Ook alle coalitiepartijen wachten ongeduldig op uitwerking landbouwbeleid

Zelfs voor de vier coalitiepartijen gaat de uitwerking van het landbouwbeleid van BBB-minister Femke Wiersma niet snel genoeg. Dat bleek woensdag tijdens het eerste stikstofdebat in maanden, over de aanpak van kabinet-Schoof. Daarbij kwam Wiersma toch geen moment echt in de problemen.

De BBB, haar eigen partij, wil „meer zicht” op de maatregelen, een grove inschatting van hun effect, en een tijdspad. De VVD zei in „totale verwondering” te zijn dat er nog geen verdere uitwerking ís. De PVV ziet „geen enkele urgentie” in drie jaar uitstel voor het legaliseren van ‘PAS-melders’, boeren die door de overheid zonder vergunning zitten. NSC sprak van „een hele zure boodschap: we weten het niet meer”.

‘Boer aan het roer’

In vergelijking met de oppositie waren dat nog milde reacties op de beleidsbrieven die minister Femke Wiersma en staatssecretaris Jean Rummenie naar de Kamer hadden gestuurd. Hierin staat dat het kabinet onder meer inzet op technische innovatie, een nieuw uitstootbeleid met de ‘boer aan het roer’, focus op de kwetsbaarste natuur, en een nieuwe opkoopregeling voor boeren.

„Het zijn vage hoofdlijnen”, zei oppositiepartij ChristenUnie, ondanks een aangenomen Kamermotie die opriep tot concrete informatie. D66 zag „niks nieuws” in de plannen. Laura Bromet van GroenLinks-PvdA noemde Wiersma ronduit „incompetent”. „We weten waar deze minister voor staat: meer geld voor de boeren en lak hebben aan natuur.”

Dat leek aan te komen bij minister Wiersma: ze schudde haar hoofd.

Lees ook

Femke Wiersma ging altijd vol voor boerenbelangen. Kan ze ook politiek laveren?

Na afloop van de ministerraad op het  Catshuis.

Zware lunch

Of het een zware lunch was, de zoveelste stikstofdiscussie voor de Kamer, of het monotone, ambtelijke jargon van Wiersma in de tweede helft: bij de beantwoording door de minister sloeg het debat dood.

Je zou ook kunnen zeggen: behendig van Wiersma dat ze na alle kritiek alle vragen rustig en vaak technisch bleef beantwoorden. In vergelijking met eerdere debatten, zoals over de veeprikkers, leek ze een eigen vorm te hebben gevonden waar de Kamer moeilijk grip op kreeg.

De frustratie en het ongeduld van de Kamer kon Wiersma goed begrijpen, begon ze – alsof deze niet op haar was gericht als verantwoordelijk bewindspersoon. Maar het nieuwe beleid, gericht op stikstofuitstoot in plaats van -neerslag en met specifieke normen per bedrijf, vraagt een zorgvuldige uitwerking, legde ze uit.

Zaakwaarnemer

Alle PAS-melders krijgen een persoonlijke „zaakwaarnemer” die op zoek gaat naar een oplossing voor hun situatie. Dat kan toch niet waar zijn, reageerde D66. Dit zijn boeren die al vijf jaar zonder vergunning in onzekerheid zitten, en dan staat ineens de overheid op de stoep? „Maatwerk”, noemde Wiersma het.

Eigenlijk moeten provincies vanaf medio 2025 gaan optreden tegen de honderden PAS-melders in het land. Het kabinet wil drie jaar uitstel om hen alsnog te legaliseren, waar nu geen stikstofruimte voor is. De Kamer waarschuwde dat milieugroep MOB met een „tsunami” aan bezwaren gaat komen hiertegen, waar nog geen oplossing voor is. Ambtenaren van het ministerie hebben contact met MOB, zelf heeft Wiersma voorzitter Johan Vollenbroek nog niet ontmoet, vertelde ze.

Ook is er geen oplossing voor de ‘interimmers’, een andere groep boeren die iets minder stikstof uitstoot dan PAS-melders, maar eigenlijk ook een vergunning nodig heeft. „Schokkend”, noemde het CDA het. De grootte van deze groep is onbekend.

Lees ook

Stikstofaanpak kabinet onder druk: tientallen piekbelasters tegen uitkoop

De piekbelasters die NRC sprak zijn pluimveehouders, varkensboeren, kalvermesterijen en andere rundveebedrijven. Het merendeel van de bedrijven ligt op of dicht bij de Veluwe.

Het debat ging ook opnieuw over het budget voor het landelijk gebied, dat tijdens de formatie door de coalitie met circa 15 miljard euro is geschrapt. De BBB zei dat onderhandelen geven en nemen is – waarbij de VVD indirect naar BBB terugverwees als drijvende kracht achter deze bezuiniging.

Geen klimaatgeld

Nu is er nog een eenmalig budget van 5 miljard euro voor landbouw en natuur over. Is dat genoeg? Het CDA opperde opnieuw om 5 miljard euro uit het Klimaatfonds over te hevelen naar landbouw, maar daar wil minister Wiersma niet aan. Er is vastgelegd dat geld uit het Klimaatfonds niet over klimaatdoelen in de landbouw kan gaan, legde ze uit. Bovendien krijgen boeren vanaf 2026 ook jaarlijks 500 miljoen euro voor ‘agrarisch natuurbeheer’: door de jaren telt dat ook op tot vele miljarden, bedoelde ze.

Wiersma heeft de Kamer toegezegd begin volgend jaar te komen met verdere uitwerking van het stikstofbeleid. „Aan mijn inzet zal het niet liggen”, herhaalde ze.

Lees ook

Boeren moeten goed kunnen verdienen aan natuurherstel, vinden BBB-bewindslieden

Minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, voorafgaand aan het debat over het mestbeleid.


Als het aan de minister ligt, mogen boa’s over een jaar geen keppeltje of hoofddoek meer dragen

Wie heeft het laatste woord over de kleding van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s)? Gemeenten of de minister van Justitie en Veiligheid? Na drie jaar gesteggel beslist minister David van Weel (VVD) in het voordeel van de landelijke overheid. Als het aan hem ligt, komt definitief een landelijk verbod op religieuze uitingen door boa’s. Nog voor het kerstreces wordt de ministeriële regeling waarin dit verbod wordt gegoten voor advies naar de Raad van State gestuurd, zo kondigde hij vorige maand aan in een Kamerbrief.

Boa’s zijn gemeentelijke handhavers die beperkte bevoegdheden hebben om strafbare feiten op te sporen. Ze mogen bijvoorbeeld burgers die op de stoep fietsen beboeten. Nederland telt volgens de laatste telling ongeveer 23.000 boa’s.

Het landelijke verbod, dat over een jaar moet ingaan, is een voorlopig antwoord op een langgekoesterde wens van de Tweede Kamer, die sinds eind 2021 om een landelijke regeling vraagt. De Kamer meent dat het dragen van een hoofddoek niet strookt met het idee van een neutrale overheid. Een rechtse meerderheid kijkt met lede ogen naar ontwikkelingen op gemeenteniveau, waar binnen een jaar zeker zes gemeenten hun boa’s expliciet hebben toegestaan religieuze ornamenten (als een hoofddoek, kruis of keppeltje) te dragen tijdens hun diensten.

Het College voor de Rechten van de Mens waarschuwt voor ‘de aanname dat zichtbaar religieuze mensen hun functie niet onpartijdig kunnen uitoefenen’

Tot maart dit jaar hield Van Weels voorganger Dilan Yesilgöz (VVD) de Kamer voor dat de landelijke overheid niet gaat over de uitstraling van boa’s. „Aangezien ik niet de werkgever van de boa’s ben”, zei ze in 2022. Ook Yesilgöz was niet gelukkig met het idee dat gemeentelijke handhavers tijdens hun werk op straat religieuze kleding dragen, dus stelde ze met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de Richtlijn lifestyle en neutraliteit boa’s op. Volgens dit niet-afdwingbare document moeten boa’s tijdens contactmomenten met burgers „in ieder geval afstand” nemen van zichtbare uitingen van religie, politieke overtuiging, geaardheid of een andere levensstijl.

Arnhem en Tilburg besloten eind vorig jaar als eerste gemeenten religieuze uitingen door boa’s expliciet toe te staan. Dit jaar gingen ook de gemeenteraden van Utrecht, Amsterdam, Groningen en Den Haag overstag. Hierbij spelen niet alleen diversiteit en inclusie een rol, maar ook de hoop dat vrouwen met een hoofddoek zich voor een boa-opleiding aanmelden om zo de tekorten tegen te gaan. Hoe groot het tekort aan boa’s is, is onbekend.

