Op de terugreis van een familietripje naar Londen, staan we in de rij voor de security check op Luton Airport. De tas van mijn dochter wordt er na de scanner uitgehaald om nader te onderzoeken. Wij vragen ons af wat de reden kan zijn, want zelfde inhoud als op de heenreis plus een paar souvenirs. Mijn dochter moet meekijken en uitleg geven. Met een iets verwarde blik zegt de security medewerker: „We’ve seen something that looks like a frog…”.
Het blijkt de chocolade kikker te zijn uit de Harry Potter-winkel.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Op een dorpsplein gaat een man tegenover mij zitten. Nippend aan mijn koffie hoor ik zijn verhaal aan. Hij krijgt, nu hij net zijn vakantie-woning heeft gekocht van een erfenis, allerlei verse familieleden op zijn dak. Daar is hij niet van gediend. Want, zegt hij: „Ik ben toch geen subtropische instelling!”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Bijna vier jaar heb ik het voorrecht mogen hebben om voor NRC over bijzondere of geestige straatnamen te schrijven. Met deze laatste aflevering voor de Achterpagina sluit ik dit prachtige project af. Dat doe ik door een vraag te onderzoeken waar ik zelf al langer mee liep: wat is nou de kortste én de langste straatnaam van Nederland?
Wat dat laatste betreft: dat ligt er maar net aan hoe je dat meet. Reken je geen spaties en punten mee, dán wint de Burgemeester Baron van Voerst van Lyndenstraat in Gramsbergen met 41 tekens. Kijk je enkel naar straatnamen die uit één woord bestaan, springt Zaandam eruit. Daar telt de Haaldersbroekerdwarsstraat maar liefst 26 tekens, één meer dan de Amsterdamse Noordhollandschkanaaldijk.
De langste straatnaam
Ik reken punten en spaties echter wel mee, ze staan immers gewoon op het bordje én in het officiële register van straatnamen. In dat geval gaat Heerlen er met de bokaal vandoor: de Ir. Mr. Dr. van Waterschoot van der Grachtstraat in Heerlen kent maar liefst 48 tekens – en dat met nog drie afko’s erin. Naamgever is een voormalig inspecteur van de mijnen, die voluit Willem Anton Joseph Maria van Waterschoot van der Gracht heette. Dan is het bordje toch nog bondiger dan had gekund. „We korten het meestal af tot de Van der Grachtstraat. Want anders past het ook niet op je rijbewijs of in je paspoort, eigenlijk nergens op”, zei een bewoonster in 2022 tegen L1 Nieuws. „Met de pakketbezorging wil het ook nog wel eens mis gaan”, aldus een andere bewoner. Al kan dat laatste ieder adres van Nederland tegenwoordig overkomen.
2,6 meter lang straatnaambord
Er is echter één straatnaam die nóg langer is. Toen begin deze eeuw het grondgebied tussen Duiven en Westervoort succesvol opnieuw werd ingericht, wilde men de commissie die hiervoor verantwoordelijk was bedanken voor het goede werk met een eigen straatnaam. Zo ontstond in 2010 de Laan van de landinrichtingscommissie Duiven-Westervoort in Duiven, een imposante 55 tekens lang. Het is een fietspad waaraan geen mensen wonen en ook geen adressen aan gevestigd zijn, waardoor Heerlen toch de langste naam van een straat met daadwerkelijke bewoners en huisnummers blijft houden. De eerste negen jaar was er ook geen bord gevestigd aan de laan. Toen dit 2,6 meter lange gevaarte (breder dan het fietspad zelf) in 2019 alsnog geplaatst werd, bleek al dit al gauw een veel gewild object voor dieven te zijn. Meerdere malen moest er een nieuwe neergezet worden, een lot dat malle of originele straatnamen vaker treft. Aan het Gebed Zonder End in Amsterdam of Hoerejacht in Enkhuizen kunnen ze erover meepraten.
