Een tam gemaakte vriend, uit Driebergens minibieb

De dubbele Librisprijswinnaar (Gewassen vlees én Publieke werken) Thomas Rosenboom lijkt geruisloos uit de literatuur verdwenen te zijn; zijn laatste roman De rode loper is alweer twaalf jaar oud. In straatbibliotheekjes leeft hij echter nog volop, zo ook in het van een zoveelste zomerse regenbui nadruppelende Driebergen, waar een goedgevuld kastje net niet aan het zicht wordt onttrokken door een grote afvalcontainer. Daar staat Vriend van verdienste (1985), Rosenbooms eerste roman. Die is in Driebergen niet overdreven ver van huis, want getuige de flaptekst liet de schrijver zich inspireren door de Baarnse moordzaak.

Baarn en moord zijn bijzaak, trouwens: Vriend van verdienste is in de eerste plaats een leesfeest. Meteen al op de eerste bladzijde zien we een ons dan nog onbekende jongeman voortgaan in de hitte van een winkelstraat „die kleefde van de vertreden ijsco’s en het riekende vuil van honden”. De jongen sleept zich voort met een veel te zware tas, die hij met zijn ene been laat meezwaaien om zijn tred wat minder zwaar te maken: „Hij bewoog zich voort op de manier van een passer die men draailings over de tafel laat hinkebenen.”

Bij Rosenboom denk je al snel aan de archaïsmen waar hij graag zijn toevlucht toe neemt, inclusief zeer veelvuldig gebruik van het woordje ‘zeer’, een extra reden om bij het lezen aan Gerard Reve te denken. De jonge Rosenboom (hij was 29 toen de roman verscheen) legt intussen ook de prachtigste beelden schijnbaar achteloos op papier: „Het was zeer heet, ook hier in de schaduw van de fruitbomen die elkaar wel vasthielden in de lucht maar die nooit één stap dichter tot elkaar kunnen komen.”

Je ziet het al een beetje aan die aan de grond genagelde bomen. Wat veertig (!) jaar na dato in de eerste plaats opvalt, is de doorlopende aandacht die Rosenboom voor het lichaam heeft – of eigenlijk: de moeite van het lichaam om zich te handhaven in de wereld. Zie het benoemen van de passerachtige ‘telgang’ van de zestienjarige hoofdpersoon Theo op de eerste pagina. Maar bijvoorbeeld ook een fenomenale scene waarin Theo leert boogschieten, iets wat Rosenboom spier voor spier beschrijft, als een worsteling die uiteindelijk leidt tot een orgastische ervaring, aangejaagd door het ‘popelende’ schot.

Theo maakt dit mee met Pieter, een iets oudere jongen die hij voor zijn vriend houdt. De lezer ziet de zinderende jongenserotiek bijna uit de kleren barsten, maar uiteindelijk blijkt deze Pieter de good cop van twee broers die Theo naar de ondergang zullen dringen. Theo is verstandelijk superieur aan de broers, maar zij zijn rijk en hebben macht over zijn lichaam.

Waarbij Rosenboom de mogelijkheid openhoudt dat Pieter toch een soort vriend is, want zoete broodjes worden er op deze eerste grote rondleiding in het universum van Rosenboom niet gebakken. De échte vriend van Theo is de kraai Rokko, door hem eigenhandig getemd. Een trouw dier zoals alleen een dier trouw kan zijn, maar Theo maakt zich geen illusies over hoe hij de vogel tam heeft gekregen: door het dier te vergiftigen, op te sluiten en uit te hongeren – de liefde van de vogel is een afgedwongen liefde: vriend van verdienste.

Heel vrolijk wordt het bij Rosenboom nooit, maar altijd is er zijn fenomenale verbeelding die maakt dat je je met liefde in zijn wereld laat opsluiten.

Wilt u het besproken exemplaar van Vriend van verdienste hebben? Stuur dan een mail naar [email protected]; het boek wordt onder inzenders verloot, de winnaar krijgt bericht.