Lees ook

Mag een boa een hoofddoek of kruisje dragen? Daarover botsen de minister en de gemeenten

Demissionair minister Dilan Yesilgoz (Justitie, VVD) wil niet dat boa’s religieuze uitingen dragen.

Yesilgöz

De ontwikkelingen bij gemeenten voedden onvrede in de Kamer, die oud-justitieminister Yesilgöz aanzette tot actie. Begin dit jaar kondigde ze een landelijk verbod aan, dat via een algemene maatregel van bestuur geregeld moet worden.

Het ministerie van Justitie laat weten dat eind februari met VNG is gesproken „over de neutraliteit van het boa-uniform”. VNG bleek, zo stelt het ministerie, „geen tegenstander van een neutraal uniform”. Opvallend: VNG liet nog geen twee weken later weten een landelijk verbod te betreuren, omdat overeenstemming tussen het Rijk en afzonderlijke gemeenten niet was bereikt.

Uit een rondgang van NRC langs alle gemeenten met momenteel geen expliciet verbod op religieuze uitingen, blijkt dat het ministerie nog altijd niet heeft overlegd over het verbod. In dat licht vindt de gemeente Den Haag het „onwenselijk dat de Rijksoverheid zich bezighoudt met het uniform van gemeenteambtenaren”. Arnhem zegt dat „gemeenten gaan over eigen personeelsbeleid”.

De Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch ergert zich aan het kabinet. Het aangekondigde verbod noemt hij „gemeen en venijnig”. „Wij zijn bezig met het inclusief maken van onze organisatie”, zegt hij. „Dus willen we uitdragen dat ook een moslima met een hoofddoek welkom is bij ons.” Marcouch wijst op recent onderzoek waaruit bleek dat moslima’s structureel worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. „Als overheid moet je het goede voorbeeld geven.”

Grondslag

Deskundigen stelden eerder in NRC geen ruimte te zien voor ministeriële regels over kleding binnen de huidige wettelijke regelingen over boa’s: het Wetboek van Strafvordering en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar. Minister Van Weel beroept zich echter op artikel 142 lid 4 Wetboek van Strafvordering, blijkt uit antwoord van het ministerie op vragen over de wettelijke grondslag van het verbod. Uit die bepaling volgt dat de minister regels kan geven „over de eisen van bekwaamheid en betrouwbaarheid waaraan [boa’s] moeten voldoen”.

Het Wetboek van Strafvordering „regelt de procedure van het strafrecht”, zegt hoogleraar strafprocesrecht Joep Lindeman (Universiteit Utrecht). „Wat de minister hier tevoorschijn haalt, is een gelegenheidsargument van jewelste”, stelt hij. „Dit artikel is nooit bedacht om voorschriften te geven over religieuze uitingen.”

De woorden ‘bekwaamheid’ en ‘betrouwbaarheid’ zijn „een veel te vage basis om kledingeisen te stellen”, zegt ook bijzonder hoogleraar recht en religie Paul van Sasse van IJsselt (Rijksuniversiteit Groningen). Zo gaat ‘bekwaamheid’ over of iemand de wet snapt en de eigen bevoegdheden. ‘Betrouwbaarheid’ ziet toe op aspecten als goed gedrag, integriteit. Het is zeer de vraag of het aanhangen van een religie iets zegt over iemands geschiktheid als boa, concluderen beide hoogleraren.

Het landelijke verbod is een antwoord op een langgekoesterde wens van de Kamer

Het College voor de Rechten van de Mens waarschuwt voor „de aanname dat mensen die zichtbaar religieus zijn hun functie niet onpartijdig kunnen uitoefenen”. In de praktijk stigmatiseert een eventueel verbod vooral vrouwen met een hoofddoek, zo stelt het mensenrechteninstituut.

Een uniform, benadrukt burgemeester Marcouch, draait om herkenbaarheid. Buiten kijf staat dus dat het uniform van een gemeentelijke handhaver zichtbaar moet zijn. Aldus, zegt hoogleraar Lindeman, zijn kledingstukken als een boerka (die lichaam en gezicht bedekt) en een nikab (alleen ogen zichtbaar) ongeschikt. Maar een hoofddoek of een kruis om de nek? „Daar is [artikel 142 lid 4 Wetboek van Strafvordering] nooit voor bedacht.”

Lees ook

Ook Amsterdam gaat religieuze uitingen bij boa’s toestaan

Naar de landelijke richtlijn mogen boa's geen religieuze uitingen dragen. Amsterdam gaat daarvan afwijken.


Overheid houdt dit jaar 3,2 miljard euro over, blijkt uit de Najaarsnota

Het lukt het kabinet dit jaar opnieuw niet om al het geld dat zij van plan was om uit te geven, ook daadwerkelijk op te maken. Dat blijkt uit de laatste update van de begroting van 2024, de Najaarsnota. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) vond een bedrag van 2,1 miljard euro dat is blijven liggen. Daarnaast heeft het kabinet een aantal financiële mee- en tegenvallers die de schatkist per saldo 1,2 miljard euro opleveren.

Een van de financiële meevallers is op de asielbegroting gevonden. Dat komt vooral doordat er minder asielzoekers naar Nederland komen dan verwacht, schrijft de minister. Ook hoeft Nederland minder aan Brussel af te dragen dan voorspeld, doordat de Europese Unie meer boete-inkomsten int dan begroot.

Lees ook

Miljardenoverschot bij de overheid in plaats van tekort. Hoe kan dat?

Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) reed „permanent op de vluchtstrook”, schreef overheidsadviseur Raad van State op Prinsjesdag.

Met name bij de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Economische zaken en Financiën blijft er geld op de plank liggen. Volgens minister Heinen komt dat onder andere door krapte op de arbeidsmarkt. De ministeries kunnen simpelweg de mensen niet vinden die ze in dienst kunnen nemen om het geld uit te geven.

Onderwijs

Het kabinet voorspelde voor 2024 overigens dat een veel hoger bedrag dan 3,2 miljard euro op de plank zou blijven liggen: 8,5 miljard euro. Het is, zegt een woordvoerder van het ministerie van Financiën, gebruikelijk dat het meeste niet uitgegeven geld pas aan het eind van het jaar gevonden wordt. Mocht dat anders lopen, dan stijgt het begrotingstekort.

Doordat het kabinet rekening hield met niet uitgegeven geld, verandert het verwachte begrotingstekort over dit jaar amper. Dit komt uit op 1,5 procent van alles wat er in Nederland verdient wordt. Het ministerie van Financiën verwacht dat de schuld aan het einde van dit jaar uitkomt op 43,9 procent van het bbp, vergelijkbaar met het percentage dat in september werd verwacht.

Deze dagen onderhandelt de coalitie met de oppositie over de onderwijsbegroting. De oppositie wil 1,3 miljard euro van de aangekondigde bezuinigingen op onderwijs van tafel krijgen. De 552 miljoen euro die het ministerie van OCW niet uitgegeven krijgt, kan niet ingezet worden om bezuinigingen terug te draaien, zei Dick Schoof tijdens zijn persconferentie op vrijdagmiddag. Hij verwijst naar het feit dat het kabinet al rekening hield met niet uitgegeven geld.


Boeren moeten goed kunnen verdienen aan natuurherstel, vinden BBB-bewindslieden

Het kabinet Schoof schetst geen vergezichten meer van duurzame landbouw, met biologische productie en een kleinere veestapel. Dit kabinet verbindt zich aan wettelijke doelen voor natuur, water en klimaat, maar ze moeten wel „haalbaar” zijn en boeren die erbij helpen moeten er „een goede boterham” aan verdienen.

In een paar Kamerbrieven schetsten BBB-minister Femke Wiersma en BBB-staatssecretaris Jean Rummenie vrijdag hoe hun beleid eruit gaat zien. In grote lijnen dan, want veel moet nog uitgewerkt en uitgevochten worden binnen de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB.

De belangrijkste stap wordt een omslag naar een nieuw uitstootbeleid, waarbij boeren zelf verantwoordelijk worden voor stikstof, broeikasgassen en de waterkwaliteit. Maar de invoering daarvan kan best eens tot 2030 duren, erkende Wiersma na afloop van de ministerraad.

De problemen rond natuurherstel, vergunningverlening en de PAS-melders (gedupeerde boeren zonder vergunning) zullen de komende jaren naar verwachting blijven spelen. Net als de rechtszaken over stikstof, zoals de lopende bodemprocedure van Greenpeace of de bezwaarprocedures van milieugroep MOB.