Wat plaatsnamen betreft, ligt de langste in Overijssel: het ruim vierduizend zielen tellende Westerhaar-Vriezenveensewijk. Vroeger was dit Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen-Groot-en-Klein-Sandelingen-Ambacht, maar die verloor de titel toen het de naam veranderde naar het bondigere Hendrik-Ido-Ambacht. Overigens is de kortste plaatsnaam in Nederland Ee, een dorp binnen de gemeente Noardeast-Fryslân. Ik hoor u denken: dat kan dus nóg korter. Wie een nieuw dorp sticht dat bestaat uit slechts één letter kan bij mij de recordmedaille voor kortste plaatsnaam komen ophalen. Ik beloof er een lekker stuk worteltaart bij te serveren.
Internationaal
Internationaal maakt men het nog bonter. De langste plaatsnaam in Europa is een dorp in Wales, met de catchy naam Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. Dat is 58 tekens, maar aangezien de ll en ch in het Welsh als één letter tellen, bedraagt de score eigenlijk 51 karakters. Het dorpje heeft een stedenband met de Franse plaats Y. Toerisme bestaat vooral uit mensen die op het treinstation een selfie met het ellenlange plaatsnaambord nemen. Wereldrecordhouder is de Thaise hoofdstad Bangkok, waarvan de officiële, ceremoniële naam uit 163 letters bestaat. Getranscribeerd dan, in het Thais is de naam beperkt tot een luttele 95 karakters – nog steeds een record.
De kortste straatnaam
Waar een lange straatnaam in theorie altijd nog langer kan, is een enkel leesteken het minimaalste dat je kunt overhouden. Dit leidt ons naar de Alblasserwaard, waar het dorp Ottoland (net geen duizend inwoners) twee straten met slechts één letter kent: A en B. Dit waren bij aanleg de enige twee wegen van het gehucht, waardoor men vond dat twee letters wel genoeg waren. Veel websites en navigatiesoftware hebben echter moeite met straatnamen van slechts één letter. Door nieuwbouw kent het dorp inmiddels zo’n twintig andere straatnamen. In Drenthe en Groningen komen ook een aantal weggetjes voor die als naam slechts E dragen.
De échte kortste straatnaam is natuurlijk een straat die helemaal geen naam heeft, nul tekens dus. Maar kun je dan wel van een straatnaam spreken? Mij lijkt van niet, maar bij het volgende filosofisch café dat ik bezoek, zal ik deze vraag in de groep gooien.
Op de zwemsteiger bij het Amsterdamse Bos valt altijd wel wat te beleven. Mijn man en ik horen achter ons: „Ja, je mag zeggen wat je wilt.” Er komt een moeder aanlopen met haar dochtertje van een jaar of drie. We verwachten dat er nu iets volgt over niet mogen schelden. Daarna volgt: „Maar een gans is geen eend!”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Mijn oma heeft ervoor gekozen om gecremeerd te worden in Nederland, hoewel ze Servisch-orthodox is. In deze religie is het niet gebruikelijk om in een crematieoven te eindigen, maar juist in de grond. Daarom had ze toestemming nodig vanuit het hoofdkwartier van de Servisch-orthdoxe kerk voor West-Europa, gevestigd in Parijs, om door een Slavische priester gezegend te worden tijdens haar uitvaart. Het was mij niet bekend dat mijn oma toestemming nodig had vanuit de Servisch-orthodoxe kerk om op haar eigen gekozen manier rust te vinden.
In mijn 25-jarige bestaan heb ik meer mensen gekend die zijn overleden dan dat ik bruiloften heb bijgewoond. Ik had mezelf gezworen nooit meer nog een dood persoon te willen zien. Ik was bang dat het beeld van de overleden persoon de mooie herinneringen zou overheersen. Maar toen mijn oma overleed, nam ik onverwachts toch nog een kijkje. Vallen er eigenlijk ook mensen dood tijdens begrafenissen? En hoe vinden andere mensen het fijn om afscheid te nemen van geliefden? Zulke vragen dwaalden dat op dat moment in mijn hoofd rond.
