Wat kan minister Hermans nog doen om de klimaatdoelen te halen? ‘Alleen de pijn compenseren leidt niet tot minder CO2-uitstoot’

Alle opties liggen al klaar, doorgerekend en wel. Het ministerie van Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) heeft stapels aan rapporten, adviezen en middelen beschikbaar om de verduurzaming van Nederland mee te versnellen. Maar de VVD-minister, die aanstaande woensdag in een Tweede Kamer-debat haar begroting verdedigt, bevindt zich in een spagaat tussen de noodzaak van méér klimaatbeleid en de huidige politieke constellatie. In de coalitie met BBB, PVV en NSC is namelijk weinig animo voor aanvullende klimaatmaatregelen.

En toch moet Hermans die de komende maanden zoeken. Twee weken geleden maande het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de minister tot haast. De jaarlijkse PBL-doorrekening maakte duidelijk dat Nederland achterloopt op de klimaatdoelen voor 2030, dat het tempo van verduurzamen vertraagt en dat extra maatregelen moeten worden getroffen. „Inconsistent” klimaatbeleid draagt bovendien niet bij aan groene investeringen van burgers en bedrijven, schreef de Raad van State op basis van die berekening.

Je kan het niet mooier maken

Frans Rooijers
klimaatexpert

Feit is dat het kabinet de opdracht voor zichzelf ingewikkelder heeft gemaakt door bepaalde klimaatmaatregelen af te schaffen (zoals rekeningrijden, warmtepompverplichting) en andere maatregelen voor te stellen (harder rijden op snelwegen, mestuitzonderingen in Brussel, lagere belasting op gas) die juist bijdragen aan de CO2-uitstoot.

Zulke terugtrekkende bewegingen creëren niet alleen onzekerheid over de koers van het klimaatbeleid, maar versterken ook „het sentiment” dat het wel meevalt met de noodzaak, zegt Frans Rooijers, klimaatexpert en tot voor kort directeur van onderzoeksbureau CE Delft.

Ook staan „de mogelijkheden die Hermans heeft, haaks op wat dit kabinet wil. Afgelopen jaren bleek dat je moet ‘normeren en beprijzen’ om stappen te kunnen zetten. Je kan het niet mooier maken”.

Lees ook

‘Alles wat we doen, zullen mensen voelen. Het laaghangend fruit is wel geplukt’

Sophie Hermans: „Deze drie maanden waren wel heel wispelturig.”

Megaton

Toen in 2023 Rutte IV door ambtenaren van diverse ministeries liet onderzoeken welke van dat soort regels en belastingen konden bijdragen aan het halen van de klimaatdoelen, opperden die bijvoorbeeld: minder hard rijden op snelwegen of gas duurder maken dan elektriciteit. Precies het tegenovergestelde van de denkrichting van dit kabinet. Zulke maatregelen zouden voor een afname van enkele megatonnen CO2-uitstoot kunnen zorgen. En Hermans moet – los van het optimaal uitvoeren van de bestaande plannen – op zoek naar maatregelen die zorgen dat de jaarlijkse CO2-uitstoot 16 tot 24 megaton omlaaggaat, zodat Nederland het klimaatdoel voor 2030 kan halen.

De vraag is nu: wat is nog mogelijk met dit kabinet? De minister is grotendeels afhankelijk van haar collega’s op Infrastructuur en Waterstaat (PVV), Landbouw (BBB) en Volkshuisvesting (BBB).

Haar eigen portefeuille (met onder meer industrie en de elektriciteitssector) heeft Hermans meer zelf in de hand. Zo kijkt ze naar het verduurzamen van afvalbedrijven. Het kabinet wil met hen een-op-een afspraken maken, zodat de bedrijven CO2 kunnen afvangen en opslaan. Bedrijven krijgen de financiering voor die opslag zelf niet rond en hebben gerichte subsidies nodig, zodat ze de oplopende kosten van de CO2-uitstoot niet doorberekenen aan consumenten, zo schreef adviesbureau PwC in september.

Om de verduurzaming van de industrie – een van de sectoren die de CO2-uitstoot sterk moet verminderen – goed te laten verlopen, is een oplossing voor het vastgelopen stroomnet nodig. Bovendien is de industrie ontevreden over de hoge elektriciteitsprijzen in vergelijking met het buitenland. Bedrijven in de sector wijzen erop dat stevige(re), aanvullende regels vooral in Europa geregeld moeten worden, zodat hun concurrentiepositie niet verslechtert.

De vraag is wel in hoeverre dat tijdig bijdraagt aan de Nederlandse doelen. Hermans heeft telkens benadrukt voor de industrie de „randvoorwaarden” op orde te willen krijgen, door onder meer te onderzoeken hoe de hoge nettarieven verlaagd kunnen worden. „Dat is nodig”, zegt klimaatexpert Rooijers, „maar dat compenseert alleen de pijn. Het leidt nog niet tot verduurzaming en minder CO2-uitstoot”.

Verbrandingsmotoren

Waar is dan nog ruimte? Een van de relatief pijnloze opties is energiebesparing. Wat niet aan fossiele brandstoffen wordt gebruikt, wordt ook niet uitgestoten . Daarnaast loopt Nederland achter bij de Europese energiebesparingsdoelstellingen voor 2030. Weliswaar zorgde de energiecrisis van 2022 kortstondig voor veel minder gasverbruik, maar inmiddels neemt het verbruik weer toe.

De gasprijzen gingen weer naar beneden en ook heeft het kabinet de energiebelasting op gas verlaagd. Zo worden in de glastuinbouw door de huidige gasprijzen en wanneer duurzame elektriciteit schaars wordt, de warmte-installaties met verbrandingsmotoren weer aangezet. Daardoor neemt de CO2-uitstoot in die sector minder snel af dan verwacht.

Hermans moet – los van het optimaal uitvoeren van de bestaande plannen – op zoek naar een mindering van 16 tot 24 megaton CO2

Mocht het kabinet energie willen besparen, dan zal het zowel zuinigheid met fossiele brandstoffen als elektrificeren aantrekkelijk moeten maken.

Maar dit kabinet laat juist weer twijfel bestaan over de uitstootvrije zones in gemeenten (geen benzinebestelbusjes), bouwt een aantal fiscale voordelen voor elektrisch rijden af en schrapt de regel dat een cv-ketel moet worden vervangen door een warmtepomp.

Wel liggen hier nog kansen. Het kabinet kan het stimuleren van elektrische zakelijke leaseauto’s bevorderen, energiebesparing bij kantoorpanden beter handhaven en de terugverdientijd voor verduurzamingsmaatregelen (zoals isolatie) verminderen. Al die zaken besparen energie.

Lees ook

Mogen busjes met een verbrandingsmotor de binnenstad nog in? Nee, zeggen gemeenten. Ja, zegt de Kamer

Bestelbusje in Lelystad. Mag het straks de stad nog in?  Foto Ruchama van der Tas

BBB

Toch moet Hermans, ook als ze alle voornoemde opties invoert, intensief onderhandelen met haar collega’s. Zo blijft de landbouw achter in de verduurzaming en dat maakt het halen van de klimaatdoelen ingewikkeld gezien de grote methaanuitstoot van die sector. Maatregelen, zoals een hoger waterpeil in veengronden (zodat bij verdroging geen methaan vrijkomt) of een kleinere veestapel gelden als vrijwel onbespreekbaar voor de BBB.