Kritische meerderheid

Begin deze maand lekte al een voorstel uit voor de verdeling van het budget van 5 miljard euro (voor 2026-2030), waar het kabinet onderling verdeeld over bleek. Onder druk van een Kamermeerderheid die kritisch is tegenover de BBB-visie op landbouw en natuur, inclusief coalitiepartijen VVD en NSC, zijn die getallen wat gaan schuiven. Meer dan een grove, voorlopige verdeling van de 5 miljard euro kon Wiersma vrijdag nog niet naar buiten brengen. Maar zo heeft zij toch iets van financiële dekking voor een gepland Kamerdebat komende week. Het kabinet belooft meer duidelijkheid te geven rond de publicatie van de Voorjaarsnota.

Andere partijen zijn beducht dat BBB te veel geld wil steken in subsidies voor technische innovatie, zoals luchtwassers, schonere stalvloeren en robotisering. In vergelijking met het uitgelekte voorstel, gaat nu mogelijk minder geld naar innovatie en het nieuwe uitstootbeleid voor boeren: niet 2,25 miljard euro maar tussen de 1,25 en 2,5 miljard.

Lees ook

Femke Wiersma ging altijd vol voor boerenbelangen. Kan ze ook politiek laveren?

Na afloop van de ministerraad op het  Catshuis.

Andersom wordt er meer geld uitgetrokken voor het inkrimpen van de veestapel met een nieuwe, brede, vrijwillige opkoopregeling: ook 1,25 à 2,5 miljard euro, in plaats van de 1 miljard euro die was uitgelekt.

Nieuwe afkorting

Het vorige kabinet Rutte IV had het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) voor stikstof, natuur, water, bodem en klimaat, met een beoogd ‘Transitiefonds’ van 25 miljard euro. Dat heeft dit kabinet geschrapt, in plaats daarvan komt nu een nieuwe afkorting: Ruimte voor Landbouw en Natuur (RLN).

Dit nieuwe RLN-beleid richt zich niet op heel Nederland, maar vooral op specifieke gebieden die onder druk staan door vervuiling door de landbouw, zoals veenweidegebieden, beekdalen en land rond kwetsbare Natura-2000-gebieden.

Het kabinet spreekt daarbij steeds van de verbinding tussen natuur en landbouw, waarbij ook de gelden soms door elkaar lopen. Zo is er los van het eenmalige budget van 5 miljard euro ook jaarlijks 500 miljoen euro voor „agrarisch natuurbeheer” door boeren. Het gaat hier bijvoorbeeld om kruidenrijk gras om weidevogels aan te trekken, een goede waterhuishouding of het planten van bomenrijen op boerenland.

Op dit moment is er al een regeling van 120 miljoen euro, waar 12.000 boeren aan meedoen en op 100.000 hectare aan agrarisch natuurbeheer wordt gedaan. Met jaarlijks 500 miljoen euro wil het kabinet dit uitbreiden naar 280.000 hectare. Zo moeten boeren helpen om aan wettelijke natuurdoelen te voldoen, en minister Wiersma wil hen in ruil „langjarige financiële zekerheid” bieden. Hoe de overheid de effecten voor natuur en milieu wil meten en bijhouden, wordt verder uitgewerkt.

Los van de jaarlijkse 500 miljoen euro voor agrarisch natuurbeheer trekt het kabinet ook eenmalig 500 miljoen euro uit voor natuurherstel in en rond Natura 2000-gebied. Dit was nog 750 miljoen euro in het eerder uitgelekte voorstel; hoe dit geld wordt besteed, moet eerst ook nog verder worden uitgewerkt.

De bekende ‘geitenpaadjes’ zijn ook nog niet verdwenen. Met de nieuwe Natuurherstelverordening moet Nederland binnen twee jaar een concept-natuurherstelplan inleveren in Brussel, schrijft staatsecretaris Rummenie. Er ís wel een uitzondering mogelijk waarbij „onvermijdelijke verslechtering” wordt toegestaan, mits er elders „effectief” natuur wordt hersteld of ontwikkeld. Het kabinet komt hier begin volgend jaar bij de Kamer op terug.


Eerst ‘duidelijk neerzetten’ en dan sussen, dat is de werkwijze van de ambitieuze staatssecretaris Jurgen Nobel

Soms doet politiek Den Haag denken aan een theatervoorstelling: af en aan lopen personages uit de coulissen het podium op. Zo was daar op maandag 11 november, enkele dagen na het geweld tegen Israëlische voetbalsupporters, ineens een nieuw gezicht: Jurgen Nobel, de staatssecretaris van Participatie en Integratie (VVD). Het optreden van deze jongste bewindspersoon in het kabinet was direct spraakmakend: de relatief onbekende Nobel zei bij de inloop van de ministerraad dat Nederland een „groot integratieprobleem” heeft en dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”.

In één klap verbreedde de staatssecretaris het gevoelige debat over antisemitisme tot een discussie over de integratie van mensen met een migratieachtergrond, van wie een groot deel in Nederland is geboren en opgegroeid.

Zijn uitspraken passen bij de harde lijn die VVD-leider Dilan Yesilgöz aanhoudt. Ook elders in de partij zijn er veel voorstanders van het opnieuw openbreken van de integratiediscussie. Een ander, ogenschijnlijk kleiner deel is niet gediend van de strategie van Yesilgöz en de harde woorden van Nobel. Aankomende zaterdag komen de vleugels bij elkaar op het VVD-partijcongres in Den Bosch.

Lees ook

Topambtenaren schrijven hart-onder-de-riem-brief aan hun ambtenaren, want ‘polarisatie is de bijl aan de wortel van de samenleving’

De skyline van Den Haag onder meer het Binnenhof, het torentje en enkele ministeries.

Klap voor de coalitie

Staatssecretaris Nora Achahbar (NSC), die van Marokkaanse komaf is, noemde de uitspraak van Nobel als een van de redenen voor haar vertrek uit het kabinet. In een interview met het tv-programma Hart van Nederland zei ze: „Je geeft een groep de schuld, terwijl het Nederlanders zijn. De verschillen werden alleen maar uitvergroot.” NSC-Kamerlid Rosanne Hertzberger, die twee weken geleden de Kamer verliet in navolging van Achahbar, zei in een interview met NRC dat er door het kabinet „ontoelaatbare dingen” zijn gezegd. Specifiek Nobel is volgens haar „echt zijn boekje te buiten gegaan.”

Lees ook

Opgestapte staatssecretaris Achahbar hekelt ‘onwaarheden’ die rondgaan over haar vertrek

Nora Achahbar geeft een toelichting nadat zij als staatssecretaris is opgestapt.

Moskeeverbond K7 deed aangifte tegen de staatssecretaris. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh eiste dat Nobel zijn woorden zou terugnemen en excuses zou maken.

Wie is staatssecretaris Nobel, die de integratiediscussie weer op scherp heeft gezet?

Jurgen Nobel (1988) komt uit een ‘rood nest’: zijn vader, Jeroen Nobel, was vanaf 1998 namens de PvdA gemeenteraadslid, fractievoorzitter, wethouder en waarnemend burgemeester van Aalsmeer en Den Helder.

Jurgen Nobel zelf voelde zich, zo zei hij in een dubbelinterview met zijn vader in het AD, in zijn jeugd vooral aangetrokken tot de opkomende politicus Pim Fortuyn, die de Nederlandse integratiediscussie openbrak. Aan de keukentafel hadden vader en zoon harde discussies, op het ongezellige af. „Ik zat soms met tranen in m’n ogen”, zei Jurgen Nobel in het AD. Na de moord op Fortuyn in 2002 werd Nobel gesterkt in zijn politieke mening. „Ik was toen veertien jaar oud, en toen ben ik actiever na gaan denken. Politiek is meer dan de felle discussies die ik aan de keukentafel heb.” Hij schreef zijn profielwerkstuk op het atheneum over Fortuyn.

‘Mooiboy’ met politiek gevoel

Na zijn studies bedrijfskunde en bestuurskunde in Amsterdam richtte Nobel een duurzaam koffiemerk op. In 2014 werd hij raadslid in Haarlemmermeer namens de VVD. Het was te merken dat Nobel uit een politiek gezin kwam.

„Hij was absoluut een talent. Hij was toen al heel goed in debatteren en helder uitleggen”, vertelt Sophie van de Meeberg, die eerst namens de lokale partij HAP en inmiddels namens D66 in de gemeenteraad zit. Van de Meeberg (1979) behoorde tot dezelfde lichting raadsleden als Nobel. Naast de burgemeester was zij de enige die een praatje hield op zijn afscheid. „We noemden hem de mooiboy van de raad”, memoreert Van de Meeberg. „Hij werd wel eens gevraagd als model en won als scholier elk debattoernooi waaraan hij meedeed. Hij zette meisjes echt in vuur en vlam, ze zetten hun telefoonnummers op stembriefjes voor hem.”

