Opinie | Water en brood

Het was een zonnige, warme lentedag. We zijn wezen zwemmen en na een middag vol waterpret eten we ’s avonds buiten in de tuin. Bij het naar bed brengen klets ik nog wat met mijn middelste zoon (elf jaar). Het gaat over het stokbrood dat we aten bij de soep en of het de volgende keer weer wit mag zijn. Want: „Zelfs ons wc-papier is volkoren!”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Vakantielied

Waarschijnlijk geïnspireerd door de kruisbeelden die hij op de wandelingen met zijn ouders in Beieren had gezien, begint onze zesjarige kleinzoon op de terugreis op een zelfbedachte melodie opeens te zingen: „Ik heb een gouden onderbroek, dus ik ben Jezus.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Een lofzang op de ov-fiets

Een straffe wind giert door een krap zijstraatje van treinstation Heiloo. Daar staan, begin januari, honderden hardlopers, veelal gehuld in niet meer dan een korte broek en T-shirt, te vernikkelen. Ze wachten op de pendelbus die ze naar het marathonparcours van Egmond langs het strand brengt. Er zijn bij lange na niet genoeg bussen om iedereen op tijd bij de start te krijgen.

Eén van de hardlopers kijkt op zijn telefoon of er nog ov-fietsen beschikbaar zijn. Dat blijkt niet het geval – de ene fiets die er staat, heeft een gebroken ketting. Als twee wachtende sporters een kwartier later zien dat een treinreiziger zijn ov-fiets terugbrengt naar de stalling, sprinten ze er samen naartoe. De snelste weet de fiets te bemachtigen en kan op eigen houtje, vrij van pendelbus-stress richting de Egmondse halve marathon.

Het moet hem een ultiem gevoel van comfort en autonomie geven. Terwijl zijn concurrerende lopers moeten haasten om op tijd in het juiste startvak te arriveren, kan hij zijn spieren alvast warm trappen in de wetenschap dat hij zeker op tijd komt. Veroordeeld tot het openbaar vervoer in Nederland, betekent vaak veroordeeld tot onzekerheid.

Waar je als tram-, metro- en vooral treinreiziger vaker dan je lief is voor onaangename verrassingen komt te staan, is de ov-fiets een baken van degelijkheid en betrouwbaarheid. Nederland telt er 22.500, verdeeld over 288 locaties (244 stations) – vooraf is eenvoudig te controleren hoeveel fietsen op een locatie voorhanden zijn. Neem een willekeurig klein station, bijvoorbeeld het Noord-Hollandse Anna Paulowna, waar rond het middaguur op donderdag nog vier van de tien fietsen beschikbaar zijn.

De ov-fiets is eenvoudig in gebruik, elegant en herkenbaar qua uiterlijk. Hij laat zich door geen weersomstandigheid, verslapen machinist of wisselstoring uit de weg ruimen. In tegenstelling tot reizen met de trein is de ov-fiets relatief goedkoop, maar nog veel belangrijker: je kunt ermee vertrekken en arriveren wanneer je wilt. Twijfelen over een laatste of één na laatste biertje in de kroeg hoeft niet meer: met de ov-fiets weet je precies hoe laat je ergens terechtkomt – je kunt het zelfs zelf beïnvloeden.

Je hoeft niet langer te panikeren om kwetsbare overstapexercities van bus op tram op trein die door allerlei onvoorziene factoren een reis kunnen verstieren. Het leven van een ov-forens hangt van verrassingen, frustraties en onzekerheden aan elkaar, maar niet met de ov-fiets: (vrijwel) altijd en voor bijna iedereen beschikbaar.

Het is vaak verleidelijk om af te geven op de NS. Reizen met de trein is de afgelopen jaren niet aantrekkelijker maar wel prijziger geworden. De komende jaren zal dat waarschijnlijk niet anders zijn. Die kritiek is luid – en vaak terecht, maar soms ook ongenuanceerd.