„Als Hermans serieus de doelen wil halen, moet ze zich hardmaken voor maatregelen die in dit kabinet moeilijk liggen”, zegt Rooijers. „Ze moet duidelijk maken: we gaan door met de aanpak van de klimaattransitie. Als ze meegaat in het huidige sentiment en de strijd niet aangaat, gaat ze het niet halen.”


Afgetreden staatssecretaris Idsinga maakt alsnog zijn beleggingen openbaar

Twee dagen na zijn onverwachte aftreden als staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst (NSC) heeft Folkert Idsinga zondag alsnog zijn financiële belangen openbaar gemaakt. Niet omdat een Kamermeerderheid of PVV-leider Geert Wilders erop aandrongen, maar omdat Idsinga iedere twijfel over zijn persoon wil wegnemen.

Het gaat om aandelen in 65 beursgenoteerde bedrijven, die als pakket door een vermogensbeheerder worden beheerd: van American Express en Chevron, tot Microsoft en Pepsico. Zijn belang in de enige twee Nederlandse bedrijven die ertussen zitten, ASML en ING, is minder dan 25.000 euro, zegt Idsinga.

Verder: een vakantiehuis in Zeeland en leningen aan en obligaties in mkb-bedrijven via externe beheerders. Ook heeft Idsinga bijvoorbeeld minderheidsbelangen in winkels- en woningen via een vastgoedinvesteerder, en in bedrijven in voedselverkoopmachines en algen.

Om hoeveel geld het gaat, staat er niet bij, maar RTL Nieuws meldde eerder deze week dat het ging om een beleggingsportefeuille ter waarde van ruim 6 miljoen euro, geld dat Idsinga onder meer verdiende als fiscaal adviseur aan de Zuidas.

Moreel besluit

Met het openbaar maken van zijn beleggingen onderstreept Idsinga nog eens dat zijn aftreden een persoonlijk, moreel besluit was.

Na het bericht van RTL Nieuws wilde een Kamermeerderheid van oppositiepartijen GL-PvdA, D66 en SP én coalitiepartij PVV, dat hij uiterlijk maandag transparantie zou geven wegens mogelijke belangenverstrengeling. Dat weigerde Idsinga, omdat hij zijn belangen eerder had besproken met formateur Richard van Zwol en de landsadvocaat, én omdat hij zijn beleggingen als privékwestie beschouwt.

PVV-leider Geert Wilders deelde daarop op X een tik uit: „Lijkt me geen goed bestuur en niet dragend gemotiveerd, dus maar beter openbaar maken die miljoenenbelangen.” Een pesterijtje richting coalitiegenoot NSC, die een „dragende motivering” eiste voor Wilders’ asielnoodwet, en campagne voerde met de belofte van „goed bestuur”.

Dat bleek voor Idsinga de grens. Bij zijn aftreden schreef hij vrijdag dat hij is „geraakt door de omgangsvormen en de toon in het politieke debat”. Tijdens een persconferentie wees hij naar Wilders: „Als de grootste regeringspartij mij met het mes op de keel onnodig dwingt om zomaar alles te publiceren […], is dat voor mij een streep in het zand.”

Maar waar Idsinga wijst naar Wilders, kijken zijn coalitiegenoten eerder naar Idsinga zelf. BBB-leider Caroline van der Plas zei vrijdagavond bij de talkshow Café Kockelmann dat ze het „niet netjes” vond wat Wilders had getweet. Maar: „De kunst is juist om je dat niet persoonlijk aan te rekenen”, zei ze ook. „Ik denk dan: we hebben ook een land te besturen.”

VVD-leider Dilan Yesilgöz schreef op haar beurt op X het besluit van Idsinga te respecteren, met een kanttekening erbij: „Jammer dat het zo moet eindigen. Wat mij betreft hadden we hier gewoon als volwassenen onder elkaar in de Kamer over kunnen debatteren.”

Zelfs zijn eigen partij NSC gaat niet mee in het narratief van Idsinga – in elk geval niet naar de buitenwereld. Interim NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven schreef dat ze het „echt enorm jammer” vond dat Idsinga vertrokken is. Ook vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum betreurt zijn vertrek zeer. NSC toont medeleven, maar wrijft het Wilders – openlijk – niet aan.

En Wilders zelf? Die houdt zich vooralsnog stil over het vertrek van de eerste bewindspersoon uit het eerste PVV-kabinet.

Hoog opspelen

Geen van de vier coalitiepartijen wil het plotselinge vertrek van Idsinga hoog opspelen. In tegenstelling tot sommige oppositiepartijen: SP-leider Jimmy Dijk heeft schriftelijke vragen ingediend om ook andere bewindspersonen met beleggingen om transparantie te vragen.

Saillant is dat die vragen onder meer zijn gericht aan drie PVV’ers: minister Marjolein Faber, plus staatssecretarissen Zsolt Szabó en Vicky Maeijer. Er zit ook een andere NSC’er tussen: staatssecretaris Teun Struycken, plus minister Mona Keijzer (BBB) en staatssecretaris Vincent Karremans (VVD).

Zo verbreedt SP’er Dijk de discussie over transparantie behendig naar het gehele kabinet.

Acuut probleem

Ondertussen is Idsinga’s aftreden niet alleen politiek pijnlijk, maar zorgt het ook voor een acuut probleem. Idsinga zou maandag namelijk de belastingplannen van het kabinet voor 2025 voorleggen aan de Tweede Kamer. En zonder Idsinga lukt dat niet, schreef minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) zondag in een brief, minder dan een etmaal voordat de Kamercommissie Financiën bij elkaar zou komen.

Heinen vraagt de Kamercommissie Financiën, die over de agenda gaat, om uitstel, en „begrip en flexibliteit”. Zelf kan hij niet invallen vanwege een vergadering van de Eurogroep. Hij hoopt op een „zorgvuldige en spoedige behandeling” van de belastingplannen, maar wanneer is nog niet duidelijk. Het voorstel is dat de rest van het overleg maandag wel doorgaat; dat is met andere ministers en gaat onder meer over de koopkrachtontwikkeling, de huurtoeslag en het klimaatbeleid.

De belastingplannen moeten snel worden behandeld, want nog voor het politieke kerstreces moeten de Tweede én de Eerste Kamer hierover hebben gestemd.

Vanaf 1 januari gelden namelijk nieuwe belastingtarieven, en bedrijven en burgers moeten daarvan tijdig op de hoogte zijn. Bovendien liggen de plannen gevoelig, met name de omstreden verhoging van de btw op sport, cultuur, media en boeken van 9 naar 21 procent. D66-Kamerlid Hans Vijlbrief, oud-staatssecretaris van Financiën, heeft de afgelopen maanden gewerkt aan een tegenvoorstel om deze btw-verhoging te voorkomen, maar hij kon de coalitie niet overtuigen.

Lees ook

Staatssecretaris Idsinga treedt af om toon Wilders en laat de coalitie iets wankeler achter

Folkert Idsinga (NSC) vrijdag na zijn ontslag. Foto  Bart Maat/ANP

Op afstand

Of de discussie over Idsinga’s financiële belangen hiermee ten einde is, is afwachten. Idsinga had zijn beleggingen tijdens zijn ambtstermijn al „op afstand” gezet: hij had er zelf geen toegang toe of zeggenschap over, anderen kregen er een volmacht en stemrecht over.

Zo hoort het ook: bewindslieden die meer dan 25.000 euro aan belangen in bedrijven hebben, moeten bijvoorbeeld tijdelijk afstand nemen om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen.

