Solidariteit met grenslanden? Voor 20.000 euro koopt Nederland een asielplek af

Een dag voor het Europees Parlement instemde met nieuwe solidaire asielregels maakte de Tweede Kamer duidelijk hier niet aan mee te willen doen. Een nipte Kamermeerderheid besloot begin vorige maand dat Nederland onder de nieuwe regels geen enkele asielzoeker van overbelaste grenslanden als Italië en Griekenland zou moeten overnemen. In plaats daarvan moet elke asielzoeker voor 20.000 euro worden afgekocht. Dat is immers goedkoper dan wat hun opvang in Nederland zou kosten, zo leest de redenering van de aangenomen motie.

Hiermee heeft de Tweede Kamer, onder aanvoering van de formerende partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) alvast het signaal afgegeven dat het de grenzen van het nieuwe Europese asiel- en migratiepact wil opzoeken en benutten.

De partijen aan de formatietafel willen allemaal een strenger asielbeleid. Toen migratie daar vorige maand een onderwerp was, schoof wiskundige en antropoloog Jan van de Beek op verzoek van de PVV aan. Hij keert zich tegen wetten en regels die open grenzen en vluchtelingenbescherming mogelijk maken, en stelt dat volledige grip op het aantal asielzoekers alleen te bereiken is met het opzeggen van allerlei internationale verdragen.

Vooralsnog gaan de formerende partijen ervan uit dat het Europese asiel- en migratiepact voor een aanzienlijke afname van het aantal asielzoekers kan zorgen. Tegelijkertijd, waarschuwen ze, valt het nog te bezien of hun belofte aan de kiezer (grip krijgen op asielmigratie) uitsluitend via het Europese asielbeleid kan worden ingelost.

Stemgerechtigden zijn zich bewust van de Europese invloed op binnenlandse zorgen als migratie. Het thema zal van invloed zijn op de stemkeuze van Nederlanders die op 6 juni hun stem uitbrengen voor een nieuw Europees Parlement, blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O.

Lees ook
Migratie en formatie lijken bepalend voor de Nederlandse kiezer bij de EU-verkiezingen. Dus niet de oorlog in Oekraïne

Billboard in Kampen voor de Euopese  Verkiezingen op 6 juni.

‘Grote stap’

Het afkopen van asielzoekers, zoals de Tweede Kamer wil, is alleen toegestaan als de Europese Commissie heeft erkend dat grenslanden in een crisissituatie zitten. Andere lidstaten, zoals Nederland, moeten zich dan verplicht solidair opstellen. Een verdeelsleutel bepaalt hoeveel éxtra asielzoekers die landen dan zouden moeten overnemen of afkopen.

Deze afkoopmogelijkheid geldt weer niet voor asielzoekers die Nederland uit eigen beweging bereiken.

Nederlandse politieke partijen ter linker- en rechterzijde hebben het afgelopen jaar voorzichtig optimisme getoond over het nieuwe Europese pact, waarover ruim acht jaar is onderhandeld. De nieuwe regels komen neer op kortere en snellere asielprocedures voor mensen met weinig kans op een asielvergunning, en meer solidariteit met landen aan de buitengrenzen van de Europese Unie. „Met dat pact hebben we een grote stap gezet”, zei Dirk Gotink, NSC-lijsttrekker voor het Europees Parlement, eind vorige maand tijdens een lijsttrekkersdebat in Den Haag. „Maar we moeten ook maar afwachten of dat gaat werken.” Ook VVD-Europarlementariër Malik Azmani hield een slag om de arm. „Als het pact niet tot resultaten leidt, dan kijk ik niet weg… dan moeten we het zelf doen”, waarschuwde hij. Azmani doelde hiermee op het regelen van een opt-out, een uitzonderingspositie voor Nederland op Europese asielregels.

Beide lijsttrekkers vertolken hiermee een wens van de rechtse partijen in de Kamer. Een NSC-motie over de wens voor een opt-out werd eind vorig jaar ondertekend door de andere drie formerende partijen, en overtuigend aangenomen. Tegelijkertijd wees Azmani tijdens het recente lijsttrekkersdebat erop dat de Europese Unie „juist op thema’s als migratie” moet worden versterkt. En „daar heb je toch die samenwerking voor nodig”.

Rutte, Meloni en Von der Leyen in Tunesië na een gesprek over het beteugelen van illegale migratie.
Foto Koen van Weel / ANP

‘Dan gaat het gewoon niet werken’

Waar de EU naar meer samenwerking tussen lidstaten beweegt, blijft het onduidelijk hoe Nederland zich zal opstellen. Kiest een nieuw kabinet voor solidariteit of eigenbelang?

Het afkopen van asielzoekers en het lonken naar een opt-out „laten zien dat er geen begin is van de gezamenlijke verantwoordelijkheidsgedachte” die essentieel is voor het slagen van het Europese asielbeleid, zegt Europarlementariër Tineke Strik (GroenLinks). Als méér landen hun verantwoordelijkheid voor asielzoekers gaan afkopen, waarschuwt zij, loopt het systeem meteen vast. „Dan gaat het gewoon niet werken.”

Juristen hameren al langer op de juridische en praktische beperkingen van een opt-out. De Commissie Meijers, een adviescommissie op het gebied van Europees recht, schrijft in een commentaar op de verkiezingsprogramma’s van de formerende partijen dat het vragen van een uitzonderingspositie alleen kan „bij de totstandkoming van nieuwe EU-verdragen” waarbij instemming „van alle andere lidstaten” is vereist. Zelfs als het zou lukken om een uitzonderingspositie te regelen, dan is Nederland nog gebonden aan internationale verdragen die het recht op asiel en bescherming waarborgen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het Europees Handvest van de Grondrechten en het VN-Vluchtelingenverdrag.

Veel onderlinge irritatie

Het Europese gemeenschappelijke asielsysteem bestaat dit jaar 25 jaar, en moet voorkomen dat lidstaten elkaar met méér asielzoekers opzadelen, bijvoorbeeld door slechte asielopvang aan te bieden en veel strengere voorwaarden te stellen voor een asielvergunning. Het succes van dit systeem is afhankelijk van „interstatelijk vertrouwen en solidariteit”, zegt hoogleraar rechtssociologie Ashley Terlouw, tevens voorzitter van de Commissie Meijers. Ze waarschuwt voor een ‘Europa à la carte’. Zo heeft Hongarije al aangegeven zich niets van de nieuwe asielregels te zullen aantrekken. „Dat lijkt me een glijdende schaal.”

Noordelijker gelegen landen als Nederland en Duitsland ergeren zich aan grenslanden die de afgelopen jaren belangrijke afspraken steeds vaker negeerden, bijvoorbeeld de regel dat het eerste land van aankomst verantwoordelijk is voor de asielprocedure. Slechte registratie van binnengekomen asielzoekers maakt het lastiger om te controleren waar iemand volgens de regels de asielprocedure moet doorlopen.

Op hun beurt leven noordelijke landen ook niet alle regels na, zegt Europarlementariër Strik. Ze wijst op de asielopvang in Nederland en België, waar minimale normen uit de opvangrichtlijn niet altijd meer worden gevolgd. „De Europese Commissie heeft daar al jaren niet op gereageerd, terwijl die de handhaver moet zijn”, zegt Strik. „En dat heeft tot een sfeer van straffeloosheid geleid.”

hoogleraar en voorzitter Commissie MeijersAshley Terlouw Of migratiedeals maken dat asielzoekers niet in de slavernij of woestijn belanden, valt te bezien

Het baart haar zorgen dat de rechtsbescherming van „kwetsbare asielzoekers” in het nieuwe pact verder wordt „losgelaten ten behoeve van grenscontrole”. Zorgvuldige asielprocedures met voldoende juridische bijstand worden dan „verzwakt”.

Het sluiten van migratiedeals met veilig verklaarde derde landen, zoals Tunesië, wordt als een belangrijke manier gezien om zoveel mogelijk asielzoekers buiten Europa te houden. Politieke steun voor migratieafspraken met derde landen is groot. „Maar of het leidt tot betere asielprocedures en garanties dat ze niet de slavernij in worden gedrukt (Libië) of richting de woestijn (Tunesië), valt te bezien”, waarschuwt Terlouw.

Nederland vervulde vorig jaar een voortrekkersrol in de totstandkoming van afspraken met het Tunesische regime. Terlouw wijst erop dat „slechts 5 procent van de 105 miljoen euro” die aan Tunesië zou worden gegeven, bestemd is voor vluchtelingenbescherming en verbetering van de asielprocedure. In de afspraken zijn geen voorwaarden gesteld voor de naleving van mensenrechten en toezicht daarop. „Het doel was duidelijk het tegenhouden van asielzoekers, niet het opbouwen van een mensenrechtensysteem.”

Inmiddels heeft Commissievoorzitter Ursula von der Leyen ook miljardendeals gesloten met Egypte en Libanon, die illegale migratie naar Europa moeten tegenhouden. Migratie-experts betwijfelen of dit soort deals voor de gewenste afname van het aantal migranten gaan zorgen. Mensen in nood, is de ervaring, zullen altijd wel een manier vinden om hun bestemming te bereiken.

Afrikaanse migranten aan de grens met Libië die naar verluidt door de Tunesische autoriteiten daar in de woestijn werden achtergelaten.
Foto STR / EPA

Instroom beperken

Het succes van het Europese asielpact hangt wat Nederlandse politieke partijen als NSC en VVD betreft dus af van een sterke daling van het aantal aankomsten, al maken ze niet duidelijk hoe groot deze afname moet zijn. Catherine Woollard van de ngo-alliantie ECRE denkt dat het significant terugbrengen van het aantal asielzoekers „een illusie” is. Aan de buitengrenzen is straks ruimte voor dertigduizend asielzoekers, terwijl „potentieel een miljoen asielzoekers zullen aankomen”, afgaande op cijfers van vorig jaar.

De beloftes over het terugdringen van asielmigratie brengen „grote politieke risico’s” met zich mee, waarschuwt Woollard. Veel van de voorstellen die Nederlandse politici doen, ziet de ECRE-directeur, zijn juridisch niet haalbaar. „Als ze vervolgens besluiten om door te gaan met onwettige maatregelen, vormt dit een aanval op de rechtsstaat.”

Lees ook
Arnhem gaat 1.700 asielzoekers opvangen, 1.000 meer dan verplicht: ‘We vangen al jaren zonder problemen vluchtelingen op’

Vluchtelingen in de bus naar de noodopvang in Assen.


Oud-informateur Remkes: Plasterk kan zich beter terugtrekken

​VVD-prominent en oud-informateur Johan Remkes vindt dat Ronald Plasterk zich zou moeten terugtrekken als beoogd premier. „Ik zou zelf mijn conclusies trekken”, zei Remkes zondagochtend in het tv-programma WNL op Zondag. Volgens Remkes, een veelgevraagd commissievoorzitter bij politieke problemen, is de reputatie van Plasterk „nu al stevig aangetast” door de ‘patentenkwestie’. Remkes: „Als er stevige verwijten te maken zijn, wordt het wel een hele lastige”. De moraliteit en integriteit van het ambt van de premier moeten boven elke twijfel verheven zijn, aldus Remkes.

De patentenkwestie draait om patenten voor kankervaccins die Plasterk in 2022 miljonair maakten toen hij zijn bedrijf verkocht. Het Amsterdam UMC, dat niet mee profiteerde van de verkoop, onderzoekt nu of de patentaanvraag correct is verlopen. Na eerdere onthullingen in NRC hierover kwam zaterdag het bericht dat toekenning van het patent in de VS tot juridische en financiële problemen voor Plasterk kan leiden omdat hij ten onrechte het alleenrecht heeft geclaimd.

Plasterk was een van de informateurs van het aanstaande kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB en is de door Geert Wilders gewenste premier. De PVV-leider heeft Plasterk nog niet officieel voorgedragen, omdat met name NSC-leider Pieter Omtzigt moeite met hem heeft. De twee botsten onder meer over een opmerking die Plasterk maakte tijdens een Kamerdebat over Omtzigts gebruik van Plasterks dienstauto. Een briefje in De Telegraaf waarin Plasterk hier vrijdag zijn excuses voor aanbood noemde Remkes in WNL op Zondag „volstrekt idioot”. Remkes: „Normaal gesproken bij onderhuidse spanningen ga je een kop koffie met elkaar drinken. Nu gaat alles in de openbaarheid.”

Lees ook
Patentenkwestie steeds groter probleem voor Plasterk

Ronald Plasterk in februari, toen hij als informateur zijn eindverslag aan het schrijven was.

Remkes toonde zich tegenover VVD-leider Dilan Yesilgöz, eveneens te gast in het tv-programma, ook kritisch over het afschaffen van de Spreidingswet die de coalitie heeft opgenomen in het donderdag gepresenteerde hoofdlijnenakkoord. Hiermee vervalt de verplichting voor gemeenten om asielzoekers te huisvesten die niet in de centra in Ter Apel en Budel kunnen worden opgevangen. Remkes noemde de afschaffing „een van de zeer onlogische punten in het akkoord”. Op uitnodiging van presentator Rick Nieman voegde hij daar „onverstandig” aan toe. De effecten van het nieuwe beleid zijn nog onbekend en gemeenten die bezig waren met het voorbereiden van opvang zullen daar acuut mee stoppen, aldus Remkes. Yesilgöz gaf aan dat zij de passage over de Spreidingswet liever anders had willen formuleren.

Een paar uur later ontweek BBB-leider Caroline van der Plas in het tv-programma Buitenhof de vraag van presentator Pieter Jan Hagens of zij vindt dat Plasterk zich moet terugtrekken. Hij is nog niet officieel voorgedragen, dus hij kan zich niet terugtrekken, zei Van der Plas aanvankelijk. Daarna benadrukte zij dat iemand onschuldig is totdat zijn schuld is bewezen en dat de uitkomst van het onderzoek moet worden afgewacht. Van der Plas: „We moeten in Nederland oppassen dat we niet iedereen aan de schandpaal nagelen voordat is bewezen of iets wel of niet is gebeurd.”