Column | De klimopwurger

Elk jaar spreekt de koning met kerstmis een boodschap uit. Elk jaar zegt hij hetzelfde: mensen, luister naar elkaar. Oordeel niet te snel. Probeer elkaar te begrijpen.

Ik hou van onze koning, maar dit maakt me toch een beetje wrevelig. Waarom zou ik naar malloten moeten luisteren? Ik word er moe en neerslachtig van.

Iedere donderdag trek ik met een clubje mensen het bos in om bramen uit te trekken. Hele percelen hebben we inmiddels bevrijd. Dat doen we onder leiding van Adinda. Onze grote roerganger is over de tachtig en scherp als een scheermes. Wanneer we onze uitgerukte braamstruiken aan haar voeten leggen, zegt ze vriendelijk: „Heel goed. Alleen is dit geen braam maar een framboos, zie je wel?” Volwassen mannen die in hun werkend leven diplomaat of voorman waren, staan dan betrapt naar de grond te staren.

Op een ochtend ben ik in gevecht met een braam. Ik wrik en trek maar hij geeft geen krimp. Ik ga op mijn buik liggen en graaf met mijn hand naar de wortels.

Dan hoor ik Adinda ontsteld zeggen: „Meneer, wat doet u?”

Ik kijk op en zie een man met een zaag in zijn hand.

„Klimop zagen,” zegt de man. „Klimop wurgt de boom.”

„Dat is een fabeltje!” roept Adinda. „Klimop is juist heel goed voor de natuur! Klimop is een wereld op zich! Hij blijft groen, zodat de vogels er hun nesten in kunnen bouwen. Klimop bloeit tot in december, als er voor insecten nergens meer iets te vinden heeft. Het is verboden om klimop te knippen. Er zijn politieverordeningen tegen!”

„U kletst uit uw nek!” schreeuwt de man. „Overal vallen bomen om. Door de klimop! Ik zie het jaar in jaar uit gebeuren. Niemand onderhoudt dit park! Het is een puinhoop!” Hij zwaait met zijn zaag.

Muisstil blijf ik op de grond liggen. Moet ik de politie bellen?

„We werken samen met de gemeente!” roept Adinda. „Er is een beheerplan! U heeft de helft al doorgezaagd. O, wat erg. Wat verschrikkelijk. Ik ben er kapot van. Die prachtige klimop! Er zit daar een merelnest! Meneer, u heeft het mis. Ga naar huis en zoek het uit. Geloof die oude fabeltjes toch niet. Er zijn nieuwe inzichten. Het is niet waar wat u denkt. Beloof me dat u de rest laat zitten. Beloof het me.”

De man doet een stap naar achteren, draait zich om en loopt weg. Adinda is vuurrood. „Ik sta te beven op mijn benen. Ik heb geen idee meer van wat ik allemaal gezegd heb.”

‘Je bent een held,” zeg ik. „‘Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen. Dan dooft het licht.’”

De rest van de ochtend beschik ik over ongekende krachten. Zingend ruk ik links en rechts de bramen uit de grond.

O koning, mijn koning. Als u deze krant leest: vergeet dat luisterend oor een keertje en zeg bij die kerstboom eens flink waar het op staat. Trek dat zwaard. U geeft uw volk voor maanden energie.

Nicolien Mizee is schrijver en vervangt Frits Abrahams tijdens zijn vakantie.


Republikeinen dragen oorverband uit solidariteit met aangeschoten Trump

Het witte oorverband lijkt de nieuwe modetrend te worden op de vierdaagse Republikeinse Conventie (RNC) in Milwaukee. Trump-aanhangers dragen daar in allerlei varianten witte oorverbanden, van papieren zakdoekjes tot plakband. Ze tonen zo hun solidariteit met Donald Trump die op zaterdag 13 juli licht gewond raakte aan zijn rechteroor bij een mislukte moordaanslag, waarbij de kogel zijn oor schampte. Trump verscheen maandag, twee dagen na de aanslag, met een rechthoekig wit verband op zijn oor op de conventie, waar hij warm onthaald werd en als officiële presidentskandidaat van de Republikeinen werd verkozen.