In 2016 diende Nobel samen met de lokale Fortuynistenpartij Forza! een motie in die een taaltoets voor uitkeringsgerechtigden verplicht moest stellen. Van de Meeberg: „Wat daar fantastisch aan was, was dat de motie vol met spelfouten stond. Daar heb ik ’m ontzettend mee gepest. God wat hebben we toen gelachen. Hij was er zo boos over.”

Toen heeft Jurgen mij er publiekelijk van beschuldigd dat ik was voorgetrokken omdat ik iemand uit de organisatie kende. Hij is geen beste verliezer

Sophie van de Meeberg
raadslid gemeente Haarlemmermeer (D66)

Toen Nobel in 2018 kandidaat was in de verkiezing voor beste raadslid van Nederland, was Van de Meeberg dat ook. „Eerst was er een publieksronde, daarin haalde hij veel meer stemmen dan ik. Toen appte hij: hoe voelt het nou om te verliezen van een rechtse boy?” Maar het was Van de Meeberg die door kon naar de volgende ronde, omdat de jury haar inhoudelijk sterker had bevonden. „Dus ik appte: hoe voelt het om te verliezen van een ‘boos links meisje’. Zo noemde hij me vaak.” Van de Meeberg schiet in de lach. „Toen heeft Jurgen mij er publiekelijk van beschuldigd dat ik was voorgetrokken omdat ik iemand uit de organisatie kende. Hij is geen beste verliezer.”

Maar wel kundig. Nobel werd in 2017 fractievoorzitter en in 2019 wethouder. „Zeker als wethouder is hij erg gegroeid”, zegt Van de Meeberg. Ook Herman Koning, die vanaf 2014 als fractieassistent, raadslid, fractievoorzitter en commissielid namens het CDA in de Haarlemmermeerse gemeentepolitiek zit, is nog altijd onder de indruk van Nobel. „Als jong raadslid zag je al dat hij verder zou komen”, zegt Koning. „Toen hij wethouder werd, is dat alleen maar verder gegroeid. Hij kreeg de zwaarste portefeuilles: Schiphol, woningbouw, ruimtelijke ordening en financiën.” Onder Nobel, die later ook locoburgemeester werd, realiseerde de gemeente meer huizen dan was afgesproken en werd de overlast van Schiphol ingeperkt.

Profileren

Marianne Schuurmans (VVD), de burgemeester van Haarlemmermeer, kon op Nobel leunen. „Haarlemmermeer heeft Schiphol, en dat is een forse opgave waar veel onvrede over bestaat. Ik was heel blij met hem, hij pakte dat dossier uitstekend op.” Regelmatig verving Nobel Schuurmans als locoburgemeester, ook op belangrijke thema’s.

Nobel is een rechtse VVD’er, zeggen de mensen die met hem werkten in Haarlemmermeer. Mark Achterbergh, de huidige fractievoorzitter van de plaatselijke VVD zegt: „Omdat hij uit een rood nest komt, wil hij denk ik laten zien dat hij een echte liberaal is.”

Als fractievoorzitter gebruikte Nobel soms harde termen, bijvoorbeeld over asielzoekers. Volgens Nobel had Haarlemmermeer geen sociaal vangnet maar een „sociale hangmat” waar vluchtelingen „gretig gebruik” van maken, zo zei hij in 2018. „Mensen zitten op de bank te wachten op het maandelijkse subsidieshot van de gemeente.” Later matigde hij zijn taalgebruik, zegt Van de Meeberg. „Hij is een goeie politicus, dus hij merkte: dit valt niet goed bij de coalitie.”

Burgemeester Schuurmans vindt het moeilijk om Nobel „politiek te plaatsen binnen de VVD”. Soms liet hij juist een socialer geluid horen, zegt ze. Volgens Schuurmans is Nobel heel goed in staat om zijn boodschap aan te passen op basis van zijn publiek. „Dat is knap, en precies wat je als bestuurder nodig hebt.” Ze wil Nobel niet vergelijken met oud-premier Mark Rutte „maar hierin lijkt Jurgen wel op Mark”, zegt ze.

‘Duidelijk neerzetten’

Sinds Nobel staatssecretaris van Participatie en Integratie is, heeft hij zich maar weinig kunnen profileren. Maar wie zijn optredens volgt, ziet een rechtsere toon dan bij zijn minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, NSC). Nobel hield zich de afgelopen maanden vooral bezig met het participatiegedeelte van zijn portefeuille, zoals het kabinetsplan om de kinderopvang vrijwel gratis te maken. Hij was een van de bewindspersonen die stilletjes opereerden in de schaduw van de vele crises in de coalitie.

Op 28 oktober ging Nobel in gesprek met Deel de Duif, een initiatief van islamitische en joodse jongeren die pleiten voor dialoog en tegen polarisatie, dat is ontstaan na de recente conflicten in het Midden-Oosten. Initiatiefnemer Oumaima Al Abdellaoui (22), praktiserend moslim, vertelt dat Nobel „alsmaar peilde wat ik vond van haatpredikers en extremisme. Het was alsof hij mij daar verantwoordelijk voor hield.” Noa Duizend (24), een van de joodse initiatiefnemers van Deel de Duif, merkte dat Nobel „bevestiging bij ons zocht. Hij vond het een ingewikkeld gesprek.” Al Abdellaoui vond het geen fijne ontmoeting, maar had wel het idee dat Nobel haar en Duizend probeerde te begrijpen. Ze waren gecharmeerd van de jonge staatssecretaris.

Ik denk niet dat het een blunder was. Dat heb ik in die vijf jaar nooit van hem meegemaakt

Marianne Schuurmans
burgemeester van Haarlemmermeer

Tot Nobel twee weken later, de maandag na het geweld in Amsterdam, opdook met zijn harde uithaal naar Nederlanders met een migratieachtergrond. Was het de bedoeling om mensen boos te maken, wilde Nobel provoceren? Volgens mensen in zijn omgeving niet: hij zou zijn uitspraak over islamitische jongeren hebben gedaan in een opwelling, naar aanleiding van de beelden van het geweld in Amsterdam. Van de hevige reacties was hij geschrokken en aangedaan. Maar blunderen is niets voor Nobel, klinkt het uit Haarlemmermeer. Van de Meeberg zegt: „Jurgen is erg van het profileren. Missie geslaagd.”

Burgemeester Schuurmans ziet dat ook zo: „Ik denk niet dat het een blunder was. Dat heb ik in die vijf jaar nooit van hem meegemaakt.” Volgens Schuurmans „weet Jurgen als geen ander dat er zat voorbeelden van geslaagde integratie zijn”. En toch verbaasde het haar niet dat Nobel zo hard uit de hoek kwam. Zij zag hem vaker zo optreden. Eerst „duidelijk neerzetten”, daarna nuanceren. Bijvoorbeeld rond het gevoelige Schipholdossier in Haarlemmermeer. Schuurmans: „Dan zei hij: ‘Schiphol is belangrijk voor onze economie, ik ben geen voorstander van beperking van de vluchten’. Die uitspraak kwam natuurlijk in de krant. Maar in het debat daarna zei hij tegen de kritische gemeenteraad: ik begrijp de zorgen over de nachtrust en de uitstoot. Ik heb een zoontje waar ik me zorgen om maak.” De methode werkte prima in Haarlemmermeer.

Sussen

Iets soortgelijks probeerde Nobel ook een week na zijn gewraakte uitspraken. „De meeste mensen en islamitische jongeren doen gewoon volop mee in onze maatschappij”, suste de staatssecretaris. Nobel zei dat hij in gesprek zou willen met het moskeeverbond K7, dat hem heeft aangeklaagd.

Sorry zeggen of zijn woorden terugnemen, zoals de linkse oppositie maandag van hem eiste, deed Nobel niet

Maar diezelfde dag nog maakte staatssecretaris Achahbar bekend dat ze onder meer wegens de uitspraken van Nobel zou opstappen, dus de verklaring van Nobel vervloog in de wind. Afgelopen maandag deed de VVD’er nog een poging, ditmaal voor de Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nobel opende zijn spreektijd met een knieval. Hij had niet bedoeld mensen „zo voor het hoofd te stoten”. En: „Het raakt mij persoonlijk als iemand die ik ken, zegt: ‘Bedoelde je mij, heb je het ook over mijn kinderen?’ Als dat zo is overgekomen, is dat absoluut niet mijn bedoeling geweest. Ik ben er nooit op uit om een hele groep mensen over een kam te scheren. Want de meeste mensen – en de meeste Nederlandse moslims vallen daar uiteraard ook onder – zijn gewoon hard aan het werk.”

