Het Nederlandse klimaatbeleid houdt een fossiel systeem in stand, verloopt te traag en brengt de rechtsstaat in gevaar. Dat schrijven honderden ambtenaren donderdag in een brandbrief aan de Tweede Kamer en het kabinet Schoof.
Vorig jaar ondertekenden uiteindelijk zo’n 4500 ambtenaren een vergelijkbare brandbrief waarin zij concludeerden dat de Nederlandse overheid haar „zorgplicht niet waarmaakt”.
In de nieuwste brief stellen de ambtenaren dat Nederland zowel haar eigen wetgeving als internationale afspraken over mensenrechten schendt wanneer klimaatdoelen niet worden gehaald. Ze zien dat als „een schending van onze ambtseed” waarvoor een groot deel hun werkgevers „verantwoordelijk houdt”.
In de brief waarschuwen de ondertekenaars voor nieuwe rechtszaken en wijzen ze erop dat „de financiële gevolgen van vertragen en uitstellen op de langere termijn onhoudbaar” zijn.
Oplossingen
De ondertekenaars werken bij verschillende ministeries, gemeenten en provincies, maar ook bij uitvoeringsorganisaties zoals het CBS, de GGD, Staatsbosbeheer, RIVM en Rijkswaterstaat.
In de brief worden oplossingen voorgedragen die volgens hen wel kunnen leiden tot een effectief klimaatbeleid. Zo stellen de schrijvers dat de overheid de resterende kolencentrales moet sluiten, fossiele bedrijven moet verplichten hun directe én indirecte uitstoot te verminderen, en de energie-intensieve industrie, zoals staalproductie, moet afbouwen.
Volgens de ambtenaren loopt de huidige klimaataanpak vast omdat Nederland zowel „het oude fossiele systeem” in stand wil houden als „parallel daaraan een duurzaam energiesysteem” opbouwt. Dat is onhoudbaar, aldus de brief. „Het zorgt voor dubbele kosten, dubbele arbeidsbehoeften en een dubbele energievraag.”
Lees ook
Alles wat je moet weten om het klimaatdebat te doorgronden
Het kabinet benadrukt juist dat het bedrijven niet over de grenzen wil duwen als dat betekent dat Nederland daarmee afhankelijk wordt van vervuilendere bedrijven elders. „Die redenering gaat er vanuit dat vervuilende bedrijven daarvoor in de plaats komen”, zegt Daniël Koelikamp, ambtenaar bij de provincie Groningen. Volgens hem kan Nederland beter Europese afspraken maken over gezamenlijke industrie, zoals duurzame staal. „Nu wordt er niet gekozen.”
Ook willen de ondertekenaars dat het kabinet klimaatmaatregelen uitvoert die „er al liggen” maar zijn ingetrokken. Te denken valt dan aan: rekeningrijden of de gebiedsgerichte aanpak om regio’s te laten voldoen aan water-, bodem- en natuurkwaliteit (het Nationaal Programma Landelijk Gebied).
De laatste tijd roeren ambtenaren zich steeds nadrukkelijker in het publieke domein. Sommige ambtenaren zijn sceptisch over het beleid van het kabinet Schoof, zoals onlangs bleek uit onderzoek van Ipsos I&O. Ook geeft een gewijzigde ambtseed – die het algemeen belang van ambtenaren benadrukt – mogelijk ruimte.
„Het is een legitieme manier om je te uiten”, vindt Koelikamp. „Activistisch vind ik geen goede term. Dit hoort bij ons werk. Als je een probleem ziet, ben je als ambtenaar verplicht om aan de bel te trekken. En sommigen komen er niet doorheen bij hun werkgever. Die treden dan naar buiten.”
Aan het einde van zijn eerste ronde van antwoorden verloor minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) zijn zelfbeheersing. „Pardon?”, zei Veldkamp terwijl buitenlandwoordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA) een vraag probeerde te stellen aan de interruptiemicrofoon: „Párdon?”
