Honderd dagen preken en dan een scheet laten: Japanse spreekwoorden verbeeld (1)

De tuin van de spreekwoorden, zo noemde de Japanse kunstenaar Kuwagata Keisai zijn boek waarin hij populaire Japanse spreekwoorden en uitdrukkingen in levendige penseel-illustraties verbeeldde. Hij gaf Kotowazagaen in 1808 uit in de Japanse hoofdstad Edo (nu Tokio). Het werd een bestseller.

Nog steeds zijn Keisai’s prenten een lust voor het oog, door zijn rake en vlotte tekenstijl. Die noemde hij de ‘verkorte tekenstijl’ (ryakuga). Dat is een soort kalligrafisch steno waarmee hij in een paar snelle penseelstreken mensen en dieren in essentie noteert. Die inkttekeningen werden op houtblokken overgezet en gedrukt.

Keisai, ook wel bekend als Kitao Masayoshi, 1764-1824, ontwikkelde zijn kwieke, beweeglijke stijl als tegenhanger van de traditionele stijvere, gestileerde Japanse inkttekenstijl. Hij inspireerde er onder meer de beroemde Japanse kunstenaar Hokusai mee.

Bruegel en Erasmus

Je kunt Keisai’s De tuin van de spreekwoorden met 150 spreekwoordenillustraties zien als de Japanse negentiende-eeuwse tegenhanger van het beroemde zestiende-eeuwse schlilderij Nederlandse spreekwoorden of De verkeerde wereld uit 1559 waarop Pieter Bruegel de Oude zo’n 125 spreekwoorden uitbeeldde.

Dat vindt in ieder geval de Japanse kunsthistorica Yoko Mori (1936). Het viel haar op dat er overeenkomsten zijn tussen sommige Nederlandse spreekwoorden op Bruegels schilderij en de Japanse spreekwoorden in onder meer Keisai’s prentenboek. Dat komt, schreef Mori in een vergelijkende studie, doordat menselijke zwakheden, bedrog en mislukking vaak het onderwerp van spreekwoorden zijn. En die komen in elke samenleving voor. Mori noemt de zestiende eeuw de Europese ‘Gouden eeuw van het spreekwoord’, met Erasmus’ populaire spreekwoordenbundel de Adagia en Bruegels schilderij als toppen.

In Japan is volgens Mori de Edo-periode (1600 -1867) de ‘Gouden eeuw van het spreekwoord’, met Keisai’s prentenboek als een hoogtepunt. In beide periodes waren spreekwoordbundels populair, ook in prentvorm, om volkse levenslessen door te geven, ter lering en vermaak. Spreekwoordenprenten zijn overigens nog steeds populair: het Nederlandse stripweekblad Donald Duck scoort er regelmatig mee. En er is een Nederlands-Japans-Engelse spreekwoordenverzameling online, kotowaza.org met 588 voorbeelden.

‘Keisai, meester van de verkorte tekenstijl’

Kuwagata Keisa’s De tuin van de spreekwoorden is in 2013, samen met zijn andere prentenboeken in de ‘verkorte tekenstijl’, door kunsthistoricus Matthi Forrer compleet in facsimile uitgegeven bij de Parijse uitgever Hazan met de titel Keisai, le maître du dessin abrégé; tous les albums de style Ryakuga.

Daarbij werd gebruik gemaakt van het exemplaar van Keisai’s spreekwoordenprentenboek dat in het bezit is van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel. Patrick Voorzaat en Daan Kok (tegenwoordig conservator Japan en Korea van het Wereldmuseum) zochten uit om welke Japanse spreekwoorden het ging, voor zover die nog te achterhalen waren; die werden in het Frans vertaald. Het leek ons leuk om een paar van Keisa’s levendige spreekwoordtekeningen hier af te drukken. Mede op basis van de vertalingen in Forrers boek hebben we bij de Japanse spreekwoorden soortgelijke Nederlandse varianten gezocht.

Weet u een Nederlands spreekwoord dat beter past bij een tekening? Mail dat naar [email protected] ovv ‘spreekwoord’.