Lees ook
In navolging van NSC, keert ook jongerenafdeling van VVD zich tegen Plasterk als premier


Na zes maanden formeren: de plannen van de formerende partijen

MigratieDe aanstaande coalitie wil een opt-out regelen

PVV, VVD, NSC en BBB schrijven in hun woensdag verschenen coalitieakkoord dat ze het „strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit” zullen invoeren. Als het ze niet lukt om het aantal migranten in te perken, lossen ze hun belangrijkste gezamenlijke verkiezingsbelofte niet in. Hoe willen deze partijen grip krijgen op migratie?

In het korte akkoord worden bijna vier van de zesentwintig kantjes besteed aan de asielaanpak van de nieuwe coalitie. Daarin erkennen de partijen dat asiel een internationale kwestie is. Het VN-Vluchtelingenverdrag moet op de schop en samen met „gelijkgezinde en omringende landen” wil de coalitie een ‘mini-Schengen’ oprichten om asielzoekers te weren.

In de hele EU moet het aantal asielzoekers worden teruggebracht door middel van opvang in de regio en EU-migratiedeals, zoals die met Turkije. Ook wil de aanstaande coalitie een opt-out regelen, waardoor Nederland zich niet langer aan de EU-asielafspraken zou hoeven te houden. Daar zouden alle 27 lidstaten mee akkoord moeten gaan. Zeker Zuid-Europese landen, die veel asielzoekers opvangen, zullen Nederland niet zomaar ontzien.

Ook op eigen bodem willen de partijen optreden tegen asielmigratie. Een sterke versobering van de opvang voor kansarme asielzoekers moet mensen afschrikken om naar Nederland te komen. De coalitie wil bovendien, zoals aangekondigd, een crisiswet invoeren om zichzelf de ruimte te verschaffen asielzoekers te weigeren en de opvang te versoberen. Experts hebben aangegeven dat zo’n maatregel nagenoeg zeker door de rechter zal worden gedwarsboomd.

In het akkoord schrijven ze dat ze de bewijslast omdraaien; asielzoekers moeten aantonen dat ze in eigen land gevaar lopen, in plaats van dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst het tegendeel moet bewijzen. Deze maatregel is echter afgelopen maart al ingevoerd door het demissionaire kabinet.

Een sterke versobering van de opvang voor kansarme asielzoekers moet mensen afschrikken om naar Nederland te komen

Daarnaast willen de partijen Nederland een minder aantrekkelijke eindbestemming maken binnen Europa. Momenteel is het toelatingspercentage in Nederland relatief hoog: in 2023 werd 80 procent van de asielaanvragen in Nederland goedgekeurd. Het Europese gemiddelde ligt rond de 40 procent. De formerende partijen willen Nederland terugbrengen naar onder het Europese gemiddelde. Overigens is het hoge inwilligingspercentage van Nederland niet te herleiden tot een coulant systeem, dat is het gevolg van het relatief grote aantal oorlogsvluchtelingen dat hiernaartoe komt.

Daarom willen de partijen een tweestatusstelsel invoeren. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds asielzoekers die in eigen land worden vervolgd vanwege hun geaardheid, politieke kleur of geloof en anderzijds asielzoekers op de vlucht voor oorlog. Die tweede groep wordt uitgezet wanneer het eigen land weer veilig is en heeft in principe geen recht op gezinshereniging.

Eenzelfde systeem kende Nederland tot begin deze eeuw, toen werd het afgeschaft omdat nagenoeg alle asielzoekers die in de tweede groep werden onderverdeeld in beroep gingen tegen de uitspraak. De Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtspraak konden de druk toen niet aan. Sindsdien is het rechtssysteem alleen maar zwaarder belast geraakt. De aanstaande coalitie wil dat asielzoekers in dit soort zaken niet in hoger beroep kunnen, wat de druk op de rechtspraak zou moeten inperken. De partijen willen de rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingen Voorziening stopzetten; die is bedoeld om ongedocumenteerde asielzoekers die niet kunnen worden uitgezet op te vangen. De maatregel – de zogeheten bed-bad-brood-regeling – is bij gemeenten populair, omdat het dakloze ongedocumenteerden van de straat houdt.

De aanstaande coalitie wil dat asielzoekers in dit soort zaken niet in hoger beroep kunnen, wat de druk op de rechtspraak zou moeten inperken

Naast alle beperkende en afschrikkende maatregelen, ontleedt de coalitie het huidige opvangsysteem. Zo willen de partijen de spreidingswet – die het Rijk sinds februari in staat stelt om asielzoekers met dwang over gemeenten te verdelen – intrekken. Ook de voorrang van statushouders op sociale huurwoningen wil de coalitie afschaffen.

„Als je die instrumenten jezelf uit handen slaat, ben je geheel afhankelijk van of het daadwerkelijk lukt om de asielmigratie terug te dringen”, aldus commissaris van de koning in Groningen René Paas. Hij maakt zich zorgen over de plannen en hun effect op de bezetting van de asielopvang in Ter Apel. Volgens Paas is Ter Apel „het voeteneinde van het land, waar falend asielbeleid elke dag gevoeld wordt”.

De spreidingswet is goeddeels tot stand gekomen om Ter Apel te ontlasten en de asielopvang eerlijk over het land te verdelen. Volgens Paas was de spreidingswet „geen wondermiddel”, maar diende die wel zijn doel. „Nu ruilt de coalitie die concrete maatregel in voor hoopvol denken.”

BestaanszekerheidArbeidsongeschikten hoeven niet te rekenen op simpelere uitkeringen

De verschillen tussen arm en rijk moeten niet kleiner worden, vindt de nieuwe regeringscoalitie. Ze wil „hardwerkende Nederlanders” én „mensen in de knel” helpen in hun portemonnee. Maar de partijen geven de voorkeur aan maatregelen die „niet verder nivelleren”, zo schrijven ze in hun coalitieakkoord.

De ambitie van het vorige kabinet om armoede fors te verminderen, lijkt te verdwijnen. Rutte IV wilde dat in 2030 hooguit nog 3,15 procent van de Nederlandse bevolking onder de armoedegrens zou leven, een halvering ten opzichte van 2015. Het doel van het nieuwe kabinet is veel minder vergaand: het percentage mensen in armoede moet niet meer toenemen. Volgens het Centraal Planbureau leeft nu ongeveer 5 procent van de Nederlanders in armoede.

Doet het kabinet dan niets voor de laagste inkomens? Jawel. Voor hen wordt 1,3 miljard euro extra gereserveerd, onder meer om de toeslagen te verhogen. Naar de koopkracht van „werkende middeninkomens” gaat 2 miljard euro extra, blijkt uit de financiële bijlage. Voor hen gaat de inkomstenbelasting omlaag. Hoe deze maatregelen de verhouding tussen arm en rijk precies zullen beïnvloeden, moet nog blijken.

Vooral NSC maakte in de verkiezingscampagne een punt van bestaanszekerheid. Ook bij de presentatie van het akkoord donderdag, benoemde NSC-leider Pieter Omtzigt hoe belangrijk dit wordt voor het nieuwe kabinet. De bestaanszekerheid wordt niet alleen vergroot met inkomenssteun, zei hij ook, maar bijvoorbeeld ook door meer woningen te bouwen. „Je leven staat stil als je geen woning kunt vinden.”

Naar de koopkracht van „werkende middeninkomens” gaat 2 miljard euro extra, blijkt uit de financiële bijlage

Werkenden moeten meer zekerheid krijgen door het vaste dienstverband de norm te maken, uitzendwerk in te perken en door te handhaven of zzp’ers wel échte ondernemers zijn – plannen die Rutte IV al in gang zette.

Minder positief is het akkoord voor werklozen en arbeidsongeschikten. Het nieuwe kabinet wil zo’n 200 miljoen euro bezuinigen op de WW-uitkering. Mogelijk door de duur in te korten van twee naar anderhalf jaar. Vakbonden reageerden woedend: de FNV zegt zich op te maken voor een „keiharde strijd”. In 2016 werd de WW-uitkering al ingekort van drie naar twee jaar.

En arbeidsongeschikten hoeven niet te rekenen op simpelere uitkeringen. Een onafhankelijke commissie van deskundigen, ingesteld door Rutte IV, drong hier onlangs in een adviesrapport op aan. Het demissionaire kabinet omarmde de aanbevelingen en werkte ze ambtelijk uit, zodat het nieuwe kabinet ermee aan de slag kan. Maar het coalitieakkoord zegt daar niets over. En aangezien het geld voor deze dure aanpassing (1 tot 2 miljard euro) niet is gereserveerd, lijkt zo’n versoepeling de komende jaren onwaarschijnlijk.

De nieuwe coalitie wil het toeslagenstelsel aanpassen, maar zegt niet op welke manier en ook niet hoeveel haast dit heeft. Wel duidelijk is dat de kinderopvangtoeslag overbodig moet worden. Kinderopvang moet bijna gratis worden voor alle werkende ouders. Dit voornemen van Rutte IV neemt het nieuwe kabinet over.

Op de langere termijn willen vrijwel alle politieke partijen het toeslagenstelsel drastisch versimpelen. Het systeem van voorschotten die daarna weer gecorrigeerd moeten worden, geeft mensen onzekerheid en leidt tot schulden. Daarom is het opvallend dat het nieuwe kabinet de toeslagen op de korte termijn juist wil verhógen. Rutte IV deed dat recent ook al. Via de toeslagen kunnen lage inkomens heel gericht geholpen worden. Maar door de toeslagen steeds verder te verhogen, neemt de politiek ook een risico: hogere toeslagen kunnen leiden tot grote terugvorderingen, die mensen dieper in de schulden brengen.

Maar het alternatief was minder aantrekkelijk voor deze coalitie: lage inkomens helpen door het minimumloon en de bijstand te verhogen. Met name BBB en VVD keren zich tegen hogere loonkosten voor bedrijven. Vorige maand verwierp de Eerste Kamer een wetsvoorstel om het minimumloon vanaf juli met 1,2 procent te verhogen. BBB had als grootste fractie de beslissende stem.

ZorgMeest in het oog springend is het eigen risico

De tandarts gratis. Geen bezuinigingen op ouderenzorg. Weer bejaardenhuizen bouwen. En de aansprekendste belofte: het eigen risico afschaffen. De PVV roept al jaren, vooral zorgwoordvoerder en nummer twee van de fractie Fleur Agema, om goedkopere en meer zorg. De partij krijgt nu eindelijk de kans dat te regelen. Lukt dat ook?

Meest in het oog springend is het eigen risico. Volgens de PVV weerhoudt dat mensen met minder geld ervan om naar de arts te gaan of hun medicijnen af te halen. De partij krijgt nu deels haar zin. Komende twee jaar wordt het eigen risico bevroren op 385 euro, het wordt verlaagd tot 165 euro vanaf 2027 – als er al bijna weer verkiezingen zijn. Terwijl de PVV altijd aandrong op onmiddellijke afschaffing.

Maar het helemaal afschaffen van het eigen risico stuit op bezwaren van VVD en NSC en zou veel geld kosten; volgens demissionair minister Helder (Zorg, VVD) jaarlijks tussen de 5,5 en 6 miljard. Dat is een optelsom van de weggevallen opbrengsten en de toename van het aantal mensen dat dan naar een zorgverlener gaat, want dat is dan gratis. Het zou Nederland ook tot een uitzondering in de wereld maken: bijna elk land heeft wel een vorm van eigen bijdrage, vaak hoger dan in Nederland.

Lees ook
De PVV wil het eigen risico afschaffen, maar nu even niet

Fleur Agema zat tijdens het begrotingsdebat van VWS in een spagaat. De PVV-zorgwoordvoerder was minder uitgesproken dan anders, vanwege haar rol als mede-onderhandelaar over een nieuw kabinet.

Ook het deels afschaffen van het eigen risico kost geld, al is nog onduidelijk hoeveel. Het leidt tot een hogere zorgpremie en lagere -toeslag, wat het effect van een lager eigen risico teniet kan doen. Daarom willen de partijen de inkomstenbelasting verlagen.

Om NSC en VVD tegemoet te komen – die wilden het eigen risico juist behouden en ‘opknippen’, zodat patiënten niet in één keer het volledige bedrag hoeven betalen – gaat een maximale bijdrage van 50 euro per keer gelden, bedoeld om de vraag naar zorg af te remmen. Deze ‘rem’ wilde het vorige kabinet ook invoeren, maar dan met een bijdrage van maximaal 150 euro per behandeling.

De vier partijen willen verder structureel – ook pas vanaf 2027 – 600 miljoen vrijmaken voor ouderenzorg. De exacte besteding moet nog worden uitgewerkt. Over de vorige maand in de Voorjaarsnota aangekondigde bezuinigingen op ouderenzorg schrijven ze niets. Dat gaat om volgend jaar bijna 700 miljoen euro en vanaf 2026 structureel bijna 750 miljoen. Die bezuinigingen lijken overeind te blijven.

Veel ideeën, vooral van de PVV, zijn niet terug te vinden in het akkoord. De tandarts komt niet terug in het basispakket. Over de terugkeer van bejaardenhuizen (VVD is fel tegen) is niets te lezen, net zomin als over de beteugeling van de marktwerking in de zorg. De term vergrijzing – het belangrijkste probleem voor de zorg – komt slechts tweemaal voor.

Veel ideeën, vooral van de PVV, zijn niet terug te vinden in het akkoord. De tandarts komt niet terug in het basispakket

Vanaf het begin van de onderhandelingen was duidelijk dat investeren in de zorg een heikel punt zou worden. De PVV en BBB wilde meer geld voor de zorg. VVD en NSC waren veel terughoudender. Die uiteenlopende uitgangspunten komen naar voren uit de ambivalentie van de plannen. Zo wensen de partijen „een nieuwe, samenhangende aanpak van het beleid inzake vaccinaties” gezien de dalende vaccinatiegraad bij kinderen, maar worden tegelijkertijd honderden miljoenen bezuinigd op publieke gezondheid. Preventie, inclusief sport en bewegen, moet „meer centraal komen te staan”, terwijl fors wordt geschrapt in de subsidies, waar die preventie vaak afhankelijk van is. Ook noemt de coalitie de aanpak van de personeelskrapte „een grote prioriteit” (minder regels en administratie, betere arbeidsvoorwaarden, meer autonomie werknemers), maar wordt tegelijkertijd 130 miljoen voor ‘zorgarbeidsmarktbeleid’ per 2026 geschrapt. Ook willen de partijen nieuwe akkoorden sluiten over de curatieve zorg (onder meer ziekenhuizen, huisartsen, ggz) om vanaf 2028 structureel bijna 600 miljoen te bezuinigen.