Levendig opgebaard
Ik ging op X scrollen en kwam een video tegen van een dood mens. Een Ghanese man die rechtop zit in een grafkist in de vorm van een taxi. Netjes in pak en met gesloten ogen, lijkt het alsof hij springlevend achter het stuur zit. De taxi-grafkist draait rondjes en naast hem danst een vrouw. Hijzelf of zijn nabestaanden hebben ervoor gekozen om hem in zijn beroep als taxichauffeur het hiernamaals in te sturen. Hij is extreem met balsem ingesmeerd, omdat zijn lichaam er zo levend mogelijk uit moet zien totdat hij de grond in gaat. Het opzetten van lichamen in de houding naar keuze en het vervolgens extreem inbalsemen, gebeurt onder meer in delen van Ghana, het Caribische eiland Puerto Rico en in de zuidelijke Verenigde Staten.
Onconventionele opbaringen zijn in Nederland niet hip en lichamen die in Nederland worden begraven of gecremeerd, mogen niet worden gebalsemd. Ik had daar geen weet van en ook niet dat in sommige landen mensen worden opgezet of in de lucht worden begraven. Mensen die een luchtbegrafenis krijgen worden hoog aan een stok opgehangen, zodat dieren, voornamelijk gieren, het lichaam kunnen opeten. Dit gebeurt onder meer in delen van Tibet, India en Mongolië. Of het lichaam wordt naar het hoogste punt van een berg gebracht, op een steen geplaatst en in stukken gehakt, zodat het voor de dieren makkelijker is om hapjes te nemen. Volgens het boeddhisme maakt dit ritueel onder meer de overgang van de overledene naar het volgende leven eenvoudiger.
Mijn buurvrouw overleed dit jaar op 105-jarige leeftijd en wilde het haar familie ook makkelijk maken. Ze koos daarom voor euthanasie. Tot aan haar dood woonde ze zelfstandig, ongehuwd en zonder kinderen. Vanuit het voorraam zag je haar altijd op de bank zitten en naar voetbal of tennis kijken. Volgens haar huisarts was ze net zo fit als een 50-jarige, maar je moest wel schreeuwend tegen haar praten, omdat ze slechthorend was. Op een dag was ze naast haar bed gevallen, lag ze daar uren en in het ziekenhuis bleek dat ze niet meer zelfstandig mocht wonen. Ze had de optie om nog verder te leven in een bejaardentehuis, maar ze koos toch voor de dood.
Mijn oma kreeg goedkeuring van de Servische-orthdoxe kerk en het afscheid was mooi, maar verliep niet perfect. De telefoon van een van de verpleegsters van het verzorgingstehuis ging af tijdens het moment van stilte en de rouwstoetvlag viel uit het raam tijdens het rijden op de autoweg. Eenmaal in het uitvaartcentrum zag ik haar liggen en stond de priester naast haar te preken. Het gaf mij een gevoel van rust en afsluiting. Mijn oma in de kist is nu toch niet het eerste wat ik zie als ik aan haar denk, maar juist het moment toen ik als 4-jarige met haar onder een dekentje op het balkon lag met onweer.
Huwelijks-begrafenis
Ongehuwd en zonder kinderen onder de grond eindigen is onder meer in delen van China en Roemenië een teken van ongeluk. Daarom kan bijvoorbeeld een ongehuwde overleden man tijdens zijn begrafenis trouwen met een levende vrouw. Hierdoor zorgt de levende vrouw dat de dode man rust kan vinden en kinderen kan krijgen in het hiernamaals. De vrouw is dan ook meteen weduwe en mag weer met een levend persoon trouwen. Het trouwen met een lijk wordt onder meer gedaan om tegen te gaan dat de geest van de overleden persoon rusteloos blijft ronddwalen.