De NOS berichtte vrijdag wel hoe Idsinga in 2019, vóór hij politiek actief werd, een meerderheidsbelang nam in algenbedrijf Algaerator 906 BV. Idsinga zou zichzelf toen hebben aangemerkt als ondernemer en niet als belegger, om zo belastingvoordelen te krijgen. Experts omschreven dat tegenover de NOS als ‘agressieve belastingontwijking’.

Zelf schrijft Idsinga nu dat hierover in 2019 al „afspraken” zijn gemaakt met de belastingdienst, die nadien zouden zijn gecontroleerd met „positieve uitkomst”.


Lokale bestuurders missen betrokkenheid bij asielminister Faber

Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen.

Bij het verstrijken van de eerste deadline van de spreidingswet bleek vrijdag dat slechts vijf provincies (Drenthe, Flevoland, Gelderland, Groningen en Zeeland) met voldoende opvangplekken kunnen komen.

De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige spreiding van asielzoekers over het land op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken kunnen doorstromen.

Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de provincieplannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij toen steevast ‘dwangwet’ noemde.

Meer duurzame opvangplekken

In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. Het besluit om de spreidingswet in te trekken is „helemaal niet voorgelegd” aan provincies en gemeenten, vertelde de Drentse commissaris van de koning Jetta Klijnsma vrijdag. Ze roept Faber op om in contact te treden met de medeoverheden en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).

Alle commissarissen van de koning „staan onverkort achter de spreidingswet”, schreven zij in een vrijdag gepubliceerde brief aan Faber. Zij doen opnieuw een beroep op het kabinet om af te zien van intrekking en wijzen Faber op de effectiviteit van de wet. Uit de plannen blijkt dat „de komende twee jaar meer gemeenten dan voorheen asielopvang bieden”, met een „beweging van noodopvang naar duurzame opvang”.

De afspraak om de wet in te trekken heeft de opdracht aan provincies en gemeenten niet geholpen, schrijven de commissarissen. Zo kwamen lokale bestuurders „regelmatig” in een moeilijke situatie met gemeenteraden en omwonenden van beoogde opvanglocaties. Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten ernaar handelen.

Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het COA vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot spoedoverleg over de prangende situatie in Ter Apel in de wind geslagen.

Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zij zou daar hebben medegedeeld dat ze ervoor wil zorgen dat er minder asielzoekers naar Nederland komen, zonder toe te lichten hoe ze dat wil bereiken. Ook zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.

Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder die anoniem wil blijven. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.

‘Politiek geeft geen richting’

Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden moet dus van het ministerie van Justitie en Veiligheid moet hij permanente asielplekken creëren, terwijl het ministerie van Defensie de komst van een groot azc dwarszit. Buma: „De politiek geeft geen richting.”

Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt de lokale bestuurders een fout. „En daarmee, zegt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.


Staatssecretaris Idsinga (NSC) stapt op na kritiek over niet-openbaren zakelijke belangen

Folkert Idsinga (NSC) treedt af als staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst. Dat meldt de Rijksvoorlichtingsdienst vrijdagmiddag. Hij is de eerste vertrekkende bewindspersoon van kabinet-Schoof.

Transparantie over Idsinga’s zakelijke belangen vormen de aanleiding voor zijn aftreden. De Tweede Kamer wilde in meerderheid weten waar Idsinga zijn pensioen van ruim zes miljoen euro in investeerde, maar de staatssecretaris was van mening dat dergelijke beleggingen privé moesten blijven.

Het parlement gaf Idsinga een ultimatum om zijn belangen voor maandag vrij te geven, maar dat wacht hij met een voortijdig vertrek niet af. Idsinga’s partij NSC hecht grote waarde aan transparantie en integer bestuur.

Om 16.00 uur geeft Idsinga een toelichting op zijn vertrek.

Dit bericht wordt uitgebreid.


Lokale bestuurders wanhopig over asielminister Faber: ‘Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee’

Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen. Fabers betrokkenheid op het asieldossier zou in schril contrast staan met haar voorganger Eric van der Burg (VVD), die vaak zelf aan de telefoon hing met lokale bestuurders voor het regelen van noodopvang, en desnoods zelf in de auto stapte naar gemeenten in nood.

De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige asielspreiding op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken in het land kunnen doorstromen. Vrijdag moeten alle provincies bekend hebben gemaakt hoeveel permanente plekken gemeenten beschikbaar willen stellen. Het staat zo goed als vast dat niet alle benodigde 96.000 plekken ingevuld zullen zijn. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland moeten gezamenlijk bijna 36.000 plekken vrijmaken, maar hebben eerder deze week laten weten dat ze daar op 1 november niet aan kunnen voldoen.

Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de plannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij steevast ‘dwangwet’ noemde.

Intrekken

In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is hoogst ontstemd over het voornemen en voorziet „chaos”. Het kabinetsbesluit helpt volgens de belangenorganisatie bepaald niet met het creëren van draagvlak voor opvangplekken onder inwoners van gemeenten. Maar liefst 96 procent van de VNG-leden vindt intrekking van de wet pas op z’n plaats op het moment dat de problemen in de asielopvang zijn opgelost.

Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten er naar handelen. Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had de Drentse commissaris Jetta Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot een spoedoverleg over de prangende situatie bij Ter Apel in de wind had geslagen.

Er waait een nieuwe wind

Marjolein Faber
Minister van Asiel en Migratie, PVV

Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zo zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet steeds als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij kritische vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.

Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder, die anoniem wil blijven om het kleine beetje contact dat hij met Faber heeft niet op het spel te zetten. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.

Geen richting

Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Als burgemeester moet Sybrand Buma van het ministerie van Justitie en Veiligheid permanente asielplekken creëren, vertelt hij. Tegelijkertijd zit Defensie de komst van een groot azc dwars. Hij zit dus met zijn handen in het haar. „De politiek geeft geen richting”, vat hij samen.

In juli schreef hij Faber en staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman (BBB) een „dringende” brief over dat hij duidelijkheid nodig heeft. Van minister Faber heeft hij nog altijd niets gehoord. „Er volgt op zeer korte termijn een antwoord op de brief”, aldus een woordvoerder van de minister na vragen van NRC.

De Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink kent „geen wethouder die is benaderd door Faber”. Zelf was hij één keer digitaal aanwezig bij „een bestuurlijk overleg” met de minister. Dat overleg duurde „heel kort”, waarbij Faber aan wethouders meedeelde dat ze zou stoppen met het financieren van de bed-bad-brood-regeling voor ongedocumenteerde vreemdelingen. Faber kreeg toen te horen dat de bestuurders dit „zéér onverstandig” vinden, zo vertelde de Utrechtse wethouder Rachel Streefland vorige maand in het radioprogramma Spijkers met Koppen. „En toen was het gesprek zo ongeveer klaar.”

Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt hen een denkfout. „En daarmee, vermoedt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.

Lees ook

Terwijl Ter Apel overvol is, zijn er in 40 procent van de gemeenten nog altijd geen opvangplekken

De opvanglocatie voor asielzoekers in Ter Apel is zo vol dat er alleen kwetsbare vluchtelingen worden binnen gelaten. Een groep mannen wacht 's avonds laat buiten op een oplossing.


Opnieuw dingt Janarthanan Sundaram als underdog mee naar het partijvoorzitterschap van D66: ‘De partij wordt steeds meer speelbal van de politieke top’

Drie jaar geleden verloor hij van een oud-wethouder. Dan is winnen van een oud-staatssecretaris een kansloze missie, zou je kunnen denken. Waarom doet Janarthanan Sundaram (43) toch mee in de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap van D66, waarvoor de strijd dinsdagavond losbarst?