KlimaatDe klimaatplannen gaan niet door de ‘shredder’

De burger wordt ontzien, de energietransitie gaat door. De klimaatplannen gaan niet, zoals de PVV aankondigde, door de ‘shredder’. Grotendeels wordt geleund op de „bestaande afspraken” rondom klimaat, maar zo staat in het akkoord: „Alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid.”

Toch blijven de grote lijnen van het door Rutte IV ingezette klimaatbeleid vrijwel ongemoeid en al dopen de formerende partijen klimaatplannen om tot energiezekerheid waarborgen en afhankelijkheid van „onbetrouwbare landen” voorkomen.

In de terminologie en de plannen kunnen de vingerafdrukken van de VVD duidelijk worden ontwaard. Het nieuwe kabinet wil door met groene industriepolitiek, waarbij de overheid in ruil voor subsidie afspraken maakt met grote bedrijven om sneller te verduurzamen. Deze ‘maatwerkafspraken’ worden mogelijk uitgebreid. Ondanks de verkiezingsbelofte van BBB om te stoppen met windparken in de Noordzee, valt in het coalitieakkoord te lezen dat nieuwe windmolens „zoveel mogelijk op zee” komen.

Het nieuwe kabinet wil vier kerncentrales bouwen en Borssele openhouden. Hiervoor wordt 9,5 miljard euro extra gereserveerd. Dat wordt vermoedelijk deels betaald uit het Nationaal Groeifonds. Deze subsidieregeling voor innovatie wordt stopgezet, waarmee het kabinet 7,8 miljard euro wil vrijspelen.

De energiebelasting op gas gaat voor burgers omlaag of voor grootgebruikers niet meer omhoog. De accijnsverlaging op fossiele brandstoffen wordt tot 2025 verlengd. Fossiele subsidies moeten in Europa worden afgebouwd en door een recente prijsverhoging voor CO2 voor de Nederlandse industrie, gaat een streep.

Het nieuwe kabinet wil vier kerncentrales bouwen en Borssele openhouden

De coalitie heeft grote ambities wat betreft lagere inkomens en kleinere ondernemers ondersteunen in verduurzamen. En voor het oplossen van de problemen op het stroomnet en voor investeringen in innovaties, zoals groene waterstof en CO2-opslag. Ook vinden de partijen dat Nederland zich verder moet aanpassen aan klimaatverandering, zoals langdurige droogte. Nog niet voor al deze plannen hebben de onderhandelaars duidelijk gemaakt hoe ze die gaan betalen.

Wel wordt licht bezuinigd op het Klimaatfonds en andere subsidieregelingen voor duurzame energie. Er komt geen verplichting om een elektrische warmtepomp aan te schaffen en de salderingsregeling (het financiële voordeel voor zonnepanelen) wordt afgeschaft. Over elektrische voertuigen is het akkoord dubbelzinnig: de partijen zeggen de aanschaf te blijven ondersteunen, maar ook te willen stoppen met „subsidies”. Wel blijft de korting op de motorrijtuigbelasting voor de ‘zwaardere’ elektrische auto. Opvallend genoeg komt er wel een vliegbelasting – een hogere prijs bij een langere vlucht – vanaf 2027.

LandbouwNederland wil aantonen dat bepaalde natuurgebieden niet langer kwetsbaar zijn

Het hoofdlijnenakkoord bevat „heel veel BBB-geluid”, zei partijleider Caroline van der Plas woensdagavond al. Terwijl het VVD-geluid van een demissionair minister als Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) nauwelijks te horen is.

De nieuwe coalitie wil „alles op alles” zetten om Europese richtlijnen voor landbouw en natuur om te buigen ten gunste van de agrosector. Hoe realistisch dat is, moet blijken; NSC en VVD erkennen bijvoorbeeld dat Europa wel klaar is met soepele mestregels voor Nederland.

Toch willen de vier partijen nogmaals naar Brussel om voor elkaar te krijgen dat Nederlandse boeren meer dierlijke mest mogen uitrijden. Het verlaagde mestplafond van 170 kilo stikstof per hectare moet uit de Europese Nitraatrichtlijn worden geschrapt. Nederland wil aantonen dat bepaalde natuurgebieden niet langer kwetsbaar zijn, het aantal Natura 2000-gebieden moet kritisch worden ‘herijkt’. Stikstof terugdringen gebeurt alleen waar aantoonbaar nodig voor „instandhouding” van „belangrijke natuur”. Er staat niet ‘verbetering’ en de vraag is wat geldt als belangrijke natuur.

Een belangrijke omslag, die alle coalitiepartijen wilden, is dat boeren meer ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe ze aan doelen voor klimaat, milieu en natuur voldoen. De boer aan het roer, noemen ze dat.

Boeren, tuinders én vissers moeten „gekoesterd” worden. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt daarom omgedoopt tot het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Voedselzekerheid betekent ook zekerheid voor de agroketen; hoogwaardige landbouwgrond moet beschermd gebied worden.

De vier partijen willen het verbod op pulsvisserij met sleepnetten in Europa weer terugdraaien. Ook moet snel toegang komen tot visgronden met ruimte voor de visserij – waar die liggen, staat er niet.

Boeren, tuinders én vissers moeten „gekoesterd” worden

De coalitiepartijen sturen niet op „gedwongen krimp” van de veestapel en er komt geen „gedwongen onteigening”. Dat had het demissionaire kabinet Rutte-IV eigenlijk ook al losgelaten, wat alsnog ruimte laat voor vrijwillige krimp. Uitkoop van boeren moet zich vooral richten op verouderde bedrijven, het woord ‘piekbelasters’ is verdwenen uit dit akkoord.

De stappen richting „nog meer dierwaardige veehouderij” lijken op de recente aanpassing van de Wet dieren in de Tweede Kamer. Boeren krijgen de tijd en mogen hun stallen diervriendelijker maken wanneer de stallen zijn afgeschreven. Deze investeringen moeten de veehouders wel terug kunnen verdienen, anders moet de overheid bijleggen of het beleid worden aangepast.

DefensieOntwikkelingssamenwerking krijgt te maken met historische bezuinigingen

Op het ministerie van Defensie zullen ze tevreden zijn: het aanstaande kabinet heeft zich vastgelegd op de NAVO-afspraak om 2 procent van het bbp aan de krijgsmacht uit te geven. De coalitie wil deze norm wettelijk vastleggen.

Dit betekent dat de defensieuitgaven de komende jaren verder omhoog gaan. Hoewel defensie er sinds de Russische invasie van Oekraïne miljarden bij heeft gekregen, zou Nederland bij ongewijzigd beleid de NAVO-norm de komende jaren niet halen. Daarom legt de coalitie er vanaf 2026 fors meer geld bij, dat loopt op tot 2,4 miljard euro.

Het extra geld maakt wensen van de krijgsmacht mogelijk waar nu nog geen geld voor is. Zo vraagt de landmacht om meer vuurkracht voor Boxer-pantservoertuigen en de terugkeer van de tank. Om aan alle wensen te kunnen voldoen zal Nederland nog méér aan defensie moeten uitgeven dan 2 procent van het bbp.

Voor de coalitie staat de militaire steun voor Oekraïne niet ter discussie, ondanks eerder geuite bezwaren van de PVV. De regering wil defensiesamenwerking in Europa weliswaar uitbreiden, maar ziet voor de EU vooral een rol bij het ontwikkelen van de defensie-industrie en de aanschaf van materieel. Hoewel het coaltieakkoord zich er niet over uitspreekt, lijkt het niets te zien in een Europees leger: „politieke en militaire samenwerking met de NAVO” staat voorop.

Voor de coalitie staat de militaire steun voor Oekraïne niet ter discussie, ondanks eerder geuite bezwaren van de PVV

Ontwikkelingssamenwerking krijgt te maken met historische bezuinigingen. Hoewel de hogere kosten voor asielopvang op het departement werden afgewenteld, had de regering in de afgelopen kabinetsperiode extra geld uitgetrokken om te kunnen voldoen aan de VN-afspraken (0.7 procent van het bbp). Hierdoor zou het budget voor ontwikkelingshulp uitkomen op ruim 5 miljard euro in 2025. De nieuwe coaltie zet hier rigoureus het mes in. De uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking in 2027 vallen 2,4 miljard euro lager uit. .

VeiligheidStraffen voor terrorisme gaan omhoog

Zwaarder en strenger lopen als een rode draad door de prioriteiten voor ‘nationale veiligheid’. De straffen voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven gaan omhoog. De aanpak van de georganiseerde criminaliteit wordt versterkt. Dat gebeurt deels door op ‘oude voet’ verder te gaan met bijvoorbeeld een op Italiaanse leest geschoeid detentieregime en uitbreiding van de kroongetuigenregeling. Met daarnaast talloze nieuwe maatregelen: zo moeten politiemensen, officieren en rechters vaker anoniem kunnen blijven en wordt zwaar vuurwerk als de Cobra – gebruikt voor veel woningaanslagen – onder de Wet wapens en munitie geplaatst.

De partijen identificeren islamitisch terrorisme samen met georganiseerde criminaliteit als dé bedreigingen van de democratische rechtsstaat. Straffen voor terrorisme gaan omhoog en voor het verheerlijken van terroristische daden komt een aparte strafbaarstelling. Uitbreiding van het aantal misdrijven waarvoor de Nederlandse nationaliteit kan worden afgenomen, wordt onderzocht. Een „slim verbod” op ongewenste buitenlandse financiering van ‘kerkorganisaties’ wordt ingevoerd.

Allerlei kwesties worden harder aangepakt: van corruptie tot voetbalhooligans. Het jeugdstrafrecht wordt aangescherpt en het wordt makkelijker om ouders verantwoordelijk te houden voor schade aangericht door hun kinderen. Het taakstrafverbod bij geweld tegen hulpverleners, dat twee jaar geleden in de Eerste Kamer sneuvelde, wordt alsnog ingevoerd.

Straffen voor terrorisme gaan omhoog en voor het verheerlijken van terroristische daden komt een aparte strafbaarstelling

De partijen willen bovendien een sterker onderscheid maken tussen vreedzaam demonstreren en orde verstorende acties. „Gezag en respect in de openbare ruimte worden hersteld”, zo staat te lezen in het akkoord. De minimumleeftijd voor prostitutie gaat naar 21 jaar. En van de wietproef hoeft niet veel te worden verwacht: het blijft verboden drugs te bezitten, verkopen of produceren.

Hoewel de partijen veel op repressie lijken in te zetten, benadrukken ze dat preventie even belangrijk is. Wijkagenten moeten meer tijd in de wijk doorbrengen. De politie die afgelopen decennia juist veel wijkbureaus sloot, moet weer meer politieposten in wijken krijgen.

Al jaren klaagt de politie over dat ze veel tijd kwijt is aan personen met verward gedrag, mede door eerdere ggz-bezuinigingen. De vier partijen willen dat de politie kerntaken uitvoert en zeggen de aanpak van verwarde personen over te willen hevelen naar andere „deskundige organisaties”. Welke organisatie dan na 112-meldingen over verwarde personen moet uitrukken, zoals de politie veelvuldig doet, blijft onbesproken.

Dat geldt ook voor een van de grootste huidige crises op veiligheidsvlak: de grote personeelstekorten in de gevangenissen. Als gevolg daarvan lopen duizenden veroordeelden vrij rond. De nood is zo hoog dat het demissionaire kabinet verdachten vervroegd naar huis wil sturen met een enkelband. Hoewel de betrokken partijen hier in een recent Kamerdebat schande over spraken, laten ze zich niet uit over een oplossing. Dat is opvallend gezien hun plannen voor zwaardere straffen de druk op de gevangenissen zullen laten toenemen.

OnderwijsHet kerndoel seksuele vorming zal worden herzien

De twee grootste problemen in het onderwijs zijn het lerarentekort en de dalende prestaties van leerlingen bij taal en rekenen. Het nieuwe kabinet wil het beroep van leraar in het basisonderwijs aantrekkelijker maken voor mannen, door aparte opleidingen te creëren voor het onderwijs aan jonge kinderen en voor oudere basisschoolleerlingen. De gedachte is dat mannen dan niet meer verplicht ervaring moeten opdoen in het lesgeven aan kleuters. Dat zou een belangrijke reden zijn voor mannen om niet naar de Pabo te willen. Daarnaast wil het nieuwe kabinet meer zij-instromers interesseren voor het leraarschap, en leerkrachten stimuleren voltijds te werken, maar concrete maatregelen worden niet genoemd.

Om het lees- en rekenniveau omhoog te krijgen wordt een ‘herstelplan’ aangekondigd. De vier coalitiepartijen vinden dat scholen te veel tegelijk moeten doen, en daarom moet het aantal zogenoemde kerndoelen fors worden verminderd. Wat er gaat sneuvelen is nog niet duidelijk, maar zeker is dat het kerndoel seksuele vorming zal worden herzien. Sinds eind 2012 zijn scholen verplicht aandacht te besteden aan seksuele diversiteit. De PVV heeft zich hier meermaals negatief over uitgelaten. Er komt geen verbod om over seksualiteit te spreken op school, maar dat moet „neutraal” en „beter toegesneden op de leeftijd van leerlingen”.

Ook in andere opzichten willen de coalitiepartijen dat het onderwijs meer „neutraal” is. Dat geldt zowel voor lesmateriaal als voor wat er in het klaslokaal gezegd wordt. Scholen hebben de wettelijke taak ‘actief burgerschap en sociale cohesie’ te bevorderen, maar het burgerschapsonderwijs is op veel scholen een ondergeschoven kindje. Om „radicalisering te voorkomen” wordt die opdracht aangescherpt en bestuurders die dit niet uitvoeren, worden sneller ontslagen.