‘Je kop maar niet je staart verbergen’: een Japanse makaak trekt aan de staart van een schildpad, die niet wil weten wat hem overkomt. Japanse versie van: ‘je kop in het zand steken’. (De aap is briljant geschilderd).
Keisai / Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel
3. ‘Spijkers in een vat met rijst slaan’: iets totaal nutteloos doen. Japanse versie van ‘water naar de zee dragen.’
Keisai / Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel
‘Ook al is-ie verrot, het blijft een zeebrasem’. Zeebrasem (madai of tai) wordt in Japan als luxe voedsel beschouwd vanwege zijn umami smaak. Ook al begint-ie te rotten, dan is het nog steeds een luxe vis. Zoiets als ‘kruimels zijn ook cake’?
Keisai / Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel
‘Gouden munten naar een kat gooien’; ‘parels voor de zwijnen werpen’ ook door de Japanse kunstenaar Kuniyoshi getekend.
Keisai / Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel
‘Honderd dagen preken en dan een scheet laten’. Je reputatie ligt snel aan duigen, oftewel ‘eer is teer’ of ‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Of: ‘de kap (of pij) maakt de monnik niet’. Op de banier die de monnik vasthoudt staat het woord ‘preken’ (seppo), volgens Keisai, le maître du dessin abrégé.
Keisai / Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel
‘Een schot in het donker’. De brandende fakkel wijst op het duister. ‘Gissen is missen’.
Keisai / Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel


Unieke seksbieb in de aanbieding

De grootste (homo)seksbibliotheek van Nederland torent natuurlijk uit boven de Wallen. Niemand weet hoeveel boeken er staan, maar ga maar uit van ongeveer 10.000, twee rijen dik in boekenkasten in elke kamer, ook op de wc, op de bovenste etages van een Amsterdams grachtenpand.

Het is geen openbare bibliotheek; de etages zijn van Mattias Duyves (71), en de boeken opgesnord door zijn man, homosocioloog Gert Hekma, die twee jaar geleden overleed aan een hartstilstand. Duyves zoekt nu de beste rustplaats voor zijn unieke nalatenschap.

Eerste keus is aan IHLIA LGBTI Heritage, het grootste lhbti-archief van Europa, in Amsterdam; medewerkers laten al een heel aantal dagen boeken door hun handen gaan. In de doos gaat eigenlijk elk boek dat ze nog niet hebben in hun 30.000 boeken tellende archief. Daar komen waarschijnlijk zo’n 1.000 bij.

Boeken waar hij toch nog geen afstand van kan nemen, pakt Duyves weer weg. Bijvoorbeeld een werk van Foucault waar er nog maar drie van zijn, en dan maar meteen alle Foucaults. Mattias, denkt hij dan, streng zijn voor jezelf. Dit is toch wat je wilde?

Tweede keus heeft een Frans archief in Parijs. In de winter kwamen zij met de trein naar Amsterdam om een selectie te maken. Het is een nieuw nationaal lhbtiq-archief, en Frankrijk heeft niet zo’n lange homostudies-geschiedenis als Nederland, dus eigenlijk kon elk Frans boek wel mee. Ze kozen er 1.200.

Op een woensdag in mei gaan Wilfred van Buuren en Gerrit Weßel van IHLIA door die Franse selectie. Une mois chez les hommes van Maryse Choisy hebben ze al, Les amours singulières van Roger Peyrefitte nog niet.

Eén parel? Van Buuren herinnert zich een boek over homoseksualiteit in Brazilië uit de jaren dertig, Homosexualismo Creador door Alberto Nin Frías. Zo’n dikke pil, uit die tijd, in het Portugees!

Er is ook een Amerikaanse boekhandelaar present. Gerard Koskovich (66) zette drie- tot vierhonderd favorieten apart, die hij dolgraag als ‘Gert Hekma Collectie’ aan een onderzoeksinstelling wil verkopen. Etiquette dicteert dat hij niet zegt wie zijn klanten zijn, maar zeg maar de grote Amerikaanse universiteiten.

Nergens zag hij zo’n privéverzameling van seksboeken — en hij kwam op veel plekken — alleen die van de Duitse homo-activist Egmont Fassbinder kwam in de buurt. Koskovich stond veertig jaar geleden aan de wieg van het lhbtiq-archief in San Francisco, hij kende Gert Hekma al 25 jaar. Elke keer als hij langskwam, showden ze elkaar hun aanwinsten, vaak met een verhaal over groezelige Franse antiquariaten of op straat gezette schatten. Hekma was niet van de collector’s items — denk: eerste drukken van beroemde boeken — maar obscure pamfletten, radio-transcripties en nieuwsbrieven van begin vorige eeuw, die echt iets zeggen over hoe mensen leefden, maar vaak als pulp of vulgair worden gezien, en zonder mensen als Hekma zeker waren verdwenen.