Hoe kon Piri weten dat hij aanstaande maandag en dinsdag een bezoek brengt aan Israël en de Palestijnse Autoriteit? „Ik neem dit zeer ernstig op”, zei Veldkamp. „Het gaat over de veiligheid van mijn reisprogramma. Waar komt deze informatie vandaan?” En even later: „Ik kan op deze manier niet functioneren als minister van Buitenlandse Zaken.”
De begrotingsbehandeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken is normaal gesproken eerder een podium voor deftige verhandelingen over geopolitiek dan voor politieke kooigevechten. Minister Veldkamp, zo zei hij, had zich ook voorbereid op een afgewogen debat over het buitenlandse beleid van het kabinet – maar dat was buiten de actualiteit gerekend. Terwijl de minister debatteerde met de Kamer, citeerde RTL Nieuws uit vertrouwelijke stukken van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De citaten gingen over de situatie in Gaza („ongekend, qua menselijk leed”, „uithongering” door Israël, „een nachtmerrie” schrijven de ambtenaren) en over de onderhandelingen in de EU om te komen tot sancties tegen twee extremistische ministers uit het kabinet van premier Netanyahu.
Lees ook
Topambtenaren schrijven hart-onder-de-riem-brief aan hun ambtenaren, want ‘polarisatie is de bijl aan de wortel van de samenleving
Veldkamp was onaangenaam verrast, want hij had geen idee waar het over ging: „Ik sta hier niet op mijn telefoon te kijken.” Het feit dat er opnieuw was gelekt door ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken nam hij echter zwaar op. Aanvankelijk richtte de aandacht van de Kamer zich op de vraag of de vertrouwelijke stukken openbaar moesten worden gemaakt. PVV-woordvoerder Raymond van Roon noemde daarbij de oppositie „een stel hyena’s” zonder dat Kamervoorzitter en partijgenoot Martin Bosma ingreep – dat deed hij pas nadat Piri zich beklaagde. Veldkamp – die het bericht na vijf minuten schorsing inmiddels had gelezen – liet zich verleiden tot een kwalificatie van het journalistieke werk van RTL en noemde het nieuwsbericht „uiterst selectief” en zelfs „tendentieus”.
De controle
Toen hij wat gekalmeerd was liet Veldkamp doorschemeren dat hij weliswaar geen vertrouwelijke informatie kon vrijgeven, maar dat hij wel bereid was om te kijken wat er wel met de Kamer kon worden gedeeld in een brief. Om welke stukken het precies ging, wist Veldkamp nog niet.
Meteen daarna verloor de minister definitief de controle over het debat, toen bekend werd dat het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag definitief over gaat tot vervolging van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en voormalig minister van Defensie Yoav Gallant voor het plegen van oorlogsmisdaden in Gaza. Kamerleden gooiden de overvallen Veldkamp meteen de dilemma’s voor de voeten. Kon de minister garanderen dat alleen de allernoodzakelijkste diplomatieke contacten met Netanyahu zouden worden onderhouden? Zou hij de Israëlische premier laten oppakken als die zich in Nederland zou vertonen? En wat ging Veldkamp doen bij zijn aanstaande bezoek aan Israël?
Die vraag van woordvoerder Piri leidde tot een woedeuitbarsting zoals zelden is gezien in vak K.
Die vraag van woordvoerder Piri leidde tot een woedeuitbarsting zoals zelden is gezien in vak K. Eerst wordt het inhoudelijke debat gesaboteerd door het lekken uit vertrouwelijke diplomatieke stukken, tierde Veldkamp. En meteen daarna weet de oppositie „van een al dan niet voorgenomen bezoek waarvan ik vanwege de diplomatieke vertrouwelijkheid en vanwege de veiligheid de instructie heb uitgevaardigd dit in zeer kleine kring te houden”.