Om het lees- en rekenniveau omhoog te krijgen wordt een ‘herstelplan’ aangekondigd

Voor eerstejaars studenten in het hoger onderwijs is het nieuwe kabinet strenger dan het voorgaande. De plannen om het bindend studieadvies te versoepelen gaan niet door. Studenten die te weinig punten halen in het eerste studiejaar moeten stoppen met hun studie, en krijgen daar niet een jaar langer voor, zoals Rutte IV had aangekondigd.

Zoals verwacht worden extra plannen aangekondigd om de ‘verengelsing’ in het hoger onderwijs terug te dringen en de toestroom van buitenlandse studenten in te perken. Vooral voor NSC was dat een belangrijk punt. Het collegegeld voor studenten van buiten de Europese Unie gaat omhoog.

Twee maatregelen die het komende kabinet presenteert als goed nieuws voor Nederlandse studenten – het behoud van de basisbeurs en de eenmalige extra tegemoetkoming voor wie gestudeerd heeft onder het ‘sociaal leenstelsel’ – pakken minder mooi uit dan ze lijken. De coalitie is niet van plan de tijdelijke verhoging van de basisbeurs vanwege de inflatie en de hoge energiekosten te verlengen. Vanaf september verliezen studenten ruim een derde van de beurs, om precies te zijn 164,30 euro.

De extra compensatie voor de ‘pechgeneratie’ valt lager uit dan NSC-leider Pieter Omtzigt had voorgesteld. Een „fors afgeknipte sigaar uit eigen doos”, noemt studentenorganisatie ISO het. Als klap op de vuurpijl wil het kabinet voor studenten die langer doen over hun studie het collegegeld verhogen, met 3.000 euro per jaar.

EuropaEen ramkoers met Brussel wordt niet gezocht

Een „constructieve partner”, moet Nederland volgens het ‘hoofdlijnenakkoord’ in de Europese Unie blijven. Maar kijk je naar de opsomming van wensen, dan doemen eerder de woorden ‘kieskeurig’ en ‘instrumentalistisch’ op.

Een ramkoers met Brussel wordt niet gezocht. De partijen blijven netjes binnen de Europese begrotingsnormen, spreken steun voor Oekraïne uit en willen de defensie-uitgaven snel in lijn brengen met internationale afspraken. Tegelijk wordt duidelijk: de vier partijen willen veel soepelheid en uitzonderingen van Brussel, maar zelf weinig bijdragen aan gezamenlijk Europees beleid.

Dat is het meest opvallend bij de plannen voor asiel en migratie, die onder meer het opschorten van asielaanvragen, grenscontroles en het terugsturen van migranten naar (buur)landen omvatten. Bij de nieuwe afspraken die EU-landen recent maakten over het eerlijker verdelen van asielzoekers over de EU, zal Nederland ervoor kiezen haar solidariteitsverplichtingen af te kopen met 20.000 euro per persoon die eigenlijk opgevangen had moeten worden. Ook willen de partijen „zo snel mogelijk” een zogeheten ‘opt-out’ op het Europese migratiebeleid aanvragen bij de Europese Commissie.

Wat ze daarmee precies bedoelen blijft onduidelijk. Over een ‘opt-out’, waarmee je je als lidstaat mag onttrekken aan bepaalde onderdelen van EU-beleid, beslist niet de Europese Commissie – die wordt geregeld via het aanpassen van de Europese verdragen. Met zo’n wijziging moeten alle EU-lidstaten instemmen, waardoor het een lange en zeer ingewikkelde procedure is. Daarmee is die wens zo goed als kansloos, in elk geval op de korte termijn.

Mogelijk bedoelen de partijen met het aanvragen van de ‘opt-out’ in Brussel het uitroepen van de crisissituatie – iets dat de Europese Commissie wel kan toestaan, mits voor een zo kort mogelijke periode. De coalitie zet in op twee jaar. Kansloos is zo’n verzoek niet en het zou betekenen dat Nederland tijdelijk uitzonderingen krijgt op bepaalde asielverplichtingen. Tegelijk ligt het aantal aanvragen in vergelijking met elders niet buitenproportioneel hoog.

Coulance van Brussel en andere EU-landen wil Nederland ook als het gaat om de naleving van milieu- en natuurnormen.

Zo willen de partijen nog een keer proberen het Europese pulsvisverbod terug te draaien. Een andere wens is om Europees vastgelegde beschermde natuurgebieden te „herijken”, wat in de praktijk lijkt neer te komen op: verminderen. Daardoor zou het stikstofprobleem minder nijpend moeten worden.

Het zijn verzoeken die in Brussel bekend zijn en tot nu toe weinig kansrijk waren. Mag Nederland beschermde natuur opgeven, dan ruiken ook andere EU-landen hun kans en gaat een doos van Pandora open.

Tegelijk is de wind in Brussel recent gedraaid. In reactie op boerenprotesten schrapte de Europese Commissie begin dit jaar al flink wat nieuwe natuurregels. En nu rechtse partijen overal in Europa in opmars zijn, is zeker niet ondenkbaar dat de komende jaren de stem van de landbouw invloedrijker wordt in Brussel. Maar vooralsnog keert het verzet van andere EU-landen zich louter tegen níeuwe milieu- en natuurregels, terwijl Nederland vraagt om het versoepelen van decennia oude regels.

De partijen benadrukken meermaals „geen nationale koppen op Europees beleid” te willen zetten, wat zoveel betekent als niet méér willen doen dan Europees strikt vereist: bijvoorbeeld bij klimaat- en natuurbeleid. „Uiterst kritisch” staan de partijen tegenover verdere EU-uitbreiding, een thema dat door de oorlog in Oekraïne in Brussel de komende jaren zeer relevant wordt.

Ook zetten de partijen in op „lagere afdrachten” aan de EU. Die wens komt van het als zuinig bekend staande Nederland niet als een verrassing. Hoe haalbaar die is, is een andere vraag. Geconfronteerd met grote veiligheidsuitdagingen en mondiale handelsconcurrentie, groeit in Brussel en veel EU-landen juist de roep om méér EU-uitgaven.


Deze nationalisten staan in AIVD-rapporten, maar ze voelen dat het politieke debat hun kant op komt

”De formatie? Wíj hopen dat het lukt.”

„En dat het dan ook een beetje standvastig is. Dat ze er echt wat van maken.”

Hans de Jonge en Florens van der Kooi zijn ultrarechtse nationalisten. Hun organisatie Voorpost, eind jaren 70 opgericht om te pleiten voor de hereniging van Nederland en België en om het apartheidsregime in Zuid-Afrika te steunen, en nu pleitbezorger van het nationalisme, keert al jaren terug in publicaties van de AIVD onder het kopje ‘extreemrechtse en rechts-extremistische groeperingen’.

En deze zonovergoten zaterdag zijn ze in de Tweede Kamer.

Terwijl PVV, VVD, NSC en BBB zich één verdieping hoger en vijftig meter verderop wagen aan een nieuwe onderhandeldag, krijgt Voorpost een rondleiding door het parlement van ProDemos, ‘huis voor democratie en rechtsstaat’. Voor de deur van het Kamergebouw nemen zo’n 25 mannen en vrouwen – maar vooral mannen – een voor een de keycord in ontvangst waarmee ze naar binnen mogen. ‘VIP’ staat er in hoofdletters op.

„Anders hebben we alleen exemplaren voor jullie waar ‘scholier’ op staat”, zegt de begeleider.

Dan is het tijd om naar binnen te gaan, langs de bustes van politici in de foyer, de maquette van het oude Binnenhof, de vergaderzalen en de plenaire vergaderzaal, voor een uitleg over de werking van de Nederlandse democratie.

Wat je wél mag zeggen

Clubs als Voorpost zijn qua omvang marginaal, signaleren onderzoekers, al valt er groei te bespeuren. Volgens Van der Kooi, in blauwe polo en korte broek, loopt het ledental nu tegen de duizend. In onderzoekspublicaties werd de aanhang eerder op enkele honderden leden geschat.

De leden gingen de afgelopen jaren onder meer de straat op om actie te voeren tegen moskeeën, islamitische scholen en voorleesmiddagen door dragqueens. Het doel is onomwonden xenofoob: Voorpost strijdt naar eigen zeggen voor „het behoud van ons volk, onze cultuur en identiteit” en wil „een vuist maken tegen de omvolking”, een verwijzing naar de theorie dat immigratie een samenzwering van de elite is om de bevolkingssamenstelling aan te passen.

Op de hele ultrarechtse, nationalistische en extremistische flank groeit de dreiging van geweld, zegt de AIVD. Maar die dreiging zit veelal bij eenlingen, kleine groepjes en besloten chatgemeenschappen. Vaak gaat het om jongvolwassen mannen die hun denkbeelden nauwelijks met de buitenwereld delen.

Met zijn klassieke ledenstructuur en zijn openbare optredens laat Voorpost een andere ontwikkeling op deze flank zien: hoe langzaam maar gestaag verandert wat je allemaal mag zeggen.

Zo vierde Voorpost een paar weken geleden de verjaardag van Willem van Oranje door voor Paleis Noordeinde te zwaaien met de Prinsenvlag. Die vlag – oranje-blanje-bleu – gaat vele eeuwen terug, maar geldt vanwege de associatie met de NSB ten tijde van de Tweede Wereldoorlog als besmet en als symbool van nationalistisch en extreemrechts. Onzin, vinden de Voorpost-leden.

Al even weinig begrip hebben ze voor kritiek op hun aanduiding ‘broederoorlog’ voor de Tweede Wereldoorlog. Die term wordt in rechts-extremistische kringen gehanteerd om de schuld van Duitsland en de nazi’s te bagatelliseren: de oorlog wordt dan gezien als onnodig bloedvergieten aan beide kanten tussen broedervolkeren. „Daar vloeide Europees bloed, net als nu in Oekraïne”, zegt Van der Kooi. „Daar staan ook twee Europese volken om een nonsens-reden tegenover elkaar. Toen waren het de Duitsers die overal de schuld van kregen, nu zijn het de Russen.”

Ze kennen hun reputatie zelf ook wel, zegt Hans de Jonge, zijn zonnebril in zijn witte overhemd gestoken. Maar daar klopt volgens hem weinig van. „We zijn niet staatsgevaarlijk. We zijn gewoon een club van nette nationalisten die het graag anders willen zien in Nederland en in Europa en we wenden onze middelen aan om dat doel na te streven.”

„Binnen de grenzen van de wet”, vult Van der Kooi aan. „Misschien dat we weleens ergens op een dak gaan zitten met een spandoek, ja, en dan krijg je een boete. Maar we maken niets kapot, we doen niet aan geweld.”

‘Cultuur veranderen’

Het zijn ideeën die ze makkelijker aan de man kunnen brengen dan vroeger, merkt het tweetal. En niet alleen vanwege het groeiende ledental. De echte winst zit voor hen in de verschuiving van het politieke debat. „Er is wel een verandering gaande”, zegt Hans de Jonge. „De uitslag van verkiezingen is steeds rechtser. In Nederland, Europa, overal.”

Daarmee wil hij niet zeggen dat de groepering geen weerstand meer oproept. Tegenstanders hadden de aankondiging op de website van Voorpost gezien en contact opgenomen met ProDemos. Dat zegt dat iedereen een rondleiding kan krijgen, zolang ze zich aan de huis- en veiligheidsregels houden.

Hij bedoelt dat het steeds een beetje beter lukt „de cultuur te veranderen”, zoals Voorpost zich ten doel heeft gesteld. Florens van der Kooi knikt: „Als mensen zich bewust worden van wat er gaande is, dan gaan ze anders stemmen.” De meerderheid van de groep stemt PVV of FVD, vervolgt hij. Met de verkiezingsuitslag van november kunnen ze dan ook niet anders dan hoopvol zijn.

Kijk maar om je heen, zeggen ze allebei. Een migratiestop, zoals zij willen? Daar heeft Wilders de verkiezingen mee gewonnen. Misschien dat het door hen gedroomde remigratiebeleid er ook ooit wel komt. „Zonder dwang, behalve voor criminelen en terroristen”, zegt Van der Kooi.

Op de digitale zuilen waarmee bezoekers na de beveiligingspoortjes welkom worden geheten in het parlement floept de virtuele beeltenis van Martin Bosma tevoorschijn. „Het is natuurlijk fijn als iemand die voor een groot gedeelte hetzelfde gedachtengoed heeft als jij Kamervoorzitter wordt”, zegt Van der Kooi.

Hij moet bekennen dat Bosma hem een beetje is tegengevallen. „Hij doet extreem z’n best om niet de indruk te wekken dat hij GroenLinks niet laat uitpraten, hij is objectiever dan objectief. Maar toch, het is wel fijn dat die man voorzitter is in plaats van Vera Bergkamp.”

Lees ook
Die ‘conservatieve’ politicus is in werkelijkheid xenofoob, dus noem hem ook zo

Het optreden van PVV-leider Geert Wilders tijdens de CPAC-conferentie in Boedapest.

De vier formerende partijen zitten nog binnen als de rondleiding erop zit. Financiën en asielbeleid blijven hete hangijzers aan de onderhandelingstafel. Bovendien moet PVV-leider Geert Wilders zijn premierskandidaat nog formeel voordragen. Hij heeft iemand op het oog, zei hij zaterdagochtend.

„Ze hebben mij nog niet gebeld”, zegt Hans de Jonge.

Met medewerking van Joep de Groot.


Lijstaanvoerders GroenLinks en PvdA: ‘Er is geen liefde voor een sterk Europa’

Het was in de Fortuyn-periode dat ze beiden politiek actief besloten te worden. Omdat de PvdA, na het forse verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2002 onder leiding van Ad Melkert, „wel wat steun kon gebruiken”, zegt Mohammed Chahim. Bas Eickhout werd juist fan van GroenLinks-leider Paul Rosemöller „die als enige Pim Fortuyn echt kon uitdagen”.