Maar helemaal door de knieën wilde Nobel niet. Sorry zeggen of zijn woorden terugnemen, zoals de linkse oppositie maandag van hem eiste, deed Nobel niet. Hij zei dat hij ook in het vervolg „stevige woorden zal gebruiken op het moment dat het misgaat”.

Lees ook

Niet sussen, maar juist een flinke schep erbovenop: het kabinet-Schoof kiest voor polarisatie

Premier Dick Schoof afgelopen woensdag in de Tweede Kamer tijdens het debat over de rellen in Amsterdam.


Heeft de Kamer vertrouwen in de hersteloperatie bij het UWV?

De problemen bij uitkeringsinstantie UWV zijn groot, maar hoe groot precies? Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC), zal hier deze woensdag en donderdag veel vragen over krijgen, als hij in de Tweede Kamer de begroting van zijn ministerie verdedigt.

Met de Toeslagenaffaire nog vers in het geheugen is er veel politiek ongemak over de fouten rond arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Van alle tweehonderdduizend nieuwe WIA-uitkeringen (inkomen bij arbeidsongeschiktheid) sinds 2020, kreeg een achtste tot een kwart van de ontvangers een te hoog of te laag bedrag. De verschillen lopen op tot honderden euro’s per maand.

De fouten kwamen pas aan het licht na berichtgeving van EenVandaag en het AD, begin september. UWV-medewerkers hadden al eerder ontdekt dat er veel fouten werden gemaakt bij de vaststelling van het WIA-bedrag, maar deze signalen bereikten de leiding niet.

Vrijdag maakte Van Hijum bekend hoe de hersteloperatie eruit zal zien. Duidelijk is dat die omvangrijk zal zijn: het UWV tuigt er een nieuwe afdeling voor op met driehonderd tot vijfhonderd medewerkers.

Maar nog altijd zijn er veel vragen. Zoals: gaan de problemen bij het UWV verder dan alleen de WIA-uitkering? Hoe is het mogelijk dat signalen van UWV-medewerkers hierover nooit de top bereikten? En hoe verstandig is de keuze van Van Hijum dat sommige mensen hun te veel betaalde uitkering moeten terugbetalen?

Onjuiste beoordelingen

Bij steekproeven in 2020 en 2021 kwam al aan het licht dat veel WIA-aanvragen onjuist waren beoordeeld. Een alarmerend signaal waar het UWV „niet of beperkt” iets mee deed, schreef minister Van Hijum in een eerdere brief aan de Kamer.

Volgens het UWV konden de fouten ontstaan door de complexiteit van de regels rond uitkeringen, verouderde ICT-systemen en een tekort aan verzekeringsartsen. Dit veroorzaakte grote achterstanden en het UWV zegt zich vooral te hebben gericht op het terugdringen daarvan. Dat leidde vervolgens tot fouten.

Lees ook

UWV gaat foute WIA-beoordelingen herstellen

Een UWV-kantoor in Zaanstad. De instantie heeft een speciaal departement opricht om fouten met verkeerd verstrekte uitkeringen te corrigeren.Foto Ruchama van der Tas

En wellicht is de problematiek nog groter. Vorige week meldden EenVandaag en AD dat niet alleen WIA-uitkeringen, maar mogelijk ook duizenden Wajong-uitkeringen verkeerd zijn berekend. Dat is een regeling voor mensen die al van jongs af aan een beperking hebben of chronisch ziek zijn. Het UWV herkent zich niet „in het beeld dat AD en EenVandaag schetsen”. Een Wajong-uitkering is eenvoudiger te berekenen dan een WIA-uitkering, zegt een woordvoerder. Er is daarom geen aanleiding om te denken, zegt hij, „dat er veel fouten met financiële gevolgen voor mensen worden gemaakt”.

Zo stellig is Van Hijum niet in zijn brief aan de Kamer. Er bestaat volgens hem „geen betrouwbaar beeld” van de kwaliteit van Wajong-beoordelingen van de afgelopen jaren. Daar werd te weinig op gecontroleerd. Dit noemt hij „zorgwekkend” en iets wat verder zal worden onderzocht door het UWV.

Financiële gevolgen

Bij de foute WIA-uitkeringen heeft iets meer dan de helft van de mensen te weinig geld ontvangen, en de rest te veel.

Wie te weinig kreeg, wordt gecompenseerd, zegt minister Van Hijum. Maar hij wil voorkomen dat zo’n nabetaling nieuwe problemen veroorzaakt. Want wie ineens een grote som geld ontvangt, kan daardoor toeslagen kwijtraken.

Door de mogelijkheid van terugvordering open te houden, draagt de minister bij aan een angst die bij veel kwetsbare mensen leeft

Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB)

Mensen die te veel uitkering hebben ontvangen, hoeven dit niet altijd terug te betalen. Van Hijum wil hier „uitermate terughoudend” in zijn omdat „de overheid fouten heeft gemaakt en mensen daar niet de dupe van mogen zijn”.

Sommige oppositiepartijen willen dat Van Hijum volledig uitsluit dat mensen iets moeten terugbetalen aan het UWV. Zover wil de minister nog niet gaan. Aan de Tweede Kamer schreef hij alleen geld te willen terugvorderen „als het mensen redelijkerwijs echt duidelijk kon zijn dat er een fout werd gemaakt”.

Maar wanneer is iets redelijkerwijs duidelijk? De materie is zo complex dat zelfs „doorgewinterde experts” er moeite mee hebben, schrijft de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in een analyse van het herstelplan van het UWV. „Zouden burgers echt weten hoe de WIA-berekening in elkaar steekt?” vraagt de NSOB zich af. Ook als die burgers door langdurige ziekte mogelijk „minder denk- en doenvermogen hebben”?

De NSOB waarschuwt in zijn analyse: door de mogelijkheid van terugvordering open te houden, draagt de minister bij aan een angst die bij veel kwetsbare mensen leeft sinds de Toeslagenaffaire.

Weinig vertrouwen

Ook de Landelijke Cliëntenraad, belangenbehartiger van mensen met een uitkering, bepleit duidelijkheid. „Als er fouten worden gemaakt, moeten de financiële gevolgen daarvan niet op het bord van de burger komen”, zegt voorzitter Fatma Koser Kaya.

Volgens haar hebben mensen soms weinig vertrouwen in het UWV. „Wij vinden dat alles in het werk gesteld moet worden om het vertrouwen te herstellen. Mensen moeten, vooral in een situatie waarin ze kwetsbaar zijn geworden, krijgen waar ze recht op hebben.”

Koser Kaya noemt het „heel positief” dat het UWV de gemaakte fouten erkent „en bereid is tot herstel”. De Landelijke Cliëntenraad ziet in het herstelplan ook „oog voor de menselijke maat”.

Voor het UWV zelf laat deze kwestie vooral zien dat de inkomensregelingen veel eenvoudiger moeten worden. Dinsdag nog bepleitte bestuursvoorzitter Maarten Camps in de Volkskrant een „radicale vereenvoudiging”, een boodschap die het UWV al jaren afgeeft.

Volgens de NSOB zijn de wetten en regels die het UWV moet uitvoeren zo complex „dat fouten vrijwel inherent onderdeel zijn geworden van het werk”.

Maar een stelselherziening kost geld, volgens een eerder daarvoor aangestelde commissie 1 à 2 miljard euro per jaar. Vooralsnog heeft het kabinet daar geen geld voor vrijgemaakt.

Lees ook

UWV ook met Wajong-beoordelingen in de fout

Een UWV-kantoor in Zaandam. Het UWV erkent dat er „met enige regelmaat” fouten worden gemaakt bij beoordelingen van Wajong-aanvragen. Foto Ruchama van der Tas


NSC heeft als partij het twijfelen van haar leider Omtzigt geïnternaliseerd

Hans van der Burg uit Maassluis noemt zichzelf „kritisch NSC-lid”, zoals het Kees van Kooten-typetje Cor van der Laak dat ooit van de AVRO was. „Dat betekent”, zegt hij telefonisch, „dat ik niet alles meteen voor waar aanneem.” Eén van de waarheden die Van der Burg ter discussie had willen stellen op het ledencongres van NSC, deze zaterdag in Nieuwegein, is de deelname aan het kabinet-Schoof. Van der Burg is daar niet per se tegen, zegt hij, maar vindt dat de leden van de partij zich over die kabinetsdeelname moeten uitspreken: voor of tegen?