Minister Veldkamp, zo maakte hij duidelijk, vertrouwde zijn eigen apparaat niet meer. Het is inderdaad niet de eerste keer dat er informatie lekt uit zijn departement, waar de spanningen over de Gaza-oorlog en de tienduizenden Palestijnse burgerdoden in de afgelopen maanden steeds verder zijn opgelopen. Nederland, zo maakte Veldkamp duidelijk, blijft echter het liefst in gesprek met Netanyahu – ook na het arrestatiebevel van het ICC. Tegelijkertijd maakte de minister één ding duidelijk: als de Israëlische premier zich op Nederlands grondgebied begeeft, dan zal hij worden opgepakt. „Nederland leeft het statuut van Rome (de internationaal-juridische basis voor het Strafhof) 100 procent na”, zei Veldkamp. „En als het om arrestatiebevelen gaat: die zullen we uitvoeren.”
Lees ook
Veldkamp: Wilders’ bezoek aan Israëlische illegale nederzettingen ‘haaks op kabinetsbeleid’
Maar liefst vijftien keer herhaalde premier Dick Schoof op vrijdagavond laat de zorgvuldig gekozen formulering dat er „in de fracties en in het kabinet geen sprake was of is van racisme”. Zojuist was staatssecretaris van Toeslagen, Nora Achahbar (NSC), vertrokken uit het kabinet. Zij had aanstoot genomen aan de manier waarop binnen het kabinet gepraat wordt over mensen met een migratieachtergrond. Er was, vertellen bronnen, in racistische termen over Marokkaanse of islamitische Nederlanders gepraat.
Voor Nora Achahbar, het enige kabinetslid van Marokkaanse komaf, waren de gebruikte termen reden om op te stappen. Met haar viel het kabinet bijna ook. NSC’ers verklaarden zich solidair met haar. Andere kabinetsleden eisten juist dat het verwijt van racisme „van tafel” moest. Uiteindelijk slikte NSC haar bezwaren in en suste Schoof de gemoederen bij de andere fracties door iedereen vrij te pleiten van racisme.
In de brief die Achahbar kort na haar aftreden op haar – inmiddels verwijderde – Instagram-pagina plaatste, ging het niet over racisme. Die brief ging over „de polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken”. Schoof maakte dit verwijt meteen klein: hij zei dat Achahbar het had over polarisatie in de samenleving en in de Tweede Kamer. Dus niet in het kabinet. Maar bronnen rondom Achahbar bevestigen dat ze dat wel degelijk bedoelde.
‘Vijandgedreven politiek’
En daarmee raakt Achahbar de kern van de zaak. Het kabinet-Schoof wijkt af van voorgaande kabinetten, door, zoals bijzonder hoogleraar polarisatie en veerkracht Hans Boutellier (Vrije Universiteit) het noemt, aan „vijandgedreven politiek” te doen. Dat betekent, zegt hij, „dat een bepaalde groep als vijand wordt beschouwd, en onderdeel wordt gemaakt van het politieke debat. Donald Trump bedrijft deze politiek, en de PVV van nature ook, met de islam of met Marokkaanse Nederlanders als doelwit. En zodra je een groep als vijand hebt aangewezen, is de volgende vraag: hoe gaan we die vijand bestrijden? De ‘minder minder’-uitspraak van Wilders was een klassiek voorbeeld hiervan.”
Polarisatie, volgens Boutellier „gemobiliseerde vijandschap”, bestaat al geruime tijd in de samenleving. Groepen burgers beschouwen andere groepen als hun vijand. Maar nu de radicaal-rechtse PVV de grootste regeringspartij is geworden, is er volgens Boutellier een nieuwe situatie ontstaan. „De polarisatie komt niet alleen van groepen onderling, maar het openbaar bestuur doet er zelf aan mee. Ofwel: de polarisatie is niet langer horizontaal, maar verticaal: het openbaar bestuur keert zich tégen groepen burgers.”
De eerste tekenen van deze ‘verticale polarisatie’ zag Hans Boutellier in de coronacrisis. Groepen burgers richtten zich niet op elkaar, maar dachten dat de overheid tegen de bevolking aan het samenspannen was. „Er ontstond een beweging van, zoals de AIVD dat noemt, anti-institutioneel extremisme. Dit lijkt wel op de omgekeerde beweging: politiek en bestuur keren zich tegen burgers, gooien olie op het vuur. Dat is problematisch voor een samenleving die toch al onder grote spanning staat.”