Nu staan Eickhout en Chahim als nummers 1 en 2 op de gezamenlijke lijst van GroenLinks-PvdA voor de Europese verkiezingen die in Nederland op 6 juni plaatsvinden. Vanzelfsprekend is die gezamenlijke lijst niet: een jaar geleden besloten de partijen, vooral op aandringen van GroenLinks, nog met twee programma’s en lijsten de EU-verkiezingen in te gaan. Maar de Tweede Kamerverkiezingen vorig najaar brachten de samenwerking in een stroomversnelling. En dus zit Eickhout, GroenLinks-Europarlementariër sinds 2009, nu tegenover Chahim, namens de PvdA in het EP sinds 2019, om te praten over hun gezamenlijke programma en plannen.

Die samenwerking, benadrukken beiden, is „cruciaal in de strijd tegen radicaal-rechts”. Maar tegelijk is het best een ingewikkeld verhaal dat ze deze campagne aan de kiezer moeten vertellen. Want hoewel er één lijst en één programma is, splitsen de partijen zich na de verkiezingen weer op in twee verschillende Europese fracties: die van de Sociaaldemocraten en van de Groenen.

En dat ook de twee Nederlandse partijen afgelopen periode nog niet helemaal op één lijn zaten, liet een recente data-analyse van NRC zien: in 15 procent van de gevallen stemden PvdA en GroenLinks in Europa verschillend.

‘Groen doen is juist dé manier om uit het rood te komen!’

Hoe weet de kiezer dan waarvoor hij precies stemt?

Chahim: „Je stemt op GroenLinks-PvdA, en wij gaan ervoor zorgen dat ons gezamenlijke verkiezingsprogramma zo veel mogelijk realiteit wordt in het Europees Parlement. En daarvoor hebben wij twee politieke groepen nodig. De macht die we hebben binnen die twee politieke groepen is een toegevoegde waarde om dat programma ook uit te voeren.”

Voor Chahim en Eickhout voelt de samenwerking als „twee Brabantse bèta’s” sowieso als vanzelfsprekend. Ook omdat ze beiden de afgelopen jaren binnen het Europarlement nauw betrokken waren bij de onderhandelingen over ambitieus klimaatbeleid. Al merkt Chahim binnen zijn partij nog steeds wel eens aversie tegen „het groene verhaal”. „Dan hoor je steeds: ‘je kunt niet groen doen als je rood staat’. Terwijl ik dan zeg: groen doen is juist dé manier om uit het rood te komen!” Zodra het statutair „mocht”, zegt Chahim, werd hij vorig jaar óók lid van GroenLinks.

Bij Eickhout ging die transitie „langzamer”, zegt hij. PvdA’ers vertelden vorig jaar aan NRC dat Eickhout „op de rem” stond bij de Europese samenwerking tussen de partijen, waarna de GroenLinkser erkende te snappen „dat PvdA’ers soms denken: wat doe je nou moeilijk? Ik heb toen gezegd dat ik altijd overal de Europese context moest verklaren”, zegt Eickhout nu – inmiddels ook dubbellid. „En nu krijgen we ook precies die vragen die ik toen voorzag, namelijk: waarom heb je eerst één lijst, en ga je daarna weer splitsen? Dan wordt dat geïnterpreteerd als: hij doet moeilijk. Maar wat ik eigenlijk deed was benadrukken: Europees is die samenwerking tussen groene en sociale democraten écht nog anders.”

Dat is nog steeds zo: in veel EU-landen (bijvoorbeeld Duitsland, België of Oostenrijk) is deze nauwe samenwerking ondenkbaar – laat staan een fusie. De Duitse Groenen, zegt Eickhout, „vinden het echt nog heel spannend wat wij aan het doen zijn”. Maar de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in november heeft „geholpen”, zegt hij. „Toen Wilders zo groot was geworden, zagen ook de Duitsers: dit moeten jullie doen. Die uitslag heeft in heel Europa heel duidelijk gemaakt: dit is de enige manier om een geloofwaardige stem te zijn tegenover radicaal-rechts.”

Niet met radicaal-rechts

Tot genoegen van Eickhout en Chahim hebben de meeste wat zij noemen „pro-Europese partijen” luid en duidelijk uitgesloten dat zij na de verkiezingen zullen samenwerken met de radicaal-rechtse fracties ID en ECR. Allereerst hun eigen fracties van de Sociaaldemocraten en de Groenen. Inmiddels deed ook Valérie Hayer dat, de lijsttrekker van de Franse liberalen. Dat betekent, zegt Chahim, dat de mogelijkheden voor de christendemocraten om een nieuwe coalitie in het EP te vormen beperkt zijn.

De partij van de zittende Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zal volgens peilingen opnieuw de grootste fractie worden. Zij heeft de opties voor politieke samenwerking met de rechtsradicale fractie waarin onder meer de partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni zit nog opengehouden. Chahim: „De christendemocraten staan eigenlijk voor de keuze: willen we samenwerken met pro-Europese krachten of met partijen die Europa willen verzwakken? Nou, ik wens Von der Leyen veel succes.”

Bas Eickhout staat te popelen om hier onmiddellijk iets aan toe te voegen. In de weifelende opstelling van de Europese christendemocraten jegens ‘radicaal-rechts’ ziet hij een grote parallel met de politieke actualiteit in Nederland. „Ik snap de VVD niet”, zegt hij. „Ik snap de VVD echt totáál niet! De VVD is lid van de Europese liberale familie. Die zegt nooít te zullen samenwerken met partijen die Europa willen verzwakken. VVD-lijsttrekker Malik Azmani heeft deze boodschap keihard herhaald: ‘samenwerking met radicaal-rechts is een gevaar voor de Europese democratie’. Daar ben ik het volledig mee eens! Maar hoe kan het dan in godsnaam zo zijn dat de VVD in Nederland doodleuk aan het onderhandelen is met de PVV? Hoe kán dat?! Ook de PVV wil de Europese democratie ondermijnen. En de PVV in de Tweede Kamer slaat gewoon Rusland-propaganda uit. Hoe kun je dan volhouden dat Europese veiligheid zo’n belangrijk verkiezingsthema is?”

Wat zegt Azmani als jullie hem daarop wijzen?

Eickhout: „Hij komt daar nog niet helemaal uit, blijft een beetje sputteren. Dan zegt hij iets als ‘Ik heb het over Europa, niet over Nederland’. Malik weet toch dat Europese politiek door de lidstaten wordt gemaakt? Dat kun je niet zomaar scheiden.”

De twee zeggen geregeld met VVD’ers te spreken over de kabinetsformatie met de PVV, van collega-Europarlementariërs tot wethouders tot oud-Kamerleden.

Wat zeggen zij dan?

Chahim: „We horen dan vooral dat ze zich er ongemakkelijk bij voelen. Ongemakkelijk! Jullie hebben de luxe niet, zeg ik dan, om je ongemak erover te uiten en het daarbij te laten. We hebben het over de kabinetsformatie in Nederland, een heel belangrijke lidstaat van de EU. Jullie hebben als lid van een democratische partij de plicht om de koers bij te sturen, om het niet zover te laten komen dat de VVD voor vier jaar in een kabinet gaat zitten met een partij die Europa van binnenuit wil afbreken.”

Foto Merlijn Doomernik

Als jullie collega’s in Brussel spreken, hoe kijken die naar Nederland?

Eickhout: „Men begrijpt echt die samenwerking met de PVV niet. De Nederlandse verkiezing kwam na de Poolse verkiezing, waarbij de rechts-radicale PIS-partij óók de grootste was geworden. Maar in Polen heeft men gezegd: sorry, de PIS-partij is zó’n ondermijning van onze rechtsstaat, dat is zo fundamenteel dat wij ‘nee’ zeggen. En vervolgens hebben ze gewoon een meerderheid gevonden met andere partijen. Iedereen die ik sprak dacht: Nederland gaat hetzelfde doen, er komt een middenkabinet. Ik moet steeds uitleggen dat de discussie in Nederland nét iets anders loopt. En het wordt gewoon écht niet begrepen.”

Tegelijk is het kiezerspotentieel van de PVV gigantisch en groeit dat volgens peilingen nog steeds. Ook in andere Europese landen groeien dit soort rechtsradicale partijen. Daar moet de EU toch iets mee?

Eickhout: „Absoluut. Maar ik denk ook dat bijna alle kiezers zich zorgen maken over de veiligheid van Europa. Over Poetin en of Trump gaat winnen of niet. En heel veel kiezers willen ook helemaal niet meer uít Europa, en evenmin een verzwakt Europa. Onze opdracht is te laten zien: wat betekent een sterk Europa? Hoe kunnen wij dat ook aantrekkelijk maken? Want er is inderdaad geen liefde voor een sterk Europa. Maar een zwak Europa wil men ook niet.”

GroenLinks-PvdA heeft vorig jaar enthousiast Eurocommissaris Frans Timmermans aangewezen als lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen, in de verwachting dat hij premier zou worden. Hebben jullie het ‘Timmermans-effect’ overschat?

Eickhout: „Ik denk dat we vooral iets hebben ónderschat: de agressie die richting de persoon Timmermans wordt opgeroepen. Van Geert Wilders begrijp ik dat nog wel. Die is gewoon rolvast. Maar dat ook andere partijen daarin meegaan. De VVD en NSC hebben de keuze tussen iemand die de democratie niet serieus neemt – Wilders – en iemand wiens belastingplannen je niet leuk vindt. Je hoort toch ook Omtzigt bij menig debat roepen: de plannen van Timmermans zijn zó verschrikkelijk.”

De vraag was: hebben jullie in de campagne van vorig najaar het ‘Timmermans-effect’ overschat?

Eickhout: „We hebben onderschat dat Wilders de campagne in de laatste weken naar zijn hand wist te zetten. Het ging toen niet meer over de Omtzigt-agenda van goed bestuur en bestaanszekerheid. Iederéén heeft zijn opkomst onderschat. Overigens heeft GroenLinks-PvdA ook gewoon gewonnen hè, we hebben 25 zetels gehaald, meer dan de som der delen.”

Na het vertrek van Timmermans is in Brussel toch een beetje de bijl aan de wortel van zijn ‘Green Deal’ gezet. Had hij niet beter Eurocommissaris kunnen blijven om het Europese klimaatbeleid te redden?

Eickhout: „Ik denk dat hij nu meer effect heeft in Nederland dan toen hij daar zat.”

Echt?

Eickhout probeert het antwoord opnieuw: „Nou, ik denk dat hij nu goed op z’n plek zit in Den Haag. En toen hij vorig jaar uit Brussel vertrok waren de grote stappen voor de ‘Green Deal’ gezet. We zien nu inderdaad wat afzwakkingen. En in de Europese Commissie is de steun voor de ‘Green Deal’ wel heel dun geworden nu, dus daar missen we wel een krachtige stem als die van Timmermans. Dan zou er over het landbouwbeleid bijvoorbeeld wel meer debat zijn geweest. Maar de kern van de‘Green Deal’ staat nog steeds. Het gaat nu meer over de toekomst ervan ná de verkiezingen – daarom zijn deze verkiezingen zo belangrijk.

Maar goed, idealiter had hij zelf ook liever eerst zijn termijn willen afmaken en daarna die stap naar Den Haag gezet, maar het liep anders.”


CPB kan met z’n doorrekeningen de formatie maken of breken

Terwijl de Tweede Kamer uitgestorven is, wordt bij één overheidsinstelling in deze eerste week van het voorjaarsreces hard doorgewerkt. Bij het Centraal Planbureau (CPB) zijn voor veel medewerkers de verloven even ingetrokken.

Deze vrijdag, 3 mei, moeten de rekenmeesters het huiswerk zien af te ronden dat de twee informateurs hun hebben opgedragen: de doorrekening van de tot nu toe gemaakte afspraken tussen de vier onderhandelende partijen in de stroeve kabinetsformatie.

Met dit inzicht in de budgettaire consequenties hopen de informateurs Richard van Zwol en Elbert Dijkgraaf vanaf volgende week de gesprekken met PVV, VVD, NSC en BBB te kunnen afronden. Ook zij hebben deze week doorgewerkt, laat een woordvoerder weten. Uiterlijk woensdag 15 mei willen de informateurs met hun eindverslag komen. Dan moet blijken of hun missie is geslaagd: is er een kabinet te vormen tussen de vier rechtse partijen?

Geen details

De doorrekening van het concept-regeerakkoord zou dit keer relatief eenvoudig moeten zijn. De vier onderhandelaars hebben zich immers voorgenomen een ‘program-akkoord’ op hoofdlijnen te maken, zonder al te veel details. En ze hebben maar een beperkt aantal beleidsterreinen uitgekozen om over te onderhandelen – op het lijstje dat de vorige informateur Kim Putters naar de Kamer stuurde ontbraken bijvoorbeeld onderwijs en klimaat.

Maar er is ook een complicatie: drie van de vier partijen hadden hun verkiezingsprogramma niet laten doorrekenen door het CPB. Dat betekent dat van verkiezingsbeloftes van PVV, NSC en BBB niet makkelijk te zeggen is wat ze kosten en wat de gevolgen zijn voor bijvoorbeeld economische groei, koopkracht of werkgelegenheid. Deze partijen hebben herhaaldelijk laten weten niet veel op te hebben met de „modellenwerkelijkheid” van het planbureau, zoals NSC-leider Pieter Omtzigt dat noemt.

Met de opdracht aan het CPB lijken alle vier partijen de financieel-economische bespiegelingen van het onafhankelijke planbureau nu toch serieus te willen nemen. Volgens Van Zwol en Dijkgraaf zijn voor sommige plannen verschillende varianten aan het CPB voorgelegd. Bijvoorbeeld, zo lekte via De Telegraaf uit, het geheel of gedeeltelijk afschaffen van het eigen risico in de zorg.