Je kunt niet zomaar een universiteit opbellen met 10.000 boeken in de aanbieding. Het catalogiseren en bewaren kost het meervoudige van de waarde van de gift. Daarom doet Koskovich dat werk voor ze: hij knipte de Hekma-collectie op in subcollecties, viste de zeldzame exemplaren er vast uit. Hier, hij klimt op een stoel, die doorbreekt, dan op een trapje, en pakt een klein boekje over de seksuele revolutie in de Sovjet-Unie uit 1925, of kijk, Geslachtsdrift en Misdaad, een Nederlandse bewerking uit 1938 van Magnus Hirschfeld’s Sexualität und Kriminalität (1924). Volgens Koskovich hebben de archieven really good stuff laten liggen.

Ook een satijnen Adidas-pak van Gert Hekma moet in de collectie, zegt Gerrit Weßel die bij IHLIA 3.000 objecten beheert. Zoek er maar een uit die je aanspreekt, zegt Duyves. Hij draagt zelf een rood exemplaar.

Hekma’s ‘pedohoekje’, met titels als L’Enfant Interdit en The Betrayal of Youth, en ook vijftig jaar oud pornografisch materiaal, blijft onaangeraakt; IHLIA wil het niet, na lang wikken en wegen. Volstrekt onwetenschappelijk, vindt Mattias Duyves, hélemaal tegen Gerts geest in. Hoe de samenleving omgaat met controversieel materiaal, dat is toch juist interessant? En waar moet het anders heen?

Wat IHLIA dan weer wél graag wil, maar Duyves nog niet wil afstaan, is de Sade-collectie. Boeken over en van Markies de Sade (1740-1812), die schreef over verboden seks, daarom dé inspiratiebron van Hekma. Duyves wil die boeken als één Sade-collectie bij elkaar houden, en denkt dat de kans daarop groter is in Parijs. Hier thuis zette Gert ze ook altijd bij elkaar, maar nu klinkt hij vast als de weduwnaar.


Opinie | Moderne oma

Moderne oma woont in de Jordaan in Amsterdam, kent elke nieuwe stijl en is zo op de hoogte van de laatste trends. Bij de bakker is het zo druk dat er een bank is geplaatst tegen de muur. Ik zit naast een student die met opengeklapt computertje zijn lessen bijeen sprokkelt. Dan neemt hij een slok van het glas waar de bakker zijn groen gezellig heeft ingezet. „Nee”, roep ik, „dat is niet goed meer, niet drinken.” De vriendelijke student zegt vlak: „Het is mijn muntthee.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Inzamelactie voor ‘de Mona Lisa van Brabant’

Het Noordbrabants Museum roept de hulp van Brabanders in om de laatste pakweg 3 miljoen euro op te hoesten voor de aankoop van een portret van Van Gogh van een Brabantse boerenvrouw, door de museumdirecteur „met een knipoog” betiteld als de Mona Lisa van Brabant.

Het gaat om een voorstudie voor Van Goghs Brabantse meesterwerk De aardappeleters. Deze voorstudie heet officieel Kop van een boerenvrouw (Gordina de Groot) en stamt uit 1885. Gordina uit Nuenen, ook wel Sien (of Dien) genoemd, draagt zoals toen gebruikelijk was een witte muts. „Die vrouwenkoppen van hier met de witte mutsen – het is moeielijk – maar het is zoo eeuwig mooi”, schreef Van Gogh er in zijn brieven over.

Dit schilderij hing 120 jaar in privécollecties, en kwam onlangs op de markt. Het werd door een Britse verzamelaar gekocht (voor 5,5 miljoen euro) en hangt nu in bruikleen in het Noordbrabants Museum in Den Bosch. En het museum, dat bij de veiling te weinig bood, kan het voor 8,6 miljoen euro van de verzamelaar kopen. Driekwart van dat bedrag is al binnen, door fondsen, de Nederlandse Staat en het museum. Als iedere Brabander een euro bijdraagt – er zijn 2,6 miljoen Brabanders – dan is het aankoopbedrag rond, aldus het museum.