Redenen om eruit te stappen, zijn er genoeg, zegt Van der Burg. Hij noemt „de spanningen in de coalitie” tussen NSC en de andere drie partijen, PVV, VVD en BBB. Het recente aftreden van de staatssecretarissen Folkert Idsinga en Nora Achahbar. En, deze week, het vertrek van de Kamerleden Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger, die niet meer kunnen leven met de samenwerking met de andere drie partijen.

Maar het plan van Van der Burg gaat niet door. De motie over het doorgaan in de coalitie die hij in stemming had willen brengen, die eerst bindend was, had hij verwaterd tot ‘zwaarwegend advies’ aan de Kamerfractie. Toch stond het partijbestuur de motie niet toe. „De motie was voor ons ingewikkeld”, zegt bestuurslid Matthijs Punter. „Kamerleden zijn, zoals dat heet, zonder last en ruggenspraak gekozen. Ze zitten er niet alleen namens de leden, maar voor de gehele Nederlandse bevolking. Je kan ze dus geen dergelijke uitspraken voorleggen, dat is ingewikkeld voor een partij die voor goed bestuur staat.”

Hans van der Burg heeft zich er nu bij neergelegd. Hij krijgt spreektijd in het plenaire deel van het congres. En hij wil, zegt hij, „de zaken niet op de spits drijven”. „Het is te makkelijk om nu de partij in de steek te laten. NSC is jong en verdient een kans om te leren. Ik heb veel moeite met wat er de afgelopen weken is gebeurd, maar het congres moet niet alleen maar negatief worden.”

Lees ook

Pieter Omtzigt keert per direct terug in Tweede Kamer

De terugkeer van Omtzigt in de Kamer volgt op grote onrust binnen NSC.

Zetels

Het tweede ledencongres van Nieuw Sociaal Contract valt deze zaterdag op een kritiek moment in het bestaan van de jonge partij. NSC, dat Pieter Omtzigt in augustus vorig jaar oprichtte, heeft zichzelf in een positie gemanoeuvreerd waarin het alleen maar kán verliezen. Bewindspersonen en Kamerleden zijn weggelopen – om verschillende redenen, maar het draaide bij allen om de samenwerking met de PVV. De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB loopt niet en NSC krijgt daar de schuld van. Intern, van de andere drie partijen. En extern, van kiezers. Peilingen laten zien dat NSC van de huidige twintig zetels nu maar drie tot zes zou overhouden.

Rosanne Hertzberger (rechts) en Femke Zeedijk geven een toelichting op hun opstappen uit de Kamerfractie van NSC, afgelopen dinsdag. Zij vertrokken in de nasleep van het geweld in Amsterdam en het stoppen van staatssecretaris Nora Achahbar.
Foto Bart Maat

NSC’ers in Den Haag weten deze dagen niet wat hun overkomt. Ze hebben het gevoel, zeggen ze, dat iedereen tegen ze is. Politici van andere partijen, journalisten, kiezers. De euforische sfeer van precies een jaar geleden, na de verkiezingsoverwinning, is volledig verdwenen. NSC’ers ogen onzeker, schuchter. Ze zijn bang dat er buiten de fractie over ze gepraat wordt. En ze zijn bang dat ze op de fractiegangen over elkaar praten.

Den Haag is getuige van de snelste volwassenwording van een partij sinds 2002. Toen kreeg de LPF in een vergelijkbare positie opeens regeringsverantwoordelijkheid, terwijl er na de moord op Pim Fortuyn geen leider of koers was en de partij de eigen identiteit moest ontdekken terwijl ze moest regeren. Het werd een grote mislukking.

NSC ging drie maanden na de oprichting al meepraten over regeringsverantwoordelijkheid en stapte in een coalitie met de radicaal-rechtse PVV. En dat terwijl het leiderschap wankel was: ex-CDA’er Pieter Omtzigt leidde vóór de verkiezingen een eenmansfractie en werd opeens de baas van negentien andere Kamerleden. Hij was de afgelopen tien weken afwezig om thuis uit te rusten, waarna de fractie in de ene na de andere crisis terechtkwam. Deze week keerde hij terug in Den Haag en mogelijk is hij er volgens de partij op het congres ook bij, hoewel zijn naam niet op de sprekerslijst staat. Het partijleiderschap zal hij de komende tijd combineren met Nicolien van Vroonhoven.

Buitenkant

NSC was een jaar geleden nog de partij die alles ánders wilde doen in Den Haag. Het zou minder om de buitenkant moeten gaan, minder om macht, minder om spel. Het zou weer om inhoudelijke thema’s moeten gaan, om integer en goed besturen. Politieke partijen waren „machtsmachines” geworden, schreef Omtzigt in 2021 in zijn boek Nieuw Sociaal Contract, hij was toen nog CDA’er. Dat wilde NSC anders gaan doen.

Het gevolg is dat NSC het afgelopen jaar een speelbal van de gebeurtenissen is geworden. De kracht van NSC blijkt heel vaak de zwakte. Zo was het NSC dat graag wilde dat de vier partijleiders in de Tweede Kamer bleven zitten, en dat er een partijloze premier kwam. De theorie: meer controle van het parlement op de regering, precies wat Omtzigt wilde. De praktijk: aanhoudende instabiliteit door partijleiders die volledig hun eigen plan trekken.

NSC’ers zien bovendien dat zij niet alleen slecht passen bij de PVV, maar ook bij de VVD en BBB. Vaak zijn zíj de enigen die ergens moeilijk over doen, en kunnen de andere drie het best goed met elkaar vinden. Hóren ze eigenlijk wel in deze rechtse coalitie? NSC’ers twijfelen, zoals Pieter Omtzigt ook twijfelde over grote beslissingen – wel of niet uit het CDA, wel of geen eigen partij, wel of geen premierskandidaat, wel of geen kabinetsdeelname. NSC heeft het twijfelen van Omtzigt geïnternaliseerd.

NSC moet onder extreem moeilijke omstandigheden zichzelf ontdekken. Zeker nu een deel van de linkervleugel van de partij in Den Haag de afgelopen paar weken is verdwenen. Die vraag ligt ook voor op het congres van deze zaterdag: wie zíjn we eigenlijk? Maar in een motie of formele uitspraak zal die vraag niet worden vastgelegd. Er wordt over de actualiteit gepraat, maar de moties waarover gestemd zal worden, zijn ongevaarlijk. Die gaan over wonen, langstudeerboetes, socialemediaverslaving en vooral: over de partijorganisatie zelf. Terwijl de partij in Den Haag van crisis naar crisis holt, willen NSC’ers toch het liefst dat de partij volwassen wordt.

Lees ook

Rosanne Hertzberger: ‘Ik had liever gezien dat we met zijn allen waren gegaan’

Rosanne Hertzberger: „De wil om samen te werken, om het echt samen te doen, ontbreekt in de coalitie.”


Enkele honderden ambtenaren protesteren met brandbrief tegen klimaatbeleid

Het Nederlandse klimaatbeleid houdt een fossiel systeem in stand, verloopt te traag en brengt de rechtsstaat in gevaar. Dat schrijven honderden ambtenaren donderdag in een brandbrief aan de Tweede Kamer en het kabinet Schoof.

Vorig jaar ondertekenden uiteindelijk zo’n 4500 ambtenaren een vergelijkbare brandbrief waarin zij concludeerden dat de Nederlandse overheid haar „zorgplicht niet waarmaakt”.

In de nieuwste brief stellen de ambtenaren dat Nederland zowel haar eigen wetgeving als internationale afspraken over mensenrechten schendt wanneer klimaatdoelen niet worden gehaald. Ze zien dat als „een schending van onze ambtseed” waarvoor een groot deel hun werkgevers „verantwoordelijk houdt”.

In de brief waarschuwen de ondertekenaars voor nieuwe rechtszaken en wijzen ze erop dat „de financiële gevolgen van vertragen en uitstellen op de langere termijn onhoudbaar” zijn.

Oplossingen

De ondertekenaars werken bij verschillende ministeries, gemeenten en provincies, maar ook bij uitvoeringsorganisaties zoals het CBS, de GGD, Staatsbosbeheer, RIVM en Rijkswaterstaat.

In de brief worden oplossingen voorgedragen die volgens hen wel kunnen leiden tot een effectief klimaatbeleid. Zo stellen de schrijvers dat de overheid de resterende kolencentrales moet sluiten, fossiele bedrijven moet verplichten hun directe én indirecte uitstoot te verminderen, en de energie-intensieve industrie, zoals staalproductie, moet afbouwen.