Op de conventie wilde een Republikeinse afgevaardigde uit Arizona, Joe Neglia, na de aanslag zijn steun aan Trump laten blijken: „Ik zag het oorverband en dacht: dat kan ik doen. Dus ik deed dat op om Trump te eren en om mijn sympathie en band met hem uit te drukken”, zei hij op Fox News. Aan de nieuwszender CBS had hij al uitgelegd dat hij een gevouwen envelop over zijn oor had die er uitziet als Trumps oorverband. Hij zei daar ook dat hij verwachtte dat het oorverband een nieuwe wereldwijde modetrend zou worden.

Ook afgevaardige Stacey Goodman uit Arizona sloot zich aan bij de oorverbandtrend en vouwde een stuk wit papier om haar oor „uit solidariteit met mijn president, Trump”, zei ze volgens The Independent.

Sommige Republikeinen plakken een wit papier op hun oor, anderen doen een papieren zakdoekje onder hun Make America Great Again-pet over hun oor, als symbool van steun aan Trump.

Een straatartiest verkleed als Uncle Sam, symbool van patriottisme in de Verenigde Staten, had een stuk wit plakband over zijn oor geplakt en daarop de woorden gezet die Trump uitsprak nadat hij door de kogel geschampt was en door beveiligers van het podium in Butler werd gehaald: „Fight! Fight! Fight!”

Bezoeker van de Republikeinse Conventie met wit plakband op oor, als steun aan Trump
Joe Raedle
Een Republikeinse gedelegeerde met oorverband op de RNC woensdag
Julia Nikhinson
Republikeinse afgevaardigen uit Arizona met oorbandages voor Trump op de RNC in Milwaukee
Allison Dinner
Iedereen een oorverband: Republikeinen helpen elkaar bij aanbrengen oorverband op RNC als symbool voor steun aan Trump
Allison Dinner
Oud-president Trump voelt aan zijn oorverband op de Republikeinse Conventie, woensdag 17 juli.
ANGELA WEISS
Susan Ellsworth, Republikeins afgevaardigde uit Arizona met haar Trump-solidariteits oorverband op de RNC, woensdag 17 juli
JOE RAEDLE


Opinie | Zomerse logees

Al vanuit de verte zie ik twee personen in de stromende regen voor de supermarkt staan. Dichterbij zie ik dat er wat mensen omheen zijn bijgekomen die zich duidelijk afvragen wat er aan de hand is. De vraag wordt snel opgelost. Een jonge vrouw komt naar buiten en vertelt dat haar twee oudtantes uit Saoedi-Arabië bij haar logeren. Maar zegt ze, al mijn plannen worden getorpedeerd door het slechte weer. Als het droog is willen ze best naar een museum, maar als het regent willen ze maar één ding: buiten staan, met hun gezicht in de regen. En het regent al weken.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


‘Japan en Lucky Luke’ inspireren rapper, mode-ontwerper en beeldend kunstenaar Georgy Dendoe

Als kunstenaar is Georgy Dendoe (1993, Amsterdam) beïnvloed door Andy Warhol, Roy Lichtenstein, Henri Matisse. En door Lucky Luke. Dendoe vertelt over een van zijn kunstwerken waarop een bandiet in rood-geel-zwarte kleurvlakken staat. Hij richt een revolver op de kijker. „Die kleuren zijn precies zoals bij Lucky Luke”, zegt hij en wijst naar het wapen: „en ik gebruik het cowboy-thema.”