Een gemiddelde reportage over treinstoringen geeft de indruk dat Nederland qua openbaar vervoer volledig vastloopt. Aandacht voor positieve en probleemvrije ov-perikelen is er zelden. Daarom deze ode aan de ov-fiets, die mijn leven in elk geval een stuk comfortabeler heeft gemaakt.

Wie zich volgende week weer als een haring in een ton probeert te wurmen door rond het spitsuur een tram, bus of metro in te stappen, weet dat er een alternatief is: gezonder, comfortabeler en betrouwbaarder.

Gun jezelf dat kleine beetje onafhankelijkheid en pak wat vaker de ov-fiets. Ontstaat er gelijk meer ruimte voor de minder vitale reizigers die echt afhankelijk zijn van het openbaar vervoer.


Column | Hoe zal het aflopen?

Het hele nieuwsgebeuren lijkt steeds meer één grote cliffhanger te worden, geconcentreerd rond de vraag: hoe zal het aflopen? Het begint met een of ander duister incident, of een moeilijk te doorgronden ontwikkeling en vervolgens snakken we eindeloos lang naar de ontknoping. Op die manier blijft de Grote Scenarioschrijver, door sommigen ook wel God genoemd, ons bezig houden.

Het kan om onbenullige kwesties gaan, zoals de diskwalificatie van Joost Klein bij het Eurovisie Songfestival, maar ook om belangrijke zaken zoals de kabinetsformatie in Nederland, om nog maar te zwijgen van de dramatische oorlogen in Oekraïne en Gaza. Hoe zal dat allemaal aflopen? Aan die oorlogen zal ik me als kleine scenarioschrijver niet wagen, maar aan Klein en de kabinetsformatie durf ik wel mijn vingers te branden.

Zo kan ik me nauwelijks voorstellen dat Zweden nog tot vervolging van Klein zal overgaan. Erg doortastend lijken politie en Justitie daar niet. De vraag is vooral of Klein méér heeft gedaan dan het maken van een dreigend gebaar naar een cameravrouw. Heeft hij daarbij die vrouw en/of haar camera geraakt? Dat zou enig strafrechtelijk verschil kunnen maken. Het lijkt een klein, overzichtelijk incident waarbij bovendien getuigen aanwezig waren. Maar in Zweden doen ze alsof ze nog op zoek zijn naar de moordenaar van premier Palme in 1986, die ze pas in 2020 vonden, althans, dáchten te vinden – de verdachte was allang dood.

Nee, Klein hoeft zich geen grote zorgen te maken, temeer omdat alle ophef hem vermoedelijk schatrijk maakt, net als eerdere controversiële artiesten, zoals Peter de Waard in zijn column in de Volkskrant constateerde.

De uitkomst van de kabinetsformatie is lastiger te voorspellen. De lezer weet misschien op woensdagavond meer dan ik nu, maar dat maakt het voor mij juist nóg verleidelijker om hier te speculeren.

Alles draait om Pieter Omtzigt. Als hij geen centrumrechts kabinet wil, dan komt het er niet. Omtzigt is een geboren aarzelaar wiens geaarzel, moet ik bekennen, ook mij aan het aarzelen heeft gemaakt. Ik zag hem eerst als een slapjanus die voor Wilders door de knieën zou gaan als het politieke puntje bij het politieke paaltje kwam. Maar later moest ik toegeven dat hij als enige betrokken politicus iets van een moreel geweten toonde tijdens de onderhandelingen. Dat bleek alleen al uit de verontwaardiging van Wilders bij persmomenten en op X.

Heeft Omtzigt standgehouden? Ik vrees van niet. Volgens de jongste berichten is er op migratie – Wilders’ belangrijkste punt – overeenstemming bereikt. Dat zal de doorslag geven. Omtzigt heeft, al aarzelend, te lang dóór onderhandeld – hij kan nu niet meer terug. Hij zal er ooit vreselijke spijt van krijgen, net als destijds het CDA, maar daar schieten we nu niets mee op. Dat kabinet met de PVV komt er – met de ministers Mona Keijzer, Fred Teeven, Marco Pastors en Fleur Agema.