Sundaram, die raadslid was in zijn woonplaats Enschede en tot drie jaar geleden voorzitter van het diversiteitsnetwerk van D66, neemt het op tegen Alexandra van Huffelen, staatssecretaris in de kabinetten Rutte III en IV. Van Huffelen heeft in een brief aan de leden laten weten dat ze „vertrouwen” bij Nederlanders wil terugwinnen door meer het land in te gaan en de partij „sterker” wil maken.

Een van de twee krijgt de verantwoordelijkheid over een zoekende partij. D66 verloor bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2023 vijftien van de 24 zetels. Uit een eigen evaluatie bleek: de partij moet minder belerend en minder technocratisch worden. Het nieuwe leiderschap dat Sigrid Kaag beloofde, kon D66 niet waarmaken, schreef het wetenschappelijk bureau. En het ontbrak de partij aan kleur in de regeringsjaren.

Boeren

D66, dat in peilingen nog altijd op ongeveer tien zetels staat, moet nu de weg terug omhoog vinden. Ondanks dat deze radicaal-rechtse coalitie in de ogen van D66 een gruwel is, kiest partijleider Rob Jetten er sinds de zomervakantie voor om in debatten niet constant grote woorden te gebruiken over normen die worden overschreden. Hij klinkt constructief en wil zich in het midden positioneren. Kandidaat-voorzitter Sundaram, die dinsdagavond samen met Van Huffelen in gesprek gaat met D66’ers in Den Haag over het voorzitterschap, vindt dat het contact met leden en de maatschappij beter kan.

Wat vindt u van de politieke koers van de partij?

„Wat er in de politieke arena gebeurt is de verantwoordelijkheid van de politiek leider: Rob Jetten. Hij moet van de voorzitter alle vrijheid krijgen om te doen wat hij politiek gezien nodig acht. Ik zal er als voorzitter op letten dat leden meegenomen worden in de keuzes en dat de leden meer en de partijbonzen minder invloed hebben op de koers.”

Volgens Sundaram verloor D66 de Tweede Kamerverkiezingen mede doordat de partijtop te weinig te rade ging bij de leden, en daarmee de rest van de maatschappij. Hij noemt de oproep van Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot om de veestapel te halveren. „Boeren die ik sprak voelden zich door die uitspraak in een hoek gezet. Ze hadden het gevoel dat hun leven niet begrepen werd. D66 moet mensen weer mee kunnen nemen en niet op afstand zetten. Door vaker gesprekken tussen de partijtop en leden te organiseren.”

In zijn campagne drie jaar geleden zei Sundaram dat de partij meer open moet staan voor „atypische” mensen. Prominente posities worden verdeeld onder een te kleine club die ook de koers bepaalt, zei hij. En hij maakte zich zorgen om de veiligheid in de partij. Hij verloor van oud-wethouder Victor Everhardt die de voorkeur had van de Landelijke Talentencommissie, maar kreeg wel 44 procent van de stemmen.

Dat u 44 procent van de stemmen kreeg, was volgens u een signaal. Wat gebeurde daarmee?

„Ik heb twee keer uitgebreid koffie gedronken met Everhardt. Er was een aantal dingen aan de hand in de partij op het gebied van sociale veiligheid, die later ook openbaar zijn geworden. Daar heb ik het uitgebreid met Everhardt over gehad.”

Sundaram noemt voormalig partijstrateeg Frans van Drimmelen. Hij werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag.

„Ik wilde geen gedoe als wij in een machtspositie zaten, ik baal er flink van dat dat mislukt is. Dat heeft de partij beschadigd.”

Wat had u anders gedaan?

„Wat mij betreft zijn zulke incidenten partij-interne kwesties. De partijvoorzitter had Sigrid Kaag, toen de politiek leider, uit de wind moeten houden. In plaats daarvan moest zij zich uiteindelijk na een lange internationale dienstreis voor de camera’s verantwoorden.”

„De partij moet bovendien, om een veilige plek te zijn, net als bij een bedrijf een HR-afdeling krijgen. Bij een HR-afdeling kunnen werknemers aankloppen als ze ergens mee zitten, het zorgt ervoor dat er op een gestandaardiseerde manier voortgangs- en ontslaggesprekken gevoerd worden. Dat voorkomt onnodige escalatie en gedoe.”

Op de gangen van de Tweede Kamerfractie van D66 hoor ik: we kunnen ons niet voorstellen dat de leden níét voor Van Huffelen gaan.

„Tsja… Dat is vanuit Den Haag gedacht. Mensen willen hun partijdemocratie weer terug, dat hoor ik van iedereen. Terwijl de partij een tegenovergestelde beweging maakt.”

Waaraan kun je dat zien?

„Een voorbeeld. D66 streeft naar diverse kieslijsten, maar dat lukt nog niet goed. Komend congres ligt een plan voor waarin wordt omschreven: we hebben geconstateerd dat kieslijsten minder divers worden als leden zich ermee gaan bemoeien. Daarom is het voorstel dat de conceptlijst van de lijstadviescommissie meer gewicht krijgt, en hoe leden over de lijst stemmen minder. Dat is niet goed. We moeten besluiten van leden niet wegmanagen.”

U heeft al drie jaar geen partijfunctie. Heeft u rancuneuze gevoelens jegens D66?

„Ik ben niet rancuneus. Ik hoef geen betaalde functie en ben zeer comfortabel met mijn bedrijf. Ik ben wel boos, omdat de partij steeds meer speelbal wordt van de politieke top.”


‘Alles wat we doen, zullen mensen voelen. Het laaghangend fruit is wel geplukt’

Sophie Hermans heeft een probleem. Deze week kreeg de klimaatminister een dikke onvoldoende van de rekenmeesters van het Planbureau voor de Leefomgeving. Nederland maakt minder dan 5 procent kans dat het de eigen klimaatdoelstelling haalt voor 2030. Daarmee raakt ook het doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn, steeds meer in het geding. Het regeerprogramma van het kabinet-Schoof helpt niet.

Maar Sophie Hermans heeft ook een oplossing. Of preciezer: iets wat een oplossing mogelijk zou kunnen maken. PVV, VVD, NSC en BBB hebben afgesproken dat er „alternatief” klimaatbeleid komt als de doelen niet gehaald worden. „Dat is een afspraak waar ik mijn collega’s aan houd”, zegt Hermans (VVD) in haar werkkamer op het ministerie van Klimaat en Groene Groei.

Hermans moet de komende tijd haar collega’s bij Infrastructuur, Landbouw en Volkshuisvesting bewegen hun bijdrage aan het klimaat te leveren. In het voorjaar wil ze plannen presenteren die ervoor moeten zorgen dat de doelstelling – 55 procent minder uitstoot in 2030 – toch gehaald kan worden.

Het PBL stelt vast dat vrijwel alle concrete klimaatplannen van het kabinet-Schoof de doelstellingen verder uit zicht brengen, zoals het terugdraaien van de verplichte warmtepomp en een hogere CO2-heffing voor de industrie. Ook nieuwe plannen, zoals de wens om opnieuw een Europese uitzondering te krijgen op mestregels, zorgen, als het lukt, voor méér uitstoot.