Georgy Dendoe heeft sinds een jaar een kledingwinkel op de Zeedijk, Amsterdam, die tegelijk galerie is. Hier hangen zijn eigen kunstwerken en die van bevriende kunstenaars. Dendoe is een van de oprichters van Smib, een collectief uit Amsterdam-Zuidoost waar ook voorman Ray Fuego van de band Ploegendienst en NRC-columnist Prof. Soortkill bij horen.

Dendoe is rapper, produceert muziek, ontwerpt kleding, maakt video’s en beeldende kunst. In de rekken van zijn winkel hangen de door hemzelf ontworpen kledingstukken en aan de muur hangt nu zijn eigen kunst. Tussen die twee is een samenhang, zegt hij, kunst en kleding zijn vaak gebaseerd op één thema. Op een van de T-shirts staat een print van drie bankrovers; letters zijn getekend in de stijl van lassotouw, zo passen ook zij bij bandieten en ‘Wild West’. Zijn meest recente stijl-onderwerp was camouflage, te zien aan de print op ‘bomberjacks’ (pilotenjas) en op het door hem ontworpen kleed aan de muur, van een vliegtuig in camouflage-print. De camouflage leende hij van het populaire Japanse kleding- en lifestylemerk A Bathing Ape (Bape), waar hij fan van is. „Het is een eerbetoon. Of eigenlijk: een knipoog.”

Nog hele wereld te ontdekken

De cultuur van Japan, waar hij net weer twee weken verbleef, is een belangrijk voorbeeld voor Dendoe. Sinds hij klein was keek hij naar tekenfilms. Toen later bleek dat bijna al zijn favoriete tekenfilms uit Japan kwamen, was dat een ontdekking. „Die beeldtaal, de tekenstijl, die waren helemaal nieuw voor me. Ik kende de Amerikaanse tv en cultuur. Nu bleek er ineens nog iets bijzonders te bestaan, en het kwam uit het Oosten. Ik was verrast: daar was nog een hele wereld te ontdekken die buiten mij om ging.”

Een van de kunstwerken van Georgy Dendoe, te zien Sumibu op de Zeedijk in Amsterdam
Roger Cremers

Als jonge tiener begon hij met verzamelen. ,,Het aantrekkelijke vond ik het steeds maar uitdijende universum van Japanse producten. Want van tekenfilms als Dragonball, Pokemon of Naruto had je ook videogames, kaarten, poppen, manga. Die eindeloze hoeveelheid merchandise, dat was typisch Japans. Ik vond het geweldig, die spullen wilde ik zoveel mogelijk sparen. Nog steeds, eigenlijk.”

Kledingmerk

Die liefde leidde tot de naam van het kledingmerk dat hij in 2015 begon: Sumibu, de ‘Japanse’ uitspraak van Smib. De Japanse tekens van dat woord staan vaak op zijn kleren, dwars over het kruis van de jeans, bijvoorbeeld.

Dendoe is muzikant, ontwerper, winkeleigenaar. Op de vraag naar de overkoepelende naam voor zijn activiteiten, zegt hij: ‘kunstenaar/ondernemer’.

Dat ondernemen is de valkuil van de kunstenaar, ontdekte hij. „Je begint met dingen doen omdat je ze leuk vindt. Zoals rappen met je vrienden en kleren maken. Dan geef je een optreden en denk je dat je na afloop gewoon een paar honderd euro in je hand krijgt. Maar zo werkt het niet. Je moet een KvK-nummer hebben en een factuur sturen. Ook om kleren te verkopen en albums uit te brengen. Ik had geen idee over al die formaliteiten. Ik heb het moeten uitvinden, met hulp van vrienden die ook voor zichzelf bezig waren.”

Kunst: knipsels en blikjes

In zijn kunst werkt Dendoe met inkt of stiften en de laatste jaren vaak met knipsels. Op een zwarte ondergrond legt hij vlakken van gekleurd papier. Het zwart zorgt voor de belijning, waardoor strakke afbeeldingen ontstaan. Hiervoor liet hij zich inspireren door de knipsels van de Matisse. „Maar ook door Warhol en Lichtenstein. Om de strakke stijl en de herkenbaarheid van hun onderwerpen.” Hij leent soms thema’s en werkwijzen. „Want alles bestaat al, in de kunst. Het gaat erom dat je dingen op een nieuwe manier combineert.”

