Lokale bestuurders missen betrokkenheid bij asielminister Faber

Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen.

Bij het verstrijken van de eerste deadline van de spreidingswet bleek vrijdag dat slechts vijf provincies (Drenthe, Flevoland, Gelderland, Groningen en Zeeland) met voldoende opvangplekken kunnen komen.

De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige spreiding van asielzoekers over het land op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken kunnen doorstromen.

Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de provincieplannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij toen steevast ‘dwangwet’ noemde.

Meer duurzame opvangplekken

In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. Het besluit om de spreidingswet in te trekken is „helemaal niet voorgelegd” aan provincies en gemeenten, vertelde de Drentse commissaris van de koning Jetta Klijnsma vrijdag. Ze roept Faber op om in contact te treden met de medeoverheden en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

Alle commissarissen van de koning „staan onverkort achter de spreidingswet”, schreven zij in een vrijdag gepubliceerde brief aan Faber. Zij doen opnieuw een beroep op het kabinet om af te zien van intrekking en wijzen Faber op de effectiviteit van de wet. Uit de plannen blijkt dat „de komende twee jaar meer gemeenten dan voorheen asielopvang bieden”, met een „beweging van noodopvang naar duurzame opvang”.

De afspraak om de wet in te trekken heeft de opdracht aan provincies en gemeenten niet geholpen, schrijven de commissarissen. Zo kwamen lokale bestuurders „regelmatig” in een moeilijke situatie met gemeenteraden en omwonenden van beoogde opvanglocaties. Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten ernaar handelen.

Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het COA vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot spoedoverleg over de prangende situatie in Ter Apel in de wind geslagen.

Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zij zou daar hebben medegedeeld dat ze ervoor wil zorgen dat er minder asielzoekers naar Nederland komen, zonder toe te lichten hoe ze dat wil bereiken. Ook zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.

Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder die anoniem wil blijven. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.

‘Politiek geeft geen richting’

Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden moet dus van het ministerie van Justitie en Veiligheid moet hij permanente asielplekken creëren, terwijl het ministerie van Defensie de komst van een groot azc dwarszit. Buma: „De politiek geeft geen richting.”

Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt de lokale bestuurders een fout. „En daarmee, zegt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.


Staatssecretaris Idsinga (NSC) stapt op na kritiek over niet-openbaren zakelijke belangen

Folkert Idsinga (NSC) treedt af als staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst. Dat meldt de Rijksvoorlichtingsdienst vrijdagmiddag. Hij is de eerste vertrekkende bewindspersoon van kabinet-Schoof.

Transparantie over Idsinga’s zakelijke belangen vormen de aanleiding voor zijn aftreden. De Tweede Kamer wilde in meerderheid weten waar Idsinga zijn pensioen van ruim zes miljoen euro in investeerde, maar de staatssecretaris was van mening dat dergelijke beleggingen privé moesten blijven.

Het parlement gaf Idsinga een ultimatum om zijn belangen voor maandag vrij te geven, maar dat wacht hij met een voortijdig vertrek niet af. Idsinga’s partij NSC hecht grote waarde aan transparantie en integer bestuur.

Om 16.00 uur geeft Idsinga een toelichting op zijn vertrek.

Dit bericht wordt uitgebreid.


Lokale bestuurders wanhopig over asielminister Faber: ‘Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee’

Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen. Fabers betrokkenheid op het asieldossier zou in schril contrast staan met haar voorganger Eric van der Burg (VVD), die vaak zelf aan de telefoon hing met lokale bestuurders voor het regelen van noodopvang, en desnoods zelf in de auto stapte naar gemeenten in nood.

De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige asielspreiding op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken in het land kunnen doorstromen. Vrijdag moeten alle provincies bekend hebben gemaakt hoeveel permanente plekken gemeenten beschikbaar willen stellen. Het staat zo goed als vast dat niet alle benodigde 96.000 plekken ingevuld zullen zijn. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland moeten gezamenlijk bijna 36.000 plekken vrijmaken, maar hebben eerder deze week laten weten dat ze daar op 1 november niet aan kunnen voldoen.

Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de plannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij steevast ‘dwangwet’ noemde.

Intrekken

In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is hoogst ontstemd over het voornemen en voorziet „chaos”. Het kabinetsbesluit helpt volgens de belangenorganisatie bepaald niet met het creëren van draagvlak voor opvangplekken onder inwoners van gemeenten. Maar liefst 96 procent van de VNG-leden vindt intrekking van de wet pas op z’n plaats op het moment dat de problemen in de asielopvang zijn opgelost.

Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten er naar handelen. Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had de Drentse commissaris Jetta Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot een spoedoverleg over de prangende situatie bij Ter Apel in de wind had geslagen.

Er waait een nieuwe wind

Marjolein Faber
Minister van Asiel en Migratie, PVV

Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zo zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet steeds als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij kritische vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.

Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder, die anoniem wil blijven om het kleine beetje contact dat hij met Faber heeft niet op het spel te zetten. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.

Geen richting

Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Als burgemeester moet Sybrand Buma van het ministerie van Justitie en Veiligheid permanente asielplekken creëren, vertelt hij. Tegelijkertijd zit Defensie de komst van een groot azc dwars. Hij zit dus met zijn handen in het haar. „De politiek geeft geen richting”, vat hij samen.

In juli schreef hij Faber en staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman (BBB) een „dringende” brief over dat hij duidelijkheid nodig heeft. Van minister Faber heeft hij nog altijd niets gehoord. „Er volgt op zeer korte termijn een antwoord op de brief”, aldus een woordvoerder van de minister na vragen van NRC.

De Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink kent „geen wethouder die is benaderd door Faber”. Zelf was hij één keer digitaal aanwezig bij „een bestuurlijk overleg” met de minister. Dat overleg duurde „heel kort”, waarbij Faber aan wethouders meedeelde dat ze zou stoppen met het financieren van de bed-bad-brood-regeling voor ongedocumenteerde vreemdelingen. Faber kreeg toen te horen dat de bestuurders dit „zéér onverstandig” vinden, zo vertelde de Utrechtse wethouder Rachel Streefland vorige maand in het radioprogramma Spijkers met Koppen. „En toen was het gesprek zo ongeveer klaar.”

Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt hen een denkfout. „En daarmee, vermoedt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.

Lees ook

Terwijl Ter Apel overvol is, zijn er in 40 procent van de gemeenten nog altijd geen opvangplekken

De opvanglocatie voor asielzoekers in Ter Apel is zo vol dat er alleen kwetsbare vluchtelingen worden binnen gelaten. Een groep mannen wacht 's avonds laat buiten op een oplossing.


Opnieuw dingt Janarthanan Sundaram als underdog mee naar het partijvoorzitterschap van D66: ‘De partij wordt steeds meer speelbal van de politieke top’

Drie jaar geleden verloor hij van een oud-wethouder. Dan is winnen van een oud-staatssecretaris een kansloze missie, zou je kunnen denken. Waarom doet Janarthanan Sundaram (43) toch mee in de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap van D66, waarvoor de strijd dinsdagavond losbarst?

Sundaram, die raadslid was in zijn woonplaats Enschede en tot drie jaar geleden voorzitter van het diversiteitsnetwerk van D66, neemt het op tegen Alexandra van Huffelen, staatssecretaris in de kabinetten Rutte III en IV. Van Huffelen heeft in een brief aan de leden laten weten dat ze „vertrouwen” bij Nederlanders wil terugwinnen door meer het land in te gaan en de partij „sterker” wil maken.