Dus je zou kunnen denken: daar valt winst te halen. Maar Hermans zit klem tussen haar eigen doelstelling en de politieke wensen van haar coalitiegenoten. Ze is dan ook uiterst voorzichtig om te zeggen wáár ze wil ingrijpen.

„Er staan maatregelen in het regeerprogramma die niet goed zijn voor het klimaatdoel, voor het terugdringen van de uitstoot. Denk aan de rode diesel. Ik sta voor die afspraken. Maar de kans dat we het doel in 2030 gaan halen is heel klein. We liggen niet op koers.”

Lees ook

‘Heel erg onwaarschijnlijk’ dat Nederland klimaatplannen van 2030 haalt: eerder meer dan minder CO2-uitstoot onder nieuwe kabinet

In de van Pallandtpolder is een zonnepark gebouwd met zes windmolens, 115.000 zonnepanelen en twaalf zeecontainers met batterijen om de opgewekte stroom op te slaan.

Gaat u uw collega’s vragen om plannen met een negatief klimaateffect uit het regeerprogramma te heroverwegen?

„Die maken de maatregelen die ik dan nog wel kan nemen lastiger, ja. Mijn boodschap aan hen is: we staan er slecht voor en er zijn alternatieven nodig. Wees bereid om álles te bekijken, kijk er ópen naar.”

U spreekt vaak over draagvlak, dat mensen ‘het moeten kunnen meemaken’. Tegelijkertijd heeft u nog maar vijf jaar. Zijn er makkelijke keuzes of heeft u alleen nog moeilijke?

„Er komen onherroepelijk lastige keuzes aan. Want het laaghangend fruit is nu wel geplukt. Dus alles wat we nu gaan doen, zullen mensen voelen. We kunnen niet meer zeggen: dat doen we later wel.”

Het vorige kabinet heeft al laten onderzoeken hoe er nog meer klimaatwinst te halen valt. Dat komt neer op gedragsverandering. Ook de Raad van State zegt: daar zit veel potentiële winst.

„Ik ben daar op voorhand niet tegen. De vliegbelasting gaat omhoog. Dat is niet leuk, want je ticket wordt er duurder van. Maar het helpt wel om de goede keuzes te maken. Moet ik nu echt vliegen of zou ik dit ook met de trein kunnen? Of kan ik ook een andere bestemming dichterbij kiezen waar je met de auto heen kan, bij voorkeur met een elektrische auto?

„Maar het moet wel te doen zijn voor mensen. Daarom heb ik tijd nodig om met goede maatregelen te komen, waarmee ik kan normeren en subsidiëren.”

De grootste winst valt te halen bij de industrie en landbouw. Laten we bij dat laatste beginnen. Uitstoot kan vooral omlaag door minder dieren, schrijft het PBL. Iets dat de BBB absoluut niet wil. Kan het kabinet zich nog taboes permitteren?

„Ik vind dat je te allen tijde bereid moet zijn om met een open vizier te kijken naar wat er nodig is voor het land, als je bestuurlijke en politieke verantwoordelijkheid neemt en problemen wil oplossen. Dus dat geldt ook voor klimaat.

„Ik begrijp dat iedereen daar wel een eigen weging in maakt door zich af te vragen: wat doe ik dan liever wel of liever niet? Maar we hebben wel een afspraak gemaakt, deze doelstelling staat. Nu moeten de partijen boter bij de vis leveren.

„Dat is waar ik mijn collega’s toe uitnodig. Er zijn ook dingen waar ík vijf jaar geleden anders over dacht.”

U bedoelt: de VVD heeft zelf óók een move gemaakt in klimaat de afgelopen jaren.

„Zeker, de VVD heeft best lang op de rem gestaan met klimaat. Veel maatregelen de afgelopen jaren hadden wij niet als eerste bedacht. Bijvoorbeeld een hogere, nationale CO2-heffing voor de industrie [uit Rutte III]. Ik snap nu wel waarom we hem hebben.”

Maar dit kabinet schrapt een geplande, nieuwe verhoging van die CO2-heffing industrie. Waarom dan?

„We waren heffing op belasting aan het stapelen in de industrie. En dan nog een bedrag daar bovenop leggen? Ik wil dat de industrie vergroent, daar hebben we afspraken over. Maar je zag dat het water de industrie aan de lippen stond. We moeten het investeringsklimaat in de gaten houden.

U bent zelf verantwoordelijk voor de verduurzamingsafspraken met grote industriële bedrijven. Die zijn vastgelopen. Hoe gaat u dat vlottrekken?

„Ik hoop dit jaar de eerste maatwerkafspraak af te sluiten. Het blijkt best een klus om het zo vorm te geven dat de Europese Commissie het niet als staatssteun ziet. Ik ga kijken welke bedrijven concrete plannen hebben om die extra stap te zetten, en als die er niet zijn, stoppen we. Ik ga niet eindeloos doorpraten. Daarvoor is de tijd ook te kort. En ik wil met de bestuurders van de grote uitstoters om tafel om hun duidelijk te maken waarom het belangrijk is dat ze hun groene investeringen in Nederland doen.”

Goedkope en overvloedige stroom is belangrijk om de industrie te verduurzamen, maar windparken op zee zijn vertraagd. Dat het kabinet ook rekening wil houden met de visserij maakt dat niet makkelijker.

„Het is belangrijk dat vissers kunnen blijven vissen. Maar, zeg ik dan, het is óók belangrijk dat we die windmolenparken kunnen aanleggen. Uiteindelijk zul je allemaal een beetje moeten inschikken en moeten geven. Maar ik sta voor wat ik sta. En dat is dat we wind op zee nodig hebben.”

Het PBL ziet veel freeriders bij de subsidies voor het verduurzamen van je huis. Is de klimaattransitie te veel ten goede gekomen van de groep die het eigenlijk wel kon betalen?

„Ik wil niet zeggen dat het hiervoor niet goed was. Je wilt een beweging op gang krijgen en dat is de afgelopen jaren goed gelukt. Alleen als ik naar de volgende fase kijk, vraag ik me af of de knoppen nog goed staan afgesteld.”

U bent óók vicepremier in het eerste radicaal-rechtse kabinet van Nederland. Waarom wilde u daarin minister worden?

„Het is het eerste rechtsere kabinet zou ik willen zeggen. Ik onderschrijf niet de benaming die u eraan geeft. Omdat daar een toon, of een connotatie, misschien is dat beter, aan zit waar ik het niet mee eens ben.”

De PVV is de grootste regeringspartij. Dat vindt u geen radicaal-rechtse partij?

„Ik vind de PVV een rechtse partij, overigens links op sociaal-economisch gebied. Dit is voor mij een centrumrechts kabinet. Ik ben het niet eens met heel veel standpunten of dingen die in het verkiezingsprogramma staan. Maar die staan niet in het regeerprogramma.

„Met de coalitie hebben we goede afspraken gemaakt. Hoe we onze rechtsstaat respecteren. Hoe iedereen gelijk is in dit land. Maar deze samenwerking kent haar ingewikkeldheden, laten we daar geen doekjes om winden.”

Deze week besloot het kabinet om in plaats van het noodrecht toch de parlementaire route te bewandelen voor asielmaatregelen. Is dat volgens u beter?

„Het doel is belangrijker dan het middel, vind ik. En over dit middel was zo veel discussie ontstaan, dat ik het goed vind dat we dit nu hebben afgesproken.

Premier Dick Schoof is gaan onderhandelen met de fractievoorzitters van de coalitiepartijen. Het kabinet is buitenspel gezet.

