiging om alles aan elkaar te knopen. Nu heet het intersectionaliteit, toen was het anti-imperialisme. Maar het draait om hetzelfde idee: dat er één systeem is waartegen je vecht.”

Heeft u zelf deelgenomen aan snelwegblokkades?

„Meerdere keren ben ik naar de steundemonstratie aan de kant [van de snelweg] geweest, zonder het risico om weggesleept te worden. We zijn met Milieudefensie bezig acties te organiseren, maar dan denken we meer in klassieke demonstraties: grote acties, petities, grote groepen mensen. Ik voel me verwant aan jonge mensen die in beweging komen, maar ik weet natuurlijk niet of dat andersom ook zo is.”

Lees ook

Het succes van Kick Out Zwarte Piet – en zijn beperkingen

KOZP-demonstratie bij de landelijke intocht van Sinterklaas in Meppel, 2015. Foto David van Dam