De nieuwe premier wordt Kim Putters. Ik zag het aan het verlegen lachje van Putters toen presentator Jeroen Wollaars zoiets suggereerde bij de uitreiking van de Libris Literatuurprijs. Wilders heeft Putters sluw losgeweekt uit het linkse kamp, tot grote spijt van Frans Timmermans.

Krijg ik ongelijk? Ik hoop het vurig.


Een niet zo verleidelijke blote Apollo, met toga en klein penisje

Jaren geleden op een snoeihete dag in juli liepen wij door Herculaneum, de stad die, samen met Pompeï, in 79 voor onze jaartelling onder de as verdween. Wij waren vier van de drie miljoen mensen die daar jaarlijks uit de trein stappen, in de hoop het verleden aan te raken.

Misschien was het de warmte en kinderen die smeekten om een ijsje, maar wat ik ervoer was, naast respect voor al die oude stenen, teleurstelling. Ik ben niet goed in het lezen van ruïnes. Ik luister naar de gids, lees en kijk nog eens, maar mijn verbeelding faalt om er echt leven in te blazen.

Wel vind ik het boeiend om er thuis over te lezen. Zoals het bericht, begin dit jaar, van de ontdekking van een Pompeiaanse bakkerij, waar slaven zij aan zij werkten met geblindeerde ezels, getuige de slijtagesporen van de rondjes die ze draaiden om het meel te malen. De ramen waren afgezet met tralies. Slavernij was in de stadjes bij de Golf van Napels anno 79 voor Chr., net zo gangbaar als badhuizen en bordelen.

En nu was er kortgeleden het bericht van nieuw ontdekte fresco’s, opgegraven in dezelfde wijk. Ik heb ze meteen bestudeerd in The Art Newspaper die met het nieuws kwam. Bij het artikel staat een foto van een zaal met zwarte wanden. Het midden van elke wand toont een tafereel van twee, drie gestalten in conversatie. Ook de initialen van de oorspronkelijke eigenaar zijn gevonden: ARV voor Aulus Rustius Verus, een welgestelde politicus.

De fresco’s worden in The Art Newspaper beschreven als ‘stunning’ (‘verbluffend mooi’).

Turend naar het tafereel waarop Apollo bezig zou zijn de Trojaanse priesteres Cassandra te verleiden, overvalt mij toch iets van twijfel. Wat we zien is een jongeman, bloot weliswaar, die steunend op zijn lier een gesprek voert met een vrouw op een troon. De jongen doet denken aan de manier waarop ze in de achttiende eeuw geloofden dat goden eruitzagen, heel glad met een klein penisje en een toga over zijn linkerschouder. Verleiding? Het ziet eruit alsof zij een probleem bespreken waar geen oplossing voor is. Wat ook wel klopt, wanneer je bedenkt dat de arme Cassandra, na te hebben toegegeven aan de blote Apollo, de ondergang van Troje moest voorzien zonder dat iemand haar geloofde. Waarna zijzelf eindigde als slavin.

Oud-Romeinse schilderkunst is schaars. We moeten het hebben van verhalen plus die paar fresco’s die soms uit de as worden getild. En waarom zouden die fresco’s het beste van hun tijd vertegenwoordigen?

Wat ik bedoel is: als dit fresco een beetje teleurstelt, is dat misschien niet per se vreemd. Stel, over tweeduizend jaar graaft iemand het huis op van een wethouder van Zoetermeer. De zorgelijke Apollo in Pompeii ziet eruit alsof vele andere Apollo’s hem voorgingen. Als een sjabloon. Een duur sjabloon misschien, maar toch. Vermoedelijk is hij familie van een oud meesterwerk zoals het handgeschilderde Melkmeisje op Funda dat is.