Hij is onlangs begonnen met schilderen, dat ‘is nog nieuw’ voor hem. Het onderwerp is blikjes. ,,Op de zolder van mijn oma vond ik een doos vol frisdrank- en bierblikjes, uit ongeveer 1986. Die bleek mijn moeder destijds verzameld te hebben. Ik vond het tof te merken dat ook mijn moeder ooit troep verzamelde. Ze maakte inderdaad nooit bezwaar tegen de hoeveelheid spullen die ik vroeger naar huis bracht. Nu snapte ik waarom, ze had dezelfde neiging.

„De blikjes zijn nog helemaal gaaf. Die van bijvoorbeeld Heineken of Cassis waren toen net even anders dan ze nu zijn, heel mooi, allemaal handgeschilderde ontwerpen. Een goed onderwerp om mijn eerste schilderijen van te maken.”

Kunst en kleding van Georgy Dendoe zijn te zien bij Sumibu, Zeedijk 60, Amsterdam

Hester Carvalho is de auteur van het boek ‘Ik laat me shine niet doffen. Hiphop, vriendschap, bravoure: opgroeien in de Bijlmer’

Kunst en mode van Georgy Dendoe in Sumibu in Amsterdam
Roger Cremers


Verrassend: genieten van kunst met dementen, mantelzorgers en vrienden

We staan voor een schilderij van Paul Signac. Een baai vol licht, opgebouwd uit gekleurde stippels. De rondleider laat zien hoe kleuren zich gedragen. Ze doet dat met behulp van meerkleurige tollen en een palet met wat gekleurde klodders verf. Je kunt kleuren mengen, legt ze uit, en je kunt ze naast elkaar zetten waardoor ze op het oog versmelten. Veel kleuren samen zorgen voor wit. De illusie van licht. Toverkunst.

Even hiervoor stonden we voor een lavendelveld, samengesteld uit echte lavendelbloesem door herman de vries. Waar doet deze geur je aan denken? Vakantie, zegt iemand zacht. Iedereen knikt. Weer later staan we voor een schilderij van Leo Gestel. Vindt u dit mooi? Nee, zegt iemand gedecideerd. Een ander, bedeesder, ik wel.

Vier schilderijen bekijken we op die manier, aan de hand van de rondleider, zelf kunstenaar, Yke Prins. ‘We’ is een groep van dementerenden en mantelzorgers, plus ikzelf en enkele vrijwilligers van het museum. De plaats is het Kunstmuseum Den Haag.

Wat begon als een experiment in het Museum of Modern Art in New York wordt nu in Nederland op steeds meer plaatsen opgepikt: kunst aanbieden aan mensen die buiten de vanzelfsprekende doelgroep vallen. Nu was er de eerste rondleiding voor mensen met dementie en hun geliefden in het Haagse Kunstmuseum.

Iedereen kent wel iemand die het treft. Ik denk aan de Nobelprijswinnende schijfster Alice Munro. Zij was, voor het haar overkwam, een meesterverteller met een vlijmscherp oog voor de nuances van menselijk gedrag. En ik denk aan mijn eigen vader. Hij was een ruimdenkende, belezen man die ons al meenam naar musea toen we nog omhoog moesten kijken. In het laatste jaar van zijn leven raakte zijn geest in de war. Wat bleef, naast oude herinneringen, was de muziek en de kunst. Daar genoot hij van, ook toen de wereld rondom hem vager werd.

Iedereen kan het treffen, ook jouzelf.

Maar hoe bied je toegang tot kunst aan een groep zoals deze? Daar was ik benieuwd naar, dus sloot ik me aan bij de rondleiding in het Kunstmuseum.