Een van de twee krijgt de verantwoordelijkheid over een zoekende partij. D66 verloor bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2023 vijftien van de 24 zetels. Uit een eigen evaluatie bleek: de partij moet minder belerend en minder technocratisch worden. Het nieuwe leiderschap dat Sigrid Kaag beloofde, kon D66 niet waarmaken, schreef het wetenschappelijk bureau. En het ontbrak de partij aan kleur in de regeringsjaren.

Boeren

D66, dat in peilingen nog altijd op ongeveer tien zetels staat, moet nu de weg terug omhoog vinden. Ondanks dat deze radicaal-rechtse coalitie in de ogen van D66 een gruwel is, kiest partijleider Rob Jetten er sinds de zomervakantie voor om in debatten niet constant grote woorden te gebruiken over normen die worden overschreden. Hij klinkt constructief en wil zich in het midden positioneren. Kandidaat-voorzitter Sundaram, die dinsdagavond samen met Van Huffelen in gesprek gaat met D66’ers in Den Haag over het voorzitterschap, vindt dat het contact met leden en de maatschappij beter kan.

Wat vindt u van de politieke koers van de partij?

„Wat er in de politieke arena gebeurt is de verantwoordelijkheid van de politiek leider: Rob Jetten. Hij moet van de voorzitter alle vrijheid krijgen om te doen wat hij politiek gezien nodig acht. Ik zal er als voorzitter op letten dat leden meegenomen worden in de keuzes en dat de leden meer en de partijbonzen minder invloed hebben op de koers.”

Volgens Sundaram verloor D66 de Tweede Kamerverkiezingen mede doordat de partijtop te weinig te rade ging bij de leden, en daarmee de rest van de maatschappij. Hij noemt de oproep van Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot om de veestapel te halveren. „Boeren die ik sprak voelden zich door die uitspraak in een hoek gezet. Ze hadden het gevoel dat hun leven niet begrepen werd. D66 moet mensen weer mee kunnen nemen en niet op afstand zetten. Door vaker gesprekken tussen de partijtop en leden te organiseren.”

In zijn campagne drie jaar geleden zei Sundaram dat de partij meer open moet staan voor „atypische” mensen. Prominente posities worden verdeeld onder een te kleine club die ook de koers bepaalt, zei hij. En hij maakte zich zorgen om de veiligheid in de partij. Hij verloor van oud-wethouder Victor Everhardt die de voorkeur had van de Landelijke Talentencommissie, maar kreeg wel 44 procent van de stemmen.

Dat u 44 procent van de stemmen kreeg, was volgens u een signaal. Wat gebeurde daarmee?

„Ik heb twee keer uitgebreid koffie gedronken met Everhardt. Er was een aantal dingen aan de hand in de partij op het gebied van sociale veiligheid, die later ook openbaar zijn geworden. Daar heb ik het uitgebreid met Everhardt over gehad.”

Sundaram noemt voormalig partijstrateeg Frans van Drimmelen. Hij werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag.

„Ik wilde geen gedoe als wij in een machtspositie zaten, ik baal er flink van dat dat mislukt is. Dat heeft de partij beschadigd.”

Wat had u anders gedaan?

„Wat mij betreft zijn zulke incidenten partij-interne kwesties. De partijvoorzitter had Sigrid Kaag, toen de politiek leider, uit de wind moeten houden. In plaats daarvan moest zij zich uiteindelijk na een lange internationale dienstreis voor de camera’s verantwoorden.”

„De partij moet bovendien, om een veilige plek te zijn, net als bij een bedrijf een HR-afdeling krijgen. Bij een HR-afdeling kunnen werknemers aankloppen als ze ergens mee zitten, het zorgt ervoor dat er op een gestandaardiseerde manier voortgangs- en ontslaggesprekken gevoerd worden. Dat voorkomt onnodige escalatie en gedoe.”

Op de gangen van de Tweede Kamerfractie van D66 hoor ik: we kunnen ons niet voorstellen dat de leden níét voor Van Huffelen gaan.

„Tsja… Dat is vanuit Den Haag gedacht. Mensen willen hun partijdemocratie weer terug, dat hoor ik van iedereen. Terwijl de partij een tegenovergestelde beweging maakt.”

Waaraan kun je dat zien?

„Een voorbeeld. D66 streeft naar diverse kieslijsten, maar dat lukt nog niet goed. Komend congres ligt een plan voor waarin wordt omschreven: we hebben geconstateerd dat kieslijsten minder divers worden als leden zich ermee gaan bemoeien. Daarom is het voorstel dat de conceptlijst van de lijstadviescommissie meer gewicht krijgt, en hoe leden over de lijst stemmen minder. Dat is niet goed. We moeten besluiten van leden niet wegmanagen.”

U heeft al drie jaar geen partijfunctie. Heeft u rancuneuze gevoelens jegens D66?

„Ik ben niet rancuneus. Ik hoef geen betaalde functie en ben zeer comfortabel met mijn bedrijf. Ik ben wel boos, omdat de partij steeds meer speelbal wordt van de politieke top.”


‘Alles wat we doen, zullen mensen voelen. Het laaghangend fruit is wel geplukt’

Sophie Hermans heeft een probleem. Deze week kreeg de klimaatminister een dikke onvoldoende van de rekenmeesters van het Planbureau voor de Leefomgeving. Nederland maakt minder dan 5 procent kans dat het de eigen klimaatdoelstelling haalt voor 2030. Daarmee raakt ook het doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn, steeds meer in het geding. Het regeerprogramma van het kabinet-Schoof helpt niet.

Maar Sophie Hermans heeft ook een oplossing. Of preciezer: iets wat een oplossing mogelijk zou kunnen maken. PVV, VVD, NSC en BBB hebben afgesproken dat er „alternatief” klimaatbeleid komt als de doelen niet gehaald worden. „Dat is een afspraak waar ik mijn collega’s aan houd”, zegt Hermans (VVD) in haar werkkamer op het ministerie van Klimaat en Groene Groei.

Hermans moet de komende tijd haar collega’s bij Infrastructuur, Landbouw en Volkshuisvesting bewegen hun bijdrage aan het klimaat te leveren. In het voorjaar wil ze plannen presenteren die ervoor moeten zorgen dat de doelstelling – 55 procent minder uitstoot in 2030 – toch gehaald kan worden.

Het PBL stelt vast dat vrijwel alle concrete klimaatplannen van het kabinet-Schoof de doelstellingen verder uit zicht brengen, zoals het terugdraaien van de verplichte warmtepomp en een hogere CO2-heffing voor de industrie. Ook nieuwe plannen, zoals de wens om opnieuw een Europese uitzondering te krijgen op mestregels, zorgen, als het lukt, voor méér uitstoot.

Dus je zou kunnen denken: daar valt winst te halen. Maar Hermans zit klem tussen haar eigen doelstelling en de politieke wensen van haar coalitiegenoten. Ze is dan ook uiterst voorzichtig om te zeggen wáár ze wil ingrijpen.

„Er staan maatregelen in het regeerprogramma die niet goed zijn voor het klimaatdoel, voor het terugdringen van de uitstoot. Denk aan de rode diesel. Ik sta voor die afspraken. Maar de kans dat we het doel in 2030 gaan halen is heel klein. We liggen niet op koers.”