Opinie | Echt Dinsdag

Ik vul mijn mok in de koffiehoek op kantoor bij Nationaal Archief Den Haag. Drie mannen staan aan de keukenbar te kletsen. Eentje, ongeveer eind twintig, staat geconcentreerd zijn brood te beleggen met plakken geitenkaas. De andere twee mannen, rond de vijftig, kijken gebiologeerd toe. „Wat is dat dan, geitenkaas?” „Ja, geitenkaas. Dat vind ik wel lekker”, zegt de jongen: „Wat heb jij dan zoal op je brood? Als ik dat op de man af mag vragen?” „Vandaag heb ik plantaardige cashewspread.”„Hmm ja”, zegt de jongen. „Dat vind ik ook wel echt als een dinsdag klinken.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Het Abba-achtig propagandalied voor de Noord-Koreaanse dictator Kim is een hit op TikTok

Iemand in de trein beweegt zijn met zijn met hoofdtelefoon getooide hoofd ritmisch mee met de muziek. In normale tijden zou ik denken dat de knul in kwestie waarschijnlijk aan het genieten is van de nieuwe Taylor Swift of Europapa van Joost Klein. Maar dit zijn geen gewone tijden: het kan zomaar dat hier wordt meegeknikt met een Noord-Koreaans propagandalied.

Vorige maand presenteerde het totalitaire land het lied Vriendelijke vader over dictator Kim Jong-un, ter ere van de voltooiing van duizenden nieuwe appartementen. De videoclip verscheen op de Noord-Koreaanse staatstelevisie, die behalve door Noord-Koreanen die zich een tv kunnen veroorloven enkel wordt bekeken door een handjevol buitenlandse Noord-Korea-watchers. Via TikTok bereikte het alsnog een mondiaal publiek.

https://www.youtube.com/watch?v=TF0bsnNnZ68

Dat het een hit is geworden op social media kan iedereen die de clip gezien heeft wel begrijpen. Het ABBA-achtige lied is ongelofelijk catchy, met name het knallende refrein. De beelden blijven van begin tot einde fascineren. Een groep oudere vrouwen steekt synchroon de duim omhoog, personeel danst in een ambulance en militairen heffen op de beat van het lied hun geweren op en neer. Doodserieuze propaganda die een zachtaardig beeld moet neerzetten van de wrede dictator Kim, maar die bij ons vooral op de lachspieren werkt. Als Noord-Korea had mogen meedoen aan Eurovision was dit propagandalied een perfecte inzending geweest. Op TikTok wordt geprezen hoe catchy dit stukje ‘NK-Pop’ is, maar vindt men het vooral grappig dat het lied uit Noord-Korea komt. „Niemand in de trendy koffiezaak weet dat ik nu naar Noord-Koreaanse propagandamuziek luister”, post de Britse TikTokker Matas Kardokas terwijl hij ernstig en ondeugend de camera inkijkt. Het levert hem 400.000 likes op.

‘Rocket Man’ Kim

Andere TikTokkers vragen of er een heel album in de maak is en grappen dat de Noord-Koreanen letterlijk „zingen voor hun leven” en dat deze single „gedropt werd als een Hwasong-18”, de grootste raket uit het Noord-Koreaanse arsenaal. Iemand stelt dat Kim Jong-un hierna een cover van Rocket Man moet doen en dat hij geen friendly father is, maar wel van het friendly fire. In 2017 liet hij zijn eigen halfbroer omleggen op de luchthaven van Kuala Lumpur.

Het gejuich en gretig pompen van vuisten en opsteken van duimen in de video kan nauwelijks verder verwijderd zijn van de dagelijkse realiteit in Noord-Korea. In het land zitten tienduizenden mensen in strafkampen, ontberen alle burgers zelfs de meest basale vrijheden en zijn de mensenrechtenschendingen zo erg dat ze volgens Amnesty „een eigen categorie” vormen. Geen wonder dat de propaganda zichzelf zo hard moet overschreeuwen – maar wel op een dansbare melodie.