En ik was verrast. Dat het werkte was te danken aan de vindingrijkheid en vertelkunst van de rondleider. In haar hand droeg zij een grote tas vol kleine hulpmiddelen die iets toevoegden, iets verklaarden. Na afloop vroeg ik aan mensen wat ze ervan hadden gevonden. En allemaal zeiden ze dat ze hadden genoten. Ikzelf ook.

Wat daarbij ook had geholpen was de selectie. Schilderijen met een duidelijke beeldtaal, van de zonlicht-doordrenkte Signac tot een donkere straatlantaarnverlichte voorstelling van Pyke Koch. Niet kinderlijk, wel helder in hun verhaal.

En kennelijk is ook veel kunst zelf ruimhartig genoeg om niemand principieel buiten te sluiten. Dat geldt zeker niet voor alles wat je in musea tegenkomt, maar, geloof ik: veel goede kunstwerken bieden ruimte voor zowel kijkers die behoefte hebben aan een directe aanspreekvorm als mensen die houden van meer avontuur. Je kunt ze op allerlei manieren tot je nemen. En hoe je ze ook bekijkt, ze houden stand.

Kunstconnectie, rondleiding voor zeven dementen en zeven begeleiders in Kunst-museum Den Haag, elke laatste vrijdag van de maand. Gratis, maar reservering verplicht via [email protected]


Opinie | Eerst Nijmegen

Zaterdag bij de bakker. Een klant begroet de jongeman achter de toonbank en informeert naar diens vakantieplannen. Die vertelt dat hij volgende week naar Frankrijk gaat, maar eerst een weekje naar Nijmegen. „Zo,” zegt de mevrouw, „dan ga je zeker de Vierdaagse lopen.”

De jongen lacht en zegt: „Lopen? Nee hoor, ik ga om te feesten. Lopen doe ik wel als ik niet meer kan stappen.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Aculinaria Nervosa

Mijn moeder heeft eens in de supermarkt een volgeladen karretje een grote trap gegeven. Daarna liep ze huilend naar huis, plofte op de bank en zei: „Ik ga nooit meer koken.” Met starende ogen keek ze voor zich uit.

„Dan kook ik”, zei mijn vader. „Aardappelen met spinazie en eieren.”

„De kinderen houden niet van spinazie.”

„We kunnen pannenkoeken bakken”, zei ik.

„We kunnen toch niet elke dag pannenkoeken eten!” Machteloos haalde mijn moeder haar schouders op en begon weer te huilen.

Mijn vader belde mijn oma, die een paar uur later kwam aanfietsen met een blikken vorm aan haar stuur.

„Broodpudding”, zei ze opgewekt tegen mijn moeder. Ze opende haar tas. „En heerlijke kabeljauw. Dat blieft iedereen.”

„U begrijpt het niet. Nicolien wil haar vis gekookt en An wil het gebakken en voor de andere twee maak ik altijd een tartaartje…”

Oma glimlachte ondoorgrondelijk, liep naar de keuken, bond een schort voor en bakte de vis. We aten allemaal keurig ons bord leeg en de volgende dag kwam oma opnieuw, net zo lang tot mijn moeder de bank weer afkwam en de oude orde werd hersteld.

In de loop der jaren werd haar aanval van aculinaria nervosa, zoals mijn moeder het zelf noemde, zelfs een succesverhaal op familieavondjes. Ze maakte het steeds mooier. „Ik trapte dat winkelkarretje weg, recht in een toren van Unox-soepblikken. Bom, bom, bom. Al die blikken rolden over de grond!”

Het geduld en de ondoorgrondelijke glimlach van mijn oma werden jaren later verklaard. Zijzelf, vertelde ze me, had ook een tijdlang gewalgd van koken. „Alleen al het dénken over eten stond me tegen”, zei ze. „Toen de kinderen het huis uit waren, zei ik wel eens tegen je opa hoe heerlijk het zou zijn een keertje uit eten te gaan. Maar hij zei dat hij thuis het lekkerste at.” Ze haalde haar schouders op.