Nu mijn oma meer dan een halfjaar in een urn zit, heeft mijn vader aan een priester in Servië gevraagd wat hij met haar as moet doen. Met het vliegtuig naar Servië? Begraven worden naast haar zus? Of toch uitgestrooid worden? „We worden allemaal geboren en sterven onder dezelfde hemel. We leven allemaal op dezelfde aarde. In welk deel ervan is niet belangrijk. De aarde is één. Daarom is het niet belangrijk waar op aarde de overledene rust”, antwoordde de priester.
Voor dag en dauw sta ik aan de havenmonding van Oudeschild. In het westen is het nog donker, maar voor me lichten de wolken rood op in afwachting van wat komen gaat. De zonsopkomst op een warme zomerochtend heeft iets magisch. Meedraaiend met de aarde om haar as, snel ik ongemerkt met duizend kilometer per uur oostwaarts tot ik het eerste brandende rood van de zon ontwaar die uit de Waddenzee lijkt op te stijgen en de horizon in vuur en vlam zet. Juist op dat moment klinkt van ver een karakteristieke zevenvoudig trillende roep en passeert een groep regenwulpen (Numenius phaeopus) rakelings over de golven. Terwijl menig strandganger zich opmaakt voor een warme zomerdag aan zee, is voor veel arctische steltlopers de herfsttrek al in volle gang.
Het is diezelfde zon die trekvogels aanzet tot hun jaarlijkse tocht naar het zuiden.
Haar immense massa trekt de aarde in een elliptische baan, terwijl door de aardas-kanteling (23.5°) het noordelijk halfrond zich na 21 juni langzaam van de zon afwendt waardoor de dagen korter worden.
Naast temperatuur, voedselbeschikbaarheid en genetische invloeden, is krimpende daglengte een belangrijke factor die jaarlijks twee miljard vogels aanzet Europa te verlaten op een gevaarlijke reis de Sahara over.
Ook regenwulpen verlaten, wanneer de dagen korter worden na een broedseizoen van krap twee maanden, de toendra’s van Scandinavië en Rusland. Hun jongen, die als nestvlieders al snel zelfstandig voedsel zoeken, volgen een maand later.
Na een vliegreis van enkele duizenden kilometers arriveren de regenwulpen voor een tussenstop op de buitendijkse kwelders van de Waddenzee. Samen met miljoenen andere steltlopers zoeken ze met hun lange snavels rijk aan tastsensoren naar schelpdieren op de droogvallende slikken, om na enkele weken aansterken hun reis te hervatten naar de kustlagunes van Mauritanië en Senegal.
Regenwulpen broeden niet in Nederland. Toch kennen velen dit kleinere neefje van ‘onze’ wulp bij naam uit Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart, waarin de hoofdpersoon verhaalt over zijn gereformeerde jeugd, de rol van zijn moeder hierin en het vinden van rust in de natuur.
Met mijn calvinistische opvoeding, nog immer vieve honderdtweejarige moeder en liefde voor de natuur die ik van jongs af aan meekreeg, herken ik deze thema’s. Zij hebben mij geleerd schoonheid in ‘het kleine’ te herkennen.
Op mijn beurt geef ik dit cadeau graag door en wens eenieder het geluk toe roepende regenwulpen op een vroege ochtend op te merken en in de einder te zien verdwijnen.
Het is wel iets raars van de mens, deze dan, dat je zo makkelijk genoeg krijgt van begrippen die je vaak leest, ongeacht het belang ervan. Ik bedoel niet dat ik niets meer wil lezen over de oorlog in Oekraïne of de spanningen in het Midden-Oosten, maar als ik de woorden ‘grensoverschrijdend gedrag’ lees dan mompel ik al snel in mezelf ‘zeker ook weer een angstcultuur’ en voel iets zuchterigs.
Waarom is dat? Het is niet omdat ik het gedrag in kwestie eigenlijk wel prima vind, of omdat ik denk dat het niet bestaat. Ik weet ook dat de meeste mensen die in een organisatie werken niet ten onrechte wel uitkijken om te klagen of iets naar buiten te brengen. Zeker als iemand, of meerdere iemanden de macht hebben om je je werk af te nemen, het oninteressant voor je te maken, er gedurig kritiek op te leveren, is men eerder geneigd tot duiken dan tot spreken.