Helemaal verrassend zullen de uitkomsten van de doorrekening niet zijn. De informateurs zullen de laatste weken al een aantal studies geregeld hebben geraadpleegd. De belangrijkste daarvan is Keuzes in kaart, het CPB-rapport over de acht verkiezingsprogramma’s die het vorig najaar wél heeft doorgerekend. Daarin staan een kleine achthonderd beleidsvoornemens en fiscale maatregelen, rijp en groen, opgesomd met hun financieel-economische effecten. Bijvoorbeeld: de voorgenomen bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking bij de VVD levert 5,3 miljard euro op. Of: het voorstel van GroenLinks-PvdA om de periodieke tandartscontrole en anticonceptie op te nemen in het basispakket kost 400 miljoen.

Met de opdracht aan het CPB lijkt iedereen berekeningen nu wel serieus te nemen

130 mogelijke fiscale maatregelen

Daarnaast publiceerde het ministerie van Financiën vorig jaar twee nuttige documenten. In de zogeheten Ombuigingslijst staan ruim 580 potentiële bezuinigingsmaatregelen opgesomd. De fiscale maatregelenlijst bevat 130 mogelijke belastingwijzigingen. Om een idee te geven: het verhogen van het lage btw-tarief van 9 naar 12 procent levert de schatkist 4 miljard euro per jaar op.

Met deze drie menukaarten is een regeerakkoord op papier zo in elkaar te zetten – al zullen de vier partijen het natuurlijk eens moeten zijn over alle plannen. Geregeld stelden de informateurs tussentijds aanvullende vragen aan een bepaald ministerie als een creatief nieuw idee niet in een van de beleidsgidsen staat. Zo vertelde Richard van Zwol begin april na een dagje onderhandelen dat er bij het onderwerp ‘Bestaanszekerheid’ een koopkrachtmaatregel was bedacht die alle vier partijen interessant vonden, maar die in geen enkel verkiezingsprogramma stond. Even Sociale Zaken bellen, legde Van Zwol uit.

Grote verschillen VVD en PVV

Hoewel er van de plannen van PVV, NSC en BBB geen officiële doorrekening bestaat, kunnen de informateurs wel een alternatief document raadplegen. De gepensioneerde CPB-econoom Wim Suyker publiceerde in november al op X zijn eigen poging tot doorrekening van de verkiezingsprogramma’s van deze partijen en zette ze ten behoeve van de formatiegesprekken naast die van de VVD. Het leidde tot wat Suyker ‘Het grote budgettaire formatieboek’ noemt. Met de nodige slagen om de arm geeft het een aardig inkijkje in de lastige puzzel die Van Zwol en Dijkgraaf moeten leggen. Suyker: „Je ziet hoe financieel gezien de plannen van VVD en de rest uiteenlopen.”

Op verschillende terreinen wil de PVV meer uitgeven, terwijl de VVD kiest voor bezuinigen. Uit het Formatieboek blijkt dat de PVV op sociale zekerheid 4,7 miljard wil investeren en de VVD 0,8 miljard besparen. Verschil: 5,5 miljard euro. Bij de zorg wil PVV 7,7 miljard investeren en de VVD 0,2 miljard besparen. Verschil: 7,9 miljard.

Per saldo leiden de plannen van NSC, BBB als PVV volgens de inschatting van Suyker tot een (flink) hoger begrotingstekort dan de Europese norm van 3 procent. De VVD beperkt het tekort tot 2,5 procent. Eerder bleek dat de vier partijen de Europese begrotingsregels willen respecteren.

Met de doorrekening van het CPB zullen alle partijen volgens Suyker „met de billen bloot” moeten. Dan moet blijken of de vier partijen realistische plannen hebben bedacht die binnen de begrotingsnormen vallen. Zo niet, dan hebben de onderhandelaars nog tien dagen om hun plannen bij te slijpen.

Of de informateurs moeten concluderen dat de vier partijen niet in staat zijn een coalitie te vormen.


Mona Keijzer: ‘wat zijn we in vredesnaam aan het doen met de opvang van Oekraïners?’

De een, Mona Keijzer, heeft er zes jaar ervaring in de Tweede Kamer op zitten, en was al eens staatssecretaris. De ander, Gijs Tuinman, komt net kijken in Den Haag. Hij werd verkozen in de BBB-fractie bij de verkiezingen van november vorig jaar. Tuinman heeft „met de Haagse mores geworsteld”. Van medewerkers hoorde hij dat hij niet te veel moet praten en „sneller to the point moet komen”.

Net als hij op het punt staat om te vertellen hoe en door wie hij in zijn eerste weken als Kamerlid „een paar keer genaaid” werd tijdens een procedurevergadering, breekt Mona Keijzer, die rechts van Tuinman zit, in. „Dat moet je niet zeggen, Gijs. Dan heb je weer oorlog in de tent.”

De fractiegenoten Tuinman en Keijzer hebben verschillende portefeuilles maar hun gebieden raken elkaar. Hij voert het woord over defensie, zij over asiel en migratie. En over dat snijvlak gaat dit gesprek. Tuinman zegt: „Net als aan het front zijn de kwetsbaarste plekken die waar twee brigades, twee commissies, aan elkaar grenzen. Daar zitten de risico’s.”

Onvoorwaardelijk steun Oekraïne

Sinds vijf maanden zit BBB (zeven Kamerzetels) samen met PVV, VVD en NSC aan de formatietafel. Over de formatie willen de twee BBB’ers niks zeggen, ze willen alleen over hun eigen ideeën praten. Bij andere formerende partijen heerst soms onduidelijkheid over sommige standpunten van BBB, vooral in het Oekraïne-dossier.

BBB is voor „onvoorwaardelijke” steun aan Oekraïne. Gijs Tuinman, de meest gedecoreerde militair van Nederland, onder meer met de Militaire Willems-Orde, wil Oekraïne helpen de oorlog tegen Rusland te kunnen voeren. BBB ondertekende met acht andere fracties een verklaring waarin staat dat Nederland „zij aan zij” met Oekraïne staat. „Vandaag, en zolang als nodig.”

Tegelijkertijd vindt Mona Keijzer (vóór haar BBB-Kamerlidschap 27 jaar actief voor het CDA) dat het gesprek over Oekraïne ook over de opvang van Oekraïense vluchtelingen moet gaan. In een Kamerdebat met demissionair staatssecretaris van Asiel en Migratie Eric van der Burg (VVD) in januari sprak ze over delen van Oekraïne die volgens haar wel veilig zouden zijn. Konden Oekraïense vluchtelingen daar niet naar terug? Volgens haar was er een „status quo” bereikt in de oorlog. Bovendien vindt ze dat Oekraïense vluchtelingen in Nederland die werk hebben gevonden zelf voor kost en inwoning moeten betalen. Keijzer zegt: „Ik dacht al een tijdje: wat zijn we in vredesnaam aan het doen met de opvang van Oekraïners, de mate waarin het allemaal gratis aan deze mensen gegeven wordt?”

Dat klinkt in tegenspraak met Gijs Tuinman.

Tuinman: „Marijke Podt [D66-Kamerlid] begon erover in het debat: meneer Tuinman, u heeft zelf de Willems-Orde, hoe rabiaat is het dat mevrouw Keijzer stelde dat Oekraïense mannen terug moeten naar het front?”

Keijzer: „De vraag stelde óf…”

Tuinman: „En zo wordt een verhaal gecreëerd, zo van: die Tuinman en Keijzer praten niet met elkaar. Maar veel van die mannen in die loopgraven willen maar één ding. Ze willen dat hun toekomstige collega’s ook komen vechten. Je hebt rotaties nodig. Zes, zeven weken knokken aan het front en je bent op.”

Keijzer: „Ik ben natuurlijk niet gek. Ik wist wel dat de pleuris uit zou breken. Maar we hadden het van tevoren met zijn tweeën besproken, dus ik had het internationale perspectief en het defensieperspectief op m’n netvlies.”

Lees ook
Poetins grens stopt niet bij de NAVO-grens

Kajsa Ollongren: Als Oekraïne met de nieuwe raketten een militaire basis in het Russische achterland wil aanvallen „is dat hun afweging”

Tuinman: „Er stond pas nog een interview in jullie krant, waarin Kajsa Ollongren [minister van Defensie, D66] zegt dat we Oekraïne moeten laten winnen. Maar winnen betekent eigenlijk twee dingen: een oorlog win je met machines en met mensen. En dat is het lastige. In Nederland zijn we bereid, mijn fractie ook, om in de buidel te tasten. We zijn bereid om in de schappen te kijken, luchtverdediging te doneren, tanks te doneren. Ik ben drie weken geleden in Oekraïne geweest. Zelensky zegt óók: ik heb mijn mensen nodig.”

Het is een onderwerp dat Tuinman en Keijzer proberen te agenderen: moeten dienstplichtige Oekraïners in de leeftijd van 25-45 nog wel opgevangen worden in Nederland? Zodra ze daarover beginnen, zeggen de twee BBB’ers, reageren andere Kamerleden daar verontwaardigd op.

Maar zeggen dat het goed is voor Oekraïne is iets anders dan wat Mona Keijzer ook in het debat zei, dat het Nederlanders niet meer uit te leggen is.

Keijzer: „Dat ís ook zo. Inmiddels komen er 540 Oekraïners per week bij. En je mag het niet zeggen, want officieel is er geen aanzuigende werking, wordt dan gezegd. Maar familieleden en vrienden die hier wonen, kunnen vertellen dat het hier allemaal heel goed geregeld is. Je krijgt een gratis huis, gratis zorg, je kinderen mogen, terecht, naar school. Het is allemaal perfect geregeld.”

Mona Keijzer was eerder, in de periode 2015-2017, ook woordvoerder asiel in de Tweede Kamer, toen nog voor het CDA. „Wat me opvalt, en wat ik echt ongelooflijk vind, is dat er zelden nagedacht wordt over de braindrain die je de landen aandoet. De sterksten, de slimsten, die komen hiernaartoe.”

Op basis waarvan weet u dat daar een braindrain plaatsvindt?

„Het is toch logisch? Vluchtelingen, Oekraïners, het zijn allemaal gewoon mensen. Het zijn net Nederlanders. Dus komen er mensen met hoge opleidingen, mensen met technische opleidingen, mensen die vakken willen gaan vullen en bouwvakkers. Die zitten hier in woningen die we niet hebben. Die kosten vermogens. Ik voer nu de discussie over de eigen bijdrage die ze moeten betalen.”

Het kabinet besloot vorige maand om gas, water en licht in rekening te brengen bij Oekraïners die werk hebben, maar niet de huur. Keijzer, fel: „Ik ben nog lang niet klaar met Eric van der Burg. Ben je nou helemaal? Heeft hij ze wel allemaal op een rijtje?”

Welke delen van Oekraïne zijn volgens u veilig genoeg om mensen terug te sturen, en waar meet u dat aan af?

„Dat is de discussie die we moeten gaan voeren.”

U pleit ervoor, heeft u er een plan bij?

„Nee, want ik ben niet deskundig om dat voor ieder deel van Oekraïne af te kunnen wegen. Ik stel de vraag: blijven we dit op deze manier doen? Is iets pas veilig als het net zo is als in Amsterdam? Dat is een van de discussies die we moeten gaan voeren: wat is een veilig land, en wanneer is het veilig genoeg?”

Welke redenen zijn er om aan te nemen dat delen van Oekraïne veilig zijn?

Keijzer: „Er gaan constant parlementariërs naartoe en er gaan Oekraïners terug. Bussen vol, hè?”

Tuinman: „We willen mensen niet verplicht terugsturen. Dat is voor mij duizend stappen te ver. Waar het wel om gaat, is hoe we mensen kunnen ontmoedigen en aanmoedigen om zelf terug te gaan. Want iedereen is erbij gebaat: Oekraïne, Nederland en Europa. Dat we genoeg mensen daar hebben, hoe hard en cru dat ook klinkt, om de Russen tegen te houden. Er wonen nog steeds 32 miljoen mensen. Als het echt overal onveilig was… Wie zijn nou de helden, hè? De grootste helden zijn de mensen die vechten aan het front. Maar ook de mensen die er blijven.”

Zijn de mensen die gevlucht zijn geen helden?

Tuinman: „Nou dat weet ik niet. Dat kan ik niet zeggen. Ik zou misschien ook weggegaan zijn. Om daarna terug te komen en voor mijn land te vechten.”

Keijzer: „Als we deze discussie niet voeren, blijven we hier mensen moeten opvangen. En worden er op plekken waar nooit gebouwd mocht worden, flexwoningen gebouwd voor Oekraïners. Terwijl de jeugd op zolderkamers zit.”

Toen BBB na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 één zetel bemachtigde, was het moeilijk de jonge partij ideologisch te plaatsen.

Lees ook
Waar staat BBB op het politieke spectrum? Drie politicologen aan het woord

BBB won niet alleen op het platteland stemmen, constateren politicologen.

Na de grote winst bij de Provinciale Statenverkiezingen van vorig jaar, toen BBB de grootste partij werd, noemde politicoloog Léonie de Jonge (Rijksuniversiteit Groningen) de partij „populistisch met een vleugje radicaal-rechts”. Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam) stelde vast dat BBB in stemgedrag het dichtst op radicaal-rechts zat, vooral als het om migratie ging. Sindsdien is BBB zich alleen maar meer gaan profileren op migratie en op dat gebied eerder meer naar rechts dan naar links opgeschoven.

Heeft de PVV het in het migratiedebat misschien altijd wel goed gezien?

Keijzer: „Iedereen die mij meegemaakt heeft bij het CDA rond 2015, 2016 en 2017 weet dat ik dit toen ook al zei: jongens, dit houdt geen stand. Dat leidde bij het CDA niet tot applaus, nee.”

Wat moet er volgens u gebeuren?

„We moeten naar een tijdelijke asielstop. Zoals het nu gaat kán het gewoon niet. Weet je, sommige dingen doet Eric van den Burg zichzelf aan. Maar heel veel dingen vloeien voort uit internationale en Nederlandse wetgeving. Ook daar kan hij trouwens een aantal dingen in doen die hij niet doet. Er ligt al een hele tijd een motie van Ruben Brekelmans [VVD-Kamerlid] om iets te doen aan de gezinshereniging van alleenreizende minderjarige vluchtelingen. Ook zoiets waarom ze vooral hiernaartoe komen, want ze mogen hun broers en zussen tot en met 23 jaar, met ook daar weer de gezinnen van naar Nederland halen. Ook daar zullen we iets aan moeten doen.”