„Maar dan kon u het toch uitleggen?” vroeg ik verlegen.

„Ach kind! Welnee”, riep mijn oma geërgerd. „Hij begreep het gewoon niet.”

„Het heeft niks met koken te maken”, zei mijn zus. „De oorzaak van aculinaria nervosa is dat je je ongezien en onbegrepen voelt.”

Veertig jaar later ben ik zelf getrouwd. Na een operatie kan mijn man maandenlang niet lopen. Hij heeft veel pijn, zit veelal zwijgend op de bank en heeft nergens trek in. Op een dag ben ik in de supermarkt. Ik loop langs de bleke kippen, de pakken houdbare melk, pak aarzelend een krop sla en leg hem terug. Fluisterend bel ik mijn zuster. „Ik sta in de supermarkt maar ik weet niet meer wat ik moet doen.”

„Koop een kant-en-klaarmaaltijd”, zegt ze.

„Je begrijpt het niet!” zeg ik moedeloos. „Dat kan niet!”

„Aculinaria nervosa”, zegt ze getroffen. „Direct naar huis. Ik los het op.”

Een week lang staat ze elke dag voor de deur met een tas vol tupperware bakjes. Ze maakt zelfs een broodpudding in de blikken vorm die ze van oma geërfd heeft.

Zo zet de vloek zich voort. Maar de redding ook.

Nicolien Mizee is schrijver en vervangt Frits Abrahams tijdens zijn vakantie.


Opinie | Gekreun

Zaterdag speelde onze favoriet Jessie Ware op het North Sea Jazz Festival in Rotterdam. Het was een strakke show vol energie. Onze dochter van 19 beoordeelde de song ‘That feels good’ als „Alleen maar gekreun.” Ze keek er afkeurend bij. Met weemoed dacht ik terug aan de afkeurende beoordeling van mijn moeder eind jaren 70 bij het aanhoren van mijn eerste singletje van Donna Summer ‘Love to love you’, welke ik op onze (enige) pick-up in onze huiskamer draaide: „Arjen, wil je dat gekreun alsjeblieft uitzetten?” Slaat preutsheid misschien een generatie over?

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


70 keer ‘De Avonden’ in 100 jaar Reve, al is de 47ste druk van de roman onvindbaar

Het is verbazingwekkend op hoeveel manieren de titelwoorden van de roman De Avonden en de naam van de auteur op de omslag van het boek kunnen worden gezet. DE AVONDEN, de avonden, De avonden en De Avonden. En de auteur: van Simon van het Reve naar Simon van ’t Reve en G.K. van het Reve, voluit Gerard Kornelis van het Reve tot gewoon Gerard Reve.

Midden in het Gerard Reve-jaar dat op 14 december 2023, de honderdste geboortedag van de schrijver, begon, is er nu een expositie van alle drukken en omslagen van zijn debuut De Avonden, dat in 1947 verscheen: 70 x De Avonden, 100 jaar Reve. De roman is een klassieker in de Nederlandse literatuur en is door lezers van NRC uitgeroepen tot een van de tien belangrijkste romans in het Nederlands taalgebied.

De expositie in het Haagse Huis van het Boek is een initiatief van Albert Wulffers die de meest volledige verzameling van drukken en omslagen in zijn bezit heeft. ,,Ik kocht De Avonden op 5 december 1963 toen ik 15 jaar was”, zegt Wulffers. ,,Een docent op school dacht dat ik dat maar eens moest lezen.” Zo begon het. Wulffers is van huis uit grafisch vormgever, later filmmaker en docent aan de Gerrit Rietveld Academie. Het duurde nog tot 1997 voor Wulffers besloot dat hij alle drukken van De Avonden moest hebben. Waarom eigenlijk? Wulffers: ,,Dat probeer ik mijn vrouw ook wel eens uit te leggen.” Hij mompelt wat over een groot schrijver en boekgeschiedenis, maar de waarom-vraag blijft deels onbeantwoord. Wulffers erkent ook dat hij soms twijfels had. Toen de zeer bijzondere 50ste druk in 2001 verscheen bijvoorbeeld. Daar waren het typoscript met correcties in facsimile opgenomen plus nog allerlei extra versies – prijs: 1000 gulden.