De afgelopen tijd las ik weer veel opinies over prinses Laurentien en haar al dan niet tolerabele gedragingen, zonder dat iemand ook maar wist te vertellen waar het nu eigenlijk precies om ging, maar er was natuurlijk weer wel een ‘angstcultuur’ ontstaan. Zie je, nu zeg ik het alweer met zo’n stemmetje van ‘angstcultuur wat nou angstcultuur alles heet tegenwoordig maar angstcultuur’.
Het heeft deels te maken met de oningevuldheid van zulke begrippen. Algemene beschrijvingen als ‘schelden en schreeuwen’ missen kracht. Schelden en schreeuwen, ja dat is niet goed, denk je dan. Meer niet.
Maar o wee als iemand tegen mij begint te schelden en te schreeuwen. Ik ben verlamd en verstomd, hooguit halve tegenwerpingen komen eruit – heel anders dan hoe ik me gedraag als ik me zoiets voorstel. Dan ben ik kalm en soeverein en vraag waarom dit stukje leiding zich verbeeldt een dergelijke toon tegen mij te kunnen aanslaan. Gewoon, zoals je dat doet als iemand onterecht tekeergaat…
Die verbeeldingsfout maakt het moeilijker om de juiste reactie te vertonen bij het woord ‘angstcultuur’.
Zodra er een goed beschreven voorbeeld te berde wordt gebracht is het anders. In de Harvey Weinstein-tijd hoorde ik veel mannen zeggen dat zo’n vrouw toch gewoon de hotelkamer weer uit kon lopen in plaats van braaf in de badkamer de zeep aan te reiken aan de blote producer. Ja dat zou vast wel kunnen, maar zo gaat het natuurlijk niet, als alles en iedereen doet alsof dit volkomen vanzelfsprekend is. Hoe makkelijk was daar de inleving, althans voor vrouwen. Toen was heel duidelijk wat bedoeld wordt met grensoverschrijdend gedrag. Grenzen worden vaak met kleine stapjes overschreden en op een gegeven moment staat iedereen aan de verkeerde kant van de grens en valt er niets meer te overschrijden, want we zijn nu ergens anders, waar de voorheen vreemdste dingen normaal zijn geworden.
En als je zo’n zinnetje leest van Ivo van Hove, dan weet je ook genoeg. Hij antwoordt ontkennend op de vraag of hij zich niet bezwaard voelt over hoe moeilijk hij het acteurs maakt, omdat hij ervan uitgaat dat ook de acteurs ‘geen theater van de middelmaat willen maken dat je overal kunt zien’. Ah. Degene die klaagt laat zó zien dat zij tot een middelmatige categorie behoort. De mogelijkheid dat er ook zonder tirannie iets bijzonders tot stand gebracht zou kunnen worden, lijkt niet in het machtige hoofd op te komen.
Zo creëer je een angstcultuur.
Dus ik begrijp het best, als er een beetje toelichting bij is. Ik lijd gewoon aan de algemeen voorkomende neiging om het slachtoffer de schuld te geven. Al die watjes!
In sommige gevallen kan het heel handig zijn: het door Facebook automatisch af laten maken van woorden in een berichtje. Gaat sneller en is makkelijker, maar niet in alle gevallen. Eind augustus is mijn broer overleden. Vele warme en dierbare berichten ontving ik via de socials, een fors aantal begon echter met „Gecontroleerd…”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Op de spoedeisende hulp zie ik een patiënte die door haar vriendin op de grond van haar woning is aangetroffen. Na een val drie dagen eerder had ze niet meer de kracht om overeind te komen. Bang is ze niet geweest, en van verveling was ook geen sprake, vertelt ze.
Om te achterhalen of een ritmestoornis de oorzaak van de val is, vraag ik of ze last heeft van hartkloppingen. „Eigenlijk niet, schat”, antwoordt ze, „het is alweer een hele poos geleden dat ik voor het laatst verliefd was.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]