Nee, de vier partijleiders hebben hun handtekening onder het hoofdlijnenakkoord gezet. Migratie is echt heel belangrijk voor sommige partijen in deze coalitie. En het is niet dat we er de afgelopen weken niet over hebben gesproken in het kabinet. Maar het klopt dat we vandaag [vrijdag] pas te zien kregen wat de aanvullende maatregelen zijn.

BBB-Kamerlid Henk Vermeer zei na de presentatie van de cijfers van het PBL tegen NRC dat het tijd is voor „bezinning of de doelstellingen nog wel bij de jaartallen passen”. Discussie daarover moet volgens hem „geen taboe” zijn. Voordat u het weet is Schoof híerover aan het onderhandelen met de fractievoorzitters.

„Ik weet wat ik wil en wat we afgesproken hebben over klimaatbeleid. Dat proces is nu net gestart. Er zal ongetwijfeld politieke discussie komen. In de Klimaatwet staat 2030 als een belangrijk tussendoel voor 2050. Dat is afgesproken, dus daar komen we niet aan.

U loopt al tien jaar rond in Den Haag. Heeft u het ooit zo meegemaakt?

„Deze drie maanden waren wel heel wispelturig.”


Het kabinet is gered door Oude Politiek –voorlopig

Het kabinet dat het zo graag anders wil doen werd gered door Oude Politiek – voor nu. In nog geen twee uurtjes was het kabinet er deze vrijdag uit. In de wekelijkse ministerraad op het Catshuis kregen de ministers te horen welk asielpakket premier Dick Schoof donderdagnacht had gesloten met de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB.

De bewindspersonen hadden er niets meer over te zeggen. Zelfs Marjolein Faber (PVV) niet, de minister die over asiel en migratie gaat. Zij had wekenlang gewerkt aan een „dragende motivering” om een noodwet door te voeren, maar allang was duidelijk dat die motivering er nooit zou komen. En Faber was niet welkom geweest aan de onderhandelingstafel.

Lees ook

Kabinet scherpt asielbeleid verder aan met ‘noodmaatregelenwet’

Premier Dick Schoof staat de pers te woord.

Om het voortbestaan van zijn kabinet te redden, greep Dick Schoof naar de manier waarop zijn voorganger Mark Rutte het jarenlang had gedaan: politieke afstemming in de coalitie, en een ministerraad die daar maar weinig over te zeggen had. Zeker in het kabinet-Rutte III werd daar door ministers over geklaagd: ze waren toch geen stempelmachine voor wat de coalitie onderling had afgesproken? Rutte had een heel overlegcircuit opgetuigd, waarbij de leiders van de coalitiepartijen op maandag al hadden bepaald wat de ministerraad vrijdag mocht beslissen.

Bij aanvang van een nieuw kabinet, zeker als er een nieuwe premier aantreedt, hoor je altijd: weg met de achterkamertjes, meer luisteren naar burgers, minder spel, meer inhoud. „Maar de werkelijkheid is weerbarstig”, zegt hoogleraar politicologie Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam). „Paars-I [1992-1998] beloofde een einde aan de overlegcultuur, meer openheid. Balkenende-I [2002] beloofde nieuwe politiek. Rutte-I [2010-2012] was een minderheidscoalitie met gedoogsteun van de PVV, maar in de praktijk werkte het als een klassieke meerderheidscoalitie.”

Meer openheid, meer debat

Het kabinet-Rutte III viel over het Toeslagenschandaal, het symbool van een politieke kaste die in zichzelf gekeerd was. Rutte had „radicale nieuwe ideeën” om de bestuurscultuur te verbeteren. Meer openheid, meer debat. Van der Meer: „Maar ook in dat kabinet bleek de afstemmingsbehoefte nog altijd groot, en keerde de overlegcultuur terug.”

Nicolien van Vroonhoven (NSC) in overleg met Geert Wilders (PVV) tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.
Foto Bart Maat

Ook terug van nooit weggeweest: de bezweringsformules waarmee de partijen een politiek bevochten compromis verwoorden en verdedigen alsof het hún idee was. Er komt geen noodwet, zoals de PVV wilde, maar een ‘asielnoodmaatregelenwet’.

Geert Wilders wilde de maatregelen met spoed doorvoeren, zonder inspraak van de Eerste en Tweede Kamer. Hij dreigde met de val van het kabinet, kreeg zijn zin niet, en zegt over deze „historische maatregelen” op X: „De manier waarop ze worden doorgevoerd, is minder belangrijk dan dát ze worden doorgevoerd. Als dat niet gaat via de noodwet, dan gebruiken we maar de spoedwet.”

Wilders heeft op één punt gelijk: de asielmaatregelen die Schoof vrijdag aankondigde, zijn de meest vergaande in de recente geschiedenis. Doordat NSC het staatsnoodrecht van tafel kreeg, is de indruk snel gewekt dat de scherpe kantjes er vanaf zijn. Maar dat ging om het staatsrechtelijke proces, niet om de inhoud. Het kabinet wil de spreidingswet snel intrekken, en tegelijk een pakket maatregelen per wet laten vastleggen die het aantal asielzoekers moet beperken.

Terwijl Schoof zijn plannen op vrijdagmiddag verdedigde in zijn wekelijkse persconferentie, sloeg de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) alarm over de uitvoering daarvan. De maatregelen zijn niet effectief, zeggen de gemeenten, ze creëren „chaos”. Als de spreidingswet wordt ingetrokken, zegt de VNG, is er geen mechanisme meer om statushouders eerlijk over gemeenten te verdelen. Zeker omdat de maatregel gepaard gaat met een verbod op het geven van voorrang aan statushouders als zij een woning zoeken.

Van veel andere maatregelen is de uitvoerbaarheid twijfelachtig. Het kabinet wil grenscontroles, maar de marechaussee kampt met grote personeelstekorten. Een asielvergunning moet nog maar drie jaar geldig zijn, en niet vijf jaar, zoals nu. Maar dat betekent een forse extra belasting voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die ook mensen tekortkomt.

Lees ook

de belangrijkste asielmaatregelen op een rij

Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie (PVV), voorafgaand aan de wekelijkse ministerraad op het Catshuis.

„Ik ben met stomheid geslagen”, zegt VVD’er André Bosman. Hij zat in 2020 en 2021, toen hij nog Tweede Kamerlid was, de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties voor. Deze commissie onderzocht waar de problemen bij uitvoeringsorganisaties, zoals het UWV en het CBR, vandaan komen. Het rapport van de commissie liet zien dat de overheid tekortschiet bij de uitvoering van voorgenomen beleid. Daarom raadde Bosman aan wetten voortaan altijd vooraf te toetsen op uitvoerbaarheid.

Premier Dick Schoof vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Hij licht het akkoord toe dat hij met de coalitiepartijen bereikte over nieuwe asielmaatregelen.
Foto Bart Maat

Waarom gebeurt dat nog steeds niet? „De politiek van de korte termijn regeert weer. Dat betekent dat ze er gaandeweg achter gaan komen dat beleid niet uitvoerbaar is. Op asielbeleid zadelen ze uitvoeringsorganisaties en gemeenten op met de gevolgen. Ze hadden allereerst moeten luisteren naar de IND, de opvangcentra of gemeenten. Dan hadden ze bijvoorbeeld kunnen horen: de spreidingswet werkt. En als je een wet hebt die doet wat hij moet doen en iedereen duidelijkheid geeft, waarom behoud je die dan niet?”