Hier waren de afgelopen dagen veel voorbeelden van te zien. Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie, VVD) zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”. Schoof zei vorige week maandag dat „een specifieke groep jongeren met een migratieachtergrond” zich schuldig had gemaakt aan het geweld in Amsterdam, zonder dat die feiten al bekend waren, en verbond daar de conclusie aan dat Nederland „een integratieprobleem” heeft. VVD-leider Dilan Yesilgöz noemde in een ‘longread’ over de rellen „de mislukte integratie” een „bron van alles wat gaande is”. Dit gebeurde allemaal voordat kringen in en rondom het kabinet vertelden dat er dáár, achter de dichte deuren van het Catshuis, nog veel heviger woorden vallen. Woorden als „kutmarokkanen”, en „antisemitisme zit diep in het dna van moslims”. Schoof wilde die uitspraken niet bevestigen of ontkennen.
Volgens Hans Boutellier is het niet nieuw dat groepen in de samenleving meer tegenover elkaar staan, bijvoorbeeld door de oorlog in Gaza. „Wat wél nieuw is, is dat het openbaar bestuur er een flinke schep bovenop doet. En dat heeft weer effect op de samenleving. Zodra vijandgedreven politiek legitimiteit krijgt, is het ook minder problematisch de ander als vijand te benoemen. De overheid staat voor het algemeen belang en moet er voor iedereen zijn, en zou daarom die vijandigheid onder controle moeten houden en dempen.”
Veiligheid en sociale cohesie
Politici kunnen ver gaan in hun uitspraken, voor bestuurders ligt dat anders, zegt hoogleraar politiek pluralisme Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam). „Bestuurders hebben in de eerste plaats de taak de veiligheid en sociale cohesie te bewaren. Dat gaat alleen door te de-escaleren, niet door verder de tegenstellingen aan te wakkeren.”
Als bestuurders voor het laatste kiezen, zegt De Lange, „heeft dat direct een negatieve invloed op burgers”. „Politici onderschatten hun invloed. Ze zeggen vaak dat ze uitdrukken wat burgers voelen, maar het werkt vaak andersom: zij hebben een leidende, agenderende rol in het vormen van de publieke opinie.”
Het is volgens Sarah de Lange „niet heel verrassend dat het kabinet-Schoof actief polariseert”. „Dat hoort bij radicaal-rechts. Ik vind het wel verrassend dat het zo wijdverbreid is geraakt in bestuurlijk Nederland, zowel nationaal als lokaal. Na de rellen werden ook in Amsterdam stevige uitspraken gedaan voordat alle feiten bekend zijn. Pas daarna, in de gemeenteraadsvergadering van dinsdag, is een veel verzoenender toon aangeslagen.”
Ook de vorige premier, Mark Rutte, hanteerde soms buitengewoon polariserende termen. Hij zei ‘pleur op’ over Turkse Nederlanders die Nederlandse normen en waarden niet zouden onderschrijven. Maar dat gebeurde incidenteler, terwijl het volgens de wetenschappers nu voortdurend gebeurt. Zij zien daarom een groot contrast tussen de retoriek en het beleid van het kabinet-Schoof en voorgaande kabinetten. Ook de manier waarop bestuurders omgingen met heftige polariserende gebeurtenissen was anders. Denk aan de sussende, dempende manier waarop bestuurders reageerden op de moord op Theo van Gogh, in 2004, of de vluchtelingencrisis van 2015.
Rellen in Geldermalsen
Een goed voorbeeld daarvan is de toenmalige gemeente Geldermalsen (circa 25.000 inwoners). Eind 2015, midden in de vluchtelingencrisis, werd deze gemeente in de Betuwe landelijk nieuws. De gemeente wilde een asielzoekerscentrum voor 1.500 mensen openen. Bij het gemeentehuis braken vlak voor de beslissende raadsvergadering hevige rellen uit. Hekken, die bedoeld waren om de honderden woedende tegenstanders van het azc tegen te houden, vlogen door de lucht. Agenten werden bekogeld met zwaar vuurwerk of fysiek belaagd, lawinepijlen en flessen vlogen door de lucht. De politie loste waarschuwingsschoten. Opeens voelde Geldermalsen wat ‘polarisatie’ in de praktijk kan betekenen.