Lees ook

‘Heel erg onwaarschijnlijk’ dat Nederland klimaatplannen van 2030 haalt: eerder meer dan minder CO2-uitstoot onder nieuwe kabinet

In de van Pallandtpolder is een zonnepark gebouwd met zes windmolens, 115.000 zonnepanelen en twaalf zeecontainers met batterijen om de opgewekte stroom op te slaan.

Gaat u uw collega’s vragen om plannen met een negatief klimaateffect uit het regeerprogramma te heroverwegen?

„Die maken de maatregelen die ik dan nog wel kan nemen lastiger, ja. Mijn boodschap aan hen is: we staan er slecht voor en er zijn alternatieven nodig. Wees bereid om álles te bekijken, kijk er ópen naar.”

U spreekt vaak over draagvlak, dat mensen ‘het moeten kunnen meemaken’. Tegelijkertijd heeft u nog maar vijf jaar. Zijn er makkelijke keuzes of heeft u alleen nog moeilijke?

„Er komen onherroepelijk lastige keuzes aan. Want het laaghangend fruit is nu wel geplukt. Dus alles wat we nu gaan doen, zullen mensen voelen. We kunnen niet meer zeggen: dat doen we later wel.”

Het vorige kabinet heeft al laten onderzoeken hoe er nog meer klimaatwinst te halen valt. Dat komt neer op gedragsverandering. Ook de Raad van State zegt: daar zit veel potentiële winst.

„Ik ben daar op voorhand niet tegen. De vliegbelasting gaat omhoog. Dat is niet leuk, want je ticket wordt er duurder van. Maar het helpt wel om de goede keuzes te maken. Moet ik nu echt vliegen of zou ik dit ook met de trein kunnen? Of kan ik ook een andere bestemming dichterbij kiezen waar je met de auto heen kan, bij voorkeur met een elektrische auto?

„Maar het moet wel te doen zijn voor mensen. Daarom heb ik tijd nodig om met goede maatregelen te komen, waarmee ik kan normeren en subsidiëren.”

De grootste winst valt te halen bij de industrie en landbouw. Laten we bij dat laatste beginnen. Uitstoot kan vooral omlaag door minder dieren, schrijft het PBL. Iets dat de BBB absoluut niet wil. Kan het kabinet zich nog taboes permitteren?

„Ik vind dat je te allen tijde bereid moet zijn om met een open vizier te kijken naar wat er nodig is voor het land, als je bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid neemt en problemen wil oplossen. Dus dat geldt ook voor klimaat.

„Ik begrijp dat iedereen daar wel een eigen weging in maakt door zich af te vragen: wat doe ik dan liever wel of liever niet? Maar we hebben wel een afspraak gemaakt, deze doelstelling staat. Nu moeten de partijen boter bij de vis leveren.

„Dat is waar ik mijn collega’s toe uitnodig. Er zijn ook dingen waar ík vijf jaar geleden anders over dacht.”

U bedoelt: de VVD heeft zelf óók een move gemaakt in klimaat de afgelopen jaren.

„Zeker, de VVD heeft best lang op de rem gestaan met klimaat. Veel maatregelen de afgelopen jaren hadden wij niet als eerste bedacht. Bijvoorbeeld een hogere, nationale CO2-heffing voor de industrie [uit Rutte III]. Ik snap nu wel waarom we hem hebben.”

Maar dit kabinet schrapt een geplande, nieuwe verhoging van die CO2-heffing industrie. Waarom dan?

„We waren heffing op belasting aan het stapelen in de industrie. En dan nog een bedrag daar bovenop leggen? Ik wil dat de industrie vergroent, daar hebben we afspraken over. Maar je zag dat het water de industrie aan de lippen stond. We moeten het investeringsklimaat in de gaten houden.

U bent zelf verantwoordelijk voor de verduurzamingsafspraken met grote industriële bedrijven. Die zijn vastgelopen. Hoe gaat u dat vlottrekken?

„Ik hoop dit jaar de eerste maatwerkafspraak af te sluiten. Het blijkt best een klus om het zo vorm te geven dat de Europese Commissie het niet als staatssteun ziet. Ik ga kijken welke bedrijven concrete plannen hebben om die extra stap te zetten, en als die er niet zijn, stoppen we. Ik ga niet eindeloos doorpraten. Daarvoor is de tijd ook te kort. En ik wil met de bestuurders van de grote uitstoters om tafel om hun duidelijk te maken waarom het belangrijk is dat ze hun groene investeringen in Nederland doen.”

Goedkope en overvloedige stroom is belangrijk om de industrie te verduurzamen, maar windparken op zee zijn vertraagd. Dat het kabinet ook rekening wil houden met de visserij maakt dat niet makkelijker.

„Het is belangrijk dat vissers kunnen blijven vissen. Maar, zeg ik dan, het is óók belangrijk dat we die windmolenparken kunnen aanleggen. Uiteindelijk zul je allemaal een beetje moeten inschikken en moeten geven. Maar ik sta voor wat ik sta. En dat is dat we wind op zee nodig hebben.”

Het PBL ziet veel freeriders bij de subsidies voor het verduurzamen van je huis. Is de klimaattransitie te veel ten goede gekomen van de groep die het eigenlijk wel kon betalen?

„Ik wil niet zeggen dat het hiervoor niet goed was. Je wilt een beweging op gang krijgen en dat is de afgelopen jaren goed gelukt. Alleen als ik naar de volgende fase kijk, vraag ik me af of de knoppen nog goed staan afgesteld.”

U bent óók vicepremier in het eerste radicaal-rechtse kabinet van Nederland. Waarom wilde u daarin minister worden?

„Het is het eerste rechtsere kabinet zou ik willen zeggen. Ik onderschrijf niet de benaming die u eraan geeft. Omdat daar een toon, of een connotatie, misschien is dat beter, aan zit waar ik het niet mee eens ben.”

De PVV is de grootste regeringspartij. Dat vindt u geen radicaal-rechtse partij?

„Ik vind de PVV een rechtse partij, overigens links op sociaal-economisch gebied. Dit is voor mij een centrumrechts kabinet. Ik ben het niet eens met heel veel standpunten of dingen die in het verkiezingsprogramma staan. Maar die staan niet in het regeerprogramma.

„Met de coalitie hebben we goede afspraken gemaakt. Hoe we onze rechtsstaat respecteren. Hoe iedereen gelijk is in dit land. Maar deze samenwerking kent haar ingewikkeldheden, laten we daar geen doekjes om winden.”

Deze week besloot het kabinet om in plaats van het noodrecht toch de parlementaire route te bewandelen voor asielmaatregelen. Is dat volgens u beter?

„Het doel is belangrijker dan het middel, vind ik. En over dit middel was zo veel discussie ontstaan, dat ik het goed vind dat we dit nu hebben afgesproken.

Premier Dick Schoof is gaan onderhandelen met de fractievoorzitters van de coalitiepartijen. Het kabinet is buitenspel gezet.

Nee, de vier partijleiders hebben hun handtekening onder het hoofdlijnenakkoord gezet. Migratie is echt heel belangrijk voor sommige partijen in deze coalitie. En het is niet dat we er de afgelopen weken niet over hebben gesproken in het kabinet. Maar het klopt dat we vandaag [vrijdag] pas te zien kregen wat de aanvullende maatregelen zijn.