Opinie | Het F-woord

De schooldirecteur staat iedere ochtend bij de deur van de school. Hij zegt de leerlingen vriendelijk gedag en daarbij altijd „voeten vegen”.

Hij is fan van Feyenoord en als Feyenoord de beker wint snelt hij op zondagavond nog naar het handenarbeidlokaal van de school en knutselt een hoge hoed in elkaar met daarop een grote ‘F’.

Maandagochtend staat hij met de hoed op bij de deur. Een leerling van groep 3 ziet de hoed en roept enthousiast, „Ha, foeten vegen meester”.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Laat de hemel aardappelen regenen! is het Shakespeare-motto van dit knolgewaskookboek

Het is alweer half mei, wie houdt zich nog aan zijn goede voornemens? Nou, Ionica Smeets bijvoorbeeld. De Leidse wiskundige en hoogleraar wetenschapscommunicatie had zich voorgenomen om in 2024 meer verschillende soorten aardappelgerechten te eten en daar is ze nog steeds enthousiast mee bezig. „Het is een vervolg op een eerder goed voornemen dat ik bij iemand op sociale media had gelezen: eat more exciting pasta shapes. Dat was heel leuk om te doen, ik heb zó veel verschillende soorten pasta gegeten. Dus wilde ik dit jaar weer zoiets. En toen las ik ergens anders dat List of potato dishes iemands favoriete Wikipedia-pagina was.” Eén en één was twee.

Wat ze er zo leuk aan vindt: „Vaak gaan goede voornemens over dingen die je minder moet doen, of dat je dingen vaker moet doen die niet leuk zijn. Maar dit is een vreugdeverhogend voornemen, iets wat het leven leuker maakt. En dan is het juist grappig dat het over iets sulligs gaat als aardappelen.”

Illustratie bij van Olga Prader bij recept voor Spaanse tortilla de patatas

Niet dat ze op het knolgewas neerkijkt: „Vinden mensen aardappelen saai? Dat is voor het eerst dat ik het hoor. Wat is er nou mis met de aardappel? Ja, als je ze kapotkookt en dan stukgekookte groenten en een lap vlees erbij, het klassieke Nederlandse horrorgerecht. Maar daar kan de aardappel niet zoveel aan doen. Weet je trouwens welke typisch Nederlandse aardappelgerechten er op die Wiki-pagina staan? Hutspot, stamppot – en kapsalon!”

Dé dankzij het goede voornemen ontdekte aardappelhit in huize Smeets is papas arrugadas, gerimpelde aardappeltjes met rode saus, een specialiteit van de Canarische Eilanden. „Het geheim is dat je ze kookt met belachelijk veel zout, driehonderd gram op een kilo aardappelen, dan krijgen ze zo’n rimpelig zout laagje.” Van de week kwam er venkelstamppot met zwarte olijven op tafel, tip van een collega. Smeets heeft verder nog flatbread gevuld met aardappel op het oog, „en ik heb nog nooit aardappelsoep gemaakt, dus in de herfst wil ik wat soepen proberen.”

Zestien chefkoks

Smeets haalt haar recepten overal en nergens vandaan. „Zie ik iets met aardappel, dan denk ik nu meteen: dat kan ik ook doen!” Ze verheugt zich op een nieuw kookboek dat ze net heeft gekregen: Tuber, or Not Tuber?, met zestien hartige en zoete recepten voor knolgewassen en aanverwanten verzameld door zestien chefkoks en andere voedselkenners uit allerlei landen.

Het is geïllustreerd door de Frans-Zwitserse tekenares Olga Prader, die als geen ander in staat is om de aardappel wulps en weelderig te verbeelden. „Vreugdevolle aardappels in helder licht en met klare lijn”, aldus Smeets.

Voor wie het niet direct zag: de titel van het boek is een woordspeling op Hamlet’s to be or not to be. En het motto komt ook uit Shakespeare, maar dan uit The Merry Wives of Windsor: „Let the sky rain potatoes!