De hevige uitbarsting van rellen was voor de gemeenschap „een traumatische gebeurtenis”, vertelt de toenmalige burgemeester Miranda de Vries (PvdA), tegenwoordig zorgbestuurder. Het stelde haar bovendien voor een politiek dilemma: ze moest krachtig optreden, maar wilde voorkomen dat burgers nog dieper verdeeld raakten. Na de rellen, toen de landelijke pers de Betuwe verlaten had en Geert Wilders (PVV) er niet meer over twitterde, begonnen politiek en bestuur in Geldermalsen een proces van ‘heling’, zoals ze dat noemt. „We moesten als gemeentebestuur beter luisteren naar burgers, en ze een kans geven hun emoties te uiten. Dat zou niet makkelijk worden, wisten we, want er was veel woede over ons, de lokale politiek.”
De gemeente plaatste een oproep in de lokale krant: burgers mochten in groepjes van zo’n zes mensen praten. Over de rellen, over politiek, over hun emoties – dit onder leiding van een neutrale gespreksleider. Ook die werden via een oproep geworven in de lokale gemeenschap. Eén raadslid, wethouder of de burgemeester zelf moest erbij zitten, zonder iets te zeggen. Miranda de Vries: „Dat was soms best moeilijk, je hoort echt niet alleen maar leuke dingen over jezelf. Maar de gesprekken werkten heel goed. De spanningen verminderden.”
Lees ook
Dick Schoof kan weer verder met zijn kabinet: met een gedeukt imago, dat wel
De gemeente koos ervoor burgers te blijven betrekken bij andere polariserende onderwerpen, zoals het plaatsen van windmolens. Overigens heeft de gemeenteraad in 2016 tegen plaatsing van het azc gestemd.
Sarah de Lange zegt dat bestuurders zich te vaak op extreme vleugels in de samenleving richten, en daarmee de grote middengroepen over het hoofd zien. „Terwijl je in iedere stroming gematigde krachten hebt, ook als het gaat om een kwestie als Gaza. Die groepen moet je aanspreken als bestuurder. Anders voelen deze mensen zich niet gehoord, en keren zij zich af van politiek. Dat gebeurt nu te weinig.”
Het AD vraagt zich af hoe lang dit kabinet nog kan aanblijven nadat het aangekondigde vertrek van staatssecretaris Nora Achahbar het complete kabinet aan het wankelen bracht. „De coalitie lijkt ten dode opgeschreven, ook nu een kabinetsval even afgewend is”, schrijft de krant. „Sinds dag één domineert wantrouwen en kift de samenwerking tussen PVV, VVD, NSC en BBB.”
„Het integratiedebat was van begin af aan de open zenuw in de regeringscoalitie”, schrijft de Volkskrant. Hoewel de opgestapte staatssecretaris Achahbar zelf het woord racisme niet in de mond nam, zeiden ingewijden vrijdag tegen de krant dat er volgens haar wel degelijk „kwetsende, radicale en mogelijk racistische uitspraken” zijn gedaan „door meerdere bewindspersonen”. Zij en andere NSC-bewindslieden zouden zich sowieso uitermate hebben gestoord aan de in het openbaar gedane uitspraak van VVD-staatssecretaris Jurgen Nobel van Participatie en Integratie dat „islamitische jongeren voor een heel groot deel niet onze normen en waarden onderschrijven”.
„Het móet een keer misgaan, die samenwerking tussen de uiterst rechtse PVV en de zelfbenoemde ‘middenpartij’ Nieuw Sociaal Contract”, schrijft Trouw over het „wankele kabinet. Volgens de krant overleeft het kabinet in elk geval dit weekend en wordt „over de precieze ernst van de gewraakte opmerkingen in de ministerraad van maandag door alle betrokkenen verschillend geoordeeld”.