BBB-Kamerlid Henk Vermeer zei na de presentatie van de cijfers van het PBL tegen NRC dat het tijd is voor „bezinning of de doelstellingen nog wel bij de jaartallen passen”. Discussie daarover moet volgens hem „geen taboe” zijn. Voordat u het weet is Schoof híerover aan het onderhandelen met de fractievoorzitters.

„Ik weet wat ik wil en wat we afgesproken hebben over klimaatbeleid. Dat proces is nu net gestart. Er zal ongetwijfeld politieke discussie komen. In de Klimaatwet staat 2030 als een belangrijk tussendoel voor 2050. Dat is afgesproken, dus daar komen we niet aan.

U loopt al tien jaar rond in Den Haag. Heeft u het ooit zo meegemaakt?

„Deze drie maanden waren wel heel wispelturig.”


Het kabinet is gered door Oude Politiek –voorlopig

Het kabinet dat het zo graag anders wil doen werd gered door Oude Politiek – voor nu. In nog geen twee uurtjes was het kabinet er deze vrijdag uit. In de wekelijkse ministerraad op het Catshuis kregen de ministers te horen welk asielpakket premier Dick Schoof donderdagnacht had gesloten met de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB.

De bewindspersonen hadden er niets meer over te zeggen. Zelfs Marjolein Faber (PVV) niet, de minister die over asiel en migratie gaat. Zij had wekenlang gewerkt aan een „dragende motivering” om een noodwet door te voeren, maar allang was duidelijk dat die motivering er nooit zou komen. En Faber was niet welkom geweest aan de onderhandelingstafel.

Lees ook

Kabinet scherpt asielbeleid verder aan met ‘noodmaatregelenwet’

Premier Dick Schoof staat de pers te woord.

Om het voortbestaan van zijn kabinet te redden, greep Dick Schoof naar de manier waarop zijn voorganger Mark Rutte het jarenlang had gedaan: politieke afstemming in de coalitie, en een ministerraad die daar maar weinig over te zeggen had. Zeker in het kabinet-Rutte III werd daar door ministers over geklaagd: ze waren toch geen stempelmachine voor wat de coalitie onderling had afgesproken? Rutte had een heel overlegcircuit opgetuigd, waarbij de leiders van de coalitiepartijen op maandag al hadden bepaald wat de ministerraad vrijdag mocht beslissen.

Bij aanvang van een nieuw kabinet, zeker als er een nieuwe premier aantreedt, hoor je altijd: weg met de achterkamertjes, meer luisteren naar burgers, minder spel, meer inhoud. „Maar de werkelijkheid is weerbarstig”, zegt hoogleraar politicologie Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam). „Paars-I [1992-1998] beloofde een einde aan de overlegcultuur, meer openheid. Balkenende-I [2002] beloofde nieuwe politiek. Rutte-I [2010-2012] was een minderheidscoalitie met gedoogsteun van de PVV, maar in de praktijk werkte het als een klassieke meerderheidscoalitie.”

Meer openheid, meer debat

Het kabinet-Rutte III viel over het Toeslagenschandaal, het symbool van een politieke kaste die in zichzelf gekeerd was. Rutte had „radicale nieuwe ideeën” om de bestuurscultuur te verbeteren. Meer openheid, meer debat. Van der Meer: „Maar ook in dat kabinet bleek de afstemmingsbehoefte nog altijd groot, en keerde de overlegcultuur terug.”

Nicolien van Vroonhoven (NSC) in overleg met Geert Wilders (PVV) tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.
Foto Bart Maat

Ook terug van nooit weggeweest: de bezweringsformules waarmee de partijen een politiek bevochten compromis verwoorden en verdedigen alsof het hún idee was. Er komt geen noodwet, zoals de PVV wilde, maar een ‘asielnoodmaatregelenwet’.

Geert Wilders wilde de maatregelen met spoed doorvoeren, zonder inspraak van de Eerste en Tweede Kamer. Hij dreigde met de val van het kabinet, kreeg zijn zin niet, en zegt over deze „historische maatregelen” op X: „De manier waarop ze worden doorgevoerd, is minder belangrijk dan dát ze worden doorgevoerd. Als dat niet gaat via de noodwet, dan gebruiken we maar de spoedwet.”

Wilders heeft op één punt gelijk: de asielmaatregelen die Schoof vrijdag aankondigde, zijn de meest vergaande in de recente geschiedenis. Doordat NSC het staatsnoodrecht van tafel kreeg, is de indruk snel gewekt dat de scherpe kantjes er vanaf zijn. Maar dat ging om het staatsrechtelijke proces, niet om de inhoud. Het kabinet wil de spreidingswet snel intrekken, en tegelijk een pakket maatregelen per wet laten vastleggen die het aantal asielzoekers moet beperken.

Terwijl Schoof zijn plannen op vrijdagmiddag verdedigde in zijn wekelijkse persconferentie, sloeg de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) alarm over de uitvoering daarvan. De maatregelen zijn niet effectief, zeggen de gemeenten, ze creëren „chaos”. Als de spreidingswet wordt ingetrokken, zegt de VNG, is er geen mechanisme meer om statushouders eerlijk over gemeenten te verdelen. Zeker omdat de maatregel gepaard gaat met een verbod op het geven van voorrang aan statushouders als zij een woning zoeken.

Van veel andere maatregelen is de uitvoerbaarheid twijfelachtig. Het kabinet wil grenscontroles, maar de marechaussee kampt met grote personeelstekorten. Een asielvergunning moet nog maar drie jaar geldig zijn, en niet vijf jaar, zoals nu. Maar dat betekent een forse extra belasting voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die ook mensen tekortkomt.

Lees ook

de belangrijkste asielmaatregelen op een rij

Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie (PVV), voorafgaand aan de wekelijkse ministerraad op het Catshuis.

„Ik ben met stomheid geslagen”, zegt VVD’er André Bosman. Hij zat in 2020 en 2021, toen hij nog Tweede Kamerlid was, de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties voor. Deze commissie onderzocht waar de problemen bij uitvoeringsorganisaties, zoals het UWV en het CBR, vandaan komen. Het rapport van de commissie liet zien dat de overheid tekortschiet bij de uitvoering van voorgenomen beleid. Daarom raadde Bosman aan wetten voortaan altijd vooraf te toetsen op uitvoerbaarheid.

Premier Dick Schoof vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Hij licht het akkoord toe dat hij met de coalitiepartijen bereikte over nieuwe asielmaatregelen.
Foto Bart Maat

Waarom gebeurt dat nog steeds niet? „De politiek van de korte termijn regeert weer. Dat betekent dat ze er gaandeweg achter gaan komen dat beleid niet uitvoerbaar is. Op asielbeleid zadelen ze uitvoeringsorganisaties en gemeenten op met de gevolgen. Ze hadden allereerst moeten luisteren naar de IND, de opvangcentra of gemeenten. Dan hadden ze bijvoorbeeld kunnen horen: de spreidingswet werkt. En als je een wet hebt die doet wat hij moet doen en iedereen duidelijkheid geeft, waarom behoud je die dan niet?”

Ondoordacht beleid

Deze coalitie, zegt Bosman, maakt dezelfde fout als voorgaande coalities: ondoordacht beleid, zonder over de gevolgen na te denken. „Populisme is de politiek van de korte termijn. Nu leveren, dat is per definitie het doel. Maar politiek moet beleid maken volgens een visie, en ideeën toetsen aan haalbaarheid. Laat ze eerlijk zijn over wat kan en wat niet kan: welk verdrag moet worden opgezegd, voor welke maatregel we uit de EU moeten stappen, welke tijd realistisch is. Dat ook NSC, de partij van de rechtsstatelijke principes, dat niet gedaan heeft, heeft me verbijsterd.”