Vandaar dat het een crowdfundactie is begonnen op de museumwebsite hetnoordbrabantsmuseum.nl. (Ook niet-Brabanders mogen doneren.) Museumdirecteur Jacqueline Grandjean legde in een persverklaring uit waarom ze het schilderij zo graag hebben wil: „Gordina’s blik verraadt de noeste arbeid op het land en de zorgen die erbij horen. Tegelijkertijd toont dit schilderij ook de trots en de veerkracht die ervoor heeft gezorgd dat dit nu de meest florerende provincie van Nederland is. Juist hier heeft de blik van Gordina diepe betekenis voor mensen. Wie in haar ogen kijkt is geraakt.”

Vandaar de Mona Lisa-vergelijking.

De crowdfundactie past in de huidige grotere aandacht voor regiocultuur, al vinden sommigen de actie onzin, zoals kunsthandelaar Willem Baars uit Amsterdam. Hij zei op BNR Nieuwsradio dat Nederland al genoeg Van Goghs heeft en vond het „lariekoek” om te spreken van de Mona Lisa van Brabant. Rond 14 juli zal duidelijk worden wat de Brabanders ervan vinden en of er genoeg geld binnen is.


Opinie | Slechts één weg

Een man gekleed in een shirt met camouflagekleuren en in witte letters op zijn rug Soldiers of God stapt de Amsterdamse metro binnen. Zodra de deuren gesloten zijn, begint hij met luide stem en vol vuur te preken over God en dat zijn zoon Jezus voor onze zonden is gestorven. Er is – zo betoogt hij in verschillende talen – nog hoop voor ons. Midden in zijn preek roept hij vol vuur: „Er is slechts één weg!” Op dat moment komt de omroepinstallatie van de metro tot leven en uit de speakers klinkt: Amstelveenseweg.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


‘Ciao tutti!’: modeboetieks gaan viral op social media

Toen Karin Crom (49), eigenaar van modeboetiek Oak Fashion in Noordwolde, Friesland, begin april haar winkel vol korte broeken had hangen terwijl het buiten hoosde, besloot ze een video te maken om die broeken aan te prijzen.

Ze was op TikTok een video tegengekomen van een vrouw in bikini in een zwembad die een watergolf veroorzaakt door haar benen tegen elkaar te slaan, waar ze „vreselijk om moest lachen.” Crom monteerde een video, waarin het lijkt alsof zíj die plens water over zich heen krijgt (doordat een collega buiten beeld een glas water over haar heen gooit). Ondertussen houdt Crom een broek omhoog en zegt ze: „Het is nu nog nat, maar het wordt dit weekend warm, en daarvoor hebben wij ook korte broeken.”

Binnen één dag had het filmpje 200.000 views op Instagram. Crom: „Alle klanten belden op. Toen het drie dagen online stond deelde BN’er Bas Smit het en toen stond de telefoon weer roodgloeiend.” Inmiddels is het bijna drie miljoen keer bekeken. En de korte broeken zijn uitverkocht. „We moesten ze bijbestellen.”

Crom is niet de enige eigenaar van een modeboetiek die de afgelopen weken viral is gegaan. Ook de video’s waarin eigenaresse Ann van @Bijannfashion (bijna 37.000 volgers) uit Rhoon, te herkennen aan haar zongebruinde huid en hese stem, bohémien Ibiza-jurken aanprijst, worden veelvuldig rondgestuurd. Een andere hit is @lacavelli_emmen (bijna 15.000 volgers): een vrouw met perfect geföhnd blond haar die mantelpakjes en mini-jurken verkoopt. @dejacqueoldenzaal_ heeft met 157.000 volgers een van de grootste accounts. Het zijn geen makkelijke tijden voor kleine modeboetieks, met volop concurrentie van grote ketens en online winkels, maar dat heeft ertoe geleid dat de eigenaars zich massaal ontpoppen tot eigenzinnige contentmakers op sociale media.