De Telegraaf schrijft onder kop ‘Vlam slaat weer in de pan‘ dat er „waarschijnlijk nog wel wat vervolggesprekken moeten plaatsvinden over wat er de afgelopen dagen allemaal is gebeurd”. De krant benadrukt dat de kabinetscrisis maar „ternauwernood” is afgewend, maar dat uiteindelijk alleen NSC-staatssecretaris Achahbar is afgetreden, terwijl de de andere NSC-bewindslieden aanblijven.
De Vlaamse krant De Morgen spreekt van „een kortstondige crisis” die „verregaande gevolgen dreigde te hebben”. Maar omdat de NSC-ministers en -staatssecretarissen na urenlang crisisoverleg akkoord zijn gegaan in de regering te blijven kan de regering-Schoof aanblijven. „Althans voorlopig”, concludeert de krant.
De Duitse krant Frankfurter Allgemeine schrijft dat de coalitie, waar ook de radicaal-rechtse partij van Geert Wilders toebehoort, als „uitermate instabiel” geldt. Maar de krant wijst erop dat premier Schoof stellig blijft beweren dat er „geen sprake is en was van racisme in de regering”.
Volgens een feitelijk stukje in The Guardian kwam het rechtse kabinet van Dick Schoof in een crisis terecht vanwege vermeende racistische opmerkingen van bewindslieden, maar weet de coalitieregering na lang crisisberaad toch stand te houden.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Schoof: We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan
„De toon en inhoud van het debat zoals dat ook de afgelopen week is gevoerd is in strijd met mijn persoonlijke waarden en integriteit”, zei de opgestapte staatssecretaris Nora Achahbar van Financiën (NSC) vrijdagnacht in een korte toelichting op haar vertrek. „En in strijd met wie ik ben”.
Ze herhaalde daarbij dat ze de huidige polarisatie in de samenleving „gevaarlijk” vindt, zoals ze ook al in haar vrijdagavond laat gepubliceerde afscheidsbrief schreef.
In haar schriftelijke en mondelinge toelichting op haar vertrek nam Achahbar het woord „racisme” niet in de mond, terwijl daar vrijdag wel uitdrukkelijk berichten over circuleerden.
Ze beantwoordde na haar korte verklaring geen vragen van journalisten, die onder meer wilden weten wat er waar is van de berichten dat bewindslieden tijdens de ministerraad van maandag zouden hebben gesproken over „kutmarokkanen” en „halalvreters”.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Schoof: We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan
„Als je alles wat er is gezegd aan tafel goed bekijkt, is dat geen racisme”, aldus tijdelijk NSC-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven na afloop van de persconferentie van premier Dick Schoof. Gedurende de vrijdag kwamen berichten naar buiten dat het tijdens de ministerraad van maandag onder meer is gegaan over ‘halalvreters’, ‘kutmarokkanen’ en ook zou asielminister Marjolein Faber (PVV) hebben gezegd dat antisemitisme genetisch bepaald zou zijn.
Van Vroonhoven wilde niet reageren op die berichten en voegde toe dat het strafbaar zou zijn als zij de inhoud van de ministerraad zou kennen, ondanks het feit dat ze eerder had vastgesteld dat er geen racisme bij de ministerraad was geweest.
Ook stelde ze in een aparte cirkelredenering vast dat er überhaupt geen sprake van racisme zou kunnen zijn in dit kabinet. „Dat kan ook niet, want als er goed bestuur is, kan je niet verder met iets wat racisme is. Daar zouden we ontzettend fel op zijn.”
Over de afgetreden NSC-staatssecretaris Nora Achahbar zei Van Vroonhoven dat enorm te betreuren dat zij is vertrokken. Maar volgens Van Vroonhoven betekent het besluit van Achahbar om te vertrekken niet dat de andere NSC-bewindspersonen ook moeten opstappen, zoals gedurende de vrijdag bij een deel van de NSC-bewindspersonen de wens leek te zijn. „[Achahbar] heeft een persoonlijke afweging gemaakt”, aldus Van Vroonhoven. Of zij zich racistisch bejegend heeft gevoeld, „dat moet u aan haar vragen”.