Het is Schoof gelukt om met oude trucs zijn nieuwe kabinet te redden. Maar in de regeringspartijen werd nog tijdens het oplossen van deze crisis al nagedacht over de volgende horde. Dat kan heel goed het landbouwbeleid zijn, waar BBB alle touwtjes in handen heeft op het ministerie, en waar ze steeds geïsoleerder raken. Deze partij moet de verantwoordelijkheid gaan dragen voor stikstof- en klimaatbeleid dat boeren hard zal raken. De leiders van de coalitiepartijen laten dat niet over aan het kabinet. De les van afgelopen week is dat zíj met Schoof de koers willen bepalen.


Woonminister Mona Keijzer wil ‘alles’ aangrijpen om te versnellen, maar komt nog met weinig concreets

Het probleem van de woningnood, en het gebrek aan ruimte in Nederland, dat wist woonminister Mona Keijzer (BBB) donderdag prima over te brengen in de Tweede Kamer. Maar hoe ze de woningbouw wil versnellen, en wat haar eigen visie op de herinrichting van Nederland is, werd bij de begrotingsbehandeling van haar ministerie nog niet duidelijk.

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) is ook een nieuw ministerie, en een nieuw terrein voor Keijzer. Als een van de vier vicepremiers was ze deze eerste maanden ook behoorlijk druk met relatietherapie binnen de rechtse coalitie.

‘Opgeruimde geest’

Schriftelijk had ze met haar ambtenaren deze week bijna honderd Kamervragen beantwoord. Het debat zelf bleef te veel hangen in grote ambities voor het oplossen van grote problemen. Er is al veel te lang gepraat over het woningtekort, zei Keijzer, en ze wil met een „opgeruimde geest” en een „vaste wil” een „frisse wind” door de bouwwereld laten waaien. Dat kan alleen als de Tweede Kamer haar daarbij steunt, herhaalde Keijzer steeds weer.

„U hoort aan mij: ik grijp alles aan om te versnellen.”

Het splitsen van woningen zou bijvoorbeeld standaard vergunningsvrij moeten kunnen, opperde ze. Luchtkwaliteit zou voor bouwprojecten tijdelijk uit de omgevingstoets gehaald kunnen worden. En als je een zeldzaam „beestje” op een bouwlocatie aantreft, kun je het project zo een jaar uitstellen, volgens Keijzer. Nu het kabinet dna-sporenonderzoek naar vleermuizen in spouwmuren toe wil staan, moet isoleren straks bijvoorbeeld al sneller kunnen, zei ze.

Maar veel bouwprojecten stokken juist door juridische procedures, soms tot aan de Raad van State. Hoe gaan we voorkomen dat zulke geschillen zich twintig jaar lang voortslepen, vroeg NSC-Kamerlid Merlien Welzijn?

Nou, na jarenlang gedoe komen er nu bijvoorbeeld toch 5.000 woningen langs de A12 bij Bleiswijk en Zoetermeer, werd deze week bekend. Keijzer had de provincie Zuid-Holland en de gemeente Lansingerland gevraagd om een snelle oplossing. „Dat heeft dus tot resultaat geleid”, volgens de minister. Soms is „extra bestuurlijk instrumentarium” daar helemaal niet voor nodig, zei ze.

Geen nieuwe crisiswet

Keijzer wil vooral binnen het huidige systeem „wissels omzetten” en „dingen anders organiseren”. Er komt binnenkort al een voorstel voor de Wet regie volkshuisvesting, waarmee het Rijk beter kan bepalen hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Verder is Keijzer „huiverig” om nieuwe wetten of nieuwe organen op te tuigen om de woningnood tegen te gaan, zei ze in de Kamer.

Coalitiepartij NSC hield deze week juist een vurig pleidooi voor een nieuwe crisis- en herstelwet, om versneld 400.000 woningen te bouwen. Daar voelde Keijzer dus niet veel voor – en de Kamer ook niet. Uiteindelijk verwaterde dat plan tot een breed gedragen motie om de huidige regelgeving „optimaal” te gebruiken voor de aanpak van de wooncrisis.

D66-Kamerlid Hans Vijlbrief vroeg minister Keijzer herhaaldelijk wat nu haar eigen visie was op de ruimtelijke herinrichting van Nederland.

Het doel is „een fijn land om in te wonen”, zei Keijzer heel algemeen, maar we moeten wel kiezen en soms combineren waar we willen wonen, werken en recreëren. En die keuzes wil Keijzer niet alleen maken, maar samen met gemeenten en provincies, de Tweede Kamer en het kabinet. Voor de zomer van volgend jaar wil Keijzer klaar zijn met het ontwerp van de Nota Ruimte, het plan voor de inrichting van Nederland tot de jaren 2030, 2050 en 2100.

Keijzer is voor bescherming van ‘hoogwaardige’ landbouwgrond, voor aanpassingen in het landschap wegens klimaatverandering, en niet tegen buitenstedelijk bouwen. Maar veel concreter werd het niet: na drie keer vragen gaf Vijlbrief het op.

Keijzer erkende dat het ‘best bijzonder’ was om een wet van haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) te moeten uitvoeren

Uitspraken Klaas Knot

Natuurlijk ging het in de Kamer ook nog even over de opmerkelijke uitspraken van DNB-president Klaas Knot van dinsdag. De nieuwe Wet betaalbare huur, om middenhuur te beperken, maakt verhuur minder rendabel, en leidt juist tot de verkoop van huurwoningen, concludeerde Knot. En minder huurwoningen betekent minder verhuizingen voor banen, en dat is niet goed voor de economie, zegt DNB al langer.

„Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”, zei Knot – wat gevoelig ligt rond een aangenomen wet waar veel politieke discussie over is.

Keijzer erkende dat het „best bijzonder” was om deze wet van haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) te moeten uitvoeren. Voor haar ministerschap was Keijzer BBB-Kamerlid en „niet bepaald fan van deze wet”, zei ze, net als de BBB-fractie.

Lees ook

Nederland heeft voldoende ruimte voor woningbouw, vinden de experts. ‘Wees eens wat flexibeler’

Containerwoningen aan de rand van de Utrechtse wijk Leidsche Rijn.

Een versnelde evaluatie, waar haar eigen partij om vroeg, komt er niet, schreef Keijzer vorige week al aan de Kamer. Wel deelt ze de zorgen van DNB, zei ze, en als het Kadaster eind januari met nieuwe woningcijfers komt, zal Keijzer de Kamer een tussenstand van zaken geven.

Keijzer liet wel al doorschemeren daarbij kritisch te kijken naar de effecten van de wet. Zo moet de wet natuurlijk „exorbitante huren” tegengaan. Het aanbod van middenhuurwoningen moet op peil blijven, met een ondergrens van 400.000. En de middenhuurwoningen die verkocht worden, moeten wel betaalbaar zijn voor middeninkomens.

Ook wil Keijzer kijken of investeerders met de Wet betaalbare huur en lagere rendementen nog steeds genoeg woningen voor starters, lage- en middeninkomens bouwen. Tweederde van de nieuwe woningen moet „betaalbaar” zijn (sociale huur, middenhuur of betaalbare koop), is afgesproken in het regeerakkoord.