Ondoordacht beleid

Deze coalitie, zegt Bosman, maakt dezelfde fout als voorgaande coalities: ondoordacht beleid, zonder over de gevolgen na te denken. „Populisme is de politiek van de korte termijn. Nu leveren, dat is per definitie het doel. Maar politiek moet beleid maken volgens een visie, en ideeën toetsen aan haalbaarheid. Laat ze eerlijk zijn over wat kan en wat niet kan: welk verdrag moet worden opgezegd, voor welke maatregel we uit de EU moeten stappen, welke tijd realistisch is. Dat ook NSC, de partij van de rechtsstatelijke principes, dat niet gedaan heeft, heeft me verbijsterd.”

Het is Schoof gelukt om met oude trucs zijn nieuwe kabinet te redden. Maar in de regeringspartijen werd nog tijdens het oplossen van deze crisis al nagedacht over de volgende horde. Dat kan heel goed het landbouwbeleid zijn, waar BBB alle touwtjes in handen heeft op het ministerie, en waar ze steeds geïsoleerder raken. Deze partij moet de verantwoordelijkheid gaan dragen voor stikstof- en klimaatbeleid dat boeren hard zal raken. De leiders van de coalitiepartijen laten dat niet over aan het kabinet. De les van afgelopen week is dat zíj met Schoof de koers willen bepalen.


Woonminister Mona Keijzer wil ‘alles’ aangrijpen om te versnellen, maar komt nog met weinig concreets

Het probleem van de woningnood, en het gebrek aan ruimte in Nederland, dat wist woonminister Mona Keijzer (BBB) donderdag prima over te brengen in de Tweede Kamer. Maar hoe ze de woningbouw wil versnellen, en wat haar eigen visie op de herinrichting van Nederland is, werd bij de begrotingsbehandeling van haar ministerie nog niet duidelijk.

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) is ook een nieuw ministerie, en een nieuw terrein voor Keijzer. Als een van de vier vicepremiers was ze deze eerste maanden ook behoorlijk druk met relatietherapie binnen de rechtse coalitie.

‘Opgeruimde geest’

Schriftelijk had ze met haar ambtenaren deze week bijna honderd Kamervragen beantwoord. Het debat zelf bleef te veel hangen in grote ambities voor het oplossen van grote problemen. Er is al veel te lang gepraat over het woningtekort, zei Keijzer, en ze wil met een „opgeruimde geest” en een „vaste wil” een „frisse wind” door de bouwwereld laten waaien. Dat kan alleen als de Tweede Kamer haar daarbij steunt, herhaalde Keijzer steeds weer.

„U hoort aan mij: ik grijp alles aan om te versnellen.”

Het splitsen van woningen zou bijvoorbeeld standaard vergunningsvrij moeten kunnen, opperde ze. Luchtkwaliteit zou voor bouwprojecten tijdelijk uit de omgevingstoets gehaald kunnen worden. En als je een zeldzaam „beestje” op een bouwlocatie aantreft, kun je het project zo een jaar uitstellen, volgens Keijzer. Nu het kabinet dna-sporenonderzoek naar vleermuizen in spouwmuren toe wil staan, moet isoleren straks bijvoorbeeld al sneller kunnen, zei ze.

Maar veel bouwprojecten stokken juist door juridische procedures, soms tot aan de Raad van State. Hoe gaan we voorkomen dat zulke geschillen zich twintig jaar lang voortslepen, vroeg NSC-Kamerlid Merlien Welzijn?

Nou, na jarenlang gedoe komen er nu bijvoorbeeld toch 5.000 woningen langs de A12 bij Bleiswijk en Zoetermeer, werd deze week bekend. Keijzer had de provincie Zuid-Holland en de gemeente Lansingerland gevraagd om een snelle oplossing. „Dat heeft dus tot resultaat geleid”, volgens de minister. Soms is „extra bestuurlijk instrumentarium” daar helemaal niet voor nodig, zei ze.

Geen nieuwe crisiswet

Keijzer wil vooral binnen het huidige systeem „wissels omzetten” en „dingen anders organiseren”. Er komt binnenkort al een voorstel voor de Wet regie volkshuisvesting, waarmee het Rijk beter kan bepalen hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Verder is Keijzer „huiverig” om nieuwe wetten of nieuwe organen op te tuigen om de woningnood tegen te gaan, zei ze in de Kamer.

Coalitiepartij NSC hield deze week juist een vurig pleidooi voor een nieuwe crisis- en herstelwet, om versneld 400.000 woningen te bouwen. Daar voelde Keijzer dus niet veel voor – en de Kamer ook niet. Uiteindelijk verwaterde dat plan tot een breed gedragen motie om de huidige regelgeving „optimaal” te gebruiken voor de aanpak van de wooncrisis.

D66-Kamerlid Hans Vijlbrief vroeg minister Keijzer herhaaldelijk wat nu haar eigen visie was op de ruimtelijke herinrichting van Nederland.

Het doel is „een fijn land om in te wonen”, zei Keijzer heel algemeen, maar we moeten wel kiezen en soms combineren waar we willen wonen, werken en recreëren. En die keuzes wil Keijzer niet alleen maken, maar samen met gemeenten en provincies, de Tweede Kamer en het kabinet. Voor de zomer van volgend jaar wil Keijzer klaar zijn met het ontwerp van de Nota Ruimte, het plan voor de inrichting van Nederland tot de jaren 2030, 2050 en 2100.

Keijzer is voor bescherming van ‘hoogwaardige’ landbouwgrond, voor aanpassingen in het landschap wegens klimaatverandering, en niet tegen buitenstedelijk bouwen. Maar veel concreter werd het niet: na drie keer vragen gaf Vijlbrief het op.

Keijzer erkende dat het ‘best bijzonder’ was om een wet van haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) te moeten uitvoeren

Uitspraken Klaas Knot

Natuurlijk ging het in de Kamer ook nog even over de opmerkelijke uitspraken van DNB-president Klaas Knot van dinsdag. De nieuwe Wet betaalbare huur, om middenhuur te beperken, maakt verhuur minder rendabel, en leidt juist tot de verkoop van huurwoningen, concludeerde Knot. En minder huurwoningen betekent minder verhuizingen voor banen, en dat is niet goed voor de economie, zegt DNB al langer.

„Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”, zei Knot – wat gevoelig ligt rond een aangenomen wet waar veel politieke discussie over is.

Keijzer erkende dat het „best bijzonder” was om deze wet van haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) te moeten uitvoeren. Voor haar ministerschap was Keijzer BBB-Kamerlid en „niet bepaald fan van deze wet”, zei ze, net als de BBB-fractie.

Lees ook

Nederland heeft voldoende ruimte voor woningbouw, vinden de experts. ‘Wees eens wat flexibeler’

Containerwoningen aan de rand van de Utrechtse wijk Leidsche Rijn.

Een versnelde evaluatie, waar haar eigen partij om vroeg, komt er niet, schreef Keijzer vorige week al aan de Kamer. Wel deelt ze de zorgen van DNB, zei ze, en als het Kadaster eind januari met nieuwe woningcijfers komt, zal Keijzer de Kamer een tussenstand van zaken geven.

Keijzer liet wel al doorschemeren daarbij kritisch te kijken naar de effecten van de wet. Zo moet de wet natuurlijk „exorbitante huren” tegengaan. Het aanbod van middenhuurwoningen moet op peil blijven, met een ondergrens van 400.000. En de middenhuurwoningen die verkocht worden, moeten wel betaalbaar zijn voor middeninkomens.