Illustratie van Olga Prader bij gefermenteerde knoflookhoning-recept uit Australië

Illustratie van Olga Prader bij Noors bietenrecept

Illustratie van Olga Prader bij Japans recept voor pittige miso met varkensvlees en klitwortel


Column | Israël als enige boosdoener

Woensdagmiddag stond ik een poosje te kijken naar pro-Palestijnse demonstranten op het terrein van de Universiteit van Amsterdam bij de Oudemanhuispoort. Het was kort voordat de politie ingreep en de demonstranten naar een ander deel van het stadscentrum verdreef.

Ik moest denken aan een opmerking die ik Geert Wilders op de tv hoorde maken. Hij noemde de betogers „tuig van de richel” – een hele eer, want een belediging die hij normaliter voor de pers reserveert – en hij vroeg zich in een ogenschijnlijk achteloos bijzinnetje af „hoe die mensen toch allemaal de grens over kunnen komen”. Buitenlands tuig van de richel dus, al zal hij er geen aanhangers van Orbán mee bedoeld hebben.

Bij de Oudemanhuispoort mengde ik me, al heen en weer lopend, onder het publiek, bestaande uit toeschouwers en demonstranten. Buitenlanders? Wat ik vooral zag en hoorde waren jonge mensen, twintigers, die een nogal Nederlandse indruk maakten, zowel qua uiterlijk als taalgebruik. Alleen de spandoeken waren vaak in het Engels. „No one is free until we are all free” en „Cut the ties with zionism, Apartheid – Genocide.” En, een tikkeltje ondeugender: „Uva suck your clit”.

Wat me ook opviel, was de gezichtsbedekking van veel demonstranten, vooral bij hen die op en achter de barricaden stonden. Palestijnse sjaals, mondkapjes, halve maskers. Het had iets onsympathieks omdat je die behoefte aan onherkenbaarheid automatisch associeert met criminaliteit. Wie de vrijheid van demonstratie voor zich opeist, zou de buitenstaander ook de vrijheid van observatie moeten gunnen. Ja, dat kan tot arrestatie achteraf leiden, maar in Nederland word je gelukkig nog altijd keurig berecht.

Demonstreren vergt veel doorzettingsvermogen. Je urenlang laten opzwepen door een vaak onverstaanbare, onbekende man met een megafoon die wil dat je samen met hem zo fanatiek mogelijk „Free Palestine!” roept. Dat lukt alleen vanuit de rotsvaste overtuiging is dat het eigen gelijk de enige waarheid is. Nuances zijn niet toegestaan – en die mis ik dan ook vaak bij demonstraties, ook bij deze.

Israël is de grote boosdoener. De enige. Hamas bestaat niet, althans niet op de spandoeken en in de spreekkoren van deze demonstranten. Israël is het kwaad dat moet worden bestreden. Nergens zag of hoorde ik enige verwijzing naar het kwaad dat Hamas op 7 oktober 2023 aanrichtte. De moorden, de verkrachtingen, de kidnapping. Geen demonstrant deed een oproep aan Hamas om de gijzelaars vrij te laten. Hamas moet kennelijk ongehinderd kunnen doorgaan met zijn gruwelijke chantage, waarmee het niet alleen Israël treft maar ook zijn eigen bevolking. Het morele geweten van de demonstranten heeft dáár opeens geen moeite mee.

Een veroordeling van Hamas zal door de demonstranten worden beschouwd als een zwaktebod, een ontoelaatbare tegemoetkoming aan de vijand, Israël. Voor mij zou het getuigen van nuttig realiteitsbesef. Israël moet veroordeeld worden vanwege zijn ongebreidelde wraakzucht die in Gaza tot een humanitaire ramp leidt, maar wie daarbij Hamas ontziet, ondergraaft zijn eigen geloofwaardigheid.

Er hoeft eigenlijk maar één woordje op die spandoeken vervangen te worden: „No one is free until we are all honest.