„Kan het uit?”, zei Keijzer. „Die grote rekensom ga ik echt doen.”

Lees ook

Minder ‘betaalbare’ woningen, met name in steden

Minder 'betaalbare' woningen, met name in steden


Adviseur regering bepleit strengere Israël-koers, maar dat lijkt in dit politieke klimaat onwaarschijnlijk

Een sterkere Nederlandse inzet voor een staakt-het-vuren in Gaza en Libanon, de erkenning, onder voorwaarden maar wel zo spoedig mogelijk, van een Palestijnse staat én strenge maatregelen tegen Israël, zoals het tijdelijk opschorten van het associatieverdrag met de EU, niet schuwen.

Het is een greep uit de adviezen die zijn opgenomen in het woensdag gepubliceerde rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een adviescollege voor regering en parlement. Een stevig rapport, maar gaat het kabinet er ook iets mee doen?

De adviezen van de AIV gaan over alle partijen die betrokken zijn bij het huidige conflict in het Midden-Oosten, zoals Israël, Hamas, Hezbollah en de Palestijnse Autoriteit. Een opvallend advies van de raad is om de Palestijnse staat zo snel mogelijk te erkennen, een stap die de Nederlandse regering tot nu toe nog niet wilde zetten. Dit moet wel onder de voorwaarden dat „Hamas is ontwapend, een nieuw en breed gedragen Palestijns leiderschap is gekozen en de staat Israël ook door de Palestijnse staat erkend wordt”.

Handel tussen Israël en de EU

Nederland is dan een kleine speler op het wereldtoneel, het heeft wel een zeer lange geschiedenis met zowel Israël als Palestina en ziet zichzelf graag als een bruggenbouwer, zegt AIV-voorzitter Bert Koenders tegen NRC. Maar om dat te zijn moet Nederland ook een strénge vriend kunnen zijn voor beide partijen. „Ons land heeft een verantwoordelijkheid en moet die ook nemen. De risico’s van een escalerend conflict in het Midden-Oosten en toenemende radicalisering zijn veel te groot.”

Lees ook

‘Wees strenger tegen Israël en erken zo spoedig mogelijk de Palestijnse staat’, adviseert de Adviesraad Internationale Vraagstukken

Demonstranten tijdens een pro-Palestijns protest op de Dam, in Amsterdam.

Zo adviseert de AIV om de EU-Israël Associatieraad „zo spoedig mogelijk” bijeen te roepen, en het associatieverdrag met Israël op te schorten „zolang schendingen gaande zijn”. Het associatieverdrag is bedoeld om economische en politieke samenwerking tussen Israël en de EU te bevorderen. Het bijeenroepen van deze raad betekent een mogelijke verandering van die relatie.

In mei 2024 maakte Nederland – een van de trouwste bondgenoten van Israël – zich tijdens een vergadering van Europese ministers van Buitenlandse Zaken sterk voor het bijeenroepen van de raad. „Een zware politieke stap”, noemde de toenmalige demissionair minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (CDA) het. „Dit gaat over de breedte van alle samenwerking die de Europese Unie met Israël heeft. En die raad moet dus ook onze zorgen nogmaals ontzettend duidelijk maken.”

De ministers gaven de Europese Commissie unaniem opdracht om zo’n vergadering voor te bereiden, maar „sindsdien hebben we er niets meer over gehoord”, zegt Koenders nu, vijf maanden later. En dat vindt hij schadelijk. „De omvang van dit probleem is zó groot. Dan kun je niet zeggen ‘ik heb een idee’ en vervolgens niks meer laten horen.” Over of en tot welke (economische) sancties de EU met het deels opschorten van het verdrag moet overgaan wil de AIV zich niet uitspreken.

Militaire samenwerking

De AIV adviseert ook de „bilaterale militaire samenwerkingsverbanden en leveranties aan Israël te stoppen”, waar deze worden gebruikt in situaties die „een schending vormen voor het internationale humanitaire recht”. Veel deskundigen denken dat dit nu het geval is in de Gaza-oorlog. Als het om de levering van wapens gaat vindt de AIV dat er wel een uitzondering mag blijven voor verdedigingswapens of -systemen.

De levering van militaire wapens aan Israël raakt al langer een gevoelige snaar in Den Haag. Het Haagse gerechtshof beval de staat in februari om de export van F-35-onderdelen naar Israël te staken, vanwege het risico van „ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht” bij de aanhoudende Israëlische luchtaanvallen op Gaza, waarbij duizenden Palestijnse burgers zijn gedood. Het kabinet legde de export vanuit Nederland naar Israël stil.

Nederland levert nog wel onderdelen voor F35-straaljagers aan de VS, die de onderdelen mogelijk ook weer aan Israël leveren. Hoe verwacht de AIV dat het parlement dit tegenhoudt? „Misschien zit het juridisch wel helemaal dicht, maar we doen ook vooral een beroep op de moraliteit”, zegt AIV-lid en luitenant-generaal buiten dienst Jan Broeks. „Als je al het lijden ziet dat zich in Gaza afspeelt, dan móét je daar op een of andere manier mee stoppen. Je kan je dan niet verbergen achter afspraken.”

Nederland, pas op: je kan medeplichtig worden aan schendingen van internationaal humanitair recht

Derde staat

De AIV ziet ook een „groeiend risico van politieke en juridische medeplichtigheid” voor Nederland in de oorlogen die Israël voert. De raad wijst op de ‘derdestatenverplichting’, die inhoudt dat landen die niet direct betrokken zijn bij een conflict de plicht hebben om daar op geen enkele manier aan bij te dragen of te helpen met het in stand houden van „de onrechtmatige situatie”, zoals door het leveren van wapens.

„Ons advies zegt: Nederland, pas op: want je kan medeplichtig worden aan schendingen van internationaal humanitair recht en mensenrechten, als jouw wapens daarvoor worden gebruikt”, aldus AIV-lid Janne Nijman, deskundige op het gebied van internationaal recht en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Volle steun voor Israël

Gaat er daadwerkelijk iets gebeuren met deze adviezen? Die kans lijkt klein omdat het huidige kabinet juist volledig achter Israël staat. Het ligt vooral aan de grootste regeringsfractie, de PVV. Die partij verzette zich afgelopen zomer tegen het opnemen van de tweestatenoplossing, volgens de AIV van groot belang in het regeerprogramma. Dat zorgde voor een conflict met NSC, maar uiteindelijk kwam de tweestatenoplossing toch in het regeerprogramma te staan.

Maar hoe realistisch is het dat het kabinet nu versneld de Palestijnse staat erkent en druk op Israël gaat zetten? „Ons mandaat is om onpartijdig advies te geven aan de regering en het parlement”, zegt voorzitter Koenders. „Het is nu aan de politiek of ze daar iets mee doen.”

Lees ook

Het eerste telefoontje naar Netanyahu komt uit Den Haag. Maar ‘de bevolking is veel kritischer dan de regering’

Een Palestijnse familie, op 30 september 2024, op het dak van hun verwoeste huis in Khan Younis (Gaza).


Een ‘spannende week’ in Den Haag, maar voor wie precies? En waarom?