Na het gesprek zegt Keijzer dat het hier niet alleen gaat om de zogeheten nareis-op-nareis-groep. Volgens cijfers van de IND waren dat tien ingewilligde verzoeken vorig jaar, en 350 sinds 2019. De totale groep alleenstaande minderjarige asielzoekers bestond vorig jaar uit 5.805 mensen, volgens het CBS, 1.600 meer dan het jaar ervoor.

Hoe zou zo’n asielstop eruit moeten zien?

„Een asielstop is een heel kort woord. Twee korte woorden die je aan elkaar plakt. In Nederland geldt de opvangrichtlijn. Die verplicht gewoon om iedereen op te vangen die de grens overkomt en z’n hand opsteekt om asiel aan te vragen.”

Keijzer wil dat het kabinet onderzoekt of en hoe alleenreizende mannen niet meer automatisch opgevangen hoeven te worden op kosten van de staat. „Is dat heel erg? Nee, dat denk ik niet. Want als de Adviesraad Migratie en het WODC gelijk hebben, dan komen ze naar Nederland toe omdat ze hier familie en vrienden hebben. Dus waarom kunnen ze dan niet tijdens de duur van hun procedure bij familie en vrienden terecht? Onze eigen jeugd woont ook bij familie en vrienden. En trouwens, want voordat je het weet, lijkt het net alsof het ingebed is in discriminatie – als jij in Amsterdam-West gaat kijken, de Marokkaanse jongens en meiden wonen ook met vier, vijf, zes broers in appartementen op drie, vier hoog.”

Is de leefsituatie van een Nederlands-Marokkaans gezin te vergelijken met die van een alleenstaande asielzoeker die opvang nodig heeft?

„We doen net alsof een asielzoeker van 26 die naar Nederland komt opgevangen moet worden door het COA, op een plek die ook nog aan deze en deze en deze eisen voldoet. Terwijl als jij in een Marokkaans gezin woont in Amsterdam, vijf hoog… dan zit je óók met twee broers op een kamer.”

Mag dit volgens het internationaal recht?

„Ik ben jurist van huis uit, dus ik weet: juristerij is geen wiskunde. Het zijn open normen, waarin je moet kijken hoever je kunt gaan. Je zult hier wel een aantal stappen voor moeten zetten. De opvangrichtlijn komt bij de Europese Commissie vandaan. Daar zal je deze discussie ook moeten gaan voeren. België doet het trouwens al, niet legaal, die hebben hooglopende ruzie met hun hoogste bestuursrechter. Maar je zult deze discussie moeten gaan voeren. Want we houden dit niet vol. Dat zeg ik niet alleen, zelfs Eric van der Burg, mind you, zegt dit inmiddels. En dat gesprek moet verder dan alleen maar: het zijn oorlogsvluchtelingen, dus móéten we ze opvangen. Het is zo makkelijk om alleen dat te zeggen. Dat voelt goed, en ik vind het zelf ook want het is een kwestie van beschaving. Maar de situatie is vastgelopen.”


Van de toeslagen is de politiek en de burger nog lang niet af

Toon politiek lef en schaf het toeslagensysteem nu eindelijk eens af. De boodschap die Thierry Aartsen (VVD) vandaag als lid van de enquêtecommissie Fraudebeleid en dienstverlening zijn collega-Kamerleden voorhoudt, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Het systeem waarbij mensen via voorschotten geld krijgen als bijdrage in de kosten voor zorg, huur of kinderopvang en later moeten bijbetalen of geld erbij krijgen, is de basis geweest voor wat is uitgemond in de Toeslagenaffaire. Na vijftien rapporten zijn alle problemen bekend. En toch is er nog nauwelijks iets veranderd, met alle gevolgen van dien, aldus Aartsen. „Als een bank een toeslag als financieel product zou willen verkopen, zou het als zeer risicovol worden bestempeld”.

Deze week sprak de parlementaire enquêtecommissie met de Tweede Kamer over het eind februari verschenen rapport Blind voor mens en recht. Dat rapport is een weerslag van twee jaar onderzoek naar de vraag hoe de aanpak naar mogelijke fraude bij toeslagen en uitkeringen kon leiden tot een zo extreem streng opsporings- en boetebeleid dat mensen in grote financiële en sociale problemen kwamen. En, ten minste even belangrijk, dat deze mensen vele jaren lang nergens gehoor vonden, niet bij de politiek, niet bij de uitvoerende instanties, niet bij de rechterlijke macht.

Lees ook
Tweede Kamer wil frauderapport serieus nemen, maar moet ze daar álle aanbevelingen voor overnemen?

Gedupeerden van de Toeslagenaffaire bezoeken het debat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie over fraudebeleid.

Niet uw buurvrouw

Dat er voor de slachtoffers in de Toeslagenaffaire inmiddels een hersteloperatie in gang is gezet, wil volgens de commissie niet zeggen dat de risico’s op herhaling zijn uitgesloten. „Het kan zo weer gebeuren”, herhaalde voorzitter van de enquêtecommissie Michiel van Nispen (SP) woensdag. En dan kan het lang duren voordat de signalen worden opgemerkt. Van Nispen tegen de Kamer: „Het is meestal niet uw buurvrouw”.

De commissie doet negentien aanbevelingen waar de Tweede Kamer het (nieuwe) kabinet mee op pad kan sturen en waar het parlement ook zelf mee aan de slag moet. Zo zouden wetten vooraf én achteraf getoetst moeten worden, moet de overheid wettelijk aanspreekbaar zijn op discriminerend handelen, moet er meer geld naar de Autoriteit Persoonsgegevens en naar de sociale advocatuur en moet de rechtsprekende afdeling van de Raad van State worden ondergebracht bij de rechterlijke macht.

In de eerste helft van het debat, op dinsdagavond, leek het erop dat alleen de linkse partijen zich volledig achter die aanbevelingen richting het kabinet konden schaarden. Maar nadat verschillende keren door de commissie werd benadrukt dat de uitwerking aan kabinet en parlement is, steunden alle partijen een motie van GroenLinks-PvdA. Met uitzondering van het niet-aanwezige FVD en de PVV, de grootste partij in de Tweede Kamer – tot teleurstelling van Nicolien van Vroonhoven van formatiepartner NSC. „Ontzettend jammer”, noemde ze dit richting de PVV. „Omdat u als grootste partij ook een verantwoordelijkheid heeft om die wetgeving en die cultuur aan te pakken.” De PVV heeft duidelijk gemaakt nog steeds voorstander te zijn van een streng fraudebeleid.

Lees ook
Na de Toeslagenaffaire moet de houding van de overheid anders, maar echte hervormingen lijken nog ver weg

Na de Toeslagenaffaire moet de houding van de overheid  anders, maar echte hervormingen lijken nog ver weg

Geen gemakkelijke oplossingen

Dat het toeslagensysteem ingrijpend moet worden veranderd of afgeschaft, is voor alle Kamerleden duidelijk. Maar wat daar voor in de plaats moet komen, is nog niet helder. Dat het ingewikkeld is, mag geen belemmering zijn, stelt Aartsen namens de commissie. „De afdeling ‘gemakkelijke oplossingen’ is gesloten.”

Eén van de grote zwakheden in het systeem is dat juist mensen met lage inkomens, vaak met flexibele banen, gebruik moeten maken van toeslagen voor huur, zorg of kinderopvang. Dan gaat het al snel om grote bedragen die als voorschot zijn uitgekeerd en later eventueel moeten worden terugbetaald, bijvoorbeeld omdat mensen meer hebben gewerkt dan ze bij de aanvraag konden inschatten.

Door het jarenlange strenge fraudebeleid, waarbij mensen ook bij het maken van een kleine fout zoals een verkeerde geboortedatum het hele voorschot moesten terugbetalen – de ‘alles-of-niets regeling’ – groeit de groep mensen die géén gebruik durft te maken van toeslagen. Of ze durven pas laat in het jaar een toeslag aan te vragen omdat ze dan beter weten wat ze in dat jaar aan inkomen binnen krijgen. Met de sterke toename van het aantal flex-banen, waarbij mensen geen grip hebben op de hoeveelheid arbeidsuren of het tarief dat ze krijgen, neemt die onzekerheid steeds verder toe.

Ook de commissie erkent dat het misschien wel tien jaar zal duren voordat het toeslagensysteem kan worden vervangen. In de tussentijd moeten er wel maatregelen worden genomen. Een wetsvoorstel om de kinderopvang vrijwel gratis te maken, waarmee de toeslagen hiervoor zouden kunnen verdwijnen, blijkt nog veel haken en ogen te hebben. Maar een eerste verbetering, zegt Aartsen, zou kunnen zijn om de bijdrage voor de kinderopvang rechtstreeks naar de instellingen over te maken. Omdat juist bij die toeslag zo ontzettend veel geld is gemoeid, gaat het ook bij verrekeningen direct om grote bedragen. „Als we niets doen, zal het wantrouwen in het systeem alleen maar verder toenemen.”


De politieke oplossingen liggen niet langer in het midden

Het zijn korte dagen, in het zogeheten ‘formatiegebied’ van de Tweede Kamer. In de loop van de ochtend, meestal tussen 9 en 10, druppelen de onderhandelaars van PVV, VVD, NSC en BBB binnen. Na een paar uur nemen ze een lunchpauze. In de loop van de middag vertrekken ze weer. De komende twee weken komen ze niet bij elkaar. Ze wachten op doorrekeningen van verschillende financiële scenario’s door het Centraal Planbureau (CPB).

Haast is niet het eerste woord dat te binnen schiet in de formatie van een rechts/radicaal-rechts kabinet, die al meer dan vijf maanden duurt. De onderhandelaars lijken te dartelen om de moeilijke thema’s: migratie en financiële degelijkheid.

Er is een reden waarom de VVD, en in mindere mate NSC, nu geen alternatieven zien naast dit project met Geert Wilders, die tot voor kort nog politiek melaats was. Het politieke midden is de minst aantrekkelijke plek om nu te zijn. Deels is dat een getalsmatig proces. Vrijwel alle coalities worden in Nederland in het midden gesmeed. Daar is de compromisbereidheid en bestuurlijke ervaring meestal het grootst, en zijn de politieke verschillen meestal het kleinst. Maar iedere verkiezing verliest het midden terrein, en wordt het moeilijker om centrum-linkse of centrum-rechtse coalities te maken.

Het midden is niet weg, het kán natuurlijk nog wel. VVD en NSC zouden met, bijvoorbeeld, GroenLinks-PvdA en D66 een meerderheidscoalitie kunnen maken. Frans Timmermans, de leider van GroenLinks-PvdA, bood zich vorige week al min of meer aan als alternatieve optie, mocht de VVD er genoeg van hebben. Maar de VVD zal voorlopig niet happen. De partij staat bloot aan middelpuntvliedende krachten. En de liberalen zijn niet de enigen. Er is een anti-middenklimaat ontstaan, met grote consequenties.

Twee recente onderzoeken illustreren dit fenomeen goed. Het eerste onderzoek is van Ipsos I&O. Dit bureau publiceerde vorige week een peiling over de coalitievoorkeuren van kiezers. Opvallend: de meeste VVD- en NSC-kiezers willen dat hun partij over (radicaal-)rechts gaat regeren. Van de VVD-kiezers staat 57 procent positief tegenover een coalitie van de vier formerende partijen, en 18 procent is tegen. Bij NSC is dat 53 procent, en 17 procent is tegen.

En regeren met middenpartijen? Kiezers van de VVD zien dat nauwelijks zitten. Nog maar 15 procent van de VVD-kiezers en 30 procent van de NSC-kiezers gelooft in een middenkabinet van die twee partijen met GroenLinks-PvdA en D66. Het moet, kortom, over rechts.

„Je ziet in deze peiling het verlies van het politieke midden terug”, zegt onderzoeker Asher van der Schelde. „Met name VVD’ers zeggen: we hebben het vaak over het midden geprobeerd, en zijn in coalities gestapt waar wij altijd de meest rechtse partij waren. Maar dat heeft alleen maar de PVV groot gemaakt.”

Verder, zegt Van der Schelde, wantrouwen VVD-kiezers Frans Timmermans „vrij breed”. Ze zien GroenLinks-PvdA niet langer als middenpartij, maar als linkse partij. Dat toenemende wantrouwen blijkt bij veel kiezers te leven. Veel minder kiezers dan in november zien regeren met GroenLinks-PvdA zitten, zegt Van der Schelde. De PVV wordt juist steeds meer acceptabel: ruim eenvijfde van de kiezers die geen PVV stemmen, wil dat hun partij gaat regeren met Wilders. Nog altijd wil een groter deel (28 procent) dat niet, maar dat percentage slinkt hard.

GroenLinks-PvdA maakt juist een omgekeerde beweging in het onderzoek van Ipsos I&O: kiezers zijn veel negatiever over de partij als coalitiepartner gaan denken. Een mogelijke oorzaak, zegt Van der Schelde: het „Timmermans-bashen” van de laatste tijd. Deze week nog deed Wilders aangifte tegen Timmermans, omdat die had gezegd: „Wij zullen niets nalaten om te voorkomen dat Wilders in dit land aan de macht komt.”

Er zijn ook inhoudelijke oorzaken van de trek van kiezers uit het politieke midden. Dat blijkt uit het deze week gepubliceerde Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het vertrouwen in de politiek is blijvend laag, schrijft het SCP, maar is na de val van het kabinet-Rutte IV, juli 2023, wel licht gestegen. Dat betekent, zegt onderzoeker Josje den Ridder, dat kiezers de politiek goed volgen, en op basis daarvan hun ideeën bijstellen. „Aan Ruttes kabinetten kleven de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen. Die stonden symbool voor de staat van de overheid.”

Kiezers verwachten nog altijd veel van de politiek, zegt ze. Ze willen, én verwachten, dat politici de grootste maatschappelijke problemen oplossen. De vraag is alleen: wélke problemen zijn de grootste? Vorig jaar, zegt Den Ridder, hadden kiezers het over een opeenstapeling: asiel, stikstof, klimaat, wonen. Overal waar je keek, zag je een crisis.