Volgens de ambtenaren loopt de huidige klimaataanpak vast omdat Nederland zowel „het oude fossiele systeem” in stand wil houden als „parallel daaraan een duurzaam energiesysteem” opbouwt. Dat is onhoudbaar, aldus de brief. „Het zorgt voor dubbele kosten, dubbele arbeidsbehoeften en een dubbele energievraag.”

Lees ook

Alles wat je moet weten om het klimaatdebat te doorgronden

Alles wat je moet weten om het klimaatdebat te doorgronden

Het kabinet benadrukt juist dat het bedrijven niet over de grenzen wil duwen als dat betekent dat Nederland daarmee afhankelijk wordt van vervuilendere bedrijven elders. „Die redenering gaat er vanuit dat vervuilende bedrijven daarvoor in de plaats komen”, zegt Daniël Koelikamp, ambtenaar bij de provincie Groningen. Volgens hem kan Nederland beter Europese afspraken maken over gezamenlijke industrie, zoals duurzame staal. „Nu wordt er niet gekozen.”

Ook willen de ondertekenaars dat het kabinet klimaatmaatregelen uitvoert die „er al liggen” maar zijn ingetrokken. Te denken valt dan aan: rekeningrijden of de gebiedsgerichte aanpak om regio’s te laten voldoen aan water-, bodem- en natuurkwaliteit (het Nationaal Programma Landelijk Gebied).

De laatste tijd roeren ambtenaren zich steeds nadrukkelijker in het publieke domein. Sommige ambtenaren zijn sceptisch over het beleid van het kabinet Schoof, zoals onlangs bleek uit onderzoek van Ipsos I&O. Ook geeft een gewijzigde ambtseed – die het algemeen belang van ambtenaren benadrukt – mogelijk ruimte.

„Het is een legitieme manier om je te uiten”, vindt Koelikamp. „Activistisch vind ik geen goede term. Dit hoort bij ons werk. Als je een probleem ziet, ben je als ambtenaar verplicht om aan de bel te trekken. En sommigen komen er niet doorheen bij hun werkgever. Die treden dan naar buiten.”

Lees ook

De prijs van aarzelen met klimaatbeleid

De prijs van aarzelen met klimaatbeleid


Minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken vertrouwt zijn eigen ministerie niet meer

Aan het einde van zijn eerste ronde van antwoorden verloor minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) zijn zelfbeheersing. „Pardon?”, zei Veldkamp terwijl buitenlandwoordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA) een vraag probeerde te stellen aan de interruptiemicrofoon: „Párdon?”

Hoe kon Piri weten dat hij aanstaande maandag en dinsdag een bezoek brengt aan Israël en de Palestijnse Autoriteit? „Ik neem dit zeer ernstig op”, zei Veldkamp. „Het gaat over de veiligheid van mijn reisprogramma. Waar komt deze informatie vandaan?” En even later: „Ik kan op deze manier niet functioneren als minister van Buitenlandse Zaken.”

De begrotingsbehandeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken is normaal gesproken eerder een podium voor deftige verhandelingen over geopolitiek dan voor politieke kooigevechten. Minister Veldkamp, zo zei hij, had zich ook voorbereid op een afgewogen debat over het buitenlandse beleid van het kabinet – maar dat was buiten de actualiteit gerekend. Terwijl de minister debatteerde met de Kamer, citeerde RTL Nieuws uit vertrouwelijke stukken van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De citaten gingen over de situatie in Gaza („ongekend, qua menselijk leed”, „uithongering” door Israël, „een nachtmerrie” schrijven de ambtenaren) en over de onderhandelingen in de EU om te komen tot sancties tegen twee extremistische ministers uit het kabinet van premier Netanyahu.

Lees ook

Topambtenaren schrijven hart-onder-de-riem-brief aan hun ambtenaren, want ‘polarisatie is de bijl aan de wortel van de samenleving

De skyline van Den Haag onder meer het Binnenhof, het torentje en enkele ministeries.

Veldkamp was onaangenaam verrast, want hij had geen idee waar het over ging: „Ik sta hier niet op mijn telefoon te kijken.” Het feit dat er opnieuw was gelekt door ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken nam hij echter zwaar op. Aanvankelijk richtte de aandacht van de Kamer zich op de vraag of de vertrouwelijke stukken openbaar moesten worden gemaakt. PVV-woordvoerder Raymond van Roon noemde daarbij de oppositie „een stel hyena’s” zonder dat Kamervoorzitter en partijgenoot Martin Bosma ingreep – dat deed hij pas nadat Piri zich beklaagde. Veldkamp – die het bericht na vijf minuten schorsing inmiddels had gelezen – liet zich verleiden tot een kwalificatie van het journalistieke werk van RTL en noemde het nieuwsbericht „uiterst selectief” en zelfs „tendentieus”.

De controle

Toen hij wat gekalmeerd was liet Veldkamp doorschemeren dat hij weliswaar geen vertrouwelijke informatie kon vrijgeven, maar dat hij wel bereid was om te kijken wat er wel met de Kamer kon worden gedeeld in een brief. Om welke stukken het precies ging, wist Veldkamp nog niet.

Meteen daarna verloor de minister definitief de controle over het debat, toen bekend werd dat het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag definitief over gaat tot vervolging van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en voormalig minister van Defensie Yoav Gallant voor het plegen van oorlogsmisdaden in Gaza. Kamerleden gooiden de overvallen Veldkamp meteen de dilemma’s voor de voeten. Kon de minister garanderen dat alleen de allernoodzakelijkste diplomatieke contacten met Netanyahu zouden worden onderhouden? Zou hij de Israëlische premier laten oppakken als die zich in Nederland zou vertonen? En wat ging Veldkamp doen bij zijn aanstaande bezoek aan Israël?

Die vraag van woordvoerder Piri leidde tot een woedeuitbarsting zoals zelden is gezien in vak K.

Die vraag van woordvoerder Piri leidde tot een woedeuitbarsting zoals zelden is gezien in vak K. Eerst wordt het inhoudelijke debat gesaboteerd door het lekken uit vertrouwelijke diplomatieke stukken, tierde Veldkamp. En meteen daarna weet de oppositie „van een al dan niet voorgenomen bezoek waarvan ik vanwege de diplomatieke vertrouwelijkheid en vanwege de veiligheid de instructie heb uitgevaardigd dit in zeer kleine kring te houden”.

Minister Veldkamp, zo maakte hij duidelijk, vertrouwde zijn eigen apparaat niet meer. Het is inderdaad niet de eerste keer dat er informatie lekt uit zijn departement, waar de spanningen over de Gaza-oorlog en de tienduizenden Palestijnse burgerdoden in de afgelopen maanden steeds verder zijn opgelopen. Nederland, zo maakte Veldkamp duidelijk, blijft echter het liefst in gesprek met Netanyahu – ook na het arrestatiebevel van het ICC. Tegelijkertijd maakte de minister één ding duidelijk: als de Israëlische premier zich op Nederlands grondgebied begeeft, dan zal hij worden opgepakt. „Nederland leeft het statuut van Rome (de internationaal-juridische basis voor het Strafhof) 100 procent na”, zei Veldkamp. „En als het om arrestatiebevelen gaat: die zullen we uitvoeren.”

Lees ook

Veldkamp: Wilders’ bezoek aan Israëlische illegale nederzettingen ‘haaks op kabinetsbeleid’

Veldkamp voorafgaand aan een ministerraad.


Niet sussen, maar juist een flinke schep erbovenop: het kabinet-Schoof kiest voor polarisatie

Maar liefst vijftien keer herhaalde premier Dick Schoof op vrijdagavond laat de zorgvuldig gekozen formulering dat er „in de fracties en in het kabinet geen sprake was of is van racisme”. Zojuist was staatssecretaris van Toeslagen, Nora Achahbar (NSC), vertrokken uit het kabinet. Zij had aanstoot genomen aan de manier waarop binnen het kabinet gepraat wordt over mensen met een migratieachtergrond. Er was, vertellen bronnen, in racistische termen over Marokkaanse of islamitische Nederlanders gepraat.

Voor Nora Achahbar, het enige kabinetslid van Marokkaanse komaf, waren de gebruikte termen reden om op te stappen. Met haar viel het kabinet bijna ook. NSC’ers verklaarden zich solidair met haar. Andere kabinetsleden eisten juist dat het verwijt van racisme „van tafel” moest. Uiteindelijk slikte NSC haar bezwaren in en suste Schoof de gemoederen bij de andere fracties door iedereen vrij te pleiten van racisme.

In de brief die Achahbar kort na haar aftreden op haar – inmiddels verwijderde – Instagram-pagina plaatste, ging het niet over racisme. Die brief ging over „de polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken”. Schoof maakte dit verwijt meteen klein: hij zei dat Achahbar het had over polarisatie in de samenleving en in de Tweede Kamer. Dus niet in het kabinet. Maar bronnen rondom Achahbar bevestigen dat ze dat wel degelijk bedoelde.