Het is „spannend”, „de druk” is groot. Met elk woord dat premier Dick Schoof begin deze week zei over de asielplannen van zijn kabinet, vergrootte hij zelf de crisissfeer die al wekenlang overheerst in de Haagse politiek. En die zo goed als zeker deze vrijdag of tot een uitbarsting komt, en dan valt het kabinet, of met een sisser afloopt, omdat er een compromis wordt bedacht over de asielnoodwet. Dat het per se deze vrijdag moet zijn, heeft Schoof zelf bedacht.

Voor wie in Den Haag is het spannend? En waarom?

De premier

Misschien hangt er voor Dick Schoof wel het meeste van af. Als er een oplossing bedacht kan worden die én de PVV, die een noodwet wil, én NSC, die geen noodwet wil, tevredenstelt, is hij de redder van zijn kabinet. Schoof zette PVV-leider Geert Wilders en Nicolien van Vroonhoven van NSC bij elkaar aan tafel. „Bij míj aan tafel”, benadrukte Schoof zelf. Hij heeft iets te bewijzen. De afgelopen weken is hij gaan zéggen dat hij de baas is van dit kabinet, en hij bedoelt dat hij dus niet naar de pijpen danst van Wilders en de andere fractievoorzitters van de coalitie. In deze crisis kan hij laten zien dat dat zo is. Schoof is al weken aan het bellen met de partijleiders van PVV, VVD, NSC en BBB, omdat hij zag dat Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie namens de PVV, er niet uit kwam. Hij zag ook dat zijn kabinet voor een noodwet niet genoeg steun zou krijgen in de Eerste Kamer. Er móést iets gebeuren.

Als het kabinet deze week valt, zal Dick Schoof de politieke geschiedenis in gaan als een onmachtige premier, die zelfs met vier rechtse partijen in een kabinet niet voor elkaar kreeg wat ze álle vier wilden: de migratie beperken.

Lees ook

Twijfel over PVV-ministers groeit. En Faber? Die praat niet meer mee

Geert Wilders (PVV) maakt na het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer een kiekje van de fotografen. Foto Bart Maat

PVV

Nog maar een paar weken geleden was het Geert Wilders die vooruit liep op een crisis. Als de noodwet voor asiel er niet kwam, had zijn partij, zei hij, misschien niets meer te zoeken in dit kabinet. Zijn boodschap was: de noodwet of niks. Het voornemen voor een noodwet staat in het hoofdlijnenakkoord en Wilders had niet „de ruggengraat van een banaan”. Bij een compromis zonder noodwet zal hij moeten uitleggen wat voor ruggengraat hij dan wél heeft. Hij zal er dus iets voor terug willen hebben, om aan zijn kiezers duidelijk te maken wat hij voor hen binnenhaalt.

Al zal hij er niet omheen kunnen dat zijn eigen minister, Marjolein Faber over wie hij al wekenlang bewonderende berichten op X zet, niet heeft kunnen waarmaken wat ze had beloofd.

Bij de val van het kabinet zou Wilders kunnen denken: wat kan mij gebeuren? In de peilingen staat de PVV stabiel hoog, al sinds de verkiezingen van vorig jaar. Maar als er nieuwe verkiezingen komen, is het niet zeker dat er weer genoeg partijen zijn die samen met de PVV willen regeren. Dit kabinet kan zijn laatste kans zijn. En meedoen in de regering geeft hem bij de andere rechts-radicale leiders in Europa status, dat weet hij.

Lees ook

Waar staat de VVD in de discussie over een noodwet voor asiel?

VVD-leider Dilan Yesilgöz met achter haar Caroline van der Plas (BBB) en Nicolien van Vroonhoven (NSC). Binnen de partij van Yesilgöz leidt de asielkwestie tot felle discussie.

VVD

Als het misloopt, valt er wéér een kabinet over asiel en migratie. Een nachtmerrie voor de VVD en partijleider Dilan Yesilgöz. Bij Rutte IV was bij de VVD nog het idee: met ‘linkse’ partijen als D66 en de ChristenUnie valt er niets te doen tegen asiel en migratie. Maar de kiezers beloonden na die kabinetsval níet de VVD. De PVV won, nadat Yesilgöz zélf de mogelijkheid had opengelaten dat de VVD ook met de PVV kon gaan regeren. Ze dacht toen nog: met de VVD als grootste partij. Daar zal ze nu niet meer vanuit gaan. Bij een kabinetsval zal haar partij meteen moeten beslissen: is regeren met de PVV nog steeds een optie? Als ze nee zegt, zal ze moeten uitleggen waarom ze al binnen een jaar zo zeker weet dat het toch niet kan.

Yesilgöz zegt al een tijdje dat PVV-minister Faber eens moet opschieten, en al doet Faber allang niet meer mee met de onderhandelingen over asiel, Yesilgöz blijft haar noemen. Dinsdagmiddag zei ze: „Ik weet niet waar Faber wel of niet mee bezig is.” Dat Nederland nu al maandenlang moet wachten op plannen, vindt ze véél te lang. Als de onderhandelingen vrijdag blijken te zijn mislukt, kan dat de kritiek worden op de PVV: die maakt de grote beloften niet waar.

Als er toch een compromis is bedacht, kan de VVD laten zien dat de nieuwe maatregelen strenger zijn dan met andere partijen mogelijk zou zijn geweest. Ook om de eigen achterban ervan te overtuigen dat het niet voor niets is geweest dat de VVD met de PVV in een kabinet is gaan zitten – bij een deel van de kiezers ligt die keuze nog steeds ingewikkeld. Voor de VVD zal het gunstig zijn als het thema asiel en migratie snel naar de achtergrond verdwijnt. De aandacht daarvoor maakt alleen de PVV groter. Niet de VVD.

NSC

Je zou kunnen denken: als er één partij is die geen belang heeft bij een kabinetsval en nieuwe verkiezingen, is het NSC. In de peilingen staat NSC, met twintig zetels in de Tweede Kamer, op zo’n vier zetels. Maar vindt NSC nog hetzelfde als de oprichter van die partij, Pieter Omtzigt, die nu al wekenlang thuis zit? Het is niet zeker dat zijn Tweede Kamerfractie hem nog terug wil als leider, maar het is ook nog niet zeker dat Omtzigt zich opzij laat zetten. Voor hem zou het aantrekkelijk kunnen zijn om na verkiezingen met een kleine fractie in de oppositie te zitten.

In de kabinetsformatie was NSC akkoord gegaan met de noodwet voor asiel, waardoor de Tweede en de Eerste Kamer een tijdje niets te zeggen hebben over asielmaatregelen. Op het allerlaatst had Omtzigt nog in de tekst van het hoofdlijnenakkoord laten zetten dat zo’n wet een ‘dragende motivering’ zou hebben. Bij andere coalitiepartijen was toen het idee: oké, als Pieter dit zo belangrijk vindt, waarom niet? Maar precies die twee woorden hebben geleid tot de crisissfeer in Den Haag. Als de noodwet niet juridisch onderbouwd kan worden, en dat lijkt onmogelijk, mag die er van NSC ook niet komen. Het liefst heeft NSC die wet nu helemaal niet meer.

Lees ook

NSC riskeert een val van het kabinet op het moment dat de partij zeer zwak staat, er is geen leider, geen regie en geen plan

Interim-partijleider Nicolien van Vroonhoven (NSC), na afloop van het wekelijkse coalitieoverleg.