Vrijwel alle video’s van @Jorislammersluxury, een luxe mannenmodeboetiek uit Den Bosch met ruim 46.000 volgers, worden honderdduizenden keren bekeken. Joris Lammers (48) spreekt de kijker in elke video toe met „Ciao tutti, buongiorno!”, waarna hij uitlegt wat hij vandaag aangetrokken heeft.

Half maart ging hij voor het eerst viral en sindsdien is hij hard op weg een BN’er te worden. Hij was te gast in de studio van Holland’s Got Talent om de outfits van juryleden als Chantal Janzen en Marc-Marie Huijbregts van commentaar te voorzien. De Speld kwam met een parodie waarin een Italiaan in Palermo een Nederlandse kledingwinkel begint en viral gaat met filmpjes waarin hij zijn volgers toespreekt met „Hallo allemaal, goedemorgen!”.

„Ciao tutti is een eigen leven aan het leiden,” zegt Lammers. „Het schijnt dè begroeting te zijn onder jongeren.” Hij begroet zijn team al jaren elke ochtend met die woorden. Niet alleen omdat er veel Italiaanse merken in de winkel te koop zijn, maar ook vanwege zijn voorliefde voor het land. „Ik vind Italië prachtig. De mensen zijn onwijs vriendelijk en ze maken mooie dingen, of het nou kleren, meubels of auto’s zijn.” Sinds 28 mei verkoopt Lammers T-shirts met in vrolijke krulletters „Ciao tutti” erop.

Zijn ouders begonnen de winkel, toen nog Bob Lammers genaamd, in 1974. Sinds 2007 is hij de baas. „We zijn altijd op zoek naar nieuwe klanten. Onze trouwe klanten vormen een mooie basis, maar voor een succesvol businessmodel hebben we er meer nodig. Daarom besloten we social media meer te gaan gebruiken. En dat is op de een of andere manier goed opgepikt. Het zorgt voor de nodige rumor around the brand. Toen ik met koningsdag in Amsterdam was, moest ik de hele dag op de foto met mensen. Maar het levert ook concrete business op. Mensen komen uit het hele land naar de winkel.”

„Klanten die Joris van Instagram kennen herken ik meteen”, zegt zijn vrouw Kim Lammers (41), met wie hij samen het Instagram-account runt. „Die lopen een beetje zoekend rond. Ze kijken wel naar de kleren, maar zijn duidelijk op zoek naar Joris. Uiteindelijk kopen ze wel vaak iets.”

Lammers denkt dat het geheim achter zijn online succes zijn positiviteit is. „We hebben genoeg uitdagingen in de wereld, ik wil er met positieve energie er iets van maken.”


Opinie | Premier

Als ik later groot ben en er is nog steeds geen meisje premier geweest, ga ik het wel doen.

via Joris Barbas

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Gevalletje BGD

Ik fiets door Utrecht. Opeens fietsen er drie meiden achter mij. Ze bespreken hun schooldag en de vakken van die dag. Ook het vak Nederlands komt ter sprake. Het onderdeel zinnen vervoegen is volgens een van de meiden een gevalletje BGD. Gelukkig voor mij snapt een ander meisje niet wat dat is. Het antwoord luidt: Boeit geen drol. Schrale troost. Het is in ieder geval een Nederlandse afkorting.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Een hartgrondig gvd

Het Vlaardingse meisje gonst door mijn hoofd. Het zwaargewonde kind van tien jaar oud dat met een kaalgeschoren hoofd en diverse botbreuken in een ziekenhuis ligt. Artsen vechten voor haar leventje. De vraag is of ze het gaat halen. Tot die tijd is de ‘stille tocht’ voorlopig afgeblazen. Na haar overlijden zal een roedel boze buren zwijgend door de straten schuifelen. De straten waar ze regelmatig vertelde dat ze thuis geschopt en geslagen werd. Misschien trekt de verontwaardigde stoet ook langs de supermarkt waar het lieve kind ooit bont en blauw aan de bel trok. Even stilstaan bij het schoolplein is misschien ook een goed idee. Ook daar sloeg de lieverd alarm.

Zal de burgemeester een zalvende speech houden? En wat doen de medewerkers uit de pleegkinderenindustrie? Lopen ze mee? Net als de swingers die af en toe lekkere ruige seks met de pleegouders hadden? Dat gebeurde in het huis waar de kinderen op dat moment opgesloten zaten.