‘Vijandgedreven politiek’

En daarmee raakt Achahbar de kern van de zaak. Het kabinet-Schoof wijkt af van voorgaande kabinetten, door, zoals bijzonder hoogleraar polarisatie en veerkracht Hans Boutellier (Vrije Universiteit) het noemt, aan „vijandgedreven politiek” te doen. Dat betekent, zegt hij, „dat een bepaalde groep als vijand wordt beschouwd, en onderdeel wordt gemaakt van het politieke debat. Donald Trump bedrijft deze politiek, en de PVV van nature ook, met de islam of met Marokkaanse Nederlanders als doelwit. En zodra je een groep als vijand hebt aangewezen, is de volgende vraag: hoe gaan we die vijand bestrijden? De ‘minder minder’-uitspraak van Wilders was een klassiek voorbeeld hiervan.”

Polarisatie, volgens Boutellier „gemobiliseerde vijandschap”, bestaat al geruime tijd in de samenleving. Groepen burgers beschouwen andere groepen als hun vijand. Maar nu de radicaal-rechtse PVV de grootste regeringspartij is geworden, is er volgens Boutellier een nieuwe situatie ontstaan. „De polarisatie komt niet alleen van groepen onderling, maar het openbaar bestuur doet er zelf aan mee. Ofwel: de polarisatie is niet langer horizontaal, maar verticaal: het openbaar bestuur keert zich tégen groepen burgers.”

De eerste tekenen van deze ‘verticale polarisatie’ zag Hans Boutellier in de coronacrisis. Groepen burgers richtten zich niet op elkaar, maar dachten dat de overheid tegen de bevolking aan het samenspannen was. „Er ontstond een beweging van, zoals de AIVD dat noemt, anti-institutioneel extremisme. Dit lijkt wel op de omgekeerde beweging: politiek en bestuur keren zich tegen burgers, gooien olie op het vuur. Dat is problematisch voor een samenleving die toch al onder grote spanning staat.”

Hier waren de afgelopen dagen veel voorbeelden van te zien. Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie, VVD) zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”. Schoof zei vorige week maandag dat „een specifieke groep jongeren met een migratieachtergrond” zich schuldig had gemaakt aan het geweld in Amsterdam, zonder dat die feiten al bekend waren, en verbond daar de conclusie aan dat Nederland „een integratieprobleem” heeft. VVD-leider Dilan Yesilgöz noemde in een ‘longread’ over de rellen „de mislukte integratie” een „bron van alles wat gaande is”. Dit gebeurde allemaal voordat kringen in en rondom het kabinet vertelden dat er dáár, achter de dichte deuren van het Catshuis, nog veel heviger woorden vallen. Woorden als „kutmarokkanen”, en „antisemitisme zit diep in het dna van moslims”. Schoof wilde die uitspraken niet bevestigen of ontkennen.

Volgens Hans Boutellier is het niet nieuw dat groepen in de samenleving meer tegenover elkaar staan, bijvoorbeeld door de oorlog in Gaza. „Wat wél nieuw is, is dat het openbaar bestuur er een flinke schep bovenop doet. En dat heeft weer effect op de samenleving. Zodra vijandgedreven politiek legitimiteit krijgt, is het ook minder problematisch de ander als vijand te benoemen. De overheid staat voor het algemeen belang en moet er voor iedereen zijn, en zou daarom die vijandigheid onder controle moeten houden en dempen.”

Veiligheid en sociale cohesie

Politici kunnen ver gaan in hun uitspraken, voor bestuurders ligt dat anders, zegt hoogleraar politiek pluralisme Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam). „Bestuurders hebben in de eerste plaats de taak de veiligheid en sociale cohesie te bewaren. Dat gaat alleen door te de-escaleren, niet door verder de tegenstellingen aan te wakkeren.”

Als bestuurders voor het laatste kiezen, zegt De Lange, „heeft dat direct een negatieve invloed op burgers”. „Politici onderschatten hun invloed. Ze zeggen vaak dat ze uitdrukken wat burgers voelen, maar het werkt vaak andersom: zij hebben een leidende, agenderende rol in het vormen van de publieke opinie.”

Het is volgens Sarah de Lange „niet heel verrassend dat het kabinet-Schoof actief polariseert”. „Dat hoort bij radicaal-rechts. Ik vind het wel verrassend dat het zo wijdverbreid is geraakt in bestuurlijk Nederland, zowel nationaal als lokaal. Na de rellen werden ook in Amsterdam stevige uitspraken gedaan voordat alle feiten bekend zijn. Pas daarna, in de gemeenteraadsvergadering van dinsdag, is een veel verzoenender toon aangeslagen.”

Ook de vorige premier, Mark Rutte, hanteerde soms buitengewoon polariserende termen. Hij zei ‘pleur op’ over Turkse Nederlanders die Nederlandse normen en waarden niet zouden onderschrijven. Maar dat gebeurde incidenteler, terwijl het volgens de wetenschappers nu voortdurend gebeurt. Zij zien daarom een groot contrast tussen de retoriek en het beleid van het kabinet-Schoof en voorgaande kabinetten. Ook de manier waarop bestuurders omgingen met heftige polariserende gebeurtenissen was anders. Denk aan de sussende, dempende manier waarop bestuurders reageerden op de moord op Theo van Gogh, in 2004, of de vluchtelingencrisis van 2015.

Rellen in Geldermalsen

Een goed voorbeeld daarvan is de toenmalige gemeente Geldermalsen (circa 25.000 inwoners). Eind 2015, midden in de vluchtelingencrisis, werd deze gemeente in de Betuwe landelijk nieuws. De gemeente wilde een asielzoekerscentrum voor 1.500 mensen openen. Bij het gemeentehuis braken vlak voor de beslissende raadsvergadering hevige rellen uit. Hekken, die bedoeld waren om de honderden woedende tegenstanders van het azc tegen te houden, vlogen door de lucht. Agenten werden bekogeld met zwaar vuurwerk of fysiek belaagd, lawinepijlen en flessen vlogen door de lucht. De politie loste waarschuwingsschoten. Opeens voelde Geldermalsen wat ‘polarisatie’ in de praktijk kan betekenen.

De hevige uitbarsting van rellen was voor de gemeenschap „een traumatische gebeurtenis”, vertelt de toenmalige burgemeester Miranda de Vries (PvdA), tegenwoordig zorgbestuurder. Het stelde haar bovendien voor een politiek dilemma: ze moest krachtig optreden, maar wilde voorkomen dat burgers nog dieper verdeeld raakten. Na de rellen, toen de landelijke pers de Betuwe verlaten had en Geert Wilders (PVV) er niet meer over twitterde, begonnen politiek en bestuur in Geldermalsen een proces van ‘heling’, zoals ze dat noemt. „We moesten als gemeentebestuur beter luisteren naar burgers, en ze een kans geven hun emoties te uiten. Dat zou niet makkelijk worden, wisten we, want er was veel woede over ons, de lokale politiek.”

De gemeente plaatste een oproep in de lokale krant: burgers mochten in groepjes van zo’n zes mensen praten. Over de rellen, over politiek, over hun emoties – dit onder leiding van een neutrale gespreksleider. Ook die werden via een oproep geworven in de lokale gemeenschap. Eén raadslid, wethouder of de burgemeester zelf moest erbij zitten, zonder iets te zeggen. Miranda de Vries: „Dat was soms best moeilijk, je hoort echt niet alleen maar leuke dingen over jezelf. Maar de gesprekken werkten heel goed. De spanningen verminderden.”

Lees ook

Dick Schoof kan weer verder met zijn kabinet: met een gedeukt imago, dat wel

Premier Dick Schoof tijdens zijn persconferentie over de afgewende kabinetscrisis , na het vertrek van staatssecretaris Nora Achahbar.

De gemeente koos ervoor burgers te blijven betrekken bij andere polariserende onderwerpen, zoals het plaatsen van windmolens. Overigens heeft de gemeenteraad in 2016 tegen plaatsing van het azc gestemd.

Sarah de Lange zegt dat bestuurders zich te vaak op extreme vleugels in de samenleving richten, en daarmee de grote middengroepen over het hoofd zien. „Terwijl je in iedere stroming gematigde krachten hebt, ook als het gaat om een kwestie als Gaza. Die groepen moet je aanspreken als bestuurder. Anders voelen deze mensen zich niet gehoord, en keren zij zich af van politiek. Dat gebeurt nu te weinig.”