Verbijsterende ontdekkingen

Wie dacht dat het bij elkaar brengen van alle 70 drukken een rechttoe rechtaan bezigheid is, heeft het mis. Bij het inrichten van de tentoonstelling waren ook Kees Aarts en Piet van Winden betrokken en de makers deden verbijsterende ontdekkingen. Er is drie keer een 4de druk gemaakt, twee keer een 59ste en twee keer een 61ste. De 25ste druk is overgeslagen want daarmee zou een fout zijn hersteld. De 47ste druk met waarschijnlijk een omslagontwerp van Robert Nix ontbreekt, want is onvindbaar. (Oproep: wie heeft een 47ste druk in huis! Mail aan [email protected] ) Het archief van uitgever De Bezige Bij bood geen soelaas, integendeel, het blinkt uit door onvolledigheid. Als klap op de vuurpijl bleek op het laatste moment dat de 70ste druk van november 2023 ter gelegenheid van de verjaardag van Reve alweer is gevolgd door een 71ste druk in februari dit jaar.

Engelse vertaling en strip

Orde is er wel in de opstelling van de tientallen uitgaven van De Avonden. Van de eerste druk met het ontwerp van Ies Spreekmeester tot en met de meest recente van Bill Bragg. Opvallend genoeg lijken ze op elkaar en brengen ze beide de donkere huizen in Amsterdam-Zuid eind december in beeld. Bragg maakte zijn ontwerp voor de Engelse vertaling, maar houdt vol dat hij het Spreekmeester-ontwerp nooit had gezien.

Daartussen zitten een kleine twintig andere ontwerpers en vermoedelijke ontwerpers, want het is allemaal niet even netjes geboekstaafd. Een opvallende editie is die in 1986 in Zuid-Afrika verschenen: de authentieke tekst in een Afrikaans jasje. Ook de stripeditie met tekeningen van Dick Matena is een geval apart. De integrale Avonden-tekst is hier geïllustreerd, het omslagontwerp is van Studio Jan de Boer. Het Verzameld werk heeft ook een plaats gekregen, hoewel Wulffers daarbij heeft geaarzeld. ,,Dat telt eigenlijk niet als apart omslagontwerp voor De Avonden”, vindt hij.

Revenement

Het honderdste jaar van Reve is nog in volle gang. Bij de expositie is het boekje De eerste druk van C.J. Aarts verschenen met reacties en advertenties bij de publicatie van De Avonden in 1947. Het is een voorproefje van de complete Reve-bibliografie die Aarts aan het samenstellen is. Wulffers heeft een boekje in voorbereiding over de eerste ontwerper Ies Spreekmeester (Man met hoed moet zijn jongeman zonder hoed). Dat komt uit op het Revenement, de afsluiting van het jubileumjaar op 14 december in het Huis van het boek op 14 december.

Expositie 70 x De Avonden, 100 jaar Reve Huis van het boek, Den Haag T/m 5 jan. Boek: C.J. Aarts, ‘De eerste druk’, Uitgeverij Fragment € 10

Omslag van ‘De Avonden’ uit 1968, ontworpen door K. Beunis en J. Jungcurt
De stripeditie van ‘De Avonden’ uit 2007, ontwerp Dick Matena en Jan de Boer
Omslagontwerp van ‘De Avonden’ uit 1973 van Jacques Janssen.
Robert Nix’ omslag voor ‘De Avonden’ uit 1999.
Het ontwerp voor het omslag van 2023 van ‘De Avonden’ van Rouwhorst en Van Rhoon.