Ook wil Keijzer kijken of investeerders met de Wet betaalbare huur en lagere rendementen nog steeds genoeg woningen voor starters, lage- en middeninkomens bouwen. Tweederde van de nieuwe woningen moet „betaalbaar” zijn (sociale huur, middenhuur of betaalbare koop), is afgesproken in het regeerakkoord.

„Kan het uit?”, zei Keijzer. „Die grote rekensom ga ik echt doen.”

Lees ook

Minder ‘betaalbare’ woningen, met name in steden

Minder 'betaalbare' woningen, met name in steden


Adviseur regering bepleit strengere Israël-koers, maar dat lijkt in dit politieke klimaat onwaarschijnlijk

Een sterkere Nederlandse inzet voor een staakt-het-vuren in Gaza en Libanon, de erkenning, onder voorwaarden maar wel zo spoedig mogelijk, van een Palestijnse staat én strenge maatregelen tegen Israël, zoals het tijdelijk opschorten van het associatieverdrag met de EU, niet schuwen.

Het is een greep uit de adviezen die zijn opgenomen in het woensdag gepubliceerde rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een adviescollege voor regering en parlement. Een stevig rapport, maar gaat het kabinet er ook iets mee doen?

De adviezen van de AIV gaan over alle partijen die betrokken zijn bij het huidige conflict in het Midden-Oosten, zoals Israël, Hamas, Hezbollah en de Palestijnse Autoriteit. Een opvallend advies van de raad is om de Palestijnse staat zo snel mogelijk te erkennen, een stap die de Nederlandse regering tot nu toe nog niet wilde zetten. Dit moet wel onder de voorwaarden dat „Hamas is ontwapend, een nieuw en breed gedragen Palestijns leiderschap is gekozen en de staat Israël ook door de Palestijnse staat erkend wordt”.

Handel tussen Israël en de EU

Nederland is dan een kleine speler op het wereldtoneel, het heeft wel een zeer lange geschiedenis met zowel Israël als Palestina en ziet zichzelf graag als een bruggenbouwer, zegt AIV-voorzitter Bert Koenders tegen NRC. Maar om dat te zijn moet Nederland ook een strénge vriend kunnen zijn voor beide partijen. „Ons land heeft een verantwoordelijkheid en moet die ook nemen. De risico’s van een escalerend conflict in het Midden-Oosten en toenemende radicalisering zijn veel te groot.”

Lees ook

‘Wees strenger tegen Israël en erken zo spoedig mogelijk de Palestijnse staat’, adviseert de Adviesraad Internationale Vraagstukken

Demonstranten tijdens een pro-Palestijns protest op de Dam, in Amsterdam.

Zo adviseert de AIV om de EU-Israël Associatieraad „zo spoedig mogelijk” bijeen te roepen, en het associatieverdrag met Israël op te schorten „zolang schendingen gaande zijn”. Het associatieverdrag is bedoeld om economische en politieke samenwerking tussen Israël en de EU te bevorderen. Het bijeenroepen van deze raad betekent een mogelijke verandering van die relatie.

In mei 2024 maakte Nederland – een van de trouwste bondgenoten van Israël – zich tijdens een vergadering van Europese ministers van Buitenlandse Zaken sterk voor het bijeenroepen van de raad. „Een zware politieke stap”, noemde de toenmalige demissionair minister van Buitenlandse Zaken Hanke Bruins Slot (CDA) het. „Dit gaat over de breedte van alle samenwerking die de Europese Unie met Israël heeft. En die raad moet dus ook onze zorgen nogmaals ontzettend duidelijk maken.”

De ministers gaven de Europese Commissie unaniem opdracht om zo’n vergadering voor te bereiden, maar „sindsdien hebben we er niets meer over gehoord”, zegt Koenders nu, vijf maanden later. En dat vindt hij schadelijk. „De omvang van dit probleem is zó groot. Dan kun je niet zeggen ‘ik heb een idee’ en vervolgens niks meer laten horen.” Over of en tot welke (economische) sancties de EU met het deels opschorten van het verdrag moet overgaan wil de AIV zich niet uitspreken.

Militaire samenwerking

De AIV adviseert ook de „bilaterale militaire samenwerkingsverbanden en leveranties aan Israël te stoppen”, waar deze worden gebruikt in situaties die „een schending vormen voor het internationale humanitaire recht”. Veel deskundigen denken dat dit nu het geval is in de Gaza-oorlog. Als het om de levering van wapens gaat vindt de AIV dat er wel een uitzondering mag blijven voor verdedigingswapens of -systemen.

De levering van militaire wapens aan Israël raakt al langer een gevoelige snaar in Den Haag. Het Haagse gerechtshof beval de staat in februari om de export van F-35-onderdelen naar Israël te staken, vanwege het risico van „ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht” bij de aanhoudende Israëlische luchtaanvallen op Gaza, waarbij duizenden Palestijnse burgers zijn gedood. Het kabinet legde de export vanuit Nederland naar Israël stil.

Nederland levert nog wel onderdelen voor F35-straaljagers aan de VS, die de onderdelen mogelijk ook weer aan Israël leveren. Hoe verwacht de AIV dat het parlement dit tegenhoudt? „Misschien zit het juridisch wel helemaal dicht, maar we doen ook vooral een beroep op de moraliteit”, zegt AIV-lid en luitenant-generaal buiten dienst Jan Broeks. „Als je al het lijden ziet dat zich in Gaza afspeelt, dan móét je daar op een of andere manier mee stoppen. Je kan je dan niet verbergen achter afspraken.”

Nederland, pas op: je kan medeplichtig worden aan schendingen van internationaal humanitair recht

Derde staat

De AIV ziet ook een „groeiend risico van politieke en juridische medeplichtigheid” voor Nederland in de oorlogen die Israël voert. De raad wijst op de ‘derdestatenverplichting’, die inhoudt dat landen die niet direct betrokken zijn bij een conflict de plicht hebben om daar op geen enkele manier aan bij te dragen of te helpen met het in stand houden van „de onrechtmatige situatie”, zoals door het leveren van wapens.

„Ons advies zegt: Nederland, pas op: want je kan medeplichtig worden aan schendingen van internationaal humanitair recht en mensenrechten, als jouw wapens daarvoor worden gebruikt”, aldus AIV-lid Janne Nijman, deskundige op het gebied van internationaal recht en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Volle steun voor Israël

Gaat er daadwerkelijk iets gebeuren met deze adviezen? Die kans lijkt klein omdat het huidige kabinet juist volledig achter Israël staat. Het ligt vooral aan de grootste regeringsfractie, de PVV. Die partij verzette zich afgelopen zomer tegen het opnemen van de tweestatenoplossing, volgens de AIV van groot belang in het regeerprogramma. Dat zorgde voor een conflict met NSC, maar uiteindelijk kwam de tweestatenoplossing toch in het regeerprogramma te staan.

Maar hoe realistisch is het dat het kabinet nu versneld de Palestijnse staat erkent en druk op Israël gaat zetten? „Ons mandaat is om onpartijdig advies te geven aan de regering en het parlement”, zegt voorzitter Koenders. „Het is nu aan de politiek of ze daar iets mee doen.”

Lees ook

Het eerste telefoontje naar Netanyahu komt uit Den Haag. Maar ‘de bevolking is veel kritischer dan de regering’

Een Palestijnse familie, op 30 september 2024, op het dak van hun verwoeste huis in Khan Younis (Gaza).