BBB

De partij van Caroline van der Plas speelt geen grote rol in deze crisis. BBB steunt de opstelling van Wilders, afspraak is afspraak en de noodwet was een afspraak. Al lijkt het er niet op dat alle BBB’ers daar hetzelfde over denken, in NRC zei Eerste Kamerlid Arie Griffioen vorige week dat er wat hem betreft geen asielcrisis is en dat er dus ook geen noodwet nodig is. Waar de partijtop niet blij mee was. BBB heeft er geen belang bij dat het nog lang over asiel en migratie gaat, want ook daar is het besef: dat is alleen voordelig voor de PVV.

Als er een compromis wordt bedacht, zal BBB daar zo goed als zeker niet moeilijk over doen. Van der Plas wilde dit kabinet heel graag, BBB wil niet dat het valt. Om binnen te halen wat de partij graag wil bereiken op landbouw, is het met de coalitiepartijen VVD en NSC al moeilijk genoeg. Met ándere partijen, nu in de oppositie, lijkt het al helemaal onmogelijk.

Premier Dick Schoof dinsdagavond na afloop van een gesprek met Geert Wilders (PVV) en Nicolien van Vroonhoven (NSC).
Foto Bart Maat

De premier, nog een keer

Wat opvalt aan het begin van de week: Dick Schoof is er niet zeker van dat de onderhandelingen vrijdag echt klaar zijn. Hij zegt dat dat „het streven” is, het is „eigenlijk de bedoeling”. Als uitstel en dus nog langer onderhandelen nodig is, haalt hij zijn eigen deadline niet. Heel daadkrachtig is dat niet. Hij houdt er wel zijn kabinet mee overeind, in elk geval tot na de herfstvakantie.


Ombudsman: kabinet mag besluit over Afghaanse bewakers niet terugdraaien

De Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen heeft de beknopte Kamerbrief – „dat briefje” – uitgeprint en nu leest hij er met luide stem uit voor. „Kijk hier: ‘het kabinet maakt derhalve een andere afweging’ … maar wélke dan? Dit is een ónbegrijpelijke brief.”

Eind september maakte het kabinet-Schoof bekend dat het een besluit van het vorige kabinet terugdraait: Afghaanse bewakers die tussen 2002 en 2021 Nederlandse militaire bases en de ambassade hebben beschermd tegen de Taliban, mogen tóch niet naar Nederland komen. Een toelichting of onderbouwing van de beslissing ontbreekt, maar uit de ambtelijke ‘beslisnota’ bij de brief wordt duidelijk dat het grote aantal Afghanen dat mogelijk recht zou hebben op een verblijfsvergunning (de nota maakt een zo ruim mogelijke schatting van 4.640 bewakers en gezinsleden) en de daarmee gepaard gaande hoge kosten een rol hebben gespeeld.

Van Zutpen noemt die argumenten achtereenvolgens „onbegrijpelijk”, „onbehoorlijk” en „mensenrechtenschendend”.

Terugdraaien

Rutte IV had besloten dat een „afgebakende groep” Afghaanse bewakers naar Nederland mocht komen. Het nieuwe kabinet, zo zegt de ombudsman, kan die toezegging niet zomaar even terugdraaien: „Dat gaat zo niet, een besluit is een besluit.”

Ombudsman Reinier van Zutphen

Foto Frank Ruiter

Sinds het aannemen van de Veteranenwet in 2014 is de Ombudsman ook verantwoordelijk voor het behartigen van de belangen van oud-militairen. Het waren de veteranen die aan de bel trokken over de Afghaanse tolken die jarenlang voor de Nederlandse missie hadden gewerkt, maar aan hun lot dreigden te worden overgelaten. Al voor de val van Kabul op 15 augustus 2021 sprak Van Zutphen het kabinet erop aan, en dat bleef de ombudsman doen, ook nadat er 1.860 Afghaanse tolken en andere werknemers naar Nederland waren overgebracht. „Ik heb heel lang moeten volhouden”, zegt hij, „maar ik deed dat omdat de veteranen tegen mij zeiden: het is voor ons onverteerbaar dat de mensen die ons daar hebben geholpen in de steek worden gelaten. En dat is ook de reden dat ik me nu weer uitspreek.”

U bent niet alleen professioneel boos, u bent echt verontwaardigd.

„Ja, ik wind me hierover op. Die mensen daar lopen gewoon gevaar, het Taliban-regime weet heel precies wie voor westerse militairen heeft gewerkt en er zijn genoeg verhalen over bewakers die elke dag onderduiken, over mensen die zijn vermoord. Dan is het onmenselijk om te zeggen: we hadden iets beloofd, maar we vinden het nu eigenlijk te duur. En dat terwijl het alleen gaat om bewakers die zich nu nog in Afghanistan bevinden en die op eigen houtje het land weten te verlaten – probeer maar eens de grens over te komen nu. Niet voor niets zei het vorige kabinet te verwachten dat de bewakers ‘druppelsgewijs’ naar Nederland zouden komen.”

Kunnen de bewakers naar de Nederlandse rechter stappen?

„Juridisch gesproken is dit een toezegging waar mensen aanspraak op kunnen maken, denk ik. Maar het gaat mij vooral om de morele kant van de zaak.”

Het demissionaire kabinet-Rutte IV nam dit besluit eind juni, tijdens zijn allerlaatse ministerraad. Nog geen drie maanden later werd het ineens teruggedraaid. Heeft u daar een verklaring voor?

„Mijn beeld is dat dit [Van Zutphen tikt met zijn vinger op het A4’tje op tafel] vooral een brief is van de minister van Migratie [Marjolein Faber, PVV]. En dat past wel bij wat we tot nu toe van het kabinet hebben gezien: alles moet minder, het strengste asielbeleid ooit, et cetera. Maar de andere ministers hadden gemakkelijk kunnen zeggen: ‘Dit gaat niet over asiel, mevrouw Faber, dit moeten we gewoon doen.’ Ook de minister van Defensie heeft hier zijn handtekening onder gezet. Hij zijn wel zijn veteranen, die door deze bewakers zijn beschermd. En dan zo’n briefje.”

Minister Brekelmans laat niet alleen de Afghaanse bewakers in de steek, zegt u, maar ook de militairen die in Afghanistan hebben gediend.

„Ik zie dat veteranen diep worden geraakt door het feit dat de Nederlandse staat niet wil zorgen voor de mensen die hen hebben beschermd.”

In de weken na de val van Kabul in augustus 2021 nam de Tweede Kamer een motie aan van Salima Belhaj (D66), waarin werd opgeroepen om zoveel mogelijk Afghanen te evacueren: tolken, bewakers, maar ook journalisten en mensenrechtenactivisten. Een onuitvoerbare motie, zo constateerde een onderzoekscommissie in 2023. Moet je niet ergens een streep trekken?

„Natuurlijk moet je daar goed over nadenken. Maar we hebben het niet over vluchtelingen, maar over evacuees. Voormalig plaatsvervangend commandant Hein van Rijckevorsel zei vorige week in de Kamer: ‘Het gaat ons om de mensen die voor ons hebben gewerkt en nu gevaar lopen.’ Dat is dus glashelder.”

Wat moet er nu gebeuren?

„Het kabinet moet op zijn schreden terugkeren. En luisteren naar de veteranen, de mensen die hun leven in de waagschaal hebben gelegd voor onze vrijheid.”

Lees ook

Nederland breekt belofte aan loyale Afghaanse bewakers

Afghanen vluchten naar het vliegveld van Kaboel.