Wel wilde ze erkennen dat er „het een en ander” mankeert aan de onderliggende verhoudingen in de coalitie. „Met de vier fractievoorzitters komen we een paar keer goed samen en gaan we daar de schouders onder zetten”, voegde ze toe.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Schoof: We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan
Premier Dick Schoof heeft na urenlang crisisoverleg op het Catshuis bevestigd dat het kabinet na het opstappen van staatssecretaris Nora Achahbar van Financiën verder gaat. „We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan”, zei hij vrijdagavond laat op een persconferentie. „Het opstappen van Achahbar kwam onverwacht en raakte mij en collega-bewindspersonen”.
Schoof wil geen uitspraken doen over wat er precies in de ministerraad van afgelopen maandag is gezegd, maar zei in antwoord op vragen herhaaldelijk dat er geen sprake is en was van racisme binnen het kabinet en de coalitiefracties. Hij wijst er daarbij op dat Achahbar in haar vertrekbrief niets schrijft over racisme.
De premier zei tijdens zijn korte persconferentie verder dat hij geen gehoor wil geven aan de oproep van oppositiepartijen om de notulen van de ministerraad te openbaren. „Het gespreksverslag is staatsgeheim en blijft voorlopig ook geheim”.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Schoof: We hebben als kabinet het vertrouwen uitgesproken met elkaar door te gaan
Het kabinet-Schoof gaat door, maar zonder NSC-staatssecretaris Nora Achahbar. Dat is vrijdagavond de uitkomst van de ministerraad waar ook de fractieleiders van de coalitiepartijen bij aanschoven, melden Haagse bronnen aan NRC. De crisis die sinds vrijdagochtend in het kabinet heerste, lijkt daarmee bezworen.
Liveblog Crisisberaad kabinet
Kabinet-Schoof gaat door, zonder NSC-staatssecretaris Achahbar
„We hebben wel heel even wat te slikken”, zei Nicolien van Vroonhoven, de tijdelijke leider van NSC, bij aankomst bij het Catshuis. Op de vraag of haar partij door wil met het kabinet, zei ze: „Dat gaan we met elkaar bekijken.”
Uit NSC komen geluiden dat er bij de ministerraad van maandag racistische en anti-Marokkaanse uitspraken zijn gedaan, onder meer door bewindslieden van VVD en BBB. Dat was voor staatssecretaris Nora Achahbar reden om op te willen stappen. „Het raakt ons in het hart”, zei Van Vroonhoven over haar vertrek.
Ook andere bewindspersonen van NSC zouden moeite hebben met de uitspraken die maandag gedaan zouden zijn. Of meer NSC’ers uit het kabinet vertrekken, kon Van Vroonhoven nog niet bevestigen. „Dat gaan we zo zien”, aldus de tijdelijke leider van NSC.
Liveblog Crisisberaad kabinet
NSC-leider Van Vroonhoven bij aankomst Catshuis: ‘We gaan bekijken of we door kunnen met dit kabinet’
NSC-partijleider Pieter Omtzigt komt toch niet naar het Catshuis voor het crisisoverleg. Vanuit NSC klinkt dat dat ook „niet aan de orde is geweest”.
Bronnen in de coalitie zeiden eerder tegen NRC dat tijdelijk NSC-leider Nicolien van Vroonhoven had gezegd dat zij en Pieter Omtzigt samen naar het crisisoverleg zouden komen. Dat zou op verzet bij de andere coalitiepartijen zijn gestuit, ook omdat de andere partijleiders allemaal alleen naar het overleg zouden komen.
Even voor 18 uur arriveerden de eerste partijleiders bij het Catshuis. Daarvoor was de Indonesische catering al gearriveerd. De verwachting bij de coalitiepartijen is dat het overleg de hele avond kan duren.
Liveblog Crisisberaad kabinet
NSC-leider Van Vroonhoven bij aankomst Catshuis: ‘We gaan bekijken of we door kunnen met dit kabinet’