Nu spitst de onvrede zich vooral toe op één onderwerp: immigratie. Het is de vraag hoe dat precies komt. Zijn politici het er meer over gaan hebben en hebben ze de kiezer zo beïnvloed? Of kijken ze naar wat bij kiezers leeft, en pasten juist zij hun boodschap daarop aan? Feit is dat deze eenzijdige concentratie op één onderwerp een flankpartij, de PVV, in de kaart speelde. De PVV heeft ‘issue ownership’. Als het hierover gaat, denken kiezers automatisch aan de PVV.

Is het niet paradoxaal dat kiezers oplossingen verwachten van de politiek, en toch wegtrekken uit het politieke midden? Niet per se, zegt Josje den Ridder. „Een groot deel van het electoraat wil een andere kant op met het migratiebeleid. De PVV was lange tijd onaantrekkelijk, omdat de partij niet mee mocht doen aan formaties, en door veel kiezers werd gezien als extreem.” Nu de deur naar de PVV open is gezet, is dat sentiment veranderd. „Ook voor kiezers die niet uit protest stemmen maar oplossingen willen, wordt het makkelijker om op de PVV te stemmen. Ze staan niet langer buiten de orde, en flankpartijen kunnen niet per definitie géén compromissen bereiken.”

Het SCP vroeg eerder dit jaar, in een ander onderzoek, aan kiezers of ze willen dat Nederland de grenzen sluit voor asielzoekers, ook als dat betekent dat Nederland daarmee internationale afspraken schendt. De PVV is hier voor. Een opvallend groot percentage, een derde van de kiezers, is het hiermee eens. Dat, zegt Josje den Ridder, laat zien dat kiezers bereid zijn ver te gaan bij het nadenken over oplossingen.

De oplossingen liggen, in de ogen van velen, niet langer in het midden. Die partijen hebben het daar ook zelf naar gemaakt, zo schreef hoogleraar politicologie Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam) in zijn pas verschenen boek Waardenloze politiek. Middenpartijen hebben de onderlinge verschillen onzichtbaar gemaakt, terwijl de kiezer juist behoefte heeft aan duidelijke verschillen. Van der Meer: „Kiezers die op zoek waren naar alternatieven, trokken naar de flanken.” Doordat partijen in het politieke midden geen „dominant conflict” konden agenderen, een onderwerp dat zíj belangrijk vonden, werden zij volgens Van der Meer „verscheurd” door de thema’s van de PVV, die wel in staat was de agenda te bepalen.

Vertaald naar de formatie van nu: de crisis van het midden veroordeelt de VVD en in mindere mate NSC tot een route over rechts. Ze moeten doorpraten met de PVV en BBB, en volhouden, ook als die gesprekken nog nergens naartoe gaan. Er is nu geen andere route die acceptabel is voor de achterban.


Ollongren: Poetins grens stopt niet bij de NAVO-grens

Tweeëneenhalf miljard euro – zo veel extra geld heeft Defensie nog nodig als Nederland de NAVO-afspraak wil nakomen om ten minste 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan de krijgsmacht uit te geven.

Minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) had dat het liefste nú al geregeld. Maar het kabinet-Rutte IV is al bijna een jaar demissionair en Defensie zal daarom genoegen moeten nemen met 500 miljoen euro extra. Mooi meegenomen, zegt Ollongren, maar te weinig om een goede basis voor de toekomst te leggen: „Er moet nog eens 2,5 miljard bij!”

De oorlog in Oekraïne vergt haar volle aandacht. Het is pas halverwege de middag en Ollongren is alweer terug op Schiphol-Oost, nadat ze even op en neer is gevlogen naar Luxemburg voor een vergadering met Europese ministers. Terwijl Oekraïense steden dagelijks onder vuur liggen, komen Europese landen maar niet over de brug met extra luchtafweer voor Kyiv – deze vrijdag staat het onderwerp voor de vierde keer in twee weken op de agenda. En dat terwijl de nood in Oekraïne hoog is, zegt Ollongren: „De Oekraïners zijn niet in staat hun steden te beschermen.”

Al weken smeekt de regering-Zelen-sky om extra Patriots, het Amerikaanse luchtafweersysteem dat zeer effectief is gebleken in het neerschieten van Russische raketten. Maar Europese landen kunnen het kostbare wapensysteem maar moeilijk missen. Alleen Duitsland (dat al eerder Patriots doneerde) heeft nu een extra batterij toegezegd. Nederland (dat eerder lanceerinrichtingen en raketten leverde) beloofde 150 miljoen in de kosten bij te dragen, maar andere ‘Patriot-landen’, zoals Spanje en Griekenland, houden de kaarten nog tegen de borst.

Nederland heeft vier batterijen. Waarom geeft u er niet eentje aan Oekraïne?

„Dat is lastig. We spreken over een schaarse capaciteit, ook voor Nederland. We kunnen zeker nog iets doen, maar dat zal in samenwerking met andere landen moeten gebeuren.”

Er zijn zeven Patriot-systemen extra nodig, zegt Zelensky. Gaat dat lukken?

„Het gaat zeker lukken om er een impuls aan te geven.”

De Amerikaanse steun aan Oekraïne lag maanden stil. Afgelopen week gaf het Amerikaanse Congres eindelijk toestemming voor een steunpakket van 60 miljard dollar. Is Oekraïne nu gered?

„Europa is altijd doorgegaan, wij hebben er zelfs een tandje bijgezet. Maar 60 miljard is zó veel geld dat de VS opnieuw het verschil maken. Dus ik begrijp de Oekraïense blijdschap heel goed. We hoorden dat er gejuich klonk aan het front.”

Hoe dicht stond Oekraïne aan de rand van de totale ineenstorting?

„De Oekraïners zeggen dat dat niet aan de orde was en dat geloof ik ook. Maar de verhoudingen zijn scheef. Aan het front is het moeilijk, vanwege gebrek aan munitie. De Russen zijn erin geslaagd de Oekraïense luchtverdediging te verzadigen met raketten en drones. En als Oekraïne elke dag roept om méér luchtafweer is dat natuurlijk ook een uitnodiging aan de Russen om vooral door te gaan met hun aanvallen.”

Het is een reëel perspectief dat het Oekraïne uiteindelijk niet lukt om Rusland te verslaan

In december sprak de NAVO nog over een ‘patstelling’ in Oekraïne, maar sinds januari is de toon ineens veel alarmistischer geworden. Hoge generaals spreken nu zelfs over een mogelijke aanval op NAVO-grondgebied. Wat is er gebeurd?

„We zagen dat Rusland, veel sneller dan de meeste deskundigen hadden verwacht, erin slaagde zich te herstellen van de enorme verliezen die ze hebben geleden. De Russen zijn overgeschakeld op een oorlogseconomie, zijn veel meer wapens gaan produceren en konden hun voorraden veel sneller aanvullen dan we hadden voorzien. Dat heeft druk op de zaak gezet: het is een reëel perspectief dat het Oekraïne uiteindelijk niet lukt om Rusland te verslaan. En wat dan?”

Dan valt Rusland de NAVO aan?

„We hebben altijd gezegd: Oekraïne zal niet het laatste, maar het éérste land zijn dat wordt aangevallen. Na Oekraïne heeft Rusland nog een paar opties: Georgië, Moldavië. Daarna is het allemaal NAVO-grondgebied. Medvedev [voormalig premier, tegenwoordig vicevoorzitter van de Russische veiligheidsraad, red.] spreekt daar in beeldende termen over.”

Medvedev schijnt nogal veel te drinken.

„Poetin straalt revanchisme uit. Of het nu het herstel van het Groot-Russische Rijk of de Sovjet-Unie is: Poetins grens gaat over de NAVO-oostgrens heen.”

U zegt: Poetin wil ook NAVO-gebied inlijven?

„Als je naar hem luistert, dan heeft hij die ambitie. Poetin heeft niet gezegd: ik ga de NAVO aanvallen. Maar hij vindt wel dat Rusland op allerlei manieren onrecht is aangedaan. Daarom voelen die Baltische staten zich zo bedreigd, daarom heeft Finland besloten toe te treden tot de NAVO. Daar gaat inderdaad een serieuze dreiging van uit.”

Met zo’n man valt dus niet te onderhandelen over vrede.

„Dat weet ik niet, dat moet blijken. Het is wél belangrijk dat Oekraïne een veel betere uitgangspositie krijgt dan het nu heeft. Het is aan Oekraïne om het moment te bepalen voor onderhandelingen, maar ik kan me goed voorstellen dat ze dat nu, met het mes op de keel, niet kunnen doen.”

Met een regime dat denkt dat de Baltische staten bij Rusland horen kun je toch geen afspraken maken?

„Daarom moeten we de NAVO versterken. Onze afschrikking moet op orde zijn, zodat het voor Poetin te riskant is zo’n aanval te overwegen.”

U heeft geen vrolijke boodschap.

„Nee, maar we leven wat dat betreft ook niet in vrolijke tijden.”

Hoeveel tijd hebben we nog om ons voor te bereiden op de Russische aanval?

„Voorlopig heeft Rusland nog de handen vol aan Oekraïne. Maar stel dat Rusland zou winnen – hoe je dat ook definieert – vanaf dat moment is er een directe dreiging.”

U stuurde een dienstplichtbrief aan zeventienjarigen waarin u waarschuwde voor oorlog.

„Als we in Nederland over oorlog praten, zeker met 4 en 5 mei in aantocht, praten we over het verleden, over de Tweede Wereldoorlog. Maar er is nu óók oorlog in Europa en het is niet zo dat wij zelf nooit meer in oorlog kunnen raken – dat kan wel degelijk. In de dienstplichtbrief aan zeventienjarigen hebben we daarop gewezen: de dienstplicht is opgeschort en die gaan we nu niet activeren, maar je kunt ook iets anders doen. We hebben het vrijwillige dienjaar. Als je gaat studeren, kun je naar het Defensity College. Niet iedereen hoeft dat te doen. Maar we hebben wel graag méér mensen bij Defensie dan nu.”

Dat dienjaar is een druppel op de gloeiende plaat. In Oekraïne zijn al minstens 20.000 militairen gesneuveld. Andere landen denken hardop na over algemene dienstplicht.

„Een conflict zoals in Oekraïne, met loopgraven, met verschrikkelijke verliezen, dat is de oorlog waarin wij niet willen belanden. Daarom investeren wij bijvoorbeeld in luchtoverwicht, indeep strike met wapens die je over grote afstanden kunt inzetten.”

Foto Olivier Middendorp

Met het nieuwe Amerikaanse steunpakket krijgt Oekraïne ook de beschikking over ATACMS-raketten met een bereik van 300 kilometer. Maar Kyiv mag daarmee van de VS geen doelen in Rusland aanvallen. Hoe staat Nederland hierin?

„Wij hebben een simpele afspraak. Als Nederland wapens levert aan Oekraïne, vragen we dat ze die gebruiken ter zelfverdediging volgens artikel 51 van het VN-Handvest en dat ze zich houden aan het humanitair oorlogsrecht. Volgens het VN-handvest mag je degenen tegen wie je je verdedigt ook aanvallen, bijvoorbeeld in Rusland.”

Dus een militaire basis in Koersk of Brjansk in het Russische achterland mag wat u betreft worden gebombardeerd?

„Als dat nodig is. Dat is hun afweging.”

En de Krimbrug?

„Ze mogen zich verdedigen, en daarbij kunnen ze militair relevante doelen aanvallen.”

Ook met de F-16’s die Nederland vanaf eind september beschikbaar stelt?

„Er is geen verschil tussen de F-16 en andere wapensystemen. We hebben de F-16’s nog niet geleverd, dus dat moeten we nog formeel vastleggen.”

Oekraïne wil graag lid worden van de NAVO en vraagt steeds om extra toezeggingen.

„Ik zeg altijd tegen Oekraïne: wat wil je nou nog meer dan wat we al gezegd hebben: jullie worden lid van van de NAVO.”

Ze willen nú toetreden.

„Ook Oekraïne snapt dat dat nu niet kan. Maar verder zijn alle vormen van samenwerking er al. Er is een NAVO-Oekraïne Raad, die Zelensky gewoon bijeen kan roepen, zoals afgelopen vrijdag nog is gebeurd. De toekomst van Oekraïne ligt in de NAVO. Maar eerst moeten we ervoor zorgen dat ze die oorlog winnen.”

De NAVO kan zich niet veroorloven dat Oekraïne verliest.

„Dat is waar. We voorzien ze al ruim twee jaar van bijna alles wat we hebben.”

In de Voorjaarsnota kondigt u aan dat er extra geïnvesteerd wordt in munitie en luchtverdediging. Maar de Koninklijke Landmacht schreeuwt om tanks.

„Er is een Nederlands-Duits tankbataljon.”

Om precies te zijn: de landmacht heeft achttien leen-Leopards met grote Bundeswehr-kruizen erop.

„Je moet keuzes maken. We hebben nu gezegd: we doen eerst de luchtverdediging. Als we verder investeren, dan komen er andere NAVO-behoeften in beeld, zoals tanks. Maar we moeten óók geld hebben voor innovatie, voor onbemande systemen, voor drones. We moeten investeren in reserves, zodat je een conflict ook langer vol kunt houden.

„Er zijn grenzen aan wat een demissionair kabinet financieel kan doen. Een half miljard erbij voor munitie is nog wel uit te leggen. Maar fundamentele keuzes voor het defensiebudget van de toekomst, of het nou 2, 2,5 of 3 procent van het bbp wordt, die moeten worden gemaakt door een nieuwe coalitie.”

Wilders-I moet kiezen voor minstens2 procent defensie-uitgaven zegt u eigenlijk.

„Een kabinet onder leiding van Wilders gaat er niet komen, weten we inmiddels.”

Hoe kijkt u naar de formatie?

„Door de oorlog, door de veiligheidssituatie waar we in zitten, hou ik me er minder mee bezig dan ik anders zou doen. Ik ga gewoon door met mijn werk – totdat iemand het van mij overneemt.”