Hoe kan dit? Waarom deed niemand iets? Of is het wel degelijk behandeld in een therapeutische voorzorggroep van bezorgde ambtenaren? Gemeentelijke pennenlikkers die eerst rustig de kat uit de boom keken omdat haastige spoed nou eenmaal zelden goed is. Die daarna rustig met diverse tweede lijn-hulpverleners evolueerden of de zaak inderdaad prangend genoeg was.

Het kan natuurlijk ook dat het kind het misschien verzon omdat het graag weg wilde uit die Vlaardingse hel. Of dat de biologische moeder erachter zat. Daarom kon de zaak wel even wachten. Eerst goed in kaart brengen wat er werkelijk aan de hand is.

Het kan ook dat het dossier nog op de stapel ligt bij een ambtenaar die net een roostervrije papadag had en die combineerde met het Pinksterweekend. Of misschien was de dienstdoende hulpverlener naar een bijscholingscursus en zat hij of zij op het laatste stukje Nederlandse hei onder leiding van een of andere in makkelijke kleding gestoken zweefteef naar het kind in zichzelf te zoeken. Of zat de verantwoordelijke thuis met een dreigende burn-out?

Wat er ook gebeurd is, het kind is niet gehoord. Sorry, wel gehoord, maar er is niet op gereageerd. De gemeente Vlaardingen gaat ongetwijfeld een onderzoek instellen om dit soort blunders in de toekomst te voorkomen. Ook de provincie gaat meedenken. Net als Den Haag. Ik gok op een werkgroep die opgesplitst gaat worden in meerdere groepjes. En er komt natuurlijk hulp voor de klasgenootjes die met het verlies moeten omgaan. Ook de ouders van de klasgenootjes kunnen een beroep doen op een of meerdere hulpinstanties.

Uiteraard komen er ook diverse coaches bij kijken. Een emotiecoach, een mishandelingscoach, een kinderhart- en moordkuilcoach en een coach die de totale coaching coördineert omdat het anders een chaos dreigt te worden.

Het Vlaardingse meisje gonst door mijn hoofd en ik denk aan lieve vrienden die ooit een pleegkind in huis wilden nemen en door allerlei instanties werden doorgezaagd en gevierendeeld tot bebaarde kinderpsychologen en andere vage geitenwollen therapeuten tot de conclusie kwamen dat het stel niet geschikt was.

Maar terug naar de zaak van dit Vlaardingse meisje. Door wie is dit echtpaar onderzocht? En wie neemt er ontslag na dit debacle? Ook als het lieve kind het overleeft.

Iets in mij zegt dat er geen stille tocht moet komen, maar juist een kolkende krijsende meute die vloekend en tierend langs de verantwoordelijke kantoren trekt. Kantoren van zowel de gemeente als van de pleegkinderenorganisaties als van alle boterletters die direct en indirect met deze zaak of soortgelijke dossiers te maken hebben. Schreeuw ze wakker. Vloek ze terug in de werkelijkheid. Een hartgrondige oerkreet is in dit geval op zijn plaats.

Natuurlijk weet ik nu al dat allerlei zeikerige softies deze column ongenuanceerd en te eendimensionaal zullen vinden. En die gaan roepen dat het gemakkelijk brullen is vanaf de zijlijn. Maar het gaat om een kaalgeschoren, bont en blauw geslagen kind van tien jaar oud dat zeker drie keer moord en brand bibberde hoe bang het was. Dan rest er nog maar een woord: godverdomme!


Katten domineren finale grappige- huisdieren- fotowedstrijd 2024

Twaalf van de dertig grappige huisdierenfoto’s die genomineerd zijn voor de Comedy Pet Photo Awards 2024 zijn foto’s met katten. Het publiek mag tot en met zondag 2 juni zijn favoriet kiezen op comedypetphoto.com; op 6 juni wordt de winnaar bekend gemaakt.

Er zijn ook foto’s van een paarden, een hamster, een schildpad en honden – iedereen mag inzenden – maar katten zijn de meest genomineerde huisdieren.

Reden voor de NRC-redactie om de genomineerde foto’s eens door de ogen van een kat te laten bezien. We vroegen de Achterpagina-redactiekat om commentaar te geven op de keuze van de Comedy Pet Photo Awards van dit jaar. Dat wilde de kat wel, op voorwaarde dat hij zijn schuilnaam mag gebruiken, zodat hij vrijuit kan spreken en zijn privacy beschermd is. „Mijn online schuilnaam”, zegt hij, „is Le Chat En Ligne, Frans voor de kat online, omdat ik een Engelse schuilnaam te ordinair vond. Ik stel prijs op een zekere waardigheid, die ons katten eigen is. Het moet me daarom van het hart dat ik de genomineerde foto van een kat die vast zit in een gat in de straat of de muur, van wie je alleen het achterste ziet, beneden onze waardigheid als kat vind.

Kat in het nauw, als een Super Mario-game, foto van Kenichi Morinaga, Fukuoka, Japan / The Comedy Pet Photography Awards 2024

„Daar staat tegenover”, vervolgt Le Chat En Ligne, „dat er verder aardige, waardige kattenfoto’s bij zitten, waarbij ik de kat die aan een gordijnlint slingert de energiekste vind. Die straalt kracht en elegantie uit.

‘Tarzan’, foto van Kazutoshi Ono, Miyagi Sendai, Japan voor The Comedy Pet Photography Awards 2024

„Ook foto van de katten die een rol wc-papier stuk krabben ligt me na aan het hart. De kat die met afschuw een rubber eendje bekijkt dat in een zwembad drijft, getuigt van een verfijnde kattengeest. Wat een verschil met al die foto’s van wild rondrennende honden en hun ongekamde baasjes!

Trotse pup met zijn beste friend, foto van Darya Zelentsova, Amherst, VS voor The Comedy Pet Photography Awards 2024

„Foto’s van paarden, hamsters, honden – het mag van mij, ik ben een liberale kat, maar persoonlijk heb ik er niet veel mee”, aldus Le Chat En Ligne.

„En ik kan het alledaagse, niet-pretentieuze karakter van de meeste foto’s wel waarderen. Van geforceerd artistiekerige dierenfoto’s moet ik niks hebben.”

Het verbaast hem niet dat katten het meest voorkomen op de genomineerde grappige-huisdierenfoto’s. „Katten zijn ook online het populairst. Hoe zei de directeur van De Poezenkrant het ook maar weer, toen hij aankondigde na een halve eeuw te stoppen met zijn papieren publicatie? Wacht ik google het even. Hier, hij heet Piet Schreuders en zei: ‘Ik denk dat De Poezenkrant zijn tijd gehad heeft. Het internet is al verstopt met katten.’ Kijk, die man heeft het door. We leven in een online wereld. Vandaar dat deze huisdierenfotowedstrijd me ook wel wat verwondert. Er zijn toch al genoeg katten- en andere huisdierfoto’s online? Ach, ik lees nu online dat deze huisdierenfotowedstrijd een spin off is van de populaire Comedy Wildlife Photo Awards, opgezet door wildedierenfotografen, en dat met de opbrengsten natuurbehoudprojecten gesteund worden. Dat klinkt heel nobel. Ik wens ze veel succes en ik voorspel –”

Hier wordt het interview abrupt afgebroken omdat Le Chat En Ligne vogels voorbij ziet vliegen.

Zonaanbidder: Freddie de hamster, foto van Alina Vogel, Gifhorn, Duitsland voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Waar denk ik aan?’ Hoofdschuddend paard gefotografeerd door David Kertzman, Rio de Janeiro, Brazilië voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Kitten in de keuken’, foto van Atsuyuki Ohshima, Kameoka, Japan voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Verdomde koud’, foto van Tammo Zelle, Stahlhofen, Duitsland voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Hij is achter je’, cockapoo (cocker spaniel-en-poedelmix) Shelby gefotografeerd door Philippa Huber in Crewkerne, UK voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Everybody is Kung Fu Fighting’ foto in Toggenburg van Sylvia Michel, Brienz, Zwitserland voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Kiekeboe’, foto in de sneeuw in Grindelwald van Sylvia Michel, Brienz, Zwitserland voor The Comedy Pet Photography Awards 2024
‘Dancing queen’, foto van Vera Faupel, Fritzlar, Duitsland voor The Comedy Pet